Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 25, 26 en 27 april:

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 24 juni 1986 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende veiligheid bij het gebruik van asbest (Verdrag nr. 162 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar tweeënzeventigste zitting) (23984);

  • - het wetsvoorstel Intrekking van de Wet interne lastenverevening particuliere ziektekostenverzekeringsbedrijf (23864).

Ik stel voor, dinsdag 25 april te stemmen over moties voorgesteld tijdens het nota-overleg van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het Nationaal Ruimtelijk Beleid, te weten:

  • - de motie-Duivesteijn c.s. over een te entameren maatschappelijk debat over de toekomstige inrichting van Nederland (24054, nr. 5);

  • - de motie-Duivesteijn c.s. over bouw in hogere dichtheden (24054, nr. 6);

  • - de motie-Duivesteijn c.s. over het tegengaan van segregatie (24054, nr. 7);

  • - de motie-Esselink/Stellingwerf over verkorting en integratie van procedures (24054, nr. 8);

  • - de motie-Esselink over ruimte voor groei van de woningvoorraad en werkgelegenheid in kernen in het Groene Hart (24054, nr. 9);

  • - de motie-Esselink over glastuinbouwgebieden in Friesland en Flevoland (24054, nr. 10);

  • - de motie-Verbugt c.s. over een strategische verkenning van de ruimtebehoefte in de periode 2005 tot 2015 (24054, nr. 11);

  • - de motie-Verbugt c.s. over het doorvoeren van de voorgenomen actualisatie van het nationaal ruimtelijk beleid vanuit een integraal kabinetsbeleid (24054, nr. 12);

  • - de motie-Giskes c.s. over voldoende openbaar-vervoervoorzieningen (24054, nr. 13);

  • - de motie-Giskes c.s. over nieuwbouw van woningen met een huur van minder dan ƒ 700 per maand (24054, nr. 14);

  • - de motie-M.B. Vos/Stellingwerf over adequate openbaar-vervoerverbindingen (24054, nr. 15).

Ik stel voor, dinsdag 25 april bij het begin van de vergadering te behandelen:

  • - de brief van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat houdende het voorstel de PKB Schiphol aan te merken als groot project (23552, nr. 11);

  • - de brief van het lid M.B. Vos inzake het bevorderen van een besluit van de Kamer waarin de minister van Economische Zaken wordt verzocht het wetsvoorstel bij de Europese Commissie en bij de GATT te notificeren (23982, nr. 4).

Ik stel voor, het twee-minutendebat "Weer samen naar school" te verplaatsen tot na het paasreces in verband met de ziekte van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Ik stel verder voor, de stukken 23057, nr. 14, en 23900-XVI, nr. 58, voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Hoop Scheffer.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Ik wil de Kamer verlof vragen om het verslag van het algemeen overleg dat gisteravond heeft plaatsgevonden over het onderwerp Schengen/Schiphol, voor plenaire behandeling op de kameragenda te plaatsen.

De heer Weisglas (VVD):

De fractie van de VVD geeft dat verlof.

De voorzitter:

Wil iemand van dit standpunt afwijken?

De heer Van Oven (PvdA):

De Partij van de Arbeid gaat graag akkoord met het houden van de discussie. In de tweede termijn van het algemeen overleg van gisteravond heb ik nog een vraag gesteld aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken. Ik hoop dat hij die vraag vanavond kan beantwoorden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het verzoek van de heer De Hoop Scheffer in te willigen. Dat debatje zal dan plaatsvinden – sonderingen hebben mij dat duidelijk gemaakt – na de dinerpauze. Dat zal ertoe leiden dat wij een vroege dinerpauze houden. U ziet het schema voor deze dag al voor u. Aan het eind van de vergadering zal worden gestemd. Iedereen weet dus hoe de dag in deze Kamer kan verlopen.

Ik stel verder voor, het stenogram van dit stukje van de vergadering door te geleiden naar de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, opdat de bedoelde vraag inderdaad vanavond kan worden beantwoord.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kamp.

Mevrouw Kamp (VVD):

Voorzitter! Ik vraag u namens de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen om verlof tot het houden van een wetgevingsoverleg over het wetsvoorstel Educatie en beroepsonderwijs en wel op maandag 24 april.

