Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend in het wetgevingsoverleg over het deel Visserij van de begroting, te weten:

- de motie-Stellingwerf c.s. over de uitgifte van additionele oesterpercelen (24400-XIV, nr. 35).

(Zie wetgevingsoverleg van 20 november 1995.)

De voorzitter:

De heer Stellingwerf heeft zijn motie in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat voor de heruitgifte van oesterpercelen in de Oosterschelde, voor eventueel meer dan 40 hectare slechts die bedrijven in aanmerking komen die thans beschikken over meer dan 40 hectare in de Oosterschelde;

voorts overwegende, dat dit criterium onvoldoende recht doet aan de huidige verhoudingen tussen de verschillende bedrijven;

spreekt uit dat bij de uitgifte van additionele oesterpercelen de ondergrens van 40 hectare dient te worden losgelaten en dat de produktiecijfers van de "basisjaren" mee moeten tellen voor alle huurders (ook al wordt daardoor het thans gehuurde areaal overschreden),

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 42 (24400-XIV).

De motie is inmiddels rondgedeeld. Naar mij blijkt, is er geen bezwaar tegen om er aanstonds over te stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Stellingwerf c.s. (24400-XIV, nr. 42).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de RPF, de SGP, het GPV, de PvdA, GroenLinks, de SP, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven