6 Verkiezing Ondervoorzitters van de Eerste Kamer

Aan de orde is de verkiezing van de eerste en tweede Ondervoorzitter van de Eerste Kamer.

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde de verkiezing van de eerste en tweede Ondervoorzitter van de Kamer. We beginnen met de verkiezing van de eerste Ondervoorzitter. Als kandidaat voor deze functie hebben de volgende leden zich gemeld. Ik noem ze in alfabetische volgorde. Het zijn de heer Joop Atsma, mevrouw Jopie Nooren en mevrouw Dorien Rookmaker. Zoals op 2 juli besloten, krijgen de kandidaten in alfabetische volgorde het woord om een korte toelichting te geven op hun kandidatuur. Ik zou hun willen verzoeken om daarbij, als indicatie van hun spreektijd, binnen maximaal vijf minuten te blijven.

Ik geef als eerste het woord aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter, collega's. Ik heb geschreven dat het een eer en tegelijkertijd een uitdaging is om mij te kandideren voor het ondervoorzitterschap van deze Kamer. Ik heb aangegeven dat ik zowel voor het eerste als voor het tweede ondervoorzitterschap in aanmerking zou willen komen. Waarom heb ik dat geschreven? Ik heb dat gedaan omdat ik op het moment van schrijven natuurlijk niet wist of kon weten of zich überhaupt kandidaten voor de ene dan wel de andere functie zouden aanmelden. Ik heb aangegeven dat het een eer is, want je weet dat als je voor zo'n positie gaat, je sowieso breed draagvlak moet hebben in deze Kamer. Het is ook een uitdaging omdat er bepaald veel zaken op de rol staan die ook deze Kamer, los van het politieke, raken.

Ik heb aangegeven dat ik denk dat ik daarvoor in aanmerking kom, kijkend naar wat ik in het verleden heb gedaan en wat ik op dit moment doe. Ik ben mijn politieke carrière begonnen als Statenlid in de provincie Fryslân. Ik heb dat acht jaar gedaan. Ik denk dat het voor het functioneren hier relevant kan zijn dat je ook ervaring als Statenlid hebt.

Daarnaast ben ik in 1998 Tweede Kamerlid geworden. Ik heb twaalf jaar lang Kamerlid mogen zijn. Aansluitend — overigens als Kamerlid — heb ik vele jaren mogen fungeren als onafhankelijk voorzitter van verschillende vaste Kamercommissies, variërend van Rijksuitgaven tot LNV en Verkeer en Waterstaat. Na die periode mocht ik enkele jaren staatssecretaris zijn op het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Daarna ben ik toegetreden tot deze Kamer.

Dat alles geeft mij in elk geval de overtuiging dat ik, zeker voor de functie waar ik mij voor heb gekandideerd, een plus heb als het gaat om het kennen van de staatsrechtelijke en bestuurlijke verhoudingen, inclusief de verschillende wetgevingstrajecten waarmee je met name in deze Kamer wordt geconfronteerd. Ik heb gezegd dat het een uitdaging is. Het is voor mij ook een uitdaging in andere zin. Een aantal van u weet dat ik een visuele beperking heb. Ik zie wel, maar ik zie niet goed. Het detail is in mijn gezichtsvermogen voor een groot deel verdwenen, omdat ik twintig jaar geleden problemen kreeg door maculadegeneratie. Dat is een lastig iets. Het heeft mijn functioneren als Kamerlid en als staatssecretaris niet in de weg gestaan — gelukkig, zeg ik. Het betekent wel dat ik minder goed kan lezen en vooral ook details minder goed kan waarnemen. Maar aangezien ik zelf heb ervaren dat je uitdagingen ook niet uit de weg moet gaan, heb ik volmondig ja gezegd toen ik de vraag kreeg om te reageren op het ondervoorzitterschap van deze Kamer.

Voorzitter. Ik gaf al aan dat ik me zowel voor het eerste als voor het tweede ondervoorzitterschap heb gemeld. Ik wist niet wie zich daarvoor nog meer zouden melden. Ik ben blij dat zich voor beide functies meerdere kandidaten hebben gemeld. Dat alles overziend vind ik het geen enkel probleem om mij slechts voor het tweede ondervoorzitterschap kandidaat te stellen, ook kijkend naar de man-vrouwverhouding in deze Kamer.

Voorzitter. Daarmee heb ik gezegd wat ik op dit moment zou willen zeggen.

De voorzitter:

Blijft u nog even staan als u wilt, meneer Atsma. Als ik het goed begrijp, trekt u zich dus terug als kandidaat voor het eerste ondervoorzitterschap en stelt u zich uitsluitend kandidaat voor het tweede ondervoorzitterschap?

De heer Atsma (CDA):

Ja. Als ik mij formeel moet terugtrekken als kandidaat voor het eerste ondervoorzitterschap om kandidaat te zijn voor het tweede ondervoorzitterschap, dan zou ik dat doen. Als het niet formeel hoeft, heb ik volgens mij voldoende duidelijk gemaakt dat ik vooral het tweede ondervoorzitterschap ambieer.

De voorzitter:

Dan zullen we u dus niet in stemming brengen als kandidaat voor het eerste ondervoorzitterschap. Is dat akkoord?

De heer Atsma (CDA):

Wat mij betreft is dat akkoord.

De voorzitter:

Dat is uw bedoeling?

De heer Atsma (CDA):

Ja.

De voorzitter:

Dan gaan we dat zo doen. Dank u wel, meneer Atsma. Dan is nu het woord aan mevrouw Nooren.

Mevrouw Nooren (PvdA):

Voorzitter, dank je wel. Dank aan de collega's voor de gelegenheid om mijn kandidatuur toe te lichten. U heeft mijn sollicitatiebrief kunnen lezen. Uw vragen daarover beantwoord ik uiteraard graag. Iets meer dan de helft van u kent me nog niet of nauwelijks en vraagt zich af: wie is nou die Jopie Nooren? Daarom zal ik iets meer over mezelf vertellen. Als er nog tijd rest in die vijf minuten, ga ik die gebruiken om enkele aspecten van het werk van de Ondervoorzitter en mijn visie daarop toe te lichten.

Ik ben geboren en opgegroeid in Breda. Een aantal van u woont daar of in Prinsenbeek, dat ook bij Breda hoort. Mijn vader mocht na de oorlog niet studeren. Hij was boer tegen wil en dank. Hij compenseerde dit door veel bestuurlijke activiteiten, zoals het kerkbestuur, de boerenbond, het waterschap, de KVP en later het CDA. Dat leverde bij ons aan de keukentafel mooie maar vaak ook wel pittige gesprekken op, en bij mij een interesse in de politiek. Ik heb van thuis meegekregen dat je zelf iets van het leven moet maken en dat je je talenten moet benutten. Als je ergens voor kiest, ga je er honderd procent voor. En als je anderen kunt helpen, dan doe je dat. Ik ben gezegend met een positieve kijk op het leven, een goede gezondheid en veel energie. In mijn werk in de gezondheidszorg, in mijn eigen gezin en ook op dit moment heb ik ervaren dat dat niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Ook is het met optimisme, humor en de juiste steun heel goed mogelijk om dan iets moois van je leven te maken. Ik haal plezier uit het klaarstaan voor anderen en vind het belangrijk dat iedereen meetelt en mee kan doen.

Collega's, mocht ik uw Ondervoorzitter worden, dan zal ik oog en oor hebben voor de wensen en de voorstellen van alle leden en de fracties. Net hebben we al gezien hoe ingewikkeld zo'n proces kan zijn. Voor mij maakt het niet uit of een fractie groot of klein is, of iemand die net is aangetreden met een idee komt of een zittend Kamerlid; suggesties voor verbetering zijn altijd welkom. Ik vind het een uitdaging om zaken zo te plooien dat iedereen zich gekend voelt. Ik ben ervan overtuigd dat de ervaring die ik de afgelopen twintig jaar heb opgedaan in het aansturen van organisaties, hiervoor waardevol is. Ik heb het over het aansturen van wat kleinere organisaties met 50 mensen en sinds ruim tien jaar grotere organisaties met enkele duizenden medewerkers en vrijwilligers.

Dan kom ik op de kern van ons werk in deze Kamer, namelijk het beoordelen van de kwaliteit van de wetgeving. Ieder doet dat vanuit zijn eigen ideologie en politieke kleur. Mijn ervaring is dat er wetten langskomen waarbij Kamerbreed vraagtekens worden gezet bij de toegevoegde waarde, de kwaliteit of de volledigheid, zoals net even speelde. Juist dan kan deze Kamer haar kracht laten zien. Als lid van de Huishoudelijke Commissie zal ik er dan voor waken dat er voldoende ruimte is voor de behandeling van de wet en desgevraagd voor een debat met de minister, met initiatiefnemers van een initiatiefwet, maar ook met elkaar. Zo'n debat mag wat mij betreft scherp gevoerd worden, uiteraard zonder persoonlijke beledigingen of andere manieren om elkaar zwart te maken. Dit zeg ik om een vraag van de heer Schalk maar even voor te zijn.

Het is onvermijdelijk dat het thema huisvesting de komende tijd vaak op de agenda van de Huishoudelijke Commissie zal staan. Als bestuurder in de zorg en in het onderwijs heb ik veel ervaring met grote bouw- en verbouwprojecten. Daarbij is altijd spanning tussen wat de klant wil, het geld, de tijd en de eisen uit de wet- en regelgeving. Ik verwacht veel baat te hebben bij mijn kennis en ervaring bij de renovatie van dit huis, maar ook bij het realiseren van de tijdelijke huisvesting. Gelukkig kunnen we daarbij voortbouwen op het uitstekende werk van de vorige Huishoudelijke Commissie.

Ik ben er trots op dat het ons als Tijdelijke commissie uitwerking gedragscode integriteit in de vorige periode gelukt is om een gedragscode op te stellen waarmee de hele Eerste Kamer heeft ingestemd. Nu is het zaak om in de praktijk aan de slag te gaan. Mijn ervaring tot nu toe is dat dit geen eenvoudige zaak zal zijn. De meesten van ons hebben ook andere rollen en functies. Die maatschappelijke kennis en ervaring zijn juist heel relevant zijn voor het werk in deze Eerste Kamer. Wij zullen met elkaar het gesprek moeten voeren om een gedeeld beeld te hebben van wat er wel of niet kan en wat we moeten doen aan woordvoerderschappen om dat waar te maken, maar ook hoe we de onafhankelijkheid van het Kamerwerk binnen en buiten deze Kamer kunnen borgen. Als Ondervoorzitter ga ik me hier vol voor inzetten.

Zeer gewaardeerde collega's en geachte voorzitter. Als u het mij gunt, wil ik graag mijn kennis en ervaring binnen en buiten dit huis inzetten voor het ondervoorzitterschap. Ik zie uit naar die rol in de samenwerking met u.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Nooren. Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Rookmaker.

Mevrouw Rookmaker (FvD):

Dank u wel, voorzitter, en dank u wel, mede-Kamerleden. Ter aanvulling van mijn brief en beknopte cv wil ik graag iets meer vertellen over wie ik ben en waarom ik denk een goede aanvulling te kunnen zijn op het bestuur van uw Kamer. Ik ben bijna 55 jaar geleden geboren in de kop van Noord-Holland, in Petten, als derde dochter van in totaal vier dochters van een apotheekhoudend huisarts. Mijn middelbare school volbracht ik in Groningen. Mijn vader overleed helaas toen ik 16 was. Ten gevolge hiervan verliet ik vroeg het ouderlijk huis, te vroeg, en ik kreeg twee kinderen. Toch heb ik in een moeilijke periode mijn vwo-diploma gehaald en heb ik gestudeerd toen mijn twee kinderen klein waren. Vanaf de geboorte van de jongste stond ik alleen voor de taak van kostwinner en opvoeder, tot ik in 2003 mijn huidige man ontmoette, met wie ik nu al alweer vijftien jaar zeer gelukkig getrouwd ben.

Ik houd van kunst, muziek in het bijzonder, lezen en de natuur, ook de oneindig complexe menselijke natuur. Mensen die mij goed kennen, beschrijven mij als moedig, oorspronkelijk en betrouwbaar. Ik vind het altijd een beetje moeilijk om zoiets over jezelf te zeggen; dat heb ik anderen dus maar laten doen.

Sinds de eerste klas van de middelbare school ben ik in politiek geïnteresseerd. Ik heb mij daar, afgezien van een kort verblijf in de gemeenteraad van Groningen voor D66, nooit actief mee bemoeid. Daar had ik eenvoudigweg geen tijd voor. Dat neemt niet weg dat ik de politiek altijd heb gevolgd, soms met verwondering, vaak met stijgende verbazing en zelfs met verbijstering, maar altijd met interesse. Hoe kan het dat wij onze zo zwaar bevochten democratische rechtsstaat van Nederland en onze autonomie zo gemakkelijk afstaan aan een democratisch veel minder ontwikkeld instituut als de EU? Waar komt toch de overtuiging vandaan dat veel belangrijke zaken alleen in EU-verband zijn aan te pakken? In het bedrijfsleven, waarin ik vele jaren vooral in leidinggevende functies functioneerde, geldt een precies tegenovergestelde opvatting: hoe kleiner een project, hoe beter de beheersing ervan.

Afijn, waarom acht ik mij nu in de politiek geschikt als eerste Ondervoorzitter van de senaat? Op grond van mijn opvoeding, opleiding, werk en levenservaring acht ik mij zeer goed in staat om representatieve taken te vervullen, zowel uw vergaderingen als de organisatie te leiden en de renovatie en verhuizing van de Eerste Kamer goed te begeleiden.

Maar ik breng ook extra zaken met me mee. De verwondering die ik als nieuwkomer ongetwijfeld zal ervaren — ik ken mezelf — leidt tot een gratis, en dat moet Nederlanders aanspreken, inside-out-blik. Ik heb mij aangewend om, wanneer ik in een nieuwe werkomgeving kom, die verwondering vast te leggen. Als nieuwkomer sta ik bovendien zeker open voor verbeterinitiatieven, ook van uw kant. Ik ben namelijk nog niet gehecht aan de huidige manier van werken.

