Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, de spreektijden bij het debat over de afvloeiingsregeling van de procureur-generaal van Amsterdam vast te stellen op maximaal 5 minuten per fractie.

Ik stel voor, bij de behandeling van wetsvoorstel 24093 (AOW-gerechtigden Ziekenfondswet) tevens aan de orde te stellen:

  • - de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ter gelegenheid van de evaluatie van de wet-Van Otterloo (24460, nr. 1).

Ik stel voor, dinsdag 7 november te stemmen over de moties, voorgesteld tijdens het nota-overleg over de nota Zeescheepvaartbeleid van 23 oktober jl., te weten:

  • - de motie-Van Zuijlen c.s. over kleine werven en kapitein-eigenaren (24165, nr. 3);

  • - de motie-Assen over overgangsmaatregelen voor de kustvaart (24165, nr. 4);

  • - de motie-Assen over het in dienst nemen en behouden van bemanningsleden met Nederlandse diploma's (24165, nr. 5);

  • - de motie-Klein Molekamp c.s. over verhoging van het WSZ-budget (24165, nr. 6).

Mij is gebleken dat er geen behoefte meer bestaat aan een debat op dit moment naar aanleiding van schriftelijk beantwoorde vragen over de jacht op waterwild. Ik stel voor, dit punt van de agenda af te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Heerma.

De heer Heerma (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Uit een persbericht van de Sociale verzekeringsbank blijkt dat er wat betreft de begrotingsvoorstellen van het kabinet van Prinsjesdag aan de Kamer over de vaststelling van de premiehoogte voor de fondsen voor AOW en AWW volgens de jongste inzichten voor 1996 een gat ontstaat van 2,1 mld. Ik vraag de regering om een brief waarin zij antwoord geeft op de volgende vragen.

Waarom is dit niet eerder gesignaleerd bij de begrotingsstukken? Op Prinsjesdag werd een lastenverlichtingspakket van 4 à 4,5 mld. in het vooruitzicht gesteld. Nu blijkt er voor 1996 een tekort van 2,1 mld. in deze fondsen te ontstaan door te lage premievaststelling. Hoe kan dat en wat denkt de regering daaraan te doen? Ik wil hier graag een brief over hebben.

In hetzelfde kader van degelijke en deugdelijke overheidsfinanciën wil ik de regering om een tweede brief vragen, namelijk over de ontwikkeling van de kosten in de zorgsector, de gezondheidszorg. Uit een bericht van het ANP blijkt dat vandaag een rapport gepresenteerd wordt van de Nederlandse zorgfederatie, het rapport "Gezondheidszorg in tel, 3". Daaruit blijkt de in het regeerakkoord veronderstelde kostenontwikkeling op jaarbasis van 1,3% in de zorgsector op het dubbele uit te komen, namelijk 2,5%. Ik wil ook op dit punt het standpunt van de regering vernemen, het liefst vóór aanstaande maandag, wanneer in de Kamer het FOZ wordt behandeld.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! De Kamer heeft dit voorjaar een motie aangenomen waarin zij de minister van VROM verzoekt om pakketten voor te leggen waarmee de NMP-2-doelstelling met betrekking tot het CO2-beleid gerealiseerd zou kunnen worden. Het gaat erom dat wij zowel voor de doelstelling van min 3% CO2 als min 5% CO2 pakketten willen zien. Op 15 september is er een brief van de minister over het CO2-beleid gekomen, maar daarin hebben wij alleen een pakket aangetroffen om de doelstelling van min 3% te halen, met tegelijkertijd de conclusie van het kabinet dat meer niet haalbaar is.

Vervolgens heeft de vaste commissie voor VROM de minister gevraagd, alsnog de informatie te leveren waar wij in de motie om gevraagd hadden, namelijk inzicht in een pakket van maatregelen om min 5% te realiseren. Op 27 oktober hebben wij weer een briefje van de minister gehad, dat absoluut niet het inzicht geeft dat de Kamer vraagt. Wij vinden daarin alleen een opsomming van maatregelen die blijkbaar de revue hebben gepasseerd, maar geen enkel inzicht in de kosten van deze maatregelen of van milieu-effecten. Ik vind dat wij op deze manier morgen geen politiek oordeel kunnen vellen in het debat met de minister over de CO2-problematiek. Kunnen wij na de min 3%-doelstelling verder gaan naar de min 5%-doelstelling? Ik zou de minister daarom vandaag willen vragen, of zij de Kamer een brief wil sturen met alsnog het pakket van maatregelen om min 5% te realiseren. Zij moet ons daarin inzicht geven welke maatregelen dat zouden kunnen zijn, wat de milieu-effecten zijn en wat de kosten.

De heer Esselink (CDA):

Voorzitter! Wil mevrouw Vos morgen ondanks het ontbreken van de gevraagde gegevens – ik ben het daarover met haar eens – het gesprek in de commissie voeren?

