Aan de orde is de herdenking van de heer M.J.J. van Amelsvoort.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden, te gaan staan.

Op 30 mei jongstleden is oud-CDA-senator Marius van Amelsvoort op 75-jarige leeftijd overleden. Hij was lid van de Eerste Kamer in de periode van 1969 tot en met 1971. Zijn carrière startte in 1957 met de functie van economisch analist op de Amerikaanse ambassade in Den Haag.Voorzitter Na hoofd te zijn geweest van de afdeling Economische en Statistische Zaken bij de toenmalige Postcheque- en girodienst, was hij daarna twaalf jaar directeur Algemene Zaken bij de Boerenleenbank in Eindhoven. Zijn eerste stap in de politiek maakte Marius van Amelsvoort al als achttienjarige toen hij voor de KVP een plaatselijke jongerenafdeling oprichtte. Ook in zijn studententijd was hij actief in allerlei politieke bijeenkomsten. Een van de ambities die hij destijds had, was de oprichting van één christendemocratische fractie in het toen nog toekomstige Europees Parlement. In 1969 maakte hij van zijn politieke interesses zijn werk tot aan het einde van het kabinet-Lubbers III.

Marius van Amelsvoort was in totaal in drie kabinetten staatssecretaris: twee keer van Financiën in Van Agt I en Lubbers III en een keer van Binnenlandse Zaken in Lubbers I. Met twee korte onderbrekingen was hij daarvóór lid van de Tweede Kamer vanaf 1971 tot en met 1980, maar zijn politieke loopbaan begon hier, in de Eerste Kamer, bij de KVP-fractie. Dat lidmaatschap combineerde hij enige tijd met het lidmaatschap van het Europees Parlement.

Ondanks het grote tijdsbeslag dat zijn politieke werkzaamheden met zich bracht, wist hij ook door middel van vele nevenfuncties jarenlang direct contact te houden met het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Hij bekleedde een aantal commissariaten, maar werd bijvoorbeeld ook in 1995 voorzitter van de ouderenbond Unie KBO. Vanuit die rol heeft hij ouderen op de kaart gezet bij de politiek. Binnen de KVP was hij actief: voorzitter van de afdeling Veldhoven, de statenkring Eindhoven en de kieskring Den Bosch. Van daaruit werd hij lid en later vice-voorzitter van het nationaal partijbestuur. Ook was hij redacteur van het Katholiek Staatkundig Maandschrift en gaf hij voor de nieuwsrubriek Echo van de KRO op gezette tijden achtergrondinformatie over financiële en monetaire ontwikkelingen.

Hier, in de senaat, had hij financiën in zijn portefeuille. Hij was ontegenzeggelijk een vakman, inhoudelijk zeer deskundig, degelijk en integer. Onze oud-collega was geen man van de bühne. Liever opereerde hij wat meer op de achtergrond. Mensen die hem van nabij hebben meegemaakt, zullen zich herkennen in het beeld van een hartelijke en zeer betrokken man die belangrijk werk heeft verricht en veel wetgeving tot stand heeft gebracht. Hij is in de loop der jaren onderscheiden als Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en als Commandeur en Grootofficier in de Orde van Oranje Nassau. De Eerste Kamer is hem dankbaar voor wie hij was en voor wat hij heeft betekend. Ik hoop dat deze herinnering aan zijn bijdrage een steun is voor zijn familie bij het verwerken van hun verdriet.

Ik verzoek u om een moment stilte in acht te nemen.

(De vergadering neemt enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven