6 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en enige andere wetten in verband met de totstandkoming van een basisnet (Wet basisnet) (32862).

(Zie vergadering van 2 juli 2013.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Martens (CDA):

Voorzitter. Onze fractie zal tegen het wetsvoorstel stemmen, omdat de risicoplafonds geen bijdrage beogen te leveren aan de veiligheid, omdat er een willekeurige en bizar hoge norm wordt gehanteerd en er grote twijfels zijn bij de kwaliteit van het rekenmodel. Onze fractie is echter wel blij met de toezegging dat betrokken partijen niet alleen inzicht krijgen in het eindresultaat van de berekeningen van de onderzoeken, maar ook in de berekeningen zelf en in de achterliggende documenten.

Er zijn ook grote twijfels bij de handhaafbaarheid. Het heeft een negatief effect op het level playing field. Het bevat een nationale kop. Bovendien zijn de sancties in deze wet, ook nu al mogelijk. En het bevoegd gezag behoudt met deze wet de mogelijkheid om tot op het spoor te bouwen. Kortom, wat betreft de toetsing van de wet aan kwaliteit, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, scoort deze wet voor onze fractie negatief.

De heer Schaap (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft uitvoerig blijk gegeven van haar bezwaren tegen het voorliggende wetsvoorstel. Deze bezwaren hadden te maken met de onvoldragen risicobenadering die aan deze wet ten grondslag ligt.

In het debat van vorige week heeft de staatssecretaris toegezegd thans beschikbare instrumenten en beoordelingskaders in te willen zetten voor de door ons gevraagde integrale afweging van de risico's in de verschillende domeinen van het veiligheidsbeleid voor de fysieke leefomgeving. Het doel hiervan is het in beeld brengen van de onderlinge vergelijkbaarheid van de risicosituaties. Dit moet de besluitvorming al in de fase van beleidsvorming helpen structureren.

De staatssecretaris heeft eveneens toegezegd de resultaten binnen een jaar aan de Kamer aan te bieden in de vorm van een hoofdlijnennotitie, die als einddoel heeft een en ander in wetgeving te vertalen. Op basis van deze toezegging beschouwen wij het voorliggende wetsvoorstel als een tussenstop naar beter, om maar een toepasselijke metafoor te gebruiken. Wij geven onze stem aan dit wetsvoorstel.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. De fractie van GroenLinks heeft zeer kritische vragen gesteld bij dit wetsvoorstel. Onze belangrijkste vraag was: wat is de meerwaarde van deze wet? Zal deze wet de wetgever inderdaad beter in staat stellen om tot meer veiligheid en betere risicosturing van het vervoer van gevaarlijke stoffen te komen?

Daarnaast hebben wij kritische vragen gesteld over de handhaafbaarheid van deze wet. Het is ons opgevallen dat de wet niet wordt benut om ook het volume van het vervoer te beperken en om de risicoplafonds te saneren.

Ten slotte waren wij kritisch over de wijze waarop omwonenden tot dusverre betrokken zijn bij en geïnformeerd worden over, en hun inbreng verwerkt wordt bij de uiteindelijk op te stellen routering en risicoplafonds.

Uiteindelijk heeft mijn fractie, gezien de antwoorden van de staatssecretaris, besloten om toch ja tegen deze wet te zeggen. De staatssecretaris heeft ons ervan kunnen overtuigen dat er wel degelijk meerwaarde zit aan de wet en dat zij absoluut meer instrumenten in handen krijgt om te sturen op de risico's. Ook heeft zij onze vragen ten aanzien van de handhaafbaarheid op een redelijk goede wijze kunnen beantwoorden, en aangegeven dat zij transparantie naar de omwonenden van groot belang vindt. Desalniettemin zal mijn fractie haar juist op deze punten zeer kritisch blijven volgen, want handhaafbaarheid en zeker ook het betrekken van omwonenden bij het vervoer van gevaarlijke stoffen achten wij van heel groot belang.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, de PvdA, de ChristenUnie, de SGP, GroenLinks, de SP, D66 en 50PLUS voor het wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de OSF, de PvdD en het CDA ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven