5 Wet basisnet

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en enige andere wetten in verband met de totstandkoming van een basisnet (Wet basisnet) (32862).

(Zie vergadering van 2 juli 2013.)

De beraadslaging wordt heropend.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb gevraagd om nog een korte derde termijn, omdat ik graag een vraag wil stellen aan het kabinet. Ik heb een verzoek tot inlichting. Ik zal het even kort toelichten.

In de Wet basisnet wordt het transport van gevaarlijke stoffen van een bepaalde route beperkt, namelijk de lijn Apeldoorn-Deventer-Almelo-Hengelo-Oldenzaal. Dat zal leiden tot meer vervoer van gevaarlijke stoffen over een andere route, namelijk de route Elst-Zutphen-Hengelo-Oldenzaal. Ik heb daarover in het debat vragen gesteld aan de staatssecretaris. Zij zei dat het vervoer op het laatste stuk van het traject Elst-Zutphen-Hengelo-Oldenzaal inderdaad zal toenemen met gemiddeld twee treinen per dag. Zij zei toen ook: de veiligheidswinst voor velen leidt tot een toename van de risico's voor enkelen.

Deze opmerking van de staatssecretaris heeft tot nogal wat onrust geleid bij allerlei omwonenden langs deze lijn. Zij hebben daarover ook brieven gestuurd aan deze Kamer. Het heeft overigens ook tot onrust geleid bij leden van de gemeenteraad van onder meer Hof van Twente en de gemeente Hof van Twente. Zij zijn het er niet mee eens dat die toename slechts tot twee treinen per dag beperkt zou worden. Zij zeggen dat het om veel meer treinen gaat, uiteindelijk maximaal 3.000. Het zal leiden tot meer onveiligheid en er zal sprake zijn van overschrijding van geluidsnormen et cetera.

Ik verzoek de staatssecretaris daarom om nog eens in een brief toe te lichten wat zij precies heeft bedoeld met de uitspraak: de veiligheidswinst voor velen leidt tot een toename van de risico's voor enkelen. Ik vraag haar ook om aan te geven hoe zij rekening houdt met de bezwaren van de inwoners in onder meer de gemeente Hof van Twente die langs de lijn Elst-Zutphen-Hengelo-Oldenzaal wonen, en welke maatregelen zij zal nemen ten behoeve van de veiligheid en de geluidsoverlast. Ik vraag de staatssecretaris ook om in de brief toe te lichten hoe zij rekening zal houden met de bezwaren die zijn geuit wanneer zij straks de ministeriële regeling zal vaststellen, waarin zij de routes en de bijbehorende risicoplafonds bepaalt. Mijn fractie vraagt dus niet om uitstel van de stemming, maar zij wil wel graag per brief een nadere toelichting van de staatssecretaris, om daarmee de onrust in ieder geval op een heldere manier van een antwoord te voorzien.

De voorzitter:

Ik zag dat mevrouw Martens haar vinger in de lucht hield. Ik hoor dat het gaat om een stemverklaring. Dan is het woord aan de minister.

Minister Plasterk:

Voorzitter. Ik kan deze brief namens de staatssecretaris toezeggen.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Kunt u aangeven op welke termijn deze brief zal komen?

De voorzitter:

Gaan wij dat nog horen, minister?

Minister Plasterk:

Nu overvraagt u mij. Die brief zal zo snel mogelijk naar de Kamer worden gestuurd.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven