15 Wijziging begrotingsstaten Gemeentefonds en Provinciefonds 2022 (Voorjaarsnota)

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 36120-B );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 36120-C ).

De voorzitter:

Thans is aan de orde de gezamenlijke behandeling van de wetsvoorstellen 36120-B, Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022, en 36120-C, Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2022. Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom in de Eerste Kamer.

De beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Van Hattem namens de PVV.

De heer Van Hattem (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Voor de goede orde: ik beperk me tot het Gemeentefonds; over het Provinciefondsonderdeel zal ik geen opmerkingen maken.

Voorzitter. In de memorie van toelichting bij het voorstel over het Gemeentefonds lezen we onder het kopje "Uitvoeringskosten klimaatakkoord": "Om de uitvoering van het bestaande klimaatbeleid in 2022 te kunnen voortzetten, ontvangen gemeenten 112,6 miljoen euro." Kan de minister aangeven waar deze uitkering aan de gemeenten specifiek voor bedoeld is? Maar dat is niet het enige. Bij de decentralisatie-uitkeringen worden nog meer van zulke absurde uitkeringen genoemd via het Gemeentefonds ten behoeve van de klimaatideologie. Ik zet ze even op een rijtje. Het gaat onder andere om de duurzame polder: €250.000; ondersteuning RES-proces: €8.803.000; windpark N33: €1.790.000; en de al eerdergenoemde uitvoeringskosten klimaatakkoord: €112.591.000.

De heer Kox (SP):

Ik heb me niet opgegeven voor het debat, maar ik luister altijd met belangstelling. Je kan niet aan de minister vragen "Wilt u uitleggen waar dat geld voor bedoeld is?" en vervolgens zeggen: "Deze absurde, krankzinnige … enzovoorts." Want dan is de vraag niet nuttig. Dus óf de heer Van Hattem stelt de vraag aan de minister en dan krijgen we een antwoord, óf hij heeft zijn mening al klaar, zoals gebruikelijk. Maar het is een van de twee.

De heer Van Hattem (PVV):

We moeten even twee dingen onderscheiden. Ik vind — en de PVV vindt — de uitgaven voor het Klimaatakkoord absurd. Zo mag de heer Kox mijn opmerking duiden. Zeker als daarvoor 112 miljoen euro wordt uitgetrokken richting de gemeenten, dan vinden we dat een absurd bedrag, zeker in een tijd waarin heel veel gezinnen niet rond kunnen komen en wel andere problemen aan hun hoofd hebben dan de uitvoering van zo'n Klimaatakkoord.

Ik moet eerst iets zeggen over de begroting die nu voorligt en de stukken die zijn overhandigd. Deze stukken zijn pas afgelopen week aan ons als Eerste Kamer toegezonden. Omwille van die korte periode hebben we afgezien van een schriftelijke ronde, om het hier ook vlot te laten verlopen. We hebben dus geen schriftelijke ronde gehad om dit nader uit te kunnen vragen. Dus gelet op het feit dat ik het Klimaatakkoord absurd vind en het bedrag daarbij absurd vind, wil ik toch wel graag weten wat er dan precies onder ligt en waar dit dan aan besteed gaat worden of zou moeten worden door die gemeentes. Zo moet de heer Kox mijn opmerkingen hierover lezen.

Voorzitter. Het Gemeentefonds zou ondersteunend moeten zijn aan de lokale autonomie. Door het uitkeren van deze perverse financiële prikkels vanuit het Rijk via het Gemeentefonds om het landelijke Klimaatakkoord uit te voeren, komt deze lokale autonomie echter op een hellend vlak. Want wat als gemeenten níét willen tekenen bij het kruisje voor dit klimaatbeleid en níét zitten te wachten op de verwoesting van de leefomgeving door een wanstaltig windpark of het gasloos maken van bepaalde wijken? Welke consequenties worden daar door de minister aan verbonden? Komen gemeenten, door deze rijksmiddelen niet te benutten, in een bestuurlijke fuik, waarbij het Rijk aan het langste eind gaat trekken? Zo zijn de plannen voor de duurzame polder in de gemeenten Oss en 's-Hertogenbosch nog in ontwikkeling en bespreking. Hier is een megawindpark voorzien met tientallen megawindturbines midden in een prachtige open polder en bovendien in een weidevogelgebied. Omwonenden uit de omliggende dorpen zijn fel tegen deze plannen gekant. Hun uitzicht en hun leefomgeving worden zo ernstig verziekt. Er zijn hierover nog geen definitieve afspraken gemaakt. De plannen worden nog nader uitgewerkt. Kan de minister aangeven hoeveel ruimte de gemeenten nog hebben om van deze plannen af te zien, nu er al zo veel rijksmiddelen in worden gestoken? Kan de minister aangeven welke concrete afspraken hierover zijn gemaakt met de gemeenten Oss en 's-Hertogenbosch?

Het Rijk pompt dus miljoenen in gemeenten om het Klimaatakkoord en de daaraan verbonden windparken door te drukken. Dat geld moet ergens vandaan komen. De energierekening wordt voor de burgers steeds hoger, mede door de opslag duurzame energie. Kan de minister aangeven of de genoemde bedragen op grond van de Comptabiliteitswet al zijn uitgegeven of is er nog een mogelijkheid om van deze klimaatspilzucht af te zien en het geld nuttiger te besteden, zoals door gezinnen te voorzien van een lastenverlichting in het kader van de bestrijding van de energiearmoede? Als PVV-fractie dienen we dan ook een motie in om te stoppen met zulke financiële perverse prikkels richting gemeenten om windparken mogelijk te maken.

Tot slot, voorzitter. Terwijl burgers door de hoge btw en andere lasten ieder dubbeltje moeten omdraaien, verbrast dit kabinet via het Gemeentefonds €958.000 voor het slavernijverleden. Wat is de bedoeling van deze decentralisatie-uitkering? Is de minister bereid om te stoppen met deze woke verkwisting? Graag een reactie.

Voorzitter, tot zover in de eerste termijn. Ik heb hier nog de motie, die ik hierbij wil indienen.

De voorzitter:

Door de leden Van Hattem, Ton van Kesteren, Van Strien, Faber-van de Klashorst en Bezaan wordt de volgende motie voorgesteld:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat via het Gemeentefonds voor de uitvoering van het Klimaatakkoord, de Regionale Energiestrategie (RES) en het ontwikkelen van windparken decentralisatie-uitkeringen aan gemeenten worden verstrekt, betreffende:

  • -duurzame polder €250.000;

  • -ondersteuning RES-proces €8.803.000;

  • -windpark N33 €1.790.000;

  • -uitvoeringskosten Klimaatakkoord €112.591.000;

overwegende dat het niet past bij de lokale autonomie om vanuit het Rijk uitkeringen te verstrekken als financiële prikkel om het landelijke Klimaatakkoord uit te voeren en daarmee gemeenten aan te sporen tot het bouwen van onder andere windparken;

roept het kabinet op af te zien van deze bijdragen aan gemeenten voor de uitvoering van het Klimaatakkoord en deze middelen in te zetten voor lastenverlichting van gezinnen in het kader van de energiearmoede,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter B (36120-B).

De heer Van Hattem (PVV):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan schors ik nu tot 16.50 uur.

De vergadering wordt van 16.39 uur tot 16.49 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter, dank u wel. Ik dank de heer Van Hattem voor zijn vraag. Hij heeft inderdaad vragen gesteld over een aantal decentralisatie-uitkeringen die op het terrein van de minister van EZK zitten of te maken hebben met Klimaat en Energie. Het gaat hier inderdaad om allemaal decentralisatie-uitkeringen in het kader van het Klimaatakkoord. De gemeenten hebben zelf aangegeven dat ze het van belang achten om het Klimaatakkoord goed uit te voeren. Zij krijgen financiering van het Rijk voor de uitvoeringskosten daarvan. Dat doen we met deze overheveling naar het Gemeentefonds.