Mijn tweede extra bijdrage ligt in het borgen van integriteit en het implementeren van de gedragscode. Onderzoek heeft aangetoond dat organisaties waarin werkrelaties zich over jaren ontwikkelen — daar schaar ik de Eerste Kamer ook onder — kwetsbaar zijn. Het blijkt lastig om elkaar in de praktijk aan te spreken op gedrag. Een gedragscode, zeker de gedragscode die wij hebben, is goed. Dat is één ding. Maar de crux is: ernaar handelen. In een van mijn banen ben ik zelf klokkenluider geweest in een stevig fraudedossier. Dat was heel zwaar, maar ik heb het overleefd. Het duurde ongeveer anderhalf jaar. Het heeft me onder meer geleerd om elke stap heel goed te overwegen, dat moed en doorzettingsvermogen onmisbaar zijn en, evenzeer, dat onderzoeksvragen heel simpel zijn te manipuleren, zodanig dat de echte boosdoeners buiten schot blijven. Aan de positieve kant leerde het me dat een heel stevig voorbeeld navolging krijgt en een gedragscode een levend document kan worden. Mijn beloning kreeg ik achteraf. Ik heb mijn collega's moediger zien worden.

Ten slotte, en dat is misschien wel het belangrijkste, zal mijn toetreding tot het bestuur van de Eerste Kamer recht doen aan de verkiezingsuitslag. Veel kiezers gaven in maart een duidelijk signaal af, een signaal dat wantrouwen illustreert. De Voorzitter van de Eerste Kamer is, hoezeer hij of zij ook streeft naar onpartijdigheid, ook een mens en dus ook, zoals iedereen, belast met aannames, voorkeuren, antipathieën et cetera, ikzelf in de eerste plaats ook. Daarom zijn ingebouwde checks-and-balances zo belangrijk. We moeten samenwerken. Dat zullen we ook doen, met respect voor ieders opvattingen en zienswijzen.

Ik hoop dat u mijn kandidatuur ondersteunt en wacht uw vragen rustig af. Ik dank u voor uw aandacht.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Rookmaker. Wenst een van de andere leden het woord om aan één of meer kandidaten vragen te stellen? Dat is het geval. Ik zal de leden het woord geven in de eerder afgesproken volgorde van grote naar kleine fracties. Wilt u duidelijk aangeven tot wie uw vraag zich richt? Wilt u zich proberen te beperken tot één vragensteller per fractie, indien mogelijk? Nadat alle vragen zijn gesteld, krijgen de kandidaten de gelegenheid om de tot hen gerichte vragen in hun geheel te behandelen. Dat gaat per kandidaat.

Ik kijk even of er van Forum voor Democratie iemand is die een vraag wil stellen aan één of meer kandidaten. Ja, de heer Van Pareren. Gaat uw gang.

De heer Van Pareren (FvD):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag een vraag stellen aan mevrouw Nooren. Ik ben onder de indruk van uw grote staat van dienst en uw grote inzet op vele terreinen. Ik heb daar eigenlijk nog maar één vraag over: hoeveel ervaring heeft u met grote bouwprojecten? Dat is de vraag van Forum voor Democratie, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Pareren. Ik ga naar de fractie van de VVD. Is daar iemand die een vraag wil stellen? De heer Wever.

De heer Wever (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraag aan mevrouw Rookmaker van het Forum voor Democratie. Het is mooi dat u in uw toelichting spreekt over een gedrags- en integriteitscode en over respect. Als VVD hechten wij zeer aan deze normen en waarden en aan de wijze van omgang hier met elkaar. Nu zijn we na de verkiezing van de Voorzitter vorige week geconfronteerd met enige tweets uit uw fractie, waarin een keuze tussen GroenLinks en de VVD vergeleken wordt met een keuze tussen honger en de pest. Zijn dit nou de normen en de gedragscomponenten die u voorstaat? Wilt u hier misschien afstand van nemen? Dat is onze vraag.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Wever. Dan ga ik naar de fractie van het CDA. Is daar iemand die een vraag wil stellen? Nee. Dan ga ik naar de fractie van GroenLinks. Is er iemand van de fractie van GroenLinks die een vraag wil stellen? D66 ook niet? Partij van Arbeid? Mevrouw Vos, gaat uw gang.

Mevrouw Vos (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraag aan mevrouw Rookmaker. Daar zit mevrouw Rookmaker. U zegt in uw motivatie dat u een nieuw geluid in Den Haag wilt vertolken en dat ook een miljoen kiezers dat hebben gezegd. Nu was er bij de Provinciale Staten geen verkiezingsprogramma van Forum voor Democratie. Ik ben benieuwd wat de inhoud van dat nieuwe geluid dan was, maar ook hoe zich dat verhoudt tot de onafhankelijkheid die ook een Ondervoorzitter moet betrachten. Graag een antwoord op die vragen. Uw collega had een goede vraag: wat is uw ervaring met bouwprojecten?

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vos. Dan ga ik naar de fractie van de PVV. Geen vragen van de PVV. De SP, de heer Kox.

De heer Kox (SP):

Voorzitter. Op besluit van de vorige Kamer is het takenpakket van de Huishoudelijke Commissie uitgebreid, met name met het toezicht houden op de naleving van de nieuwe gedragscode die we afgesproken hebben, met zo nodig het vellen van oordelen en het publiek maken van die oordelen. Daarin is geen rangorde gebracht tussen Voorzitter, eerste Ondervoorzitter en tweede Ondervoorzitter. Ik vraag aan beide kandidaten hoe zij zichzelf zien in die functie van het zo nodig beoordelen van collega's, daar een oordeel over uitspreken en dat publiek maken. Daaraan gekoppeld: hebben beide kandidaat-Ondervoorzitters voldoende tijd om aan dit uitgebreidere takenpakket naar behoren invulling te geven?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan gaan we naar de fractie van de ChristenUnie; daar zijn geen vragen. De Partij voor de Dieren heeft geen vragen. 50PLUS heeft geen vragen. De SGP heeft geen vragen. De Onafhankelijke Senaatsfractie, de heer Gerbrandy, heeft ook geen vragen.

Dan krijgen de kandidaten nu in alfabetische volgorde de gelegenheid om de tot hen gerichte vragen te beantwoorden. Daartoe geef ik graag in eerste instantie het woord aan mevrouw Nooren.

Mevrouw Nooren (PvdA):

Dank je wel, voorzitter. De eerste vraag ging over grote bouwprojecten. Ik ben al sinds mijn tijd als ergotherapeut bezig met bouw en renovatie. Ik ben al meer dan tien jaar bestuurder van instellingen in de gezondheidszorg. Afgelopen jaar hebben wij 200 mensen die blind of slechtziend zijn, een verstandelijke beperking en/of autisme hebben, geherhuisvest. Dat is niet alleen inhoudelijk lastig, maar deze mensen raken ook letterlijk en figuurlijk de weg kwijt. Een aantal van u heeft op 11 juni een beetje gemerkt hoe lastig het is als je je weg in het gebouw niet kunt vinden. Dat is extra lastig als je blind of slechtziend bent.

Daarnaast hebben we verschillende scholen. Ik heb dus ook ervaring met publiek-private samenwerkingen in huisvesting. Tussendoor ben ik ook nog lid geweest van het college bouw zorginstellingen. Ik heb dus ruime ervaring met ingewikkelde bouwprocessen en ingewikkelde logistieke processen daarin.

De vraag van de SP ging over de Tijdelijke commissie uitwerking gedragscode integriteit. Ik mocht onderdeel uitmaken van de tijdelijke commissie. We hebben best een verdieping gemaakt van wat de bedoeling is van de gedragscode. Mijn voorstel zou zijn om dat in de Huishoudelijke Commissie in samenspraak en in vertrouwdheid te bespreken. Hoe die rollen precies moeten zijn, moeten we nog gaan bekijken. In mijn huidige werk als voorzitter van de raad van bestuur heb ik te maken met een twaalftal vertrouwenspersonen en een groot aantal klachtenfunctionarissen. Ik kom regelmatig integriteitsvraagstukken tegen in mijn eigen werk over zaken die spelen. Dus ook in mijn ervaring bij Bartiméus, of daarvoor bij Lunet zorg, of daarvoor als directeur van een brancheorganisatie, zijn integriteitsvragen eigenlijk steeds zaken die naar voren komen. Ik ben overigens van oordeel dat het niet alleen iets van de Huishoudelijke Commissie moet zijn. We hebben afgesproken om in ieder geval met het College van Senioren en ook met de hele Kamer ermee aan de gang te gaan. De bedoeling van de tijdelijke commissie is om ook juist steeds in de commissies het gesprek onderling met elkaar te voeren. Ik zie de rol van de Huishoudelijke Commissie dus niet alleen als een oordelende rol, maar die ligt veel meer in het organiseren dat het gesprek goed gevoerd zal worden.

De andere vraag die gesteld werd, ging over tijd en prioriteit. Het voordeel van voorzitter zijn van een raad van bestuur is dat je zelf je agenda bepaalt. Ik heb dus ruimte om te schuiven in mijn agenda. Daarbij komt dat ik binnenkort een collega krijg. Ik heb nu vijf jaar alleen de organisatie bestuurd, maar ik krijg een collega. Daarmee ontstaat er meer ruimte in mijn agenda. Ik heb naast dit Kamerlidmaatschap maar één nevenfunctie. Mocht ik daarmee in de knel komen ten opzichte van het Kamerlidmaatschap in een rol binnen de Huishoudelijke Commissie, dan zal ik stoppen met die nevenfunctie.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Nooren. Dan is het woord aan mevrouw Rookmaker.

Mevrouw Rookmaker (FvD):

Twitter en sociale media blijven ons bezighouden. Ik ben er zelf helemaal niet van; ik zit niet op Twitter. Neem ik afstand van uitspraken waarin personen worden beledigd? Ja, dat doe ik. Ik geloof dat het hier ging om een vrolijk bedoelde tweet, waarbij partijen werden genoemd en niet zozeer personen, of niet eens partijen. Het is niet mijn stijl, maar daar zou ik het graag bij laten.

Mevrouw Vos had het over onafhankelijkheid. Hoe zit het met mijn onafhankelijkheid? Ik weet dat je je als Ondervoorzitter en ook als Voorzitter onafhankelijk moet opstellen en dat zal ik ook altijd doen en betrachten. Maar waar ik ook tijdens mijn pitch op doelde was, hoezeer je je best ook doet, je neemt jezelf toch altijd mee. Daarom is het zo belangrijk dat je verschillende gezichtspunten in zo'n Kamerbestuur meeneemt. Dan bouw je checks-and-balances in in de organisatie.

Dus onafhankelijkheid, ja. Elke Voorzitter, elke Ondervoorzitter zal daar heel erg zijn best voor doen, maar het is belangrijk om verschillende gezichtspunten al in te bouwen in de organisatie.

Het verkiezingsprogramma kunt u vinden op de site van FvD. We zijn daar heel transparant in. Daar staan al onze standpunten. Vanuit die gezichtspunten zijn wij alle onderhandelingen ingegaan, dus daar wou ik niet al te veel aan vuil maken.

Welke ervaring heb ik met bouwprojecten? Ik heb lang bij ProRail gewerkt, aan bouwprojecten zoals het station in Rotterdam, het heel moeizaam verlopen bouwproject van het station in Delft en de Hanzelijn. Dat zijn allemaal bouwprojecten waarbij ik betrokken ben. Ik bezit veel kennis over met name aanbestedingsrecht, maar ook het beheersen of het risicomanagement van grote bouwprojecten behoorde tot mijn taak en was mijn verantwoordelijkheid.

Meneer Kox over de Huishoudelijke Commissie. Hoe ga je om met meldingen? Dat is belangrijk.

Ik wil even heel kort een klein verhaaltje vertellen over een rabbi die in een dorpje kwam wonen. Er was iemand die iets gehoord had over die rabbi en die dat allemaal ging verspreiden. Dat was een roddel, zeggen we dan maar. Op een gegeven moment kwam die rabbi in functie en die deed zijn werk en na verloop van tijd kreeg de meneer die dat deed, wroeging en ging naar die rabbi toe en zei: "Rabbi, ik heb iets vreselijks gedaan, ik heb iemand zwartgemaakt; ik zie dat u een goed mens bent, ik had het nooit moeten doen, mijn excuses daarvoor."

De rabbi zei: "Het is al goed, je hoeft maar één ding te doen om het goed te maken; ga naar huis, pak een donzen kussen, maak het open en schud alle donzen veren in de lucht." "Is dat alles?", vroeg de man. Hij ging terug naar huis en dacht dat hij er makkelijk vanaf kwam. Hij maakte het donzen kussen open en gooide alle donzen veertjes in de lucht en hij dacht: "Ik ga het even terug melden bij de rabbi en zeggen dat ik mijn taak volbracht heb en dan is mijn straatje weer schoon."

Dus toen kwam hij bij de rabbi aan en zei: "Ik heb het gedaan, wat nu?" "Nu moet je alle veertjes allemaal weer gaan opzoeken en terug in het kussen doen," zei de rabbi. En toen zei de man: "Ja, maar dat kan helemaal niet". "Precies", zei de rabbi.

Wat ik daarmee wil zeggen, is dat je erg voorzichtig moet zijn met verdachtmakingen. Je moet heel goed weten waar je aan begint. Je moet dingen heel zorgvuldig afwegen. Je moet ook erg oppassen om het comité waarmee je het allemaal bespreekt niet te groot te maken, want de reputatie is je kostbaarste bezit en daar moet je dus heel zorgvuldig mee omgaan.

Heb ik voldoende tijd? Ja, want ik doe er niks naast. Op mijn cv staat dat ik directeur-grootaandeelhouder ben van een bedrijf. Dat is ook zo, maar dat ben ik aan het overdoen aan mijn compagnon. Daar heb ik dus nu al helemaal geen bemoeienissen meer mee. Dat is een administratieve kwestie. Ik heb echt alle tijd om mij hier in te zetten. Ik denk ook dat dat nodig is. Als ik het word, moet ik natuurlijk heel hard aan de slag.

Volgens mij heb ik zo alle vragen beantwoord.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Rookmaker.

Dan gaan we nu over tot de verkiezing van de eerste Ondervoorzitter. Ik zet kort de regels uiteen. Conform het gestelde in artikel 113 van het Reglement van Orde zal de verkiezing schriftelijk plaatsvinden bij geheime stemming.

Om tot eerste Ondervoorzitter te worden gekozen, heeft de kandidaat de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen nodig.

Ik wijs erop dat niet, niet behoorlijk of niet duidelijk ingevulde stembriefjes op grond van artikel 114 van het Reglement van Orde ongeldig zijn. Daar vallen blanco stemmen dus ook onder. Een geldig uitgebrachte stem is een stembriefje waarop duidelijk niet meer en niet anders dan de naam van een lid staat. Mijn voorstel is om ons te beperken tot de achternaam, zodat er geen contaminaties kunnen optreden.

