104de vergadering

Dinsdag 3 september 1996

14.00 uur

Voorzitter: Deetman

Tegenwoordig zijn 139 leden, te weten:

Adelmund, Aiking-van Wageningen, Van Ardenne-van der Hoeven, Assen, Augusteijn-Esser, Bakker, Beinema, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Blauw, Van Blerck-Woerdman, Bolkestein, Van den Bos, Van Boxtel, Bremmer, Bukman, M.M. van der Burg, V.A.M. van der Burg, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Deetman, Van Dijke, Dijksma, Dijksman, Dittrich, Van den Doel, Doelman-Pel, Duivesteijn, Van Erp, Essers, Fermina, Gabor, Van Gelder, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, Van Heemskerck Pillis-Duvekot, Van Heemst, Heerma, Van der Heijden, Hendriks, Hessing, Hillen, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, Van Hoof, Hoogervorst, De Hoop Scheffer, Ten Hoopen, Houda, Huys, Janmaat, Jeekel, De Jong, Jorritsma-van Oosten, Kalsbeek-Jasperse, H.G.J. Kamp, Keur, Klein Molekamp, Koekkoek, De Koning, Korthals, Lambrechts, Lansink, Leerkes, Leers, Liemburg, Lilipaly, Marijnissen, Mateman, Meijer, Middel, Van Middelkoop, Mulder-van Dam, Van Nieuwenhoven, Nijpels-Hezemans, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oudkerk, Passtoors, Van der Ploeg, Poppe, Rabbae, Reitsma, Remkes, Van Rey, Van 't Riet, Rijpstra, Roethof, Van Rooy, Rosenmöller, Rouvoet, Schimmel, Schutte, Schuurman, Sipkes, Smits, Soutendijk-van Appeldoorn, Stellingwerf, Sterk, Van der Stoel, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Van Traa, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Verbugt, Verhagen, Verkerk, Verspaget, Vliegenthart, Van der Vlies, Van Vliet, H. Vos, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, Vreeman, B.M. de Vries, J.M. de Vries, Wallage, Van Walsem, Van Waning, Weisglas, Van Wingerden, Witteveen-Hevinga, Wolffensperger, Wolters, Ybema, Van Zijl, Zonneveld en Van Zuijlen,

en de heren Dijkstal, vice-minister-president, minister van Binnenlandse Zaken, Ritzen, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Melkert, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en mevrouw Netelenbos, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Scheltema-de Nie, wegens bezigheden elders;

Van Oven en Van der Linden, wegens verblijf buitenslands;

Woltjer en Apostolou, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Wallage, De Cloe en Zijlstra, wegens bezigheden elders, in verband met de installatie van de heer Alders als commissaris van de koningin in de provincie Groningen;

Dankers en Versnel-Schmitz, wegens ziekte;

Rehwinkel en Esselink, wegens ziekte, de gehele week.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Van der Burg tot het uitbrengen van een verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.

De heer Van der Burg:

voorzitter der commissie

Mijnheer de voorzitter! De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de eer te rapporteren dat zij, na onderzoek van de in haar handen gestelde stukken eenparig tot de conclusie is gekomen, dat de heer R.A. Meijer te Nieuwegein terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De commissie heeft kennisgenomen van de correspondentie tussen de Kiesraad en de fractie van het AOV.

De commissie heeft derhalve de eer voor te stellen de heer Meijer als lid der Kamer toe te laten, nadat hij de bij de wet van 27 februari 1992, Stb. 120, voorgeschreven eden dan wel verklaringen en beloften zal hebben afgelegd.

De commissie verzoekt u, voorzitter, de Kamer voor te stellen het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik bedank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze weekeditie.) 1

De voorzitter:

De heer Meijer is in het gebouw der Kamer aanwezig. Ik verzoek de heer griffier hem binnen te leiden.

Nadat de heer R.A. Meijer door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Collega, ik wens u van harte geluk met het feit dat u vanmiddag lid bent geworden van deze Kamer en ik verzoek u de presentielijst te tekenen en in ons midden plaats te nemen.

Ik deel de Kamer mede dat de heer Meijer schriftelijk heeft meegedeeld zich te zullen aansluiten bij de fractie van de groep-Nijpels.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven