Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 560 K Jaarverslag en Slotwet Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) 2023

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET DEFENSIEMATERIEELBEGROTINGSFONDS

Ontvangen 15 mei 2024

Vergaderjaar 2023–2024

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 5.613,9

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 5.657,0

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de staatssecretaris van Defensie, het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) over het jaar 2023 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Defensie decharge te verlenen over het in het jaar 2023 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • a. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • b. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • c. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • d. de totstandkoming van de niet-financiele verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • e. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2023

  • b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2023 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2023 alsmede over de saldibalans over 2023 de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Minster van Defensie,K.H. Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF), hoofdstuk K van de Rijksbegroting. Naast het DMF kent Defensie ook een reguliere begroting (hoofdstuk X). Voor beide begrotingen zijn separate jaarverslagen opgesteld.

Het DMF zorgt voor de financiering en bekostiging van investeringen en instandhouding van het materieel, de infrastructuur en de IT-middelen van Defensie. Door een apart fonds voor het defensiematerieel wordt invulling gegeven aan een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van het materieel, de IT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie.

Het DMF wordt gevoed door de bijdragen uit de reguliere defensiebegroting, hoofdstuk X van de Rijksbegroting. De apparaatsuitgaven en -ontvangsten voor de uitvoering van het fonds zijn opgenomen in hoofdstuk X.

Verschillen tussen de vastgestelde begroting en de realisatie worden conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) 2023 op het niveau van de financiele instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) volgens onderstaande staffelgrenzen toegelicht. Dit zijn dezelfde staffelgrenzen die worden toegepast voor het toelichten van mutaties in de suppletoire begrotingen.

Tabel 1 Staffelgrenzen voor het toelichten van mutaties

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Opzet DMF

In het jaarverslag 2023 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten ten opzichte van de begroting van het DMF 2023. De structuur van het jaarverslag is als volgt:

  • Deel A: Algemeen. In dit deel wordt het jaarverslag officieel aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden met het verzoek tot dechargeverlening. Daarnaast maakt deze leeswijzer onderdeel uit van het algemene deel.

  • Deel B: Het Beleidsverslag. De kern van het jaarverslag wordt gevormd door het beleidsverslag. Dit beleidsverslag bestaat uit drie delen:

    • 1. Het Defensiematerieelverslag, waar onder andere een korte terugblik is opgenomen met betrekking tot de realisatie van de belangrijkste uitvoeringsprioriteiten over het jaar 2023;

    • 2. De artikelen van het DMF;

    • 3. De bedrijfsvoeringsparagraaf.

  • Deel C: De Jaarrekening, bestaande uit de verantwoordingsstaat en de saldibalans van het DMF.

  • Deel D: De bijlage, die bestaat uit een bijlage voor het focusonderwerp FJR 2023 en een bijlage met de lijst van afkortingen.

In het jaarverslag van het DMF worden de in de ontwerpbegroting 2023 genoemde investeringsprojecten in realisatie met een projectbudget van meer dan € 100 miljoen benoemd. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Deze werkwijze komt overeen met het defensieprojectenoverzicht (DPO). Het DPO wordt jaarlijks aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarnaast wordt er jaarlijks een DPO-afwijkingsrapportage aan de Tweede Kamer aangeboden. De DPO-afwijkingsrapportage geeft een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en wapensysteemgebonden IT-projecten van meer dan € 50 miljoen in onderzoek en realisatie waarbij een significante afwijking op product, tijd of geld is opgetreden ten opzichte van het vorige DPO. Projecten die door de Tweede Kamer als groot project zijn aangemerkt en die volgens hun uitgangspuntennotitie een separate rapportage kennen, worden niet opgenomen in het DPO en de DPO-afwijkingsrapportage.

In het DMF worden de verschillende fasen van verwerving inzichtelijk gemaakt. In de voorbereidingsfase worden de projecten toegelicht waarvan verwacht wordt dat in deze begrotingsperiode een behoeftestellingsbrief (A-brief) verstuurd wordt. Hierbij worden per project de bandbreedtes volgens het Defensie Materieelproces (DMP) gepresenteerd. Voor projecten in de onderzoeksfase geldt dat de behoeftestelling is onderkend, maar nog wordt onderzocht hoe invulling gegeven wordt aan de behoefte. Voor DMP-plichtige projecten geldt dat de A-brieven zijn aangeboden aan de Kamer. In de onderzoeksfase (B-fase) wordt de verwervingsstrategie vastgesteld, dat wil zeggen de manier waarop Defensie het materieel wil verwerven. Daarnaast worden eventuele alternatieven onderzocht, een planning en een financiële onderbouwing verder gespecificeerd. Defensie informeert de Tweede Kamer aan het einde van de B-fase middels de B-brief. Op grond van uitkomsten van de B-fase kan er eventueel nog een vervolgonderzoeksfase (C-fase) worden ingesteld. In het jaarverslag worden vanwege het commercieel vertrouwelijke karakter van de projecten in de voorbereidings- en de onderzoeksfase de bedragen van de mutaties niet genoemd. Tevens vindt er op de budgetten in voorbereidings- en onderzoeksfase geen uitgaven plaats. Het budget wordt doorgeschoven naar latere jaren indien de voorbereiding en/of het onderzoek in 2023 nog niet is afgerond. Indien gestart kan worden met verwerving, wordt het projectbudget overgeheveld naar de realisatiefase. In dit jaarverslag wordt daarom op de voorbereidings- en onderzoeksfase niet, en op de realisatiefase wel gerealiseerd.

Voor projecten in de realisatiefase betekent dat de opdracht voor verwerving is gegeven aan de uitvoeringsorganisatie. Zij starten de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase). Voor grote materieel en IT-projecten is dat het Commando Materieel en IT (COMMIT) en voor grote Vastgoed en Infra projecten gaat dit om het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO).

Deze werkwijze komt overeen met het Defensie Projectenoverzicht (DPO). De systematiek wijkt in de kern niet af van de werkwijze die voorgaand in de Defensiebegroting werd gehanteerd; in het DMF zijn weliswaar de toelichtingen uitgebreider:

Grondslagen voor de vastlegging en de waarderingDe verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

Groeiparagraaf

De bijlage focusonderwerp FJR 2023 is eenmalig opgenomen. In overleg met de IRF-sectie Defensie is gekozen om in de tabel de onderuitputting op grote posten weer te geven. Dit wijkt af van het format van de RBV maar draagt bij aan een beter inzicht over de onderuitputting bij Defensie.

Met ingang van de ontwerpbegroting 2023 zijn ook de (extracomptabele) overzichten van de grootste wapensystemen opgenomen in een bijlage. In voorgaande DMF-begrotingen werden deze overzichten veelal extracomptabel inzichtelijk gemaakt bij de relevante begrotingsartikelen. Door de opname van de grootste wapensystemen in een instandhoudingsbijlage wordt een integraler en eenduidiger beeld verkregen van de instandhoudingsuitgaven aan deze wapensystemen. De realistie in 2023 en de ramingen voor de komende jaren worden met de ontwerpbegroting 2025 met uw Kamer gedeeld.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Defensiematerieelverslag

Inleiding

Twee jaar na de grootschalige inval in Oekraïne is Rusland nog altijd bezig met een brute oorlog in het hart van Europa met grote aantallen slachtoffers en veel materiele schade. Deze oorlog kenmerkt de huidige mondiale veiligheidssituatie, waarin spanningen en instabiliteit, ook aan de randen van Europa, steeds vaker leiden tot militaire conflicten en escalatie.

De Russische agressie in Oekraïne is ongekend in de recente Europese geschiedenis. Rusland is overgegaan op een oorlogseconomie en ontwikkelt daarmee het potentieel om Europa op de proef te stellen. Dit verreist dat Europa, waaronder Nederland, hierop meer voorbereid moet zijn en militaire verantwoordelijkheid neemt voor de eigen veiligheid. De oorlog in Oekraïne is kenmerkend voor de verslechterde – en nog steeds verslechterende – veiligheidssituatie in Europa en de wereld. In toenemende mate is sprake van spanningen en instabiliteit, maar ook van militaire conflicten en escalatie.

In 2023 heeft Defensie daarom voortgebouwd aan het versterken van de Nederlandse krijgsmacht. Defensie heeft verder geïnvesteerd in een krijgsmacht voor de toekomst, gestoeld op een moderne, technologisch hoogwaardige organisatie met een sneller reactievermogen, groter aanpassingsvermogen en betere gevechtskracht, handelend op basis van de beste informatie.

Investeringen

Door de extra middelen uit de Defensienota 2022 (DN22) van 1 juni 2022 is de omvang van het investeringsportfolio van Defensie toegenomen. Deze toename is terug te zien in het aantal investeringsprojecten dat sinds het najaar van 2022 het bestuurlijke en, indien nodig, politieke besluitvormingsproces heeft doorlopen. Waar dit in 2021 nog minder dan 50 projecten betrof, was in 2022 sprake van ongeveer 120 projecten en zijn in 2023 ruim 130 projecten uit de voorbereidingsfase in realisatie gegeven. Door de aanpassingen in het Defensie Materieel Proces (DMP) en de pragmatische en versnelde besluitvorming intern, werkt Defensie toe naar een nog efficiëntere realisatie van de maatregelen uit de DN22.

