34ste vergadering

Dinsdag 24 juni 1997

13.30 uur

Voorzitter: Korthals Altes

Tegenwoordig zijn 66 leden, te weten:

Baarda, Batenburg, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Cohen, Van Dijk, Van Eekelen, Van Gennip, Ginjaar, Glastra van Loon, Glasz, Van Graafeiland, Grewel, Grol-Overling, De Haze Winkelman, Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch Ballin, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda, Lycklama à Nijeholt, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Pitstra, Le Poole, Postma, Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Schoondergang-Horikx, Schuyer, Staal, Steenkamp, Stevens, Stoffelen, Talsma, Tuinstra, Ter Veld, Veling, Vrisekoop, Werner, Wiegel, De Wit, Wöltgens, Van de Zandschulp, Zijlstra en Zwerver,

en mevrouw Sorgdrager, minister van Justitie, de heren Ritzen, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en Melkert, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Hofstede, wegens ziekte;

Jurgens, Gelderblom-Lankhout, Eversdijk, Varekamp en Schuurman, wegens verblijf buitenslands.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Aangezien voor verschillende verdragen en voornemens tot het sluiten van uitvoeringsverdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en voor de algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder de nrs. 23980, nr. 25, 25345, 25347 en 25373 de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze verdragen, voornemens, respectievelijk algemene maatregelen van bestuur geen behoefte bestaat.

Ik deel aan de Kamer mede, dat van de zes het Koninkrijk bindende ontwerpbesluiten op de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van het Uitvoerend Comité Schengen van heden door de Nederlandse regering vorige week één ontwerpbesluit (II-I.1) van deze agenda is afgevoerd.

Met betrekking tot de overige ontwerpbesluiten met een het Koninkrijk bindend karakter hebben de betrokken vaste commissies van de Kamer geadviseerd dat geen uitdrukkelijke instemming verleend behoeft te worden. Ik stel voor, dit advies te volgen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Van dit besluit zal ik aan de desbetreffende bewindslieden mededeling doen.

Naar boven