De leden weten ook dat het karakter van een decentralisatie-uitkering is dat die vrij besteedbaar is. Er zijn geen eisen of nadere voorwaarden aan verbonden, maar in dit kader kan ik ook wel aangeven dat gemeenten en provincies zich natuurlijk zelf bewust zijn van hun verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het Klimaatakkoord. Zij zullen dan ook hard hun best doen om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te pakken. Dat betekent ook dat de gemeenteraad uiteindelijk verantwoordelijk is voor de controle van de besteding van de decentralisatie-uitkering. Dat is iets wat niet gebeurt vanuit het Rijk.

Dan kom ik bij het punt van de decentralisatie-uitkering slavernij. Hiervoor geldt dat Amsterdam voor meerdere jaren opeenvolgend geld krijgt om ervoor te zorgen dat er in de samenleving kennis wordt ontwikkeld over het slavernijverleden, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een museale voorziening.

Dan kom ik bij de motie onder letter B. Die roept op om het geld van de gemeenten eigenlijk te besteden aan lastenverlichting voor gezinnen. De heer Van Hattem brengt hier natuurlijk een belangrijk punt naar voren. De andere kant is dat de gemeenten zelf aangeven dat zij geld nodig hebben voor de uitvoeringskosten, dus dat zij financiën van het Rijk nodig hebben om hun beleid te kunnen uitvoeren. Dat maakt dat ik de motie op dit punt ontraad.

De voorzitter:

Dank u wel, minister. Thans komen we bij de tweede termijn van de kant van de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

Dank, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording. Precies vanwege het karakter van de decentralisatie-uitkering heb ik deze vraag gesteld, want het geld is inderdaad in principe vrij besteedbaar. Maar juist omdat het Klimaatakkoord hieronder zit en dat Klimaatakkoord gesloten is met onder andere de koepels, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen, zitten er ook bepaalde afspraken met het Rijk aan vast. Dan is het de vraag of het karakter van een vrij besteedbare decentralisatie-uitkering nog wel zo vrij besteedbaar is. Want straks krijgen we de situatie dat het Rijk met de gemeentes in overleg gaat over de vraag of zij aan de voorwaarden van het Klimaatakkoord voldaan hebben, of er al stappen zijn gezet en of er al wijken aardgasvrij zijn gemaakt of windparken gebouwd. Als de gemeente dan zegt dat ze weliswaar een uitkering uit het Gemeentefonds heeft gehad, een decentralisatie-uitkering, maar dat ze die besteed heeft om bijvoorbeeld energiearmoede aan te pakken of andere zaken, zoals de gemeentelijke begroting op orde brengen en noem maar op, zegt het Rijk dan: u heeft pech gehad, u heeft er al een keer geld voor gehad en we gaan hier verder niets meer mee doen? Of erger nog, zet het Rijk dan allerlei stappen om toch aardgasvrije wijken of windparken af te dwingen, zonder dat daar een vergoeding tegenover staat?

Kan de minister aangeven hoe dat zich gaat ontwikkelen? Hoe verhoudt die vrijheid om dit geld te besteden, die gemeentelijke autonomie, zich tot de afspraken uit het Klimaatakkoord? Gaat daar enige vorm van dwang achter zitten? Of kunnen gemeenten zeggen: we hebben dit geld ontvangen van het Rijk, dank u wel, we gaan het puur besteden om energiearmoede onder burgers aan te pakken, om te zorgen dat die een extraatje krijgen in deze tijden, waarin alles onbetaalbaar is voor die gezinnen, en we gaan het niet aan al die klimaatonzin uitgeven? Dat zou ook mooi zijn, als ze dat zouden kunnen doen.

Ik heb ook nog gevraagd naar een aantal specifieke dingen. Is dit geld op basis van de Comptabiliteitswet al uitgegeven? Welke afspraken zijn er gemaakt rond de duurzame polder?