Ongeldige stemmen zijn van invloed op de volstrekte meerderheid die nodig is voor het tot stand komen van de keuze die de Kamer maakt. Ik kijk even rond of dat voor iedereen duidelijk is. Dat is het geval.

Indien geen van de kandidaten in de eerste ronde een volstrekte meerderheid behaalt, zal een tweede, eveneens geheel vrije stemronde plaatsvinden. Dat houdt in dat u op dezelfde kandidaten als in de eerste stemronde een stem kunt uitbrengen. Indien daarbij wederom niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt een derde stemming gehouden over de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd.

Ik benoem tot stemopnemers de leden:

  • -mevrouw Klip-Martin, die de uitslag van de stemming bekend zal maken;

  • -mevrouw Bredenoord;

  • -mevrouw Baay-Timmerman;

  • -de heer Ton van Kesteren.

Ik verzoek de Kamerbewaarder om de stembriefjes rond te delen en de leden om het stembriefje in te vullen en twee keer dicht te vouwen. U kunt daar dus de naam Nooren of de naam Rookmaker op schrijven, beide met twee o's. De achternaam volstaat. U kunt uiteraard ook blanco stemmen.

Voor de duidelijkheid meld ik hierbij dat het voor eenieder verboden is om te fotograferen of te filmen tijdens de stemmingen. Dat geldt voor iedereen in de zaal én op de publieke tribune.

We wachten nu tot de leden het briefje hebben ingevuld.

(Er wordt overgegaan tot schriftelijke stemming.)

De voorzitter:

Ik verzoek de Kamerbewaarder de stembriefjes op te halen en te deponeren bij de stemcommissie. De stemopnemers verzoek ik plaats te nemen aan de tafel in het midden van de zaal en hun werkzaamheden aan te vangen.

(De voorzitter van de stemcommissie leest elk stembriefje voor.)

Mevrouw Klip-Martin (voorzitter van de stemcommissie):

Er zijn in totaal 74 stemmen uitgebracht, waarvan 17 op mevrouw Rookmaker en 57 op mevrouw Nooren.

De voorzitter:

Dank u, mevrouw Klip. Ik constateer op grond van de uitslag van deze stemming dat Jopie Nooren overeenkomstig het vereiste in artikel 115 van het Reglement van Orde een volstrekte meerderheid heeft verkregen en daarmee is gekozen tot eerste Ondervoorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

(Applaus)

De voorzitter:

Ik dank de kandidaat die is afgevallen, mevrouw Rookmaker, voor haar inzet. Ik dank de leden van de commissie van stemopnemers heel hartelijk voor het volbrengen van hun taak. Na de verkiezing van de tweede Ondervoorzitter kunt u beide Ondervoorzitters feliciteren en zal ik dat zelf ook graag doen.

Dan gaan wij nu over tot de verkiezing van de tweede Ondervoorzitter. Aan de orde is de verkiezing van de tweede Ondervoorzitter van de Kamer. Als kandidaat voor deze functie hebben de volgende leden zich aangemeld, in alfabetische volgorde: de heer Joop Atsma, mevrouw Arda Gerkens en de heer Jeroen de Vries. Mevrouw Jopie Nooren is afgevallen, omdat zij inmiddels is verkozen tot eerste Ondervoorzitter. Er resteren dus drie kandidaten voor het tweede ondervoorzitterschap: de heer Atsma, mevrouw Gerkens en de heer De Vries.

Zoals op 2 juli besloten, krijgen de kandidaten in alfabetische volgorde het woord om een korte toelichting te geven op hun kandidatuur, tenzij ze daarvan afzien omdat ze al eerder een toelichting hebben gegeven op de kandidatuur voor eerste Ondervoorzitter.

De gelegenheid is nu aan de heer Atsma om het woord te voeren, tenzij hij daarvan afziet. Daar ziet hij van af, begrijp ik. Dank u wel, meneer Atsma.

Dan is het woord aan mevrouw Gerkens. Gaat uw gang, mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik ben acht jaar lang lid geweest van de Tweede Kamer, en ik ben inmiddels zes jaar lang lid van de Eerste Kamer. Ik kan de ervaring die ik op beide plekken heb opgedaan, meebrengen als Ondervoorzitter in de Huishoudelijke Commissie. Dat doe ik ook graag.

Ik heb in de jaren dat ik actief ben geweest in kleinere en in grote fracties gezeten. Ik heb ook gezien wat het verschil daartussen is, en hoe hard je soms als kleine fractie moet knokken om je plek te krijgen — letterlijk, en bijna figuurlijk. Ik zou er ook graag, als ik plaatsneem in de Huishoudelijke Commissie, op letten dat alle fracties voldoende tot hun recht komen, want dat is wat we hard nodig hebben, denk ik. We zijn hier met z'n allen de senaat. We zijn hier met z'n allen verantwoordelijk voor de parlementaire democratie. We moeten met z'n allen zorgen dat dat wetgevend proces goed plaatsvindt. Dat is niet alleen soms moeilijk voor kleinere fracties, maar dat heeft ook te maken met de hele grote groep nieuwkomers die we hier hebben. Die zijn enorm aan het zoeken naar hun plek hier. Met mijn ervaring als lerares, maar ook als leidinggevende, begeleid ik graag mensen. Ik wil ook graag iedereen die nieuw is zo snel mogelijk up-to-date brengen met alle kennis die er is, zodat ze volwaardig kunnen deelnemen aan het debat, zodat we met z'n allen kunnen zorgen dat we een goede parlementaire democratie hebben. Op die ondersteuning en begeleiding zal ik letten in die rol in de Huishoudelijke Commissie.

Voorzitter. Wat betreft de integriteit is de SP natuurlijk een enorme trekker geweest in die discussie. Wij vinden dat integriteit boven alles staat. We moeten ook zorgen dat die goed blijft, want dat is belangrijk voor het aanzien van de Kamer. Het is ook een levend document. De gedragscode die wij nu hebben, moet niet een gedragscode zijn die in de la ligt en daar pas uitkomt op het moment dat er een probleem is. Wij moeten met z'n allen blijven praten over hoe wij dat zelf zien. Soms is dat lastig, want velen van ons hebben nevenfuncties. Dit is onze hoofdfunctie, maar velen van ons hebben nevenfuncties. We moeten blijven praten over wanneer dat gaat schuren en wat we daaraan moeten doen. Ik zal daar zeker ook mensen op aanspreken. We moeten elkaar daarop scherp houden.

Voorzitter. Als u vindt dat deze drie punten van belang zijn en als u vindt dat er iemand in de Huishoudelijke Commissie als Ondervoorzitter plaats moet nemen om daar scherp op te blijven, dan vraag ik u om uw keus voor mij te maken.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Gerkens. Dan is het woord aan de heer Jeroen de Vries.

De heer De Vries (FvD):

Voorzitter. Waarde collega's, voor u staat de derde kandidaat van Forum voor Democratie die solliciteert op een functie als Voorzitter of Ondervoorzitter van deze Kamer. Ik kan u verzekeren dat dit niet is vanwege een dringende behoefte aan baantjesjagerij. Het is een signaal dat Forum voor Democratie als nieuwe partij in staat is om nieuwe mensen voor te dragen die zich willen en kunnen inzetten voor het uitvoeren van een maatschappelijke rol.