Nieuwe materieelprojecten die in 2023 zijn gestart zijn onder andere ‘Verwerving Maritime Strike’, het programma ‘Verwerving inzetvoorraden (munitie)’, ‘Verwerving Medium Utility Helikopter (Aanschaf H225M Caracal)’, de bewapening van de MQ-9 en de Maritieme Surveillance POD voor de MQ-9. Voor wat betreft het concentreren, verduurzamen en vernieuwen van het vastgoed van Defensie zijn onder andere de projecten ‘Concentreren en revitaliseren Johannes Post Kazerne Havelte’ en ‘Revitalisering Vliegbasis Woensdrecht’ uit het eerste werkpakket gestart. IT-projecten uit de DN22 die in 2023 zijn gestart, zijn onder andere ‘Realisatie uitvoeringsplan Cyber Readiness’ en de start van de realisatie van het programma ‘FOXTROT’.

Naast investeringsprojecten zijn in 2023 ook diverse maatregelen gestart die bijdragen aan het inrichten van de organisatie zodat deze gebruik kan maken van nieuwe of aanvullende capaciteiten. Dit betrof onder andere ‘Versterken Vuursteun’, ‘Versterken Grondgebonden Lucht- en Raketverdediging’, ‘Programma versterken Geneeskundige Keten’, ‘Militaire Politie Eskadron en capaciteit voor bijstand KMar’, ‘KMar-eenheid Persoonsbeveiliging Nederland’ en ‘Verwerving ISR-capaciteit Noordzee’.

Wendbaarheid

Defensie heeft in 2023 wederom mogelijkheden verkend voor versnellingen en internationale samenwerking. Met ingang van 2023 is het DMP geactualiseerd met aanpassingen op drie aspecten (Kamerstuk 27 830, nr. 379 van 1 november 2022): 1) het ophogen van de financiële ondergrens van € 25 miljoen naar € 50 miljoen, 2) het ophogen van de mandateringsgrens naar € 250 miljoen en 3) het clusteren van DMP-brieven. Met deze verhoging van de wendbaarheid van processen behaalt Defensie versnelling. Defensie zet haar schaarse capaciteit gedurende het proces dat loopt van de behoeftestelling tot en met levering van goederen en diensten zo efficient mogelijk in, om zo nieuw materieel te verwerven. In deze context verwijst ‘wendbaarheid’ ook naar een prioriteringsinstrument, niet alleen naar kortere doorlooptijden.

Een van de voorbeelden waarbij Defensie versnelling van verwerving heeft weten toe te passen, betreft de aankoop van raketartillerie voor de Landmacht. In oktober 2022 is de gecombineerde A/B-brief binnen zes maanden gevolgd door een D-brief, waarna de eerste systemen eind 2023 zijn ontvangen.

Daarnaast is internationale samenwerking met Europese en NAVO-partners in belang toegenomen. Dit geldt niet alleen voor de steun aan Oekraïne. Ook op het gebied van verwerving, gebruik, gereedstelling en instandhouding trekken we steeds nauwer op met onze partners. Europese vraagbundeling speelt daarnaast in toenemende mate een grote rol. De meest recente concrete resultaten zijn het opzetten van de Europese productielijn voor Patriot-raketten in Duitsland en het initiatief van de Europese Unie (EU) om munitieproductie gezamenlijk te verhogen.

Industriesamenwerking

De geopolitieke ontwikkelingen dwingen de Europese Unie (EU) en de NAVO om de strategische autonomie van Europa te versterken. In deze context is Defensie in 2023 gestart met de verkenning voor passend instrumentarium, de mogelijke aanpassingen die nodig zijn in aanbestedingstrajecten en de inventarisatie van programma's waar partnerschappen met EU-lidstaten noodzakelijk zijn. Zo geeft het invulling aan de nationale en Europese uitvoeringsagenda van de defensie industrie strategie.

Deelname aan internationale projecten heeft een positief effect op de positionering van de Nederlandse defensie-industrie en de kennisinstellingen. Defensie is in 2023 verder gegaan met het uitwerken en uitvoeren van de maatregelen van de Kamerbrief ‘Defensie-Industrie Strategie (DIS) in een nieuwe geopolitieke context’ uit november 2022 (Kamerstuk 31 125, nr. 92). Defensie heeft ingezet op het versterken van ecosystemen, met name in het maritieme domein, IT, Cyber en Space, en langs de lijnen van kennis en innovatie. Zo is samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) invulling gegeven aan de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie. Ook is onder leiding van Defensie een interdepartementale taskforce gestart onder auspiciën van de Nationale Veiligheidsraad, met als doel om tot concrete voorstellen te komen om de leverings- en productiezekerheid van munitie- en materieelproductie te verhogen voor zowel de continuering van steun aan Oekraïne als voor het versterken van de eigen operationele gereedheid.

Zoals aangekondigd in de Kamerbrief «Voortgang wetgevingstraject sectorale investeringstoets defensie-industrie» (Kamerstuk 31 125, nr. 113 van 26 juni 2020), wil het kabinet met een stelsel van investeringstoetsing voorkomen dat risico’s voor de nationale veiligheid ontstaan als gevolg van ongewenste investeringen, fusies en overnames van bedrijven. Binnen dit stelstel bereidt Defensie samen met EZK een wetsvoorstel voor dat een sectorale investeringstoets voor de defensie-industrie en een stelsel van veiligheidsverklaringen voor bedrijven omvat. Hiermee wil het kabinet de risico’s voor de continuïteit van processen die essentieel zijn voor de samenleving (‘vitale processen’) beheersen.

De sectorale investeringstoets verbetert de weerbaarheid van de Nederlandse defensie-industrie en moet voorkomen dat een ongewenste partij zeggenschap of invloed verwerft bij een leverancier die wezenlijk is voor het functioneren van de krijgsmacht. Daarnaast voorziet dit wetsontwerp in een door de overheid af te geven veiligheidsverklaring voor Nederlandse bedrijven om de weerbaarheid van Defensie-leveringsketens te vergroten. Met een dergelijke verklaring hebben deze bedrijven een betere positie bij buitenlandse defensieopdrachten en onderzoeksprojecten zoals bijvoorbeeld gefinancierd door het Europese Defensie Fonds (EDF).

Innovatie

In november 2022 heeft Defensie de Uitvoeringsagenda Onderzoek en Innovatie naar de kamer verstuurd die de maatregelen ter versterking van kennis en innovatie (K&I) uiteenzet en speerpunten definieert (Kamerstuk 31 125, nr. 122). In 2023 heeft Defensie invulling gegeven aan alle maatregelen:

  • 1. De kennisbasis bij de kennisinstituten is versterkt met extra programma’s;

  • 2. De aanvullende kennisopbouw op strategische speerpunten van Defensie is gestart, o.a. op gebied van arbeidsextensivering, Artificial Intelligence en verduurzaming;

  • 3. Er is voor 15 miljoen euro extra geïnvesteerd in technologieontwikkeling met kennisinstituten en bedrijven op onderwerpen als voertuigdetectie door kunstmatige intelligentie getraind met synthetische beelden, akoestische drone detectie met technieken geïnspireerd op de natuur of automatische inspectie van composietmaterialen voor onderhoud;

  • 4. Er zijn (inter)nationale R&T-samenwerkingen met diverse partners in gang gezet, zoals via NWO, CMRE en het Von Karmon Instituut. Ook heeft Defensie een eerste jaarlijkse bijdrage kunnen leveren aan het NATO Innovation Fund (NIF);

  • 5. Alle Defensieonderdelen hebben een innovatiecentrum gekregen/geborgd en budget ingezet om met innovatiepartners (o.a. bedrijfsleven) te kunnen experimenteren;

  • 6. Voorgenoemd experimenteren met innovatiepartners gebeurt bijvoorbeeld in de vorm van ecosystemen; en

  • 7. De financiële en juridische expertise is aangesterkt om succesvol in zulke ecosystemen te kunnen werken.

Eén van de innovatieve gebieden waarbinnen Defensie in 2023 capaciteiten heeft ontwikkeld, betreft het ruimtedomein. In juni 2023 heeft de Kamer de A-brief ‘Opbouw operationele satelliet capaciteit’ ontvangen (Kamerstuk 27 830, nr. 405). Verder heeft het Amerikaanse bedrijf SpaceX begin 2023 twee Noors-Nederlandse nanosatellieten gelanceerd. Deze lancering vloeit voort uit het samenwerkingsverband SMART/MilSpace waarin, naast de ministeries van Defensie van Nederland en Noorwegen, ook de strategische kennispartners nauw samenwerken.