Verder dank ik de minister voor de beantwoording van de vragen over het slavernijverleden. We begrijpen dat dit specifiek voor Amsterdam bedoeld is, voor meerdere jaren, en ook voor een museale voorziening. Laat dan om te beginnen maar eens aantonen wat er is gebeurd op het gebied van de christenslavernij, van de christenen die slaaf werden gemaakt door de Arabische landen. Daar wordt helemaal geen aandacht aan geschonken, terwijl onze nationale helden als Michiel de Ruyter er wel tegen optraden. Dat zal wel niet het geval zijn. Het zal allemaal wel in de grote deugorgie rond woke besteed worden. Ik hoor graag van de minister of er ook nog een evaluatie en een terugkoppeling van komen. Of is dit echt alleen maar aan de totaal door woke beheerste gemeenteraad Amsterdam die hier verder op toe gaat zien? Graag nog een reactie op dit punt.

Tot zover in tweede termijn, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is het geval. De heer Dittrich. Wenst u nog een interruptie te plaatsen op de heer Van Hattem? Dan vraag ik hem even terug namelijk.

De heer Dittrich (D66):

Nee. Ik wil alleen maar even zeggen dat ik afstand wil nemen van de woorden van de heer Van Hattem, als het gaat over deugen en over Amsterdam. Het is heel belangrijk dat er aan het slavernijverleden aandacht wordt besteed. We kijken met belangstelling naar wat de gemeente gaat doen in die museale voorziening.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dittrich, namens D66. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te antwoorden? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. Zoals de heer Van Hattem ook weet, heeft de Algemene Rekenkamer enkele jaren geleden zeer nadrukkelijk aangegeven dat we ons aan het karakter van de specifieke en de decentralisatie-uitkering moeten houden. Een decentralisatie-uitkering wil zeggen dat er geen nadere voorwaarden worden gesteld en een specifieke uitkering wil zeggen dat dit wel gebeurt. Op dit moment ben ik als minister ook bezig met de taskforce uitkeringsstelsel, om te kijken hoe we dat systeem kunnen herijken. Aan de ene kant zien we dat de specifieke uitkeringen met een te grote administratieve last gepaard gaan, wat soms het handelen in de interbestuurlijke verhoudingen toch uitdagend maakt en beter kan. Aan de andere kant zien we dat de decentralisatie-uitkering wel vrij algemeen is. Daar zit inderdaad geen verantwoordingsplicht aan vast.

Voorzitter. Als het gaat om de Comptabiliteitswet zal de Eerste Kamer toch eerst moeten instemmen, voordat wij dit geld kunnen uitgeven.

Over het slavernijverleden wil ik aangeven dat het vorige kabinet gevraagd heeft aan de Dialooggroep Slavernijverleden om advies te geven over hoe we ons moeten verhouden tot ons verleden. Daar is een zeer evenwichtig rapport uit gekomen: Ketenen van het verleden. Onlangs heeft het kabinet ook een brief gestuurd aan beide Kamers, waarin staat dat wij het ook van belang vinden om dat verleden nader te doorleven. In het najaar komen wij met een reactie op dit rapport. In dat kader is het juist heel goed dat een stad als Amsterdam zich ook heel bewust bezighoudt met dat verleden en met wat dat heeft opgebracht, maar ook vooruitkijkt naar hoe wij het verleden en het heden weer met elkaar kunnen verbinden. In die zin vind ik het juist waardevol dat de stad Amsterdam hier invulling aan geeft.

De voorzitter:

Dank u wel, minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik kom tot afhandeling van de twee wetsvoorstellen. Allereerst het wetsvoorstel 36120-B, Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022. Wenst een van de leden stemming over het wetsvoorstel? Dat is het geval. Dan stel ik voor dat er vanavond na de dinerpauze over het wetsvoorstel wordt gestemd.

Tot slot het wetsvoorstel 36120-C, Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2022. Wenst een van de leden stemming over het wetsvoorstel? Dat is niet het geval. Dan is het wetsvoorstel aanvaard. Verlangt iemand aantekening? Dat is niet het geval.

Het wetsvoorstel wordt zonder stemming aangenomen.

Ik stel voor vanavond na de dinerpauze over het eerste wetsvoorstel te stemmen en ook over de ingediende motie.

Dan schors ik nu voor één minuut ... We kunnen ook direct door, als alle aanwezigen en de minister dat accorderen. Dan gaan we dat doen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven