Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Wijziging
van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de
publieke omroep (afschaffing omroepbijdrage) (26707).
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
De heer De Boer (GroenLinks):
Voorzitter! Op zichzelf is een meerderheid van de GroenLinks-fractie voor
fiscalisering van de omroepbijdrage. Ik moet evenwel zeggen dat het moment
van behandelen, de koppeling aan het belastingplan en het jeugdzorgbudget
en de twijfels rond de doelmatigheidswinst ons enthousiasme danig hebben bekoeld.
Als oppositiepartij ben je natuurlijk sterk in de verleiding om dan te denken:
nou, wij hebben argumenten genoeg om het de regering problematisch te maken.
Bovendien is het wel eens leuk om gade te slaan wat er vervolgens bij de PvdA-fractie
gaat voorvallen, want zij zit dan in ernstige problemen. Wij hebben hier zojuist
over vergaderd. Ik kan u meedelen dat wij die verleiding gaan weerstaan. Voor
één lid van onze fractie waren de bezwaren onoverkomelijk en
die zal tegenstemmen. De andere vijf aanwezige leden stemmen voor.
De heer Bierman (OSF):
Voorzitter! Er is een doelmatigheidsdiscussie gevoerd. Volgens mijn fractie
zou het inderdaad doelmatig kunnen zijn. Waarom niet? Dat is in ieder geval
geen reden om tegen te stemmen. De onafhankelijkheidsgarantie is ook solide.
Je zou bijna zeggen dat die beter is dan die was. Blijft over de principiële
vraag hoe groot de afstand tussen cultuur en overheidsbemoeienis moet of mag
zijn. Die discussie is hier echter niet gevoerd, terwijl het algemeen belang
voorop had moeten staan. De informatieverschaffing, zo heeft de staatssecretaris
gezegd, is vergelijkbaar met die bij de krijgsmacht.
De voorzitter:
Ik wijs de heer Bierman erop dat het gaat om een stemverklaring en niet
om een eerste termijn die niet gehouden is.
De heer Bierman (OSF):
Ik probeer ook af te ronden.
Wij houden er ook geen drie krijgsmachten op na naar thema of naar levensbeschouwing.
Dat is voor mij reden om ervan af te zien, dit wetsvoorstel te steunen. Bovendien
staat daar een premie van 1,5 mld. minder staatsschuld op. Dan ben ik maar
de enige liberaal hier in de Kamer!
De voorzitter:
Er is gevraagd over dit wetsvoorstel hoofdelijk te stemmen.
In stemming komt het wetsvoorstel.
Vóór stemmen de leden: Ginjaar, Hessing, Van Heukelum, Hilarides,
Jaarsma, Ketting, Kneppers-Heynert, Kohnstamm, Luijten, Lycklama à
Nijeholt, Meindertsma, Pitstra, Platvoet, Le Poole, Rensema, Roscam Abbing-Bos,
Rosenthal, Ruers, Van Schijndel, Stekelenburg, Swenker, Terlouw, Varekamp,
Ter Veld, Van Vugt, Witteveen, De Wolff, Wolfson, Wöltgens, De Beer,
Bierman-Beukema toe Water, De Boer, Van den Broek-Laman Trip, Castricum, Dees,
Doesburg, Dupuis, Van Eekelen en de voorzitter.
Tegen stemmen de leden: Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Van den Hul-Omta,
De Jong, Jurgens, Van Leeuwen, Van der Linden, Lodders-Elfferich, Pastoor,
Rabbinge, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Stevens, Tan, Van Thijn, Timmerman-Buck,
Veling, De Vries, Werner, Woldring, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman,
Boorsma, Braks, Van Bruchem, Dölle, Eversdijk en Van Gennip.
De voorzitter:
Ik constateer, dat 39 leden voor en 30 leden tegen het wetsvoorstel hebben
gestemd, zodat het wetsvoorstel is aangenomen.