In mei 2023 startte de (interdepartementale) Regiecommissie Ruimtevaart aan de nationale lange termijn ruimtevaartagenda (civiel-militair). Defensie droeg bij aan het interdepartementaal ontwikkelen van deze agenda, waarmee de Defensiebelangen zijn geborgd. Defensie en het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) stelden, samen met andere bij het ruimtedomein betrokken departementen, het Nederlandse standpunt op over de EU Ruimte Strategie voor Veiligheid en Defensie (BNC-fiche, Kamerstuk 22112, nr. 3664 van 21 april 2023). Voor Defensie is het belangrijk dat het ruimtedomein als operationeel strategisch domein wordt erkend.

Vanuit het Europees Defensiefonds zijn drie voor het ruimtedomein interessante projecten gehonoreerd met Nederlandse inbreng. Dit zijn REACTS, SPIDER en ODIN’s EYE 2. Aan al deze projecten draagt Defensie direct of indirect bij.

Vastgoed en omgeving

Defensie heeft een omvangrijke vastgoedopgave waarbinnen veel locaties moeten worden verbouwd of gerevitaliseerd. In 2023 heeft Defensie opvolging gegeven aan een aantal van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer op het gebied van vastgoed die voortkomen uit het verantwoordingsonderzoek 2021. Zo is een plan opgesteld over welk vastgoed Defensie wil behouden en welk vastgoed wordt afgestoten. Hierbij zijn concrete doelen gesteld qua termijn van afstoting. Defensie actualiseert en evalueert dit plan jaarlijks met het oog op de voortgang. De nog resterende aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer zijn opgepakt met de concentratie, verduurzaming en vernieuwing van het vastgoed van Defensie.

Zoals in het Strategisch Vastgoedplan (SVP) 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 12 van 2 december 2022) is gemeld, wil Defensie met het het concentreren, verduurzamen en vernieuwen van het vastgoed de operationele gereedheid verhogen, de werk- en woonomstandigheden op de kazernes verbeteren om een goede en aantrekkelijke werkgever te blijven, de duurzaamheid van het vastgoed ontwikkelen en de betaalbaarheid verbeteren. Ook werkt Defensie toe naar een stevigere samenwerking met regio’s, voor een invulling van de opgaven met draagvlak en meerwaarde voor alle betrokken partijen. In 2023 is de Kamer geïnformeerd over het bestuurlijk besluit als resultaat van een gezamenlijke visie op de invulling van de kazernes in Assen en Havelte (Kamerstuk 36 124, nr. 26 van 6 februari 2023) en over de behoeftestelling voor het project ‘Concentreren en revitaliseren van de Johannes Postkazerne’ in Havelte (Kamerstuk 36 124, nr. 37 van 20 december 2023).

Ruimte voor Defensie

In 2023 heeft Defensie het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) aangekondigd (Kamerstuk 26 124, nr. 33 van 5 juli 2023). Het NPRD brengt (1) de extra ruimtevraag van Defensie ten opzichte van de NOVI in beeld, (2) weegt deze af ten opzichte van de andere ruimtevragen en (3) heeft als doel de besloten ruimte uiteindelijk planologisch-juridisch te borgen. Defensie heeft de extra ruimtevraag eind 2023 in beeld gebracht en op 15 december 2023 gepubliceerd in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau NPRD. Vervolgens is een plan MER en participatie traject gestart. Op basis van de hieruit voortkomende beslisinformatie worden keuzes voorbereid over nut en noodzaak van het voorgestelde ruimtegebruik door Defensie. Deze keuzes worden door NPRD opgenomen in een nationale beleidsvisie, die onderdeel vormt van het NPRD. Uiteindelijk is het aan een volgend kabinet om hier een besluit over te nemen.

Defensie heeft ook te maken met de gevolgen van de stikstofproblematiek. Om verschillende plannen en projecten van Defensie vergunbaar te krijgen als het gaat om effecten op de natuur, zijn de stikstofeffecten van bouwprojecten en de beperkte beschikbaarheid van stikstofruimte een knelpunt. Met behulp van een onderzoek heeft Defensie in 2023 inzicht gekregen in de huidige stikstofuitstoot en de vergunde stikstofruimte (in de referentiesituatie) voor verschillende Defensielocaties. Het onderzoek richtte zich op de stikstofsituatie op 51 defensielocaties die in of nabij Natura 2000-gebieden liggen en/of waar ontwikkelingen met stikstofimpact gepland staan. Hierdoor kan Defensie beoordelen of nieuwe activiteiten of projecten kunnen worden gerealiseerd door de uitstoot van stikstof zo vorm te geven dat deze wordt opgelost binnen het project of op locatie. Daarnaast heeft Defensie gewerkt een beter inzicht in de stikstofruimte die nodig is voor geplande projecten en activiteiten.

IT

De ontwikkeling van informatietechnologie (IT) leidt tot een steeds verder gedigitaliseerde wereld en daarmee ook toegenomen digitale dreiging. Defensie moet zich weren tegen deze cyberdreigingen, zelf offensieve cybercapaciteiten hebben en meegaan met de ontwikkelingen op het gebied van onder meer Data Science en Artificial Intelligence. Ook brengt Defensie de informatiehuishouding de komende jaren naar een hoger niveau. Met andere woorden: Defensie wordt een informatie-gestuurde organisatie. Informatiegestuurd werken en optreden is een van de actielijnen van de DN22.

Op 4 juli 2023 heeft de Kamer de beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden (IGO) ontvangen (Kamerstuk 36 124, nr. 35). In deze beleidsvisie zet Defensie uiteen wat zij verstaat onder IGO. Sinds het tweede kwartaal van 2023 is de Chief Information Officer (CIO) verantwoordelijk voor de centrale coördinatie van IGO binnen Defensie. Als onderdeel van deze coördinerende rol geeft de CIO richting aan de uitvoering van de beleidsvisie.

In 2023 is Defensie verder gegaan met een aantal Defensie-brede IT-programma’s, waaronder de implementatie van het programma ROGER. Dit programma draagt zorg voor vervanging van SAP R3 door S4/HANA, waardoor de financiële en materiële processen binnen Defensie door kunnen blijven gaan. Tegelijkertijd legt ROGER de basis voor een bedrijfsvoeringssysteem met mogelijkheden tot real time informatievoorziening en analytics. Het programma ligt nog steeds op koers om de opdracht eind 2025 te hebben afgerond. In het derde kwartaal van 2023 zijn drie scope-uitbreidingen goedgekeurd, te weten ‘Inzicht in Kosten’, ‘Uitbreiding Transportmanagement’ en het nieuwe ‘Rollen- en Autorisatieconcept’. Met deze laatste uitbreiding wordt het mogelijk om functiescheidingsconflicten te herkennen, conflictvrije rollen te bouwen en deze twee zaken te analyseren en monitoren. In het derde kwartaal van 2023 is een grote upgrade van S/4HANA (project Core Release) met succes uitgevoerd. De problematiek rondom de beperkingen van de SATCOM-Infrastructuur vraagt nog steeds aandacht. Defensie is bezig om de betreffende knelpunten te adresseren, waarmee het programma als ‘in control’ wordt beschouwd.

In 2023 hebben zowel de CIO van Defensie als het AcICT belangrijke aanbevelingen over het programma Grensverleggende IT (GrIT) gedaan. Hierover is de Kamer geïnformeerd bij aanbieding van de derde voortgangsrapportage GrIT (Kamerstuk 35 728, nr. 11). In reactie op vervolgvragen van de Kamer heeft Defensie aangegeven te werken aan een nieuwe realisatie- en implementatiestrategie voor het programma (Kamerstuk 35 728, nr. 12)

Ook op vlak van operationele IT heeft Defensie in 2023 stappen gezet op verschillende domeinen. Met het programma FOXTROT geeft Defensie invulling aan de modernisering van het tactisch mobiele domein. In 2023 informeerde Defensie de Kamer over de omvang en inhoud van het programma en de verwerving van militaire transmissiemiddelen bouwblok (MTBB) middels de A-brief programma Foxtrot en de B-brief MTBB voor een van de deelprojecten binnen het programma (Kamerstukken 27 830, nr. 418 en nr. 419 van 20 november 2023). Met de start van de verwerving van militaire transmissiemiddelen bestemd voor het tactisch mobiele domein, is een volgende stap gezet in de krijgsmacht-brede transitie naar informatiegestuurd optreden (IGO). Deze radio’s vormen een belangrijke bouwsteen voor de uiteindelijke FOXTROT oplossing en zorgen voor een verbeterde interoperabiliteit met Duitsland en andere NAVO-partners. In 2024 zal het zogenaamde zenuwstelsel van de FOXTROT-oplossing volgen; het bouwblok Platform Infra.

Nieuwe projecten en mijlpalen

In 2023 heeft Defensie 19 nieuwe projecten gestart met een financiële omvang van meer dan € 50 miljoen. Voorbeelden van nieuw aangekondigde projecten zijn de aanvulling van de inzetvoorraad munitie (Kamerstuk 27 830, nr. 395 van 18 april 2023), de SIGINT/ESM capaciteit en bewapening van de MQ-9 (Kamerstukken 27 830, nr. 383 van 18 januari 2023 en nr. 399 van 23 mei 2023), Deep Strike Capaciteit Air en Maritiem (Kamerstuk 27 830, nr. 391 van 3 april 2023), de opbouw van militaire satellietcapaciteiten (Kamerstuk 27 830, nr. 405 van 5 juni 2023) en de vervanging van de Medium Utility helikopter (Kamerstuk 27 830, nr. 403 van 5 juni 2023).

Defensie is in 2023 voor een recordbedrag van € 8,9 miljard aan verplichtingen aangegaan door middel van het afsluiten van contracten. Voorbeelden zijn de contracttekening voor de verwerving van Counter-UAS-middelen, de contracttekening van de Anti-Submarine Warfare Fregat (ASWF), en het tekenen van de implementing arrangement voor de verwerving van raketartillerie. Ook tekende Defensie contracten voor de interim-radar, de Air Assault-voertuigen, en meerdere kleinere verwervingen zoals straalzenders en verrekijkers.

In 2023 heeft Defensie ook verder gewerkt aan de verschillende projecten die al deel uitmaakten van het investeringsprogramma. Zo is de krijgsmacht in 2023 versterkt door verschillende nieuwe leveringen. Voorbeelden zijn de leveringen van het eerste interim Air Assault-voertuig, het tweede kustwachtvliegtuig, de eerste ESSM Block 2-raketten, het eerste Manticore-voertuig, de nieuwe periscooptrainer NLBEOPS, de eerste Apache AH-64E helikopter en is het Mijnenbestrijdingsvaartuig Vlissingen te water gelaten. Ook heeft Defensie de nieuwe Gulfstream en de eerste elektrische werkboot in 2023 in gebruik genomen en is Zr.Ms Johan de Witt weer uitgevaren na een mid-life update.

Echter was er in 2023 ook sprake van vertraagde leveringen. De toegenomen wereldwijde vraag op de Defensiemarkt leidde tot hogere prijzen of langere levertijden. Zo is het KL EOV-systeem, onderdeel van het project Vervanging ESM-capaciteiten, later geleverd dan gepland. Ook is binnen Project ESSM Block 2: verwerving en integratie sprake van vertraging in de contractvorming omtrent de integratie van ESSM. Hierdoor schuift een betaling door naar 2024. Andere voorbeelden van vertragingen betreffen Project Vervanging Bergingsvoertuig, waarbij herprioritering door de leverancier vanwege Oekraïne heeft geleid tot een vertraging in leveringen en Project Apache Remanufacture, waarbij de verwachtte kasrealisatie doorschuift naar 2024 door vertraging van de levering van de simulator Longbow Crew Trainer.

Overprogrammering

Onzekerheden zoals bijvoorbeeld krapte op de Defensiemarkten, prijsstijgingen en/of onderhandelingen met externe partijen die langer duren dan verwacht, kunnen ervoor zorgen dat Defensie haar projecten later implementeert dan eerder werd geraamd. Door meer investeringen te programmeren, streeft Defensie naar tijdige realisatie van het budget dat in het betreffende jaar beschikbaar is. Vanzelfsprekend blijft het totale uitgavenbudget bepalend.

Defensie heeft ook in 2023 overprogrammering gevoerd om onzekerheden op te kunnen vangen en geplande investeringen zo veel mogelijk te implementeren. Defensie hanteert een maximaal toegestane overprogrammering van 30% in het uitvoeringsjaar en de begrotingsperiode om zo tot een tijdige realisatie van het investeringsprogramma te komen. In de kabinetsreactie op het IBO over publieke investeringen (Kamerstuk 35925, nr. 173 van 18 juli 2022) is aangekondigd dat het kabinet verder onderzoekt hoe het gebruik van het instrument overprogrammering en het nieuwe investeringsplafond in de praktijk nog meer bijdragen aan realistische planningen, effectief doelbereik en transparante en heldere communicatie richting het parlement. Dit interne onderzoek is afgerond in november 2023 en aangeboden. Op basis van dit onderzoek heeft de Studiegroep Begrotingsruimte in december 2023 het rapport ‘Bijsturen met het oog op de toekomst’ uitgebracht. Hierin wordt de aanbeveling gedaan om het gebruik van begrotingsfondsen te beperken door toetsing aan een aantal randvoorwaarden. Deze aanbeveling heeft geen consequenties voor het huidige Defensiematerieelbegrotingsfonds.

Realisatievermogen

Bij aanvang van het kabinet dat aantrad op 10 januari 2022 is er voor het versterken van de krijgsmacht en het inlopen en wegwerken van achterstanden structureel € 3,0 miljard beschikbaar gesteld aan Defensie. Vanwege de oorlog in Oekraïne besloot het kabinet extra te investeren in defensie (€ 2,0 miljard). Gelet op de verhoging van budgetten van alle bondgenoten en de zeer krappe defensiematerieelmarkten en arbeidsmarkt ontstaat er spanning op de realisatie van verplichtingen en de daaraan verbonden uitgaven. Ondanks externe marktkrapte lukt het Defensie om in budgettaire omvang in korte tijd snel te groeien. Dit toont niet alleen de ambitie van Defensie, maar ook het aanpassings- en groeivermogen van de organisatie.

Ondanks deze ambitie en de versnelling bij de uitvoering van projecten, is het niet te voorkomen dat sommige projecten vertragen. Defensie neemt hiervoor verantwoordelijkheid door budget te verschuiven naar latere jaren. In 2023 werden de uitgaven op het Defensiematerieelfonds geraamd op € 6,7 miljard. De realisatie bedraagt € 5,6 miljard. Het budget dat niet gerealiseerd is ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023 (€ 1,1 miljard) is doorgeschoven naar latere jaren om de door Defensie geplande investeringen te kunnen blijven realiseren. Daarnaast zijn er meer verplichtingen aangegaan, wat zichtbaar is in de verplichtingenstand. In 2022 betrof de verplichtingenstand € 6,3 miljard, waar deze in 2023 is gegroeid naar € 8,9 miljard. Defensie heeft daarmee dit jaar € 2,6 miljard meer aan contracten afgesloten om haar investeringsprogramma tot realisatie te brengen.

In 2023 heeft Defensie verschillende projecten uitgevoerd. Het vergt veel van de defensieorganisatie om de vaart erin te houden. In lijn met de motie-Valstar c.s. (Kamerstuk 35 925-X, nr. 70 van 21 april 2022) heeft Defensie in het afgelopen jaar wijzigingen in de informatievoorziening doorgevoerd over de grote materieel- en vastgoedinvesteringen.

Zoals eerder aangegeven, heeft Defensie het DMP in 2023 geactualiseerd. Deze actualiseringsslag van het DMP zet Defensie in 2024 door. Zoals gemeld in de Kamerbrief 'Wendbaarheid «voorzien-in» proces materieel (Kamerstuk 27 830, nr. 379 van 33 november 2022), wordt de brochure ‘DMP bij de tijd’ geactualiseerd en opnieuw uitgebracht. Hierin worden afspraken en werkvormen aangepast aan de nieuwe werkelijkheid. De wijzigingen in het DMP komen ten goede aan het realisatievermogen van Defensie. Defensie kan maatwerk toepassen door bijvoorbeeld DMP-fasen samen te voegen of een DMP-fase weg te laten. In het afgelopen jaar heeft Defensie bijvoorbeeld de gecombineerde brieven over Foxtrot, Deep Precision Strike, en Anti-A2AD capaciteit voor de F-35 naar de Kamer gestuurd.

In 2023 heeft Defensie getracht zich sneller aan te passen, zelfstandig en in internationaal verband. Dat vereist ook verbeterinitiatieven die buiten de directe invloedssfeer van Defensie liggen. Zo is in 2023 door Defensie zowel op nationaal als Europees niveau gesproken over aanpassing van de (Europese) aanbestedingswetgeving. Een tijdelijke aanpassing van de aanbestedingswetgeving is gerealiseerd via Verordening 2023/1525 betreffende de ondersteuning van de productie van munitie. Deze verordening maakt het mogelijk om onder voorwaarden gebruik te maken van bestaande raamovereenkomsten van (andere) lidstaten om munitie en raketten aan te schaffen, zonder een Europese aanbesteding te doorlopen. In 2024 worden de gesprekken voortgezet.

Ook werkt Defensie in toenemende mate samen met partnerlanden in de verwerving van nieuw materieel. Zo heeft Nederland in 2023 namens België het contract voor de gezamenlijke verwerving van de Anti Submarine Warfare Fregat getekend, heeft Duitsland namens Nederland het contract voor de nieuwe Air Assault-voertuigen getekend, en heeft Duitsland een optie binnen het recent getekende contract voor de verwerving van raketartillerie gelicht. Ook schaft Nederland de Multi-Missie-radar aan namens Denemarken, en sluit Oostenrijk bij Nederland aan bij de verwerving van de C-390. Verder heeft Nederland in 2023 software voor de Portugese M-fregatten geleverd.

Instandhouding

In 2023 heeft Defensie stappen gezet om de instandhouding van het materieel te verbeteren. Vooruitlopend op het vergroten van de schaalbare onderhoudscapaciteit heeft Defensie de voorraad reservedelen en de inzetvoorraden opgehoogd. De Koninklijke Luchtmacht heeft hierdoor voldoende reservedelen en inzetvoorraad en heeft ook de beschikking over schaalbare onderhoudscapaciteit voor de hoofdwapensystemen. In 2023 is hier ook een stijgende lijn in te zien voor de Koninklijke Marine en de Koninklijke Landmacht.

Voor de ondersteunende wapensystemen zijn de voorraad reservedelen en de inzetvoorraden niet altijd toereikend. Dit wordt deels veroorzaakt doordat Defensie een deel van de voorraad beschikbaar heeft gesteld aan Oekraïne. Tegelijkertijd is sprake van beperkte beschikbaarheid van grondstoffen en productiecapaciteit. Dit heeft ertoe geleid dat de markt voor Defensiegoederen overvraagd is, waardoor Defensie haar voorraden minder snel aan kan vullen dan gewenst.

In 2023 heeft Defensie zich ingezet om de inzetvoorraad munitie verder aan te vullen in de richting van de NAVO-norm. Zo heeft Defensie de Kamer in 2023 geïnformeerd over de aanvullende aankoop van € 1,5 miljard aan munitie (Kamerstuk 27 830, nr. 395 van 18 april 2023). Dit betreft zowel kapitale munitie als raketten en precisiegeleide artilleriegranaten als conventionele munitie. Groei van alle munitievoorraden draagt bij aan verhoging van de inzetbaarheid van de krijgsmacht en aan de Nederlandse en Europese veiligheid. Hierdoor kan Defensie een betere bijdrage leveren aan de eigen en bondgenootschappelijke verdediging en deze ook langer volhouden.

Verder is Defensie in 2023 verder gegaan met het ophogen van haar munititievoorraden, richting het niveau dat de NAVO van ons vraagt. Zo zijn de opgedragen voorraadnormen voor luchtverdediging en grondgebonden gevechtssystemen midden-2023 naar boven bijgesteld. Voor bepaling van de BKI-norm kijkt Defensie enerzijds naar het beoogde operationele verbruik en anderzijds naar richtlijnen vanuit NAVO om tot voorraadniveaus te komen.

Inzetbaarheid

Ieder half jaar rapporteert Defensie aan de Kamer over de operationele gereedheid, inzetbaarheid en inzet van de krijgsmacht met de Inzetbaarheidsrapportage. Op basis van deze informatie stuurt Defensie op de operationele gereedheid en inzetbaarheid.

Defensie formuleerde haar gereedheidsambitie in 2023 door middel van de Opdrachtenmatrix; een generieke gereedstellingsopdracht per hoofdtaak en per inzetbare eenheid. In 2023 is deze ambitie voor de eerste maal bewaakt per hoofdtaak, waardoor het mogelijk is de voortgang in de toename van de operationele gereedheid gedetailleerder te signaleren. Zo krijgt Defensie ook inzicht in de bijdragende parameters Personele Gereedheid, Materiële Gereedheid en Geoefendheid, waardoor het mogelijk is gericht te sturen. De resultaten zijn bij de begroting voor 2024 aangeboden in de vertrouwelijke bijlage van de ‘Stand van Defensie’ (Kamerstuk 36410-, nr. 5 van 19 september 2023). De ‘Stand van Defensie’ toonde verder de voorraadniveaus van de operationele assortimenten. Deze ‘Inzetvoorraden’ zijn per assortiment bewaakt en gerelateerd aan een noodzakelijk voorraadniveau per hoofdtaak. Tot slot gaf de vertrouwelijke bijlage inzicht in de mate waarin inzetbare eenheden ook daadwerkelijk zijn ingezet of stand-by hebben gestaan.

4. Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1 Defensiebreed materieel

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het defensiebrede materieel. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

0

0

514.874

1.208.183

1.247.949

1.514.058

‒ 266.109

         
 

Uitgaven

0

0

721.264

868.388

853.331

1.450.849

‒ 597.518

         

1.11

Verwerving

0

0

401.921

445.072

416.211

961.683

‒ 545.472

 

Opdrachten

0

0

401.921

445.072

416.211

961.683

‒ 545.472

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

0

0

0

192.189

‒ 192.189

 

Verwerving: realisatie

0

0

401.921

445.072

416.211

769.494

‒ 353.283

1.12

Instandhouding

0

0

268.103

268.563

429.569

403.005

26.564

 

Opdrachten

0

0

268.103

268.563

429.569

403.005

26.564

 

Instandhouding Materieel

0

0

268.103

268.563

429.569

403.005

26.564

1.13

Kennis en Innovatie

0

0

38.015

33.994

47.284

120.240

‒ 72.956

 

Bekostiging

0

0

38.015

33.994

47.284

120.240

‒ 72.956

 

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

0

0

4.450

3.700

8.449

55.051

‒ 46.602

 

Technologieontwikkeling

0

0

29.090

27.964

35.357

38.566

‒ 3.209

 

Kennisgebruik

0

0

2.393

1.159

1.050

3.072

‒ 2.022

 

Kort Cyclische Innovatie

0

0

2.082

1.171

2.428

23.551

‒ 21.123

1.14

Reserve Valutaschommelingen

0

0

13.225

120.759

‒ 39.733

0

‒ 39.733

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

0

13.225

120.759

‒ 39.733

0

‒ 39.733

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

0

13.225

120.759

‒ 39.733

0

‒ 39.733

1.15

Onzekerheidsreservering

0

0

0

0

0

12.732

‒ 12.732

 

Fonds

0

0

0

0

0

12.732

‒ 12.732

 

Fonds

0

0

0

0

0

12.732

‒ 12.732

1.16

Over-/ onderprogrammering

0

0

0

0

0

‒ 46.811

46.811

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 46.811

46.811

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 46.811

46.811

         
 

Ontvangsten

0

0

51.471

71.178

100.023

99.875

148

         
Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn per saldo voor een bedrag van € 266,1 miljoen minder verplichtingen aangegaan. Het betreft een saldo van zowel verhogingen als verlagingen van de verplichtingen. In de 1e suppletoire begroting, de Prinsjesdag suppletoire begroting en de 2e suppletoire begroting is een uitgebreidere toelichting opgenomen. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting die bijdragen aan deze neerwaartse bijstelling worden hieronder toegelicht.

De verplichtingen voor Patriot projecten naar aanleiding van de Defensienota 2022 zijn van artikel 1 Defensiebreed materieel overgegaan naar artikel 3 Land materieel. Daarnaast zijn de verplichtingen op verschillende projecten met de Prinsjesdag suppletoire begroting op basis van de laatste inzichten in het juiste ritme gezet. Per project en per jaar kunnen verplichtingen worden aangepast volgens de actuele prognoses; deze worden bijvoorbeeld naar voren gehaald of naar achter geschoven. Per saldo zijn de verplichtingen in 2023 naar beneden bijgesteld, omdat deze in latere jaren worden aangegaan. Het betreft hier onder meer de projecten Defensie operationeel kledingsysteem (DOKS) en Defensiebrede vervanging klein kaliber wapens (Colt en ondersteunende wapens), alsmede een aantal technische mutaties. Ook heeft er een neerwaartse bijstelling in het najaar plaatsgevonden die het gevolg is van de overheveling van middelen van de voorbereidingsfase naar de realisatiefase en instandhouding op andere artikelen binnen het DMF. Dit heeft betrekking op het geleverd eigen materieel aan Oekraïne, waarvan de vervangingswaarde uit algemene middelen gecompenseerd is. Tenslotte is een deel van de verplichtingenruimte op munitie verschoven naar 2024, aangezien dat deel van de verplichtingen in 2024 wordt aangegaan.

Uitgaven

Verwerving

Voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Hieruit volgt een actueel financieel ritme. Na de besluitvorming worden deze middelen overgeboekt naar de onderzoeks- of realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is in 2023 daarom met € 192,2 miljoen afgeboekt. Budget dat naar latere jaren is geschoven, is in die jaren opgeboekt.

De verlaging van het budget is met de eerste suppletoire begroting doorgevoerd. Het projectbudget (€ 119,6 miljoen) dat hiermee is overgeheveld naar de realisatie- of onderzoeksfase betreft onder andere het project Aanvulling Inzetvoorraad Munitie (Kamerstuk 27 830, nr. 395 van 18-04-2023), aanschaf additionele behoefte programma Wissellaadsystemen, Trekker-oplegger-combinaties en Bergingsvoertuigen (WTB) en vervanging Grondterminals MILSATCOM.

Daarnaast is budget (€ 35,2 miljoen) dat met de Defensienota 2022 is toegevoegd aan de voorbereidingsfase, overgeheveld naar de realisatiefase. Het betreft budget voor een aantal projecten die al in de realisatiefase zitten. Hier gaat het bijvoorbeeld om de vervanging van de Patriot gerelateerde projecten (Aanvulling inzetvoorraad Munitie, Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC-3 raketten, en Verlenging levensduur Patriot). Vanwege langere doorlooptijden voor het afsluiten van contracten en levertijden ten gevolge van de huidige marktomstandigheden is ook budget naar latere begrotingsjaren doorgeschoven.

