Handeling 1994-1995, pag. 4709-4711

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten, te stellen in handen van:

a. de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken:

• - het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet en de Waterschapswet in verband met een verruiming van de beleidsvrijheid van gemeenten en waterschappen met betrekking tot het kwijtschelden van belastingschulden (24158);

b. de vaste commissie voor Financiën:

• - het wetsvoorstel Wijziging van de Natuurschoonwet 1928 en de Gemeentewet (verruiming fiscale faciliteiten ten behoeve van de aanleg van bossen) (24159).

Het woord is aan de heer Van Dijke.

De heer Van Dijke (RPF):

Mijnheer de voorzitter! Gelet op het verloop van het debat tijdens het algemeen overleg over marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit heb ik er behoefte aan, u te verzoeken om het verslag van dat overleg op de agenda voor de plenaire vergadering te plaatsen, zodat wij de Kamer om een uitspraak kunnen vragen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Het bedoelde verslag zal aan de agenda voor deze week of aan die voor de volgende week worden toegevoegd.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Voûte-Droste.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Mijnheer de voorzitter! Wij verzoeken u, het verslag van het algemeen overleg over de elektronische snelweg op de agenda te plaatsen, opdat de Kamer hierover een uitspraak kan doen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Ik neem aan dat dit punt ook de volgende week op de agenda kan worden geplaatst.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD):

Als het kan, geven wij er de voorkeur aan dat er de volgende week over wordt gesproken. Het heeft haast.

De voorzitter:

Deze zaak zal met elektronische snelheid worden benaderd.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Biesheuvel.

De heer Biesheuvel (CDA):

Voorzitter! Er zijn berichten in de krant verschenen die aangeven dat de aanleg van de kades in Limburg meer dan 100 mln. gaat kosten, het bedrag dat de minister hier enkele malen voor deze werkzaamheden heeft genoemd. Ik verzoek u, te bevorderen dat de minister de Kamer een brief schrijft, waarin zij op die berichten ingaat. In deze brief dient tot uitdrukking te komen hoe zij denkt, deze eventuele meerkosten te financieren. Ook moet daarin worden ingegaan op de vraag of de problematiek van deze meerkosten ertoe kan leiden dat de kades niet tijdig kunnen worden aangelegd.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Als de brief van de minister binnen is, wacht ik een verzoek om plaatsing op de agenda af. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hendriks.

De heer Hendriks:

Mijnheer de voorzitter! Allereerst zou ik u en uw collega van de Eerste Kamer willen bedanken voor het bezoek dat de Duitse bondskanselier hier vanochtend heeft kunnen brengen. Wij waren daarvan zeer onder de indruk.

Vervolgens zou ik, met uw toestemming, graag een vraag willen stellen aan ons medelid de heer Wallage. Die vraag betreft de AOW, niet het AOV.

De voorzitter:

Ik moet u onderbreken. Dit is niet het vragenuur. De regeling is er ook niet zozeer om vragen aan elkaar te stellen. Wat u ook formuleert, u zult dat in de niet-vraagvorm moeten doen. Nu gaat het over de regeling van de werkzaamheden van de Kamer.

De heer Hendriks:

In het kader daarvan wil ik de heer Wallage vragen of wij op zo kort mogelijke termijn een plenaire discussie kunnen voeren over de AOW. Hij is ermee gestart.

De voorzitter:

Ik heb u gezegd dat het nu niet om het stellen van vragen gaat. U kunt wel de wens naar voren brengen voor een plenaire discussie.

De heer Hendriks:

Dit laatste beaam ik. Alle ouderen van 65-plus hebben evenals ik grote behoefte aan een plenaire discussie daarover.

De voorzitter:

Daar wij hier meestal debatteren aan de hand van een wetsvoorstel of een notitie geef ik u, mijnheer Hendriks, in overweging om dit punt aan de orde te stellen in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dat is een goed forum om na te gaan op welke manier er een plenaire discussie over een zaak mogelijk is en goed voorbereid kan worden.

De heer Hendriks:

Ik zal dat doen.

De heer Boogaard (AOV):

De heer Hendriks sprak over alle ouderen van 65-plus. Ik laat die uitspraak graag voor zijn rekening.

De voorzitter:

De conclusie is dat de heer Hendriks zijn wens over de voorbereiding van een eventueel plenair debat over de AOW aan de orde stelt in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Na het beraad in die commissie verneem ik wel op welke wijze dat plenair aan de orde kan komen.

Het woord is aan de heer Mateman.

De heer Mateman (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Ik vraag u om het verslag van het algemeen overleg over de aanschaf van bewapende gevechtshelikopters onderwerp te maken van een korte parlementaire beraadslaging. Gezien het feit dat de deadline voor het tekenen van het contract morgen is, vraag ik uw clementie om dit verslag vandaag nog op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het punt op de agenda tussen te voegen, onmiddellijk na de stemmingen. Voor een goed begrip merk ik op, dat het om één termijn gaat met twee minuten spreektijd per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Marijnissen.

De heer Marijnissen (SP):

Mijnheer de voorzitter! De financiële problemen bij de instellingen, werkzaam in het kader van de WSW, nemen hand over hand toe. Dit geldt ook voor de onduidelijkheid over de toekomst van de WSW in Nederland. Als gevolg van die problemen wordt er bijvoorbeeld in Winschoten en Uden momenteel geëxperimenteerd met het te werk stellen van mensen uit het JWG en de banenpool binnen de WSW. In het regeerakkoord wordt een notitie toegezegd over de stroomlijning van de financiering en de uitvoering van de additionele arbeid. In het kader daarvan zal ook de opvatting van het kabinet over de WSW weergegeven worden. Bij brief van 2 november van het vorige jaar heeft de minister die notitie aan de Kamer toegezegd voor de jaarwisseling van 1994-1995. Inmiddels is het al mei 1995.

Ik vraag de regering dan ook om een notitie op te stellen waarin duidelijkheid wordt verschaft over de termijn waarop wij haar plannen over de stroomlijning tegemoet kunnen zien, inclusief de WSW.

Ik verneem ook graag de opvatting van de regering over de experimenten die ik zojuist genoemd heb.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat de vragen die de heer Janmaat voornemens was heden te stellen over het Ebola-virus volgende week aan de orde komen in verband met het feit dat de minister van Volksgezondheid thans aan de overzijde een wetsvoorstel verdedigt.