Vragen van het lid Crone aan de minister van Buitenlandse Zaken over transport van nucleair materiaal per vliegtuig.

De voorzitter:

Ik wijs op de brief die de minister zelf heeft gestuurd over het beantwoorden van vragen die op dat moment nog niet beantwoord konden worden. Die vragen zijn dus buiten de orde. Het gaat alleen om de brief die de minister van Buitenlandse Zaken heeft gestuurd. Ik zeg dit om ieder misverstand uit te sluiten.

De heer Crone (PvdA):

Ja, mijnheer de voorzitter, zij het dat er natuurlijk twee aspecten een rol spelen. Wij hadden deze vragen gesteld, ook het laatste onderdeel van de vragen, om per ommegaand antwoord te krijgen. Wij wilden tijdig worden geïnformeerd over het regeringsstandpunt over zowel de transporten over ons land en Duitsland als over de besluitvorming die dezer dagen, gisteren, vandaag en morgen, in Wenen plaatsvindt. Daar komt een actualiteit bij, namelijk dat deze week in Der Spiegel stond dat er toch binnen enkele dagen transporten van hoogverrijkt uranium en plutonium door de lucht kunnen plaatsvinden. Het is dus wederom een urgente vraag of de minister hierover van Duitsland al informatie heeft gekregen.

Mijn tweede vraag gaat over het hoofdpunt: wat wordt dezer dagen afgesproken in het internationaal atoomenergieagentschap in Wenen over de veiligheidseisen ten aanzien van dit soort transporten? De PvdA wil daarbij de hoogst denkbare veiligheidsnormen hanteren. Naast de vraag of er vluchten uit Duitsland zijn te verwachten, vraag ik concreet of de minister onze opvatting deelt dat de hoogste veiligheidsniveaus moeten gelden. Ik vraag ook of in het onverhoopte geval van een vliegtuigcrash en de daarbij gebruikelijke snelheid de containers niet kunnen breken of lekken, waardoor de schade te groot zou worden.

Het is nodig dat de normen, zoals die golden, aanzienlijk worden aangescherpt. Het geldende zogenaamde B-niveau zal moeten worden verhoogd tot C- en zelfs een hoger niveau. Is het juist dat de Verenigde Staten en de ICAO, de internationale burgerluchtvaartorganisatie, op dit punt als inzet hebben om de veiligheidseisen enorm te verhogen? Zij hebben namelijk aangegeven dat de thans voorliggende voorstellen van type C op een te zwakke basis zijn getest: een crash bij een lagere snelheid dan helaas vaak het geval is.

Is het mogelijk dat de minister met de Duitsers en het liefst in internationaal verband een meldingsplicht overeenkomt, zodat deze onverhoopte vluchten, wanneer zij er komen, in ieder geval bij ons bekend zijn?

Ten slotte stel ik de hoofdvraag: welk standpunt neemt Nederland dezer dagen in Wenen in? Of is er al zóver onderhandeld dat de invloed van de Kamer op dit punt te gering is? Heeft Nederland zich daar al op vergaande standpunten vastgelegd of zelfs ingestemd met besluiten?

Minister Van Mierlo:

Voorzitter! Het spijt mij dat de beantwoording van de schriftelijke vragen vertraging heeft opgelopen. De oorzaak daarvan was dat ten aanzien van een paar cruciale vragen vanuit de Bondsrepu bliek nog geen zekerheid kon worden verkregen. Daarom had ik om uitstel gevraagd. De aanvraag daarvoor, die vorige week al door mij was ondertekend, heeft op weg naar de Kamer ook vertraging opgelopen. Ik bied mijn verontschuldigingen aan voor het feit dat daarbij over het hoofd is gezien dat er één vraag binnen die hele serie vragen was die een actualiteit had die om eerdere beantwoording vroeg. Dat is ook de actualiteit waarover de geachte vragensteller het zojuist heeft gehad.

In de eerste plaats wil ik mededelen dat de transporten niet over ons land gaan. Voorzover wij hebben kunnen nagaan – dat is dus de onvolledigheid die op dit moment nog in de informatie zit – gaan die transporten niet over Nederland, maar over buurlanden. Er is nog geen informatie over de juistheid van het artikel in Der Spiegel van gisteren. Het spreekt vanzelf dat ik, zodra ik daar nadere zekerheid over heb, de Kamer daarover zal inlichten. Overigens, bepaalde gegevens over transporten die in het verleden wel of niet hebben plaatsgehad, worden ook aangeroerd in het artikel in Der Spiegel.

Het is waar dat op de agenda van de beheersraad van de IAEA van deze week het voorstel staat voor verscherping van de thans geldende regels voor transport van nucleair materiaal. Het is de vijfde herziening. Het voorstel is een duidelijke verbetering ten opzichte van de regels die er tot nu toe waren; zij zijn veiliger. Die regels zijn gisteren unaniem aangenomen door de vertegenwoordigers in de beheersraad. Dat is gebeurd op aanbeveling van het Standing committee on safety standards, waarin ook vertegenwoordigers van de ICAO, de IFALPA en de IATA zitten. Zij hebben weliswaar kritische opmerkingen gemaakt, maar zij zijn uiteindelijk allen akkoord gegaan met de aanbevelingen. Ook de Deense vertegenwoordiger die zich kenmerkte door de meest kritische instelling ten aanzien van deze maatregelen, is hiermee akkoord gegaan, omdat verder uitstel betekend zou hebben dat de oude regeling langer zou voortbestaan.

Het proces van kritisch herbezien gaat onmiddellijk door. Door mij is instructie gegeven om, indien het artikel in Der Spiegel waar zou blijken te zijn, dan direct aanvullende maatregelen op het pakket dat net is aangenomen, ter bespreking te brengen.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter! Ik dank de minister voor zijn antwoord. Dat de vragen te laat zijn beantwoord, ligt voor een deel inderdaad aan de communicatie met Duitsland. Dat kan tijd kosten. Het is echter niet bevredigend dat het kabinet nu zegt dat er maar één vraag beantwoord had kunnen worden, maar dat die over het hoofd is gezien. Dat betreft de vraag over onze positie in Wenen. Als ik het goed zie, is in de helft van de elf vragen gevraagd om een snelle actie dan wel is er gevraagd naar Wenen.

De minister zegt dat de regels nu veiliger zijn en dat zij unaniem zijn aangenomen. Uit hetgeen hij zei over Denemarken, blijkt echter al dat dit kennelijk het best haalbare was. De minister heeft ook nog niet gezegd wat de Nederlandse positie daarbij was. Was Nederland net zo kritisch als Denemarken?

Verder heb ik gevraagd of Nederland nu gaat regelen dat in ieder geval voor ons luchtruim de aanzienlijk strengere eisen gaan gelden, die ook de Verenigde Staten voor hun luchtruim gaan stellen. Dat zou aanvullende regelgeving vergen, hetgeen dan zo snel mogelijk moet gebeuren.

Nogmaals, het is vervelend dat wij dit debat voeren, terwijl de onderhandelingen kennelijk al min of meer zijn afgerond. Of dit alsnog bevredigend kan worden geacht, hangt mede af van het antwoord van de minister op de vraag naar de inzet van Nederland hierbij.

Minister Van Mierlo:

Voorzitter! Nederland stelt zich in die beheersraad even kritisch op als Denemarken. Nederland kan geen eigen maatregelen voorstellen voor het eigen luchtruim, maar ik herhaal dat het eigen luchtruim naar onze informatie op dit punt in ieder geval niet aan de orde is. Ik herhaal ook dat, mochten de recentste publicaties op juistheid berusten, deze niet zijn meegewogen in het besluit gisteren. Zij zijn door niemand ter sprake gebracht. Zo gauw zou blijken dat deze op waarheid berusten, zal Nederland de zaak opnieuw aanspannen in de beheersraad en om nieuwe maatregelen vragen. Ik vestig er nog eens de aandacht op dat de herziening en het voortdurend scherper worden van de maatregelen, een permanent proces is. Dit wordt af en toe afgesloten met een nieuwe set van maatregelen die dan gelden en de vorige vervangen. Het proces van herziening kritisch bezien en de mogelijkheid om maatregelen ter aanvulling op te nemen, gaat gewoon door.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Er blijkt dus inmiddels een afspraak te zijn gemaakt. Kan de minister aangeven wat de kwaliteit is van die afspraak? Er is eerder kritiek geweest vanuit de Verenigde Staten op het voorschrift om vervoer te laten plaatsvinden in een bepaald type container, omdat zelfs deze niet veilig genoeg is. Komt de afspraak die gemaakt is, tegemoet aan de eisen die in de Verenigde Staten gesteld worden of zit deze eronder? En zo ja, wat zal de regering in dat geval aan aanvullende acties ondernemen om de veiligheidsstandaard omhoog te brengen?

Minister Van Mierlo:

Voorzitter! Ik heb de laatste vraag net beantwoord: als daar aanleiding toe is, zal de zaak door ons opnieuw ter discussie worden gesteld. Ik zal de Kamer wat de precieze aard van de maatregelen betreft, nog deze week informeren. Dat was de reden waarom ik om uitstel had gevraagd.

Mevrouw Verspaget (PvdA):

Voorzitter! Ik had de minister een vraag willen stellen over zijn bereidheid om de maatregelen die zijn afgesproken, naar de Kamer te sturen. De Kamer kan dan kijken of er aanleiding is om nader met de minister te debatteren over de aard van de maatregelen die zijn genomen en de maatregelen die extra noodzakelijk zouden zijn. Ik begrijp bij dezen dat de minister daar feitelijk al in heeft toegestemd.

Minister Van Mierlo:

Voorzitter! Als het mogelijk is om het in die volledigheid te doen die mevrouw Verspaget op het ogenblik vraagt, dan gebeurt dat deze week. Mocht het zo zijn dat daar iets meer tijd voor nodig is, dan komt dat later, maar het komt in ieder geval. Ik zal deze week in ieder geval nog antwoord geven op de schriftelijke vragen die tot nu toe nog onbeantwoord zijn gebleven.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Voorzitter! Het lijkt me op zichzelf goed dat de minister daar nog nader antwoord op geeft. Misschien kan hij daarbij dan meteen verslag doen van datgene wat zich in Wenen heeft afgespeeld en de verschillende posities daarbij. Verder lijkt me een ander punt nog relevant. Wanneer wij voor onszelf een positie reserveren ten opzichte van Duitsland of andere landen waarbij wij gevrijwaard willen blijven van het doorkruisen van ons luchtruim, op welke manier kan dat dan gewaarborgd worden door de Nederlandse regering?

Minister Van Mierlo:

Voorzitter! Ik had reeds het voornemen om aanstaande donderdag, terugkomend uit Boedapest, mijn ambtgenoot Kinkel te ontmoeten en deze kwestie met hem op te nemen, mede ter beantwoording van de vragen die ik nog niet kon beantwoorden. Ik zal de vraag van de heer Van Gijzel daarin meenemen.

Naar boven