Noot 1 (zie blz. 1941)

Noot

Rapport van de Commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van de heer P. R. Stoffelen

De Commissie, benoemd tot onderzoek van de geloofsbrief van de heer Stoffelen, heeft de eer het volgende te rapporteren.

In de handen van de Commissie zijn gesteld de volgende missives van de voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van het lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal:

a) een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel V 1, derde lid der Kieswet, ten geleide van een fotocopie van zijn besluit van 1 augustus 1996, waarbij de heer Stoffelen te Ouderkerk a/d Amstel wordt benoemd verklaard tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal in de vacature ontstaan door het ontslag nemen van de heer dr J. Th. J. van den Berg te Alphen a/d Rijn;

b) een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel U 2, tweede lid, der Kieswet, houdende mededeling dat de heer Stoffelen te Ouderkerk a/d Amstel, die bij besluit van 1 augustus 1996 nr. KR 96/72 werd benoemd verklaard tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal bericht is ontvangen dat hij zijn benoeming aanneemt.

Het benoemde lid heeft overgelegd:

a) de kennisgeving van de voorzitter van het Centraal Stembureau dat hij is benoemd;

b) een uittreksel uit het persoonsregister;

c) een verklaring betreffende de openbare betrekkingen welke hij bekleedt.

Uit deze stukken blijkt dat het benoemde lid de bij de wet gevorderde leeftijd heeft bereikt en dat hij geen betrekking bekleedt welke onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Commissie heeft derhalve de eer voor te stellen de heer De Beer als lid van de Kamer toe te laten.

De Commissie

Boorsma, voorzitter

Holdijk

Rensema

Naar boven