Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. de volgende brieven:

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, over de Uitvoering van de EG-Richtlijnen (21109, nr. 79);

een, van de minister van Justitie, over de toepassing van dwang en drang ten aanzien van vreemdelingen, die de toegang tot Nederland geweigerd wordt dan wel die uitgezet dienen te worden (19637, nr. 123);

drie, van de minister van Binnenlandse Zaken, te weten:

  • een, over de vorming van een samenwerkingsverband van hindoes (20868, nr. 5);

  • een, over de wateroverlast in Nederland (24071, nr. 3);

  • een, over de coördinatie van de bestrijding van de wateroverlast en haar gevolgen, alsmede een schets op hoofdlijnen van de schadeafwikkeling (24071, nr. 4);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over het inschakelen van werkloze leraren in het onderwijs (23900-VIII, nr. 70);

twee, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, ten geleide van een beleidsreactie op het tweede advies van de Stuurgroep Profiel Tweede Fase (23900-VIII, nr. 69);

  • een, over een opleidingsmogelijkheid voor islamitische geestelijken (23901, nr. 9);

een, van de staatssecretaris van Defensie, over de personeelsvoorziening voor Defensie (23900-X, nr. 40);

een, van de minister van Economische Zaken, ten geleide van een Besluit tot wijziging van het besluit van 6 februari 1976, houdende uitvoering van artikel 12 van de Mijnwet continentaal plat ten aanzien van opsporings- en winningsvergunningen voor of mede voor aardolie of aardgas (24081);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de nulkorting mestexport en het melkquotum bij bedrijfsverplaatsing (23900-XIV, nr. 32);

een, van de ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Economische Zaken, over het besluit, de fusie tussen ECD en AID geen doorgang te laten vinden (23547, nr. 2);

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over het vraagstuk van de inkomensafhankelijke partnertoeslag in de AOW en een eventuele relatie hiervan met eventuele meevallers bij de uitgaven voor de WAO (23929, nr. 2);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over brandbeveiliging nachtkleding (23900-XVI, nr. 51);

een, van de vaste commissie voor Financiën en de algemene commissie voor de Rijksuitgaven, ten geleide van het rapport van een werkgroep over de toezichtsuitoefening door de Verzekeringskamer (23669, nr. 7).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, over administratieve akkoorden met Tanzania inzake technische samenwerking;

een, van de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van het ontwerp-besluit houdende vaststelling van maatstaven voor het onderzoek, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen;

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het rapport "Computergebruik in het primair onderwijs";

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, ten geleide van het advies "Marktwerking in het Openbaar Vervoer";

  • een, ten geleide van twee rapporten: "Herijking gewenste spoorcapaciteit voor het goederenvervoer" en "De gevolgen van het niet realiseren van de Betuweroute voor het Nederlandse spoorwegnet en omgeving";

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het instellen van een nieuw programma commissie Sociaal-economische Gezondheidsverschillen;

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van een brief die gezonden is aan de Jonge Socialisten waarin ze een aantal kanttekeningen plaatsen bij de inhoud van de Subsidieregeling landelijke jeugdorganisaties.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

3. een brief van ir. R.P.C.H. Martens, over de pelsdierenhouderij.

De voorzitter stelt voor, deze brief door te zenden aan de betrokken commissie.

Naar boven