De voorzitter:

Ik moet u zeggen dat ik daar problemen mee heb, omdat de Kamer dan op reces is. Er is de zeer vaste en nadrukkelijke afspraak dat reces reces is. Dat is mij in deze zaal, en trouwens ook in de vorige zaal, een- en andermaal voorgehouden. Wanneer daar al van moet worden afgeweken, moet dat heel tijdig worden besloten in verband met de gang van zaken in de fracties. De fracties komen na vandaag niet eerder bijeen dan pas de eerste dinsdag na het reces.

Mijn uitgangspunt is om vast te houden aan het schema, dus aan behandeling van het wetsvoorstel in de week van 2 mei, tenzij er politiek andere prioriteiten worden gesteld, maar daar ga ik nu niet van uit. Ik denk dat het een goede oplossing zou zijn, als wij op de eerste woensdagochtend na het reces gelegenheid geven voor het bedoelde wetgevingsoverleg. Mocht dat niet genoeg zijn – wat ik niet uitsluit, maar dat moet nog maar blijken – dan moeten wij die woensdag of donderdag een nadere oplossing zien te vinden. Ik taxeer dat die ruimte er wel is, die toezegging wil ik de commissie wel doen.

Ik dring erop aan om het reces het reces te laten, nu de fracties geen maatregelen meer kunnen nemen. De zaak kan wel in die week worden behandeld en dat zal, naar ik aanneem, de verdere gang van zaken in beginsel niet storen.

Mevrouw Kamp (VVD):

Ik draag kennis van uw opvatting, maar de wens van de commissie was unaniem. Ik stel voor dat ik de commissie bijeenroep om uw voorstel te bespreken. Als de commissie bij haar wens persisteert, kunnen wij dit punt later op de dag altijd nog aan de orde stellen. Ik stel voor dat ik de commissie bijeenroep en uw voorstel daar inbreng.

De voorzitter:

Mijn voorstel aan de Kamer is om vast te houden aan de recesperiode. Het is niet aan een commissie om te zeggen dat zij daar unaniem van wenst af te wijken. Ik heb daar een zakelijke reden voor. Daarom wil ik graag nu het besluit nemen. Het is heel simpel. Wetgevingsoverleg is de aanvang van de plenaire behandeling. Dat is een zaak van alle leden en niet alleen van de woordvoerders, vandaar mijn opmerking over de fracties. Het was misschien nog wel te regelen geweest, als het een week eerder aan de orde was gesteld, maar ik ben er een uur geleden toch lichtelijk mee overvallen. Ik denk dat het op dit moment problematisch is. Mijn oplossing is: woensdag wetgevingsoverleg en zo nodig die week verder. Ik zal wel kijken hoe wij dit oplossen, zodat er geen samenloop is met de plenaire agenda. Wij moeten nu maar even aan het schema vasthouden. Dat is mijn voorstel aan de Kamer.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Roethof.

Mevrouw Roethof (D66):

Voorzitter! De Kamer heeft gevraagd om een algemeen overleg met de minister van Buitenlandse Zaken en met de minister van Defensie over Burundi en over het eventueel uitzenden van een verkenningsmissie of een andere eenheid. Ik zou graag willen dat dit overleg plaatsvindt voordat het paasreces begint. Voorlopig staat het gepland om 21.00 uur vanavond. Als het paasreces om 19.00 uur begint, lukt dat dus niet. Dan zijn er twee mogelijkheden: ofwel de Kamer blijft langer bijeen, ofwel minister Voorhoeve is iets eerder in de Kamer en het overleg vindt eerder plaats. De reden voor dit verzoek is, dat ik vind dat iedere fractie in de gelegenheid moet zijn om de uitkomst van het overleg op de agenda van de plenaire vergadering te zetten om zo nodig te laten stemmen over het uitzenden van deze manschappen.