Graag begin ik met een korte persoonlijke introductie. Op 9 februari 1971 ben ik in Groningen (stad) geboren, nadat mijn ouders, mijn moeder hoogzwanger, daarnaartoe verhuisden vanuit Leiden, in verband met het aan te vangen promotieonderzoek van mijn vader aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1974 promoveerde hij daar tot doctor in de microbiologie, op het proefschrift "Formation and cell wall regeneration of protoplasts from Schizophyllum commune". Zijn vader, mijn grootvader, meester W.A.D. de Vries, was van 1938 tot 1956 directielid van de Handelsvereniging Amsterdam in Nederlands-Indië, en vervolgens op het hoofdkantoor in Amsterdam tot zijn pensioneren in 1975.

Mijn andere grootvader, dominee doctor Egbert Emmen, promoveerde in 1935 aan de Rijksuniversiteit Groningen tot doctor in de theologie op het proefschrift "De christologie van Calvijn". Na als dominee verbonden te zijn geweest aan een aantal hervormde gemeentes, laatstelijk in Haarlem, werd hij in 1946 benoemd tot secretaris-generaal van de Algemene Synode van de Nederlands Hervormde Kerk. Hij werd vele malen afgevaardigd naar het buitenland en was oprichter van de Conferentie van Europese Kerken. Bij zijn emeritaat in 1967 was het de eerste keer dat een kardinaal daarbij in de synode aanwezig was.

Ik deel dit met u, omdat ik naar beide grootvaders ben vernoemd en zij mij de waarden en normen hebben bijgebracht waar ik altijd aan vasthoud. Ik vind het een eer en een plicht hen hier vandaag genoemd te hebben.

In 1975 vertrok ons gezin naar Amerika, waar mijn vader zich verder specialiseerde in DNA-onderzoek aan de University of Washington in Seattle. In tweeënhalf jaar tijd veranderden mijn zusje en ik in kleine Amerikaantjes. Het waren voor ons vormende jaren. We waren geïntegreerd in een cultuur van big is better, vanzelfsprekende vaderlandsliefde en een samenleving waarin men durfde te dromen over onbegrensde mogelijkheden en ondernemerschap. Het was een omgeving waarin Starbucks en Microsoft werden opgericht. Ik maakte als kleine jongen de presidentsverkiezingen van 1976 mee, die werden gewonnen door Jimmy Carter. Wij keken op televisie naar debatten tussen Carter en Ford. Achteraf denk ik dat in die tijd mijn interesse voor politiek en campagne voeren is gewekt.

Na terugkomst in Nederland heb ik de lagere en middelbare school en een studie in Groningen afgerond, waarna ik op mijn 25ste verhuisde naar Amsterdam. In tegenstelling tot mijn vader en grootvader behaalde ik daar geen doctorsgraad. Wel specialiseerde ik me gedegen op het gebied van onroerend goed en projectontwikkeling.

In het voorjaar van 2015 ontmoette ik Thierry Baudet, Henk Otten en Rob Rooken in Hotel De L'Europe. Zij hielden daar een denktanksessie. Hun enthousiasme en hun kritische geluid spraken me enorm aan en voor ik het wist, organiseerden we op 1 juni 2015 onze eerste grote bijeenkomst ter herdenking van het referendum in 2005 over de Europese Grondwet. Hierna ontstonden de wekelijkse bijeenkomsten in het FvD-keldertje. De campagne voor het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne kwam op gang en de denktank werd eind 2016 ook nog omgezet in een politieke partij.

Nu, ruim vier jaar later, maak ik deel uit van een twaalfkoppige fractie in de Eerste Kamer. Ik ben trots op het behaalde resultaat. Nu heb ik me kandidaat gesteld voor het tweede ondervoorzitterschap van deze Kamer. Ik besef terdege dat voor een dergelijke functie flexibiliteit, inzet, enthousiasme en expertise van het grootste belang zijn, maar bovenal ook de vaardigheid en het vermogen om in het belang van de Kamer boven partijen te kunnen staan. Ik heb de tijd en de ervaring en ik beschik over het benodigde doorzettingsvermogen, vooral als het gaat om onze tijdelijke huisvesting en de aanstaande renovatie van het Binnenhof. Het is een complex traject waarmee ik in de Tweede Kamer al kennis heb gemaakt.

Graag zet ik mij de komende jaren op dit gebied in, ter ondersteuning van de Voorzitter en de eerste Ondervoorzitter maar bovenal ten dienste van deze Kamer. Dank u.

De voorzitter:

Dank u, mijnheer De Vries. Wenst een van de andere leden het woord om aan een of meer kandidaten vragen te stellen? Dat is het geval. Wilt u dan duidelijk aangeven tot wie uw vraag zich richt? De kandidaten krijgen nadat alle vragen zijn gesteld, de gelegenheid om de tot hen gerichte vragen te beantwoorden.

Is er van de fractie van Forum voor Democratie iemand die een vraag wil stellen? Dat is de heer Van Pareren.

De heer Van Pareren (FvD):

Dank u wel, voorzitter. Het is misschien een herhaalvraag, maar wij hechten er grote waarde aan dat de heel technische zaken van het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap ook alle aandacht krijgen in de komende zittingsperiode. Daarom is de vraag aan de kandidaat mevrouw Gerkens hoeveel ervaring zij heeft met het hele bouwtraject, de verbouwing en al die andere zaken die daar met name als risico bij komen kijken.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Pareren. Wil iemand namens de VVD-fractie het woord voeren? Dat is niet het geval. Iemand namens de CDA-fractie? Dat is niet het geval. GroenLinks? D66? De Partij van de Arbeid? De PVV? De SP? Ja, de heer Kox.

De heer Kox (SP):

Voorzitter. Ik heb een kwestie die in eerdere vragen nog niet aan de orde is gekomen maar die volgens mij wel relevant is. In internationaal verband, in de Interparlementaire Unie en de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, heb leden van dit huis zich verplicht om bij te dragen aan de bevordering van parlementen vrij van seksisme en seksuele intimidatie. Een onderzoek van de IPU toonde aan dat er verontrustende gegevens zijn over het bestaan van seksisme en seksuele intimidatie in en rondom parlementen van de wereld en in Europa. Aan alle drie de kandidaten daarom de vraag: denken zij dat dit een belangrijke zaak is waar ook de Huishoudelijke Commissie naar moet kijken en dat dit ook past bij het hebben van een veilig parlement en een parlement waar de integriteit in alle opzichten hoog gewaardeerd wordt?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan mevrouw Bikker namens de ChristenUnie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb een tweetal vragen. De eerste ziet op de Gedragscode Integriteit. Ik zou de leden Atsma en De Vries willen vragen wat hun ambitie op dit punt is. Kunnen zij daar iets meer beeld bij geven?

Aan collega De Vries zou ik een meer informatieve vraag willen stellen. Op uw cv staat dat u woordvoerder bent van de Tweede Kamerfractie. Bent u van plan dat te blijven op het moment dat u Ondervoorzitter van dit huis wordt?

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bikker. De Partij voor de Dieren? De 50PLUS-fractie? De SGP? De Onafhankelijke Senaatsfractie? Geen van deze fracties heeft vragen.

