Tegenwoordig zijn 66 leden, te weten:
Baarda, Batenburg, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks,
Van den Broek-Laman Trip, Cohen, Van Dijk, Van Eekelen, Van Gennip, Ginjaar,
Glastra van Loon, Glasz, Van Graafeiland, Grewel, Grol-Overling, De Haze Winkelman,
Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch
Ballin, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen,
L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda,
Lycklama à Nijeholt, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Pitstra,
Le Poole, Postma, Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Schoondergang-Horikx,
Schuyer, Staal, Steenkamp, Stevens, Stoffelen, Talsma, Tuinstra, Ter Veld,
Veling, Vrisekoop, Werner, Wiegel, De Wit, Wöltgens, Van de Zandschulp,
Zijlstra en Zwerver,
en mevrouw Sorgdrager, minister van Justitie, de heren Ritzen, minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en Melkert, minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid.
De voorzitter:
Aangezien voor verschillende verdragen en voornemens tot het sluiten van
uitvoeringsverdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en
voor de algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt
onder de nrs. 23980, nr. 25, 25345, 25347 en 25373 de termijn is verstreken,
stel ik vast dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van
deze verdragen, voornemens, respectievelijk algemene maatregelen van bestuur
geen behoefte bestaat.
Ik deel aan de Kamer mede, dat van de zes het Koninkrijk bindende ontwerpbesluiten
op de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van het Uitvoerend Comité
Schengen van heden door de Nederlandse regering vorige week één
ontwerpbesluit (II-I.1) van deze agenda is afgevoerd.
Met betrekking tot de overige ontwerpbesluiten met een het Koninkrijk
bindend karakter hebben de betrokken vaste commissies van de Kamer geadviseerd
dat geen uitdrukkelijke instemming verleend behoeft te worden. Ik stel voor,
dit advies te volgen.