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Vooralsnog ga ik ervan uit, dat de minister deze gegevens kan leveren, dat zij de vraag aan het RIVM en aan het Centraal planbureau heeft voorgelegd en dat het mogelijk moet zijn om die gegevens vandaag aan de Kamer te leveren.

De heer Esselink (CDA):

Ik help het hopen, maar ik ben het met mevrouw Vos eens.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verhagen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Ik zou graag een brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking ontvangen voor de behandeling van de begroting van Ontwikkelingssamenwerking, waarin hij een nadere toelichting geeft op zijn besluit om aan de vooravond van de verkiezingen in Tanzania dat land forse betalingsbalanssteun te verlenen. Ik haal daarbij de opmerking in de memorie van toelichting bij de begroting aan, dat er sprake is van corruptie en dat er geen aanwijzingen zijn dat de politieke wil om concreet resultaat te bereiken daadwerkelijk aanwezig is.

Voorts zou ik graag willen, dat de minister in de brief nader inging op mogelijke beïnvloeding van de verkiezingen doordat een signaal van vertrouwen in de regering van Tanzania wordt afgegeven, door betalingsbalanssteun beschikbaar te stellen. Omdat volgens de woordvoerder van minister Pronk, gisteren in NRC Handelsblad, de laatste handtekening onder het besluit pas de vorige week is gezet, zou ik willen weten of er überhaupt aandacht is geschonken aan mogelijke implicaties van het geven van betalingsbalanssteun aan de vooravond van deze verkiezingen.

De heer Weisglas (VVD):

Voorzitter! Namens de fractie van de VVD sluit ik mij zeer gaarne aan bij de vragen van de heer Verhagen. Met de strekking daarvan zijn wij het geheel eens.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Noorman.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter! Voor morgen staan op de agenda van de vergadering een wijziging van de Ziekenfondswet en een evaluatie van de wet-Van Otterloo. Inmiddels is gebleken, dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport eind vorige week een wetsvoorstel bij de Kamer heeft ingediend, dat betrekking heeft op dezelfde onderwerpen. De commissie was in haar procedurevergadering niet op de hoogte dat het wetsvoorstel er lag. Het lijkt mij daarom wijs, het punt van de agenda van morgen af te voeren en gelijk te behandelen met het inmiddels ingediende wetsvoorstel, omdat er een heel nauwe samenhang is.

Misschien ten overvloede: ik heb de voorzitter van de vaste commissie voor VWS al verzocht om een spoed-procedurevergadering.

De heer De Jong (CDA):

Mijn fractie ondersteunt graag het verzoek van mevrouw Noorman.

De voorzitter:

Ik stel voor, eerst de besluitvorming binnen de commissie af te wachten. De commissie komt vanmiddag bijeen. Ik zie op de agenda dat dit punt morgen niet voor de lunchpauze aan de orde zal komen, zodat wij afhankelijk van het besluit van de commissie morgen zo nodig kunnen besluiten het punt van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van de Camp.

De heer Van de Camp (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Op donderdag 26 oktober zijn minister-president Kok en de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Van Mierlo, op bezoek geweest bij president Chirac. Wij hebben via de media vernomen dat zij daar een uiterst genoeglijke bijeenkomst hebben gehad.

Ik zou via u de minister-president willen vragen om de resultaten van dat overleg, en dan met name specifiek op het terrein van de drugs, schriftelijk aan de Kamer mede te delen. Uit de mededelingen in de media begrepen wij dat het resultaat van het overleg gevolgen zal hebben voor de Drugsnota van het kabinet. Het lijkt ons verstandig dat wij schriftelijk vernemen welke afspraken daar gemaakt zijn, opdat wij daarmee bij de behandeling van de Drugsnota rekening kunnen houden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister-president.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hendriks.

De heer Hendriks:

Voorzitter! Ik verzoek om heropening van de beraadslaging over de agendapunten 10 t/m 13, de privatisering van het ABP.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en, als wij met de stemmingen bij die punten gekomen zijn, gelegenheid voor heropening te geven. Omdat ik begrepen heb dat enige haast bij de besluitvorming rond dit wetsvoorstel is geboden, in het midden latend hoe de uitkomst zal zijn, denk ik dat in dit uitzonderlijke geval deze procedure gevolgd kan worden.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Wij zouden thans overgaan tot het vragenuur. Omdat de staatssecretaris van Financiën hier nog niet is aangekomen – ik weet zelfs niet zeker of hij inmiddels veilig geland is – stel ik voor, mevrouw De Vries de gelegenheid te geven haar vragen te stellen na de eerste termijn van het debat over de procureur-generaal. Er is dan ruimte, want mij heeft het verzoek bereikt om de tweede termijn van dat debat in ieder geval niet onmiddellijk op de eerste termijn te doen volgen. Dan kunnen wij die tijd benutten voor de mondelinge vragen. Ik neem aan dat de staatssecretaris het kamergebouw dan zal hebben bereikt.

Aldus wordt besloten.

Naar boven