Voor de beantwoording geef ik wederom in alfabetische volgorde in eerste instantie graag het woord aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter, collega's. Voor zover ik het heb kunnen noteren, heb ik een tweetal vragen gekregen, maar niet zozeer over mijn ervaring met bouwprojecten en grote bouwactiviteiten. Ik zou daarop graag willen ingaan, maar dat is kennelijk niet nodig. Daar ben ik ook blij om. Overigens heb ik wel het genoegen gehad om indertijd deel te mogen uitmaken van de commissie in de Tweede Kamer die zich heeft gebogen over de bouwfraude, de bouwenquête. Ik heb met het voortraject mogen meelopen. Ik ben nog altijd dankbaar dat ik dat heb mogen doen, omdat ik daar bij latere activiteiten buitengewoon veel voordeel van heb gehad. Zo heb ik het althans zelf ervaren.

De heer Kox sneed het onderwerp van seksuele intimidatie aan en verwees daarbij naar de IPU. Nou, laat nu het toeval zijn dat collega Arda Gerkens en ik in de afgelopen jaren meerdere keren deel hebben mogen uitmaken van de Nederlandse delegatie naar de IPU. Het mag geen geheim zijn dat wij als Nederlandse delegatie ons voluit achter de doelstellingen hebben geschaard die door de IPU, het internationale forum van parlementariërs, zijn opgesteld om seksuele intimidatie waar mogelijk te bestrijden en daarin zelf het goede voorbeeld te geven. Dat geldt zowel binnen het parlement als binnen de organisatie van het apparaat van de Eerste Kamer. Daar kan geen enkele discussie over ontstaan. Het is natuurlijk ook vooral iets dat vanuit jezelf moet komen. Dat is iets wat binnen de IPU, binnen dat gremium van meer dan 1.500 internationale parlementariërs, heel nadrukkelijk naar voren werd gebracht.

Voorzitter. Ten slotte de vraag van de zijde van de ChristenUnie over de integriteit. In de afgelopen maanden hebben wij hier meerdere keren over het onderwerp gesproken. Het is voor individuele Kamerleden zaak om voortdurend die vraag aan zichzelf te stellen: verhoudt datgene wat ik in mijn dagelijkse werk naast de Eerste Kamer doe zich op een verantwoorde wijze tot het parlementaire werk? Die vraag moet je jezelf continu stellen. Ik denk dat dat zeven dagen per week geldt. Tegelijkertijd geldt binnen het verband van het Presidium en de Huishoudelijke Commissie natuurlijk dat je in gezamenlijkheid voortdurend die vraag richting de Kamer zou moeten stellen. Het feit dat wij daar de afgelopen maanden intensief over hebben gesproken, heeft denk ik iedereen nog meer bewust gemaakt van de verantwoordelijkheid die wij op dat punt hebben. Daar mag u mij en ik neem aan alle 74 andere leden van deze Kamer continu op blijven aanspreken.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank, meneer Atsma. Dan is het woord aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Dank u wel, voorzitter. De eerste vraag is of ik ervaring heb met het aansturen van grote bouwprojecten. Dan ga ik heel eerlijk zijn. Anders dan het verbouwen van mijn eigen huis heb ik daar geen ervaring mee. Ik heb echter wel ervaring met het bouwen van IT-projecten. Die kunnen ook zeer complex zijn. Overigens, mijn organisatie is een vrij complexe organisatie. Maar als tweede Ondervoorzitter weet ik mij nu in ieder geval vergezeld van iemand die daar wel ervaring in heeft.

Wat belangrijker is bij de verbouwing, is dat we zorgen dat we onze plek behouden als Eerste Kamer, letterlijk en ook figuurlijk, want in de hele discussie dreigen wij ondergesneeuwd te raken. Als u aan mij vraagt wat ik nou belangrijk vind bij de grote verbouwing die eraan komt, dan is dat het belang dat wij als Kamer zo kort mogelijk buiten dit huis verblijven en zo snel mogelijk weer terug zijn, en dat de vertraging die ongetwijfeld gaat ontstaan met de Tweede Kamer ons niet lastig gaat vallen.

Dan de vraag over seksuele intimidatie bij de IPU, of niet bij de IPU, maar het onderzoek gedaan door de IPU, een onderzoek waar ik overigens zelf aan mee heb gewerkt. Het is zeer interessant om dan te horen en te zien welke ervaringen er zijn in parlementen; parlementen waarvan je verwacht dat ze heel beschaafd zijn. Dus ja, ik denk dat het goed is om die discussie hier ook te voeren, niet omdat ik mij zorgen maak — ik heb niet direct aanleiding om te zeggen "dat moet nu daarom gebeuren" — maar wel omdat ik net zoals bij de integriteitsdiscussie vind dat we ons er voortdurend op moeten laten voorstaan dat dat niet kan gebeuren en dat we dus een cultuur moeten kweken waarin het bespreekbaar is, waarin men naar voren durft te komen. Vooral gezien het feit dat deze Kamer helaas zo weinig vrouwen telt, denk ik dat het goed is dat we dat zo blijven doen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Gerkens. Dan is het woord aan de heer De Vries.

De heer De Vries (FvD):

Voorzitter. De vraag van de heer Kox over een veilig parlement. Volmondig ja, natuurlijk moet dat en wel zo snel mogelijk. We zullen er alles aan moeten doen met elkaar om die veilige omgeving voor onszelf te creëren.

Dan mevrouw Bikker met de vraag over de Gedragscode Integriteit. Ik hoorde meneer Atsma daar niet over, dus ik zal deze vraag graag beantwoorden. Ik was eigenlijk een beetje verbaasd dat die Gedragscode Integriteit nu zo actueel is. Ik had zelf gedacht dat die al vele, vele jaren geleden was geïmplementeerd. Ik heb er goed kennis van genomen en ik moet zeggen: ik kan deze implementatie alleen maar volledig ondersteunen en mij daar honderd procent voor inzetten. Dus bij dezen uw antwoord.

De vraag over het woordvoerderschap is heel makkelijk te beantwoorden. Mocht ik vandaag worden gekozen tot tweede Ondervoorzitter, dan zal ik die functie per vandaag neerleggen.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer De Vries.

Dan gaan we nu over tot de verkiezing. Ik zet kort de regels uiteen. Conform het gestelde in artikel 113 van het Reglement van Orde zal de verkiezing schriftelijk plaatsvinden bij geheime stemming.

Om tot tweede Ondervoorzitter te worden gekozen, heeft de kandidaat de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen nodig.

Ik wijs erop dat niet, niet behoorlijk of niet duidelijk ingevulde stembriefjes op grond van artikel 114 van het Reglement van Orde ongeldig zijn. Daar vallen blanco stemmen dus ook onder. Een geldig uitgebrachte stem is een stembriefje waarop duidelijk niet meer en anders dan de naam — ik stel voor: de achternaam — van een lid staat. Ongeldige stemmen zijn van invloed op de volstrekte meerderheid die nodig is voor het tot stand komen van de keuze die de Kamer maakt. Ik kijk even rond of dat voor iedereen duidelijk is. Dat is het geval.

Indien geen van de kandidaten in de eerste ronde een volstrekte meerderheid behaalt, zal een tweede, eveneens geheel vrije stemronde plaatsvinden. Dat houdt in dat u op dezelfde kandidaat als in de eerste stemronde een stem kunt uitbrengen. Indien daarbij wederom niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt een derde stemming gehouden over de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd.

Ik benoem tot stemopnemers de leden:

  • -mevrouw Klip-Martin, die de uitslag van de stemming bekend zal maken;

  • -mevrouw Bredenoord;

  • -mevrouw Baay-Timmerman;

  • -de heer Ton van Kesteren.

Ik verzoek de Kamerbewaarder de stembriefjes rond te delen en de leden het stembriefje in te vullen met de achternaam Atsma, Gerkens of De Vries en deze tweemaal dicht te vouwen.

Voor de duidelijkheid meld ik hierbij dat het voor eenieder verboden is om te fotograferen of te filmen tijdens de stemmingen. Dat geldt voor iedereen in de zaal en op de publieke tribune.

Het wachten is nu tot de leden de briefjes hebben ingevuld.

(Er wordt overgegaan tot schriftelijke stemming.)

De voorzitter:

Ik verzoek de Kamerbewaarder de stembriefjes op te halen en te deponeren bij de stemcommissie. De stemopnemers verzoek ik de plaats in te nemen aan de tafel in het midden van de zaal en hun werkzaamheden aan te vangen. Nogmaals meld ik voor de duidelijkheid hierbij dat het voor eenieder verboden is om te fotograferen of te filmen tijdens de stemmingen. Dat geldt voor iedereen in de zaal en op de publieke tribune. Ik geef het woord aan mevrouw Klip-Martin.

(De voorzitter van de stemcommissie leest elk stembriefje voor.)

Mevrouw Klip-Martin (voorzitter van de stemcommissie):

Voorzitter, wij hebben tussen de beide turvers een verschil van één stem. Dat wil zeggen: er is onenigheid over of het 25 of 24 stemmen zijn, als ik het goed zeg, voor Gerkens. 24 voor Gerkens of 25 voor Gerkens, en 32 of 31 voor Atsma. Ik hoor allerlei parallelle stemmingen.

De voorzitter:

Mevrouw Klip, dan verzoek ik u opnieuw te tellen. De stemcommissie moet de uitslag vaststellen.

Mevrouw Klip-Martin (voorzitter van de stemcommissie):

We tellen opnieuw. Nog een keer hardop?

De voorzitter:

Heel graag, mevrouw Klip.

(De voorzitter van de stemcommissie leest elk stembriefje opnieuw voor.)

Mevrouw Klip-Martin (voorzitter van de stemcommissie):

Voorzitter. Wederom stellen we vast dat er 74 stemmen zijn uitgebracht, waarvan 1 op mevrouw Rookmaker, 17 op de heer De Vries, 25 op mevrouw Gerkens en 31 op de heer Atsma.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Klip. Ik constateer dat geen der kandidaten de volstrekte meerderheid heeft verkregen. Daarom is er op grond van artikel 116, eerste lid van het Reglement van Orde, een tweede stemming nodig. In deze tweede ronde doen alle drie de kandidaten, Atsma, Gerkens en De Vries, opnieuw mee. Is er behoefte aan een korte schorsing? Nee.

Dan verzoek ik de stemopnemers hun eigen plaats in te nemen. Ik verzoek de Kamerbewaarder wederom de stembriefjes rond te delen en de leden om hun stem uit te brengen en het stembriefje tweemaal dicht te vouwen, nadat daarop is geschreven de naam Atsma, Gerkens of De Vries.

Het wachten is nu tot de leden het briefje hebben ingevuld.

(Er wordt overgegaan tot schriftelijke stemming.)

De voorzitter:

Ik verzoek de Kamerbewaarder de stembriefjes op te halen en te deponeren bij de stemcommissie. De stemopnemers verzoek ik wederom plaats te nemen aan de tafel in het midden van de zaal en hun werkzaamheden aan te vangen. Het woord is aan mevrouw Klip-Martin.

(De voorzitter van de stemcommissie leest elk stembriefje voor.)

Mevrouw Klip-Martin (voorzitter van de stemcommissie):

Dit betekent dat er 74 stemmen zijn uitgebracht: 31 op de heer Atsma, 26 op mevrouw Gerkens, en 17 op de heer De Vries.

De voorzitter:

Dank u, mevrouw Klip. Aangezien geen der kandidaten nog de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt ingevolge de bepalingen van artikel 116 van het Reglement van Orde een derde stemming gehouden over de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Dat zijn de heer Atsma en mevrouw Gerkens.

U kunt in deze ronde dus uitsluitend stemmen op de heer Atsma of mevrouw Gerkens. Voor de goede orde meld ik u dat wanneer de stemmen bij deze eindstemming staken, het lot beslist conform artikel 117 van het Reglement van Orde.

Ik verzoek de Kamerbewaarder wederom de stembriefjes rond te delen en de leden hun stem uit te brengen. Nee, er wordt verzocht om een schorsing. Is vijf minuten voldoende? Ja, ik schors voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 15.12 uur tot 15.18 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik verzoek de Kamerbewaarder wederom om de stembriefjes rond te delen en ik verzoek de leden hun stem uit te brengen. Daarbij kunnen zij de achternaam Atsma of Gerkens invullen. Ik verzoek de leden het stembriefje twee keer dicht te vouwen. Voor de duidelijkheid meld ik hierbij nogmaals dat het voor eenieder verboden is om te fotograferen of te filmen tijdens de stemmingen. Dat geldt voor iedereen in de zaal en op de publieke tribune.

Het wachten is nu totdat de leden hun stembriefjes hebben ingevuld.

(Er wordt overgegaan tot schriftelijke stemming.)

De voorzitter:

Ik verzoek de Kamerbewaarder de stembriefjes op te halen en te deponeren bij de stemcommissie. De stemopnemers verzoek ik wederom plaats te nemen aan de tafel in het midden van de zaal en hun werkzaamheden aan te vangen. Het woord is aan mevrouw Klip-Martin.

(De voorzitter van de stemcommissie leest elk stembriefje voor.)

Mevrouw Klip-Martin (voorzitter van de stemcommissie):

Voorzitter. Dat betekent dat er 74 stemmen zijn uitgebracht: 36 op de heer Atsma en 38 op mevrouw Gerkens.

(Applaus)

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Klip. Ik constateer op grond van de uitslag van deze stemming dat mevrouw Arda Gerkens overeenkomstig het vereiste in artikel 115 van het Reglement van Orde een volstrekte meerderheid heeft verkregen en daarmee is gekozen tot tweede Ondervoorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Ik dank de kandidaten die zijn afgevallen in beide rondes nogmaals voor hun inzet. Ik dank de leden van de commissie van stemopnemers heel hartelijk voor het volbrengen van hun taak.

Ik schors nu de vergadering, zodat u beide Ondervoorzitters kunt feliciteren, maar niet dan nadat ik de nieuwe Ondervoorzitters eerst heb gefeliciteerd.

De vergadering schors ik tot 19.00 uur. Er vinden vandaag namelijk nog commissievergaderingen plaats waaruit wetsvoorstellen kunnen voortvloeien die als hamerstuk afgehandeld dienen te worden. Dat gaan we om 19.00 uur doen. Tevens staat dan de afronding van het wetsvoorstel inzake het kindgebonden budget op de rol, zoals eerder besproken. Desgewenst wordt er nog een ordevoorstel gedaan voor de stemming.

De vergadering wordt van 15.30 uur tot 19.00 uur geschorst.

Naar boven