5 Rechtsgevolgen niet aantonen leefsituatie

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek ( 31929 ).

De beraadslaging wordt heropend.

Mevrouw Scholten (D66):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft vorige week in het debat toegezegd dat hij bij Algemene Maatregel van Bestuur een aantal voorwaarden zal opnemen waaronder de uitvoeringsambtenaar woningen mag binnentreden. Dat was voor onze fractie, en voornamelijk voor de Partij van de Arbeid, die daar nog veel eerder op aandrong, van cruciaal belang. Deze toezegging was voor ons een reden om het wetsvoorstel goed te keuren. Mijn gedachte daarachter was later dat deze AMvB niet zelf in de wet is opgenomen. Deze zal via een veegwet moeten worden aanvaard. We hebben in het debat niet over de veegwet gesproken. Ik heb daarom vanmorgen de staatssecretaris opgebeld en gevraagd hoe dit in het vat moet worden gegoten. Deze derde termijn is daarvan het gevolg.

Staatssecretaris De Krom:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Scholten voor deze vraag. We hebben elkaar inderdaad vanochtend gesproken, maar het is goed om wat wij telefonisch besproken hebben met de Kamer in haar geheel te bespreken. Ik ben u erkentelijk, voorzitter, voor de gelegenheid om dat te doen.

Ik heb vorige week in het debat inderdaad aangegeven dat ik, om een zorgvuldige uitvoering te garanderen, bereid ben om het protocol tot het afleggen van huisbezoeken wettelijk te verankeren. Ik zal het verankeren via een Algemene Maatregel van Bestuur om het UWV, de SVB en de gemeenten te verplichten om een protocol op te stellen met daarin de regels die de rechten en plichten van de belanghebbenden bij een huisbezoek omschrijven. De volgende artikelen bieden de wettelijke grondslag voor de AMvB. Voor het UWV gaat het om artikel 32d, tweede lid van de Wet SUWI. Voor de SVB gaat het om artikel 34a, eerste lid van de Wet SUWI. Voor de gemeenten gaat het om artikel 67, tweede lid van de WWB. Uiteraard moet een zorgvuldige procedure rond de totstandkoming van de AMvB worden gevolgd. Dit houdt in dat deze uiteraard aan de Raad van State zal worden voorgelegd. Afhankelijk van de voortgang verwacht ik dat ik voor het einde van dit jaar de AMvB zal kunnen invoeren.

De voorzitter:

Ik constateer dat de beantwoording van de staatssecretaris voor de leden afdoende is.

Naar boven