De heer Korthals (VVD):

Voorzitter! Het is waar dat de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie vanochtend uitvoerig hebben gesproken over eventuele uitzending van Nederlandse militairen naar Burundi. Wij kenden toen nog geen brief van de minister van Defensie, en die kennen wij nog steeds niet. Wij zijn er toen van uitgegaan dat de zaak primair was dat zij hadden aangeboden om militairen te gaan uitzenden, maar nog niet de uitzending zelve. Op basis daarvan hebben wij besloten tot een overleg om 21.00 uur vanavond, ervan uitgaande dat er geen moties zouden komen. Daar gingen alle fracties mee akkoord. Als een van de fracties niettemin toch van plan is met een motie te komen, denk ik dat er geen andere mogelijkheid is dan de minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking ad interim te verzoeken om eerder terug te komen, omdat wij dan inderdaad het mondeling overleg moeten vervroegen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Het verzoek van mevrouw Roethof verbaast mij enigszins, aangezien deze argumenten ook vanochtend in de procedurevergadering aan de orde hadden kunnen komen. Wij hebben toen uitvoerig over de mogelijkheid gesproken of dit overleg gekoppeld zou zijn aan het al dan niet verlenen van toestemming voor het uitzenden van Nederlandse militairen. Er was toen consensus dat het overleg puur voor informatieverschaffing zou dienen en dat er geenszins een instemming aan verbonden zou zijn.

Nu mevrouw Roethof echter van mening is dat er toch een mogelijkheid moet zijn voor het op korte termijn uitzenden van Nederlandse militairen naar Burundi, vind ik dat het verslag van het algemeen overleg op de agenda voor de plenaire vergadering gezet moet kunnen worden om eventueel nog een motie te kunnen indienen.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Het verzoek van mevrouw Roethof verbaasde ook mij nogal. Op verzoek van de CDA-fractie hebben wij anderhalf uur geleden een procedurevergadering gehouden om over Burundi te spreken. De commissie heeft er uitvoerig over vergaderd en er is besloten om vanavond om 21.00 uur een algemeen overleg te houden. Ik ben er eigenlijk heel erg benieuwd naar, wat mevrouw Roethof beweegt om die besluitvorming, waar zij zelf bij betrokken was, nu ineens te doorkruisen. Misschien beschikt zij als lid van een regeringsfractie over andere informatie, maar ik weet in ieder geval niet beter dan dat er een brief komt en dat er vooralsnog niet direct een noodzaak is voor wat mevrouw Roethof vraagt. Ik zou dan ook graag willen weten wat precies de waarschijnlijk toch wel gewichtige aanleiding voor haar vraag is, want anderhalf uur geleden heeft zij er absoluut niets over gezegd.

De heer Valk (PvdA):

Voorzitter! Ook ik ben nogal verrast door het verzoek van collega Roethof. Ik sluit mij aan bij de opmerking van de voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, de heer Korthals, dat inwilliging van het verzoek vereist dat het tijdstip van het algemeen overleg aanmerkelijk vervroegd dient te worden.

Mevrouw Roethof (D66):

Voorzitter! Dit vraagt om een toelichting. Als het overleg na de aanvang van het paasreces zou plaatsvinden en een meerderheid van de Kamer zou ermee instemmen om een verkenningsmissie naar Burundi uit te sturen, dan zou deze missie toch niet kunnen vertrekken, omdat een fractie die er eventueel bezwaar tegen zou hebben, dan niet in de gelegenheid is geweest om het onderwerp op de plenaire agenda te laten zetten, omdat er geen agenda voor de komende twee weken is. Mijn fractie zou dat erg jammer vinden. Zeker als het gaat om kleine eenheden – er is gesproken over zeven man, later werd er gezegd dat het er misschien vier zouden zijn – zouden wij het betreuren als die gedurende tweeënhalve week niet kunnen vertrekken, omdat de Kamer niet bijeen is geweest.

De voorzitter:

Misschien is er wel een oplossing. Als de minister om 21.00 uur hier kan zijn, kan hij vermoedelijk ook wel om 19.00 uur verschijnen. Na de dinerpauze wordt het twee-minutendebatje over Schengen/Schiphol gehouden. Er komt een brief. Als het algemeen overleg om 19.00 uur kan beginnen, lukt het met passen en meten aan alle kanten waarschijnlijk wel en kunnen de Kamer en de minister van Defensie het paasreces goed ingaan. Zullen wij proberen het langs deze lijn op te lossen? Dan is voldaan aan alle formele procedures die in de Kamer zijn overeengekomen. En dan zal wel blijken of er nog een debatje moet worden gehouden, maar het verschil tussen 19.00 uur en 21.00 uur lijkt mij niet onoverkomelijk. Wij zullen dus contact opnemen met de minister van Defensie.

Aldus wordt besloten.

Naar boven