Realisatiefase

Niet alle materieelprojecten zijn volgens begrotingsplanning uitgevoerd. In 2023 was er sprake van personeelstekorten mede door de krapte op de arbeidsmarkt, verbroken logistieke ketens en een overspannen wapenmarkt na de inval van Rusland in Oekraïne. Daardoor zijn geplande leveringsmomenten of contractvormingen niet altijd behaald. Projecten waarbij als gevolg van andere oorzaken in 2023 minder is gerealiseerd, worden hieronder specifiek toegelicht. Op verwerving defensiebreed materieel is de realisatie € 353,3 miljoen lager dan begroot.

Navolgend de toelichting voor projecten met een specifieke verklaring.

Het project Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) is in 2023 verder vertraagd omdat een aantal randvoorwaarden en eisen van de beveiligingsautoriteit die nodig zijn voor verdere uitrol van het project nog niet gehaald zijn. Dit zorgt er voor dat de realisatie lager uitkomt dan ten tijde van opstellen van de begroting 2023 werd verwacht. De realisatie in 2023 komt uit op € 6,5 miljoen in plaats van de geraamde € 71,1 miljoen. Het projectbudget is wel verhoogd als gevolg van een afwijkingsrapportage die in 2023 is goedgekeurd.

De lagere realisatie bij het project Defensie Operationeel Kleding Systeem (DOKS) is veroorzaakt doordat de aanbesteding van DOKS Kleding vertraagd is. Als onderdeel van de offertevergelijking houdt COMMIT draagproeven met de aangeboden kleding. De uitslagen van de draagproeven waren zodanig dat er nog geen gunningsbeslissing genomen kon worden. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter van dit project wordt slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget en daarmee de onderrealisatie op het uitgavenbudget. De bandbreedte bedraagt tussen € 250 en € 1.000 miljoen.

In de bestuursakkoorden tussen Kustwacht CARIB en de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten is door de landen een bijdrage geleverd aan het langer termijn plan materieel. In de ontwerpbegroting was een fasering van deze budgetten naar latere jaren nog niet verwerkt voor € 22,9 miljoen.

De lagere realisatie bij het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) is veroorzaakt doordat de oplevering van de C4I vertraagd is. Dit komt door: A) De kwaliteit van de systemen bleek onvoldoende tijdens de acceptatietesten. B) Een Nederlandse toeleverancier kon, vanwege een tijdelijk ingetrokken ABDO-certificaat, de crypto-module niet tijdig leveren. C) Als gevolg van de veiligheidssituatie in Israël, is veel personeel van de leverancier gemobiliseerd en is de productielocatie verplaatst naar een veiliger gebied. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter van dit project wordt slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget en daarmee de onderrealisatie op het uitgavenbudget. De bandbreedte bedraagt tussen € 250 en € 1.000 miljoen.

Bij het programma Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen ((DVOW) commercieel vertrouwelijk programma) is minder uitgegeven dan begroot bij navolgende deelprojecten:

  • Project Voertuig 12kN overig & RCWS (IVECO Manticore): de opstart van serievoertuigen heeft vertraging opgelopen omdat er tijdens testsessies door Defensie gebreken werden gevonden.

  • Project Voertuig 12kN Air Assault (interim voertuig Vector): doordat bepaalde onderdelen niet meer verkrijgbaar waren was er extra tijd nodig voor engineering en testen van de nieuwe onderdelen. De serieproductie is hierdoor later opgestart.

  • Project Voertuig 12kN Air Assault: de contractvorming is laat in het jaar tot stand gekomen waardoor de uitgaven zijn doorgeschoven naar 2024.

  • Project voertuig QUAD: dit ontwikkelingsproject voor een militaire dieselquad (MDQ) heeft een grote vertraging opgelopen omdat tijdens de testfase het voertuig niet voldeed aan de eisen.

  • Project Containersystemen en Subsystemen: dit project heeft een aanzienlijke vertraging opgelopen door problemen met de seal van de deur en omdat het prototype A1 container niet door de Electro Magnetic Compatibility (EMC) test kwam.

In onderstaand overzicht zijn alle projecten in realisatie met een financiële omvang van meer dan € 100,0 miljoen conform het DMF 2023 opgenomen. Jaarlijks worden het DPO en de DPO-Afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportages geven een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten met een investeringsbedrag van meer dan € 50,0 miljoen in onderzoek en realisatie. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter een aantal project wordt voor deze projecten slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget.

Tabel 3 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (stand ontwerpbegroting 2023)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2022

Verwachte uitgaven in 2023 (DMF 2023)

Gerealiseerde uitgaven in 2023

Verschil uitgaven 2023

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)

147,7

27,2

3,3

2,1

‒ 1,2

Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

243,0

47,8

71,1

6,5

‒ 64,6

Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW)

1.000-2.500

Commercieel vertrouwelijk

Instandhouding

Ten opzichte van de ontwerpbegroting is voor € 25,6 miljoen meer uitgegeven door Kustwacht CARIB. Voor € 21,8 miljoen hebben de hogere uitgaven betrekking op de leasecontracten voor de luchtverkenning, doordat het budget deels in de ontwerpbegroting van de Defensiebegroting, artikel 2 was opgenomen. Verder heeft er een hogere afname van vlieguren plaatsgevonden dan begroot en is het resterende deel het gevolg van inflatie.

Bekostiging

De gerealiseerde uitgaven op het budget voor Kennis en Innovatie zijn met € 73,0 miljoen lager dan begroot. De lagere realisatie op het budget Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten (€ 46,6 miljoen) is onder andere te verklaren door een correctie om budget (ca. € 15,5 miljoen) bedoeld voor kennisopbouw naar de juiste positie (beleidsartikel 9 Algemeen van de Defensiebegroting) op de Defensiebegroting te verplaatsen. De lagere realisatie bij Kort Cyclische Innovatie (€ 21,1 miljoen) heeft te maken met het overhevelen van middelen naar de Defensieonderdelen voor innovatieprojecten uitgevoerd door de Innovatiecentra. Daarnaast hebben bij projecten onder Kennis en Innovatie diverse herschikkingen plaatsgevonden binnen dit artikel.

Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling (CODEMO)

De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een instrument dat bedoeld is voor innovatieve defensie-specifieke productontwikkeling door met name het nationale Midden- en Kleinbedrijf, dat Defensie in staat stelt om na succesvolle afronding als launching customer op te treden. Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, maximaal 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie, in de vorm van royalty’s over de verkoop van de ontwikkelde producten aan derden, worden beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty’s toegevoegd aan het budget van € 10 miljoen waar in 2011 mee is gestart, resulterend in een totaal budget van € 13,3 miljoen. In totaal is sinds de start van de regeling voor een bedrag van € 11,8 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd, wat resulteert in een resterend budget van € 1,5 miljoen.

In 2023 waren zes projecten in uitvoering. In navolgende tabel staan de cumulatieve cijfers vanaf het begin van de regeling tot en met 31 december 2023.

Tabel 4 CODEMO

Ingediende voorstellen

94

Gehonoreerde voorstellen

29

Afgewezen voorstellen

65

Afgeronde voorstellen

23

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan onvoorziene vertragingen en omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget van de investeringsportfolio en de gehele begroting. Overprogrammering is zodoende een instrument dat bij kan dragen aan een tijdige en doelmatige implementatie van de investeringsbudgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering wordt gedurende het jaar afgeboekt tot nul.

4.2 Artikel 2 Maritiem materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het maritiem materieel. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

0

0

423.425

615.553

1.646.856

5.466.977

‒ 3.820.121

         
 

Uitgaven

0

0

483.137

556.332

691.009

676.321

14.688

         

2.11

Verwerving

0

0

327.962

382.750

456.190

820.379

‒ 364.189

 

Opdrachten

0

0

327.962

382.750

456.190

820.379

‒ 364.189

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

0

0

0

97.992

‒ 97.992

 

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

0

0

0

84.965

‒ 84.965

 

Verwerving: realisatie

0

0

327.962

382.750

456.190

637.422

‒ 181.232

2.12

Instandhouding

0

0

155.175

173.582

234.819

179.195

55.624

 

Opdrachten

0

0

155.175

173.582

234.819

179.195

55.624

 

Instandhouding Materieel

0

0

155.175

173.582

234.819

179.195

55.624

2.16

Over-/ onderprogrammering

0

0

0

0

0

‒ 323.253

323.253

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 323.253

323.253

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 323.253

323.253

         
 

Ontvangsten

0

0

42.346

26.775

39.235

9.684

29.551

         
Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn per saldo voor een bedrag van € 3,8 miljard minder verplichtingen aangegaan. Het betreft een saldo van zowel verhogingen als verlagingen van de verplichtingen. In de 1e suppletoire begroting, de suppletoire Prinsjesdag begroting en de 2e suppletoire begroting is een uitgebreidere toelichting opgenomen. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting die bijdragen aan deze neerwaartse bijstelling worden hieronder toegelicht.

Voor een aantal grote projecten geldt dat de verplichtingen op basis van de laatste inzichten in het juiste ritme zijn gezet. Per project en per jaar kunnen verplichtingen worden aangepast volgens de actuele prognoses; deze worden bijvoorbeeld naar voren gehaald of naar achter geschoven. Per saldo zijn de verplichtingen in 2023 naar beneden bijgesteld, omdat deze in latere jaren worden aangegaan. Het betreft hier onder meer de projecten Vervanging Onderzeeboten, Vervanging Close-in Weapon System, Maritiem Surface-to-surface Missile, Softkill Torpedo Defensiesysteem.

Uitgaven

Verwerving

Voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Hieruit volgt een actueel financieel ritme. Na de besluitvorming worden deze middelen overgeboekt naar de onderzoeks- of realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is in 2023 daarom met € 98,0 miljoen afgeboekt. Budget dat naar latere jaren is geschoven, is in die jaren opgeboekt.

Met de eerste suppletoire begroting is het budget voor de projecten in de voorbereidingsfase met € 98,0 miljoen verlaagd. Dit is allereerst het gevolg van een kasschuif (€ 43,9 miljoen) vanwege langere doorlooptijden voor het afsluiten van contracten en van langere levertijden ten gevolge van de huidige marktomstandigheden; hierdoor worden de middelen doorgeschoven naar latere jaren. Voorts wordt € 29,6 miljoen aan budget overgeheveld naar de realisatiefase. De wijzigingen hebben onder ander betrekking op de projecten Langer doorvaren LCF: Elektronische oorlogvoering, vervanging Beach Armoured Recovery Vehicle (BARV)1en het project Vervanging middelzwaar landingsvaartuig (LCVP). Het restant heeft betrekking op overige mutaties.

Onderzoeksfase

Voor de onderzoeksfase betreft het afgeboekte budget in 2023 € 85,0 miljoen. Met de eerste suppletoire begroting is het budget voor de onderzoeksfase met € 85,0 miljoen doorgeschoven naar latere begrotingsjaren. Hiermee worden de budgetten in lijn gebracht met de plannen en de verwachte realisaties.

Realisatiefase

Niet alle materieelprojecten zijn volgens begrotingsplanning uitgevoerd. De realisatie op Verwerving Maritiem Materieel is € 181,2 miljoen lager dan begroot.

De lagere realisatie bij het project ESSM Block 2: Verwerving en integratie kan worden verklaard doordat het contractvorming in 2023 niet is doorgegaan maar is verschoven naar 2024. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter van dit project wordt slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget en daarmee de onderrealisatie op het uitgavenbudget. De bandbreedte bedraagt tussen € 250 en € 1.000 miljoen.

De lagere realistie (€ 24,4 miljoen) bij het project Vervanging MK46 Lightweight Torpedo is het gevolg van de verwerving via Foreign Military Sales (FMS), waarbij de facturen vanuit de US Government een grillig en onvoorspelbaar verloop kennen. Om een onverwacht grote betaling te kunnen accommoderen wordt ruim budget aangehouden.

Vanwege de vertraging bij de contractafsluiting heeft bij het project Vervanging Close-in Weapon System (vCIWS) onderrealisatie ten opzichte van de ontwerpbegroting plaatsgevonden. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter van dit project wordt slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget en daarmee de onderrealisatie op het uitgavenbudget. De bandbreedte bedraagt tussen € 250 en € 1.000 miljoen.

De onderrealisatie (€ 14,9 miljoen) bij het project Verbetering MK48 Torpedo wordt veroorzaakt doordat de verwerving via Foreign Military Sales (FMS) verloopt, waarbij de facturen vanuit de US Government een grillig en onvoorspelbaar verloop kennen. Om een onverwacht grote betaling te kunnen accommoderen wordt ruim budget aangehouden.

In onderstaand overzicht zijn alle projecten in realisatie met een financiële omvang van meer dan € 100,0 miljoen conform het DMF 2023 opgenomen. Jaarlijks worden het DPO en de DPO-Afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportages geven een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten met een investeringsbedrag van meer dan € 50,0 miljoen in onderzoek en realisatie. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter een aantal project wordt voor deze projecten slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget.

Tabel 6 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (stand ontwerpbegroting 2023)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2022

Verwachte uitgaven in 2023 (DMF 2023)

Gerealiseerde uitgaven in 2023

Verschil uitgaven 2023

Vervanging maritiem surface-to-surface missile

225,0

1,0

20,9

20,9

0,0

Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten

137,1

29,4

26,8

17,7

‒ 9,1

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

149,5

128,0

6,6

4,9

‒ 1,7

Verbetering MK48 Torpedo

214,9

111,4

16,8

1,8

‒ 15,0

Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF)

205,2

166,5

20,1

13,3

‒ 6,8

Vervanging MK46 Lightweight Torpedo

247,9

29,2

39,6

15,2

‒ 24,4

Verwerving Combat Support Ship (CSS)

409,6

253,6

88,9

90,4

1,5

Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM)

976,5

145,9

111,4

86,5

‒ 24,9

Vervanging M-fregatten

1.000-2.500

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging Onderzeeboten

> 2.500

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging Close-in-Weapon System

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM BV)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Softkill Torpedo Defensiesysteem

124,0

0,1

12,5

0,1

‒ 12,4

Instandhouding

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze uitgaven vooral door de Directie Materiële Instandhouding van de Marine gedaan.

Ten opzichte van de ontwerpbegroting is € 55,6 miljoen meer uitgegeven. Dit is het gevolg van hogere uitgaven voor ophogen Inzetvoorraden en hogere uitgaven voor onder meer uitbestedingen aan Zr. Ms. Schepen. Verder hebben uitgaven eerder plaatsgevonden bij onder andere uitbestedingen en herbevoorradingsartikelen.

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan onvoorziene vertragingen en omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget van de investeringsportfolio en de gehele begroting. Overprogrammering is zodoende een instrument dat bij kan dragen aan een tijdige en doelmatige implementatie van de investeringsbudgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering wordt gedurende het jaar afgeboekt tot nul.

Ontvangsten

Ten opzichte van de ontwerpbegroting is € 29,6 miljoen meer ontvangen. De marine heeft in 2023 € 29,6 miljoen meer ontvangen als gevolg van onder meer onderhoud aan Portugese multipurpose fregatten en hogere BTW-ontvangsten.

4.3 Artikel 3 Land materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het land materieel. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

0

0

1.437.285

725.418

1.781.164

1.299.391

481.773

         
 

Uitgaven

0

0

620.385

542.218

889.777

1.018.265

‒ 128.488

         

3.11

Verwerving

0

0

334.422

255.734

560.399

997.245

‒ 436.846

 

Opdrachten

0

0

334.422

255.734

560.399

997.245

‒ 436.846

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

0

0

0

156.326

‒ 156.326

 

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

0

0

0

26.758

‒ 26.758

 

Verwerving: realisatie

0

0

334.422

255.734

560.399

814.161

‒ 253.762

3.12

Instandhouding

0

0

285.963

286.484

329.378

316.351

13.027

 

Opdrachten

0

0

285.963

286.484

329.378

316.351

13.027

 

Instandhouding Materieel

0

0

285.963

286.484

329.378

316.351

13.027

3.16

Over-/ onderprogrammering

0

0

0

0

0

‒ 295.331

295.331

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 295.331

295.331

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 295.331

295.331

         
 

Ontvangsten

0

0

8.578

5.107

2.898

2.500

398

         
Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn per saldo voor een bedrag van € 481,8 miljoen meer verplichtingen aangegaan. Het betreft een saldo van zowel verhogingen als verlagingen van de verplichtingen. In de 1e suppletoire begroting, de Prinsjesdag suppletoire begroting en de 2e suppletoire begroting is een uitgebreidere toelichting opgenomen. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting die bijdragen aan deze opwaartse bijstelling worden hieronder toegelicht.

De verplichtingen voor Patriot projecten (Aanvulling inzetvoorraad Munitie, Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC-3 raketten, en Verlenging levensduur Patriot) zijn naar aanleiding van de Defensienota 2022 van artikel 1 Defensiebreed materieel overgegaan naar artikel 3 Land materieel. Daarnaast zijn verplichtingenbudgetten op basis van de laatste inzichten in het juiste ritme gezet. Per project en per jaar kunnen verplichtingen worden aangepast volgens de actuele prognoses; deze worden bijvoorbeeld naar voren gehaald of naar achter geschoven. Per saldo zijn de verplichtingen in 2023 naar boven bijgesteld, waardoor verplichtingen in 2023 konden worden aangegaan. Het betreft hier onder meer de projecten Verwerving bouwmachines grondverzet wegherstelmiddelen2, midlife-update (MLU) Bushmaster en Vervanging Chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) Verkenningscapaciteit.

Uitgaven

Verwerving

Voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Hieruit volgt een actueel financieel ritme. Na de besluitvorming worden deze middelen overgeboekt naar de onderzoeks- of realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is in 2023 daarom met € 156,3 miljoen afgeboekt. Budget dat naar latere jaren is geschoven, is in die jaren opgeboekt.

Dit wordt veroorzaakt door een kasschuif als gevolg van de langere doorlooptijden voor het afsluiten van contracten en levertijden ten gevolge van de huidige marktomstandigheden. Daarnaast wordt budget overgeheveld naar de realisatiefase en wordt er in lijn met de Defensienota 2022 budget toegevoegd aan projecten in de realisatiefase. De aanpassingen betreffen onder andere de projecten Vervanging Medium Range Air Defence & Short Range Air Defence (MRAD & SHORAD) systemen, Licht Indirect Vurend Systeem (LIVS), Raketartillerie. Daarnaast wordt er budget overgeheveld naar de realisatiefase voor het materieel ten behoeve van de oprichting 102 EFP compagnie.

Onderzoeksfase

Met de eerste suppletoire begroting is het budget voor de onderzoeksfase met € 26,8 miljoen doorgeschoven naar latere begrotingsjaren. Hiermee worden de budgetten in lijn gebracht met de plannen en de verwachte realisaties.

Realisatiefase

Niet alle materieelprojecten zijn volgens begrotingsplanning uitgevoerd. De realisatie op Verwerving Land Materieel is € 253,8 miljoen lager dan begroot.

De budgetten voor de verwerving in de realisatiefase zijn bij de tweede suppletoire begroting per saldo met € 256,4 miljoen verlaagd. Deze verlaging komt voort uit vertragingen bij verschillende afzonderlijke verwervingsprojecten. Zo is er sprake van een lagere realisatie op het programma Aanvulling Inzetvoorraad munitie. Tijdens de acceptatietesten zijn enkele afwijkingen geconstateerd ten opzichte van de geformuleerde eisen voor de 81mm mortieren. Dit heeft geleid tot een uitgestelde serielevering en daarmee latere betalingen. Dit project betreft de levering van mortiermunitie en artilleriegranaten voor hoofdtaak 1 van Defensie. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter van dit project wordt slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget en daarmee de onderrealisatie op het uitgavenbudget. Bandbreedte bedraagt > € 2500 miljoen.

In onderstaand overzicht zijn alle projecten in realisatie met een financiële omvang van meer dan € 100,0 miljoen conform het DMF 2023 opgenomen. Jaarlijks worden het DPO en de DPO-Afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportages geven een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten met een investeringsbedrag van meer dan € 50,0 miljoen in onderzoek en realisatie. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter een aantal project wordt voor deze projecten slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget.

Tabel 8 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (stand ontwerpbegroting 2023)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2022

Verwachte uitgaven in 2023 (DMF 2023)

Gerealiseerde uitgaven in 2023

Verschil uitgaven 2023

Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten

209.5

2,8

0,0

22,6

22,6

Multi Missie Radar

50 ‒ 250

Commercieel vertrouwelijk

Verlenging levensduur Patriot

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Midlife Update Fennek

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Midlife Update voor het wapensysteem Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) CV9035NL

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie

1000 ‒ 2500

Commercieel vertrouwelijk

Midlife Update voor de Pantserhouwitser 2000NL (PzH2000NL)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Instandhouding

Vooral als gevolg van gestegen prijzen is de realisatie van de instandhouding van het materieel € 13,0 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Deze is betaald uit de prijsbijstelling.

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan onvoorziene vertragingen en omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget van de investeringsportfolio en de gehele begroting. Overprogrammering is zodoende een instrument dat bij kan dragen aan een tijdige en doelmatige implementatie van de investeringsbudgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering wordt gedurende het jaar afgeboekt tot nul.

4.4 Artikel 4 Lucht materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het lucht materieel. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

0

0

1.679.328

1.944.169

2.313.664

1.425.148

888.516

         
 

Uitgaven

0

0

1.422.777

1.423.630

1.441.497

1.553.149

‒ 111.652

         

4.11

Verwerving

0

0

1.119.950

1.154.826

1.091.678

1.760.123

‒ 668.445

 

Opdrachten

0

0

1.119.950

1.154.826

1.091.678

1.760.123

‒ 668.445

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

0

0

0

174.070

‒ 174.070

 

Verwerving: realisatie

0

0

1.119.950

1.154.826

1.091.678

1.586.053

‒ 494.375

4.12

Instandhouding

0

0

302.827

268.804

349.819

316.596

33.223

 

Opdrachten

0

0

302.827

268.804

349.819

316.596

33.223

 

Instandhouding Materieel

0

0

302.827

268.804

349.819

316.596

33.223

4.16

Over-/ onderprogrammering

0

0

0

0

0

‒ 523.570

523.570

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 523.570

523.570

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 523.570

523.570

         
 

Ontvangsten

0

0

7.104

11.693

5.324

100

5.224

         
Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting is per saldo voor een bedrag van € 885,5 miljoen meer verplichtingen aangegaan. Het betreft een saldo van zowel verhogingen als verlagingen van de verplichtingen. In de 1e suppletoire begroting, de Prinsjesdag suppletoire begroting en de 2e suppletoire begroting is een uitgebreidere toelichting opgenomen. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting die bijdragen aan deze opwaartse bijstelling worden hieronder toegelicht.

De verhoging van de verplichtingen vindt met name plaats op het dossier F-35. Dit is een gevolg van het toevoegen van verplichtingenbudget dat in 2022 niet is verplicht (€ 994,2 miljoen). Hieronder valt het Project Verwerving F-35, Verwerving middellange tot lange afstandsraket, Verwerving munitie boordkanon, zelfbeschermingsmiddelen en wapenladers, Project Anti-A2AD capaciteit F-35, Project Bouw en inrichten F135 motoronderhoudsfaciliteit (F-35) en het project Deep Strike capaciteit Air.

Daarnaast is het budget naar boven bijgesteld vanwege een aantal overige mutaties. Daartegenover staat een budgetverlaging vanwege het doorschuiven van verplichtingenbudget dat in 2023 niet verplicht wordt naar latere jaren (€ 109,1 miljoen).

Uitgaven

Verwerving

Voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Hieruit volgt een actueel financieel ritme. Na de besluitvorming worden deze middelen overgeboekt naar de onderzoeks- of realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is in 2023 daarom met € 174,1 miljoen afgeboekt. Budget dat naar latere jaren is geschoven, is in die jaren opgeboekt.

Dit is het gevolg van een kasschuif door de langere doorlooptijden voor het afsluiten van contracten en levertijden ten gevolge van de huidige marktomstandigheden. Daarnaast wordt € 16,8 miljoen aan budget overgeheveld naar de realisatiefase. De aanpassingen betreffen onder ander de verwervingen binnen de projecten verwerving additionele F-35 en verwerving additionele MQ-9 Reaper, aanschaf Deep Strike Capaciteit Air, aanschaf MQ-9 Signal Intelligence Electronic Measures (SIGINT ESM) capaciteit en aanschaf Multi Ship Multi Type (MSMT) Simulatoren Helikopters.

Realisatiefase

De uitgaven voor de realisatiefase luchtmaterieel zijn € 494,4 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het doorschuiven van uitgaven naar latere jaren voor de navolgende projecten.

Bij het project Apache Remanufacture is er sprake van vertraging van de levering van de eerste simulator naar Nederland (€ 129,9 miljoen).

Het onderliggende contract voor een subsysteem van het project Chinook Vervanging & Modernisering is nog niet vrijgegeven vanuit de Verenigde Staten waardoor het budget in 2024 tot betaling komt (€ 54,9 miljoen).

Voor het project Verbetering AH-64E bewapening - Joint Air to Ground Missiles (JAGM) is een deel van het budget (€ 24,0 miljoen) in latere jaren benodigd. Dit wordt verklaard doordat contracten later of nog niet zijn afgesloten, waardoor leveringen later dan gepland plaatsvinden.

Voor de verwerving van munitie boordkanon, zelfbeschermingsmiddelen en wapenladers (commercieel vertrouwelijk) is er sprake van een lagere realisatie dan geraamd, doordat contracten later dan gepland binnengekomen zijn en later worden getekend, waardoor de leveringen zijn vertraagd.

In onderstaand overzicht zijn alle projecten in realisatie met een financiële omvang van meer dan € 100,0 miljoen conform het DMF 2023 opgenomen. Jaarlijks worden het DPO en de DPO-Afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportages geven een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten met een investeringsbedrag van meer dan € 50,0 miljoen in onderzoek en realisatie. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter een aantal project wordt voor deze projecten slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget.

Tabel 10 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (stand ontwerpbegroting 2023)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2022

Verwachte uitgaven in 2023 (DMF 2023)

Gerealiseerde uitgaven in 2023

Verschil uitgaven 2023

AH-64D block II upgrade*

122,1

57,4

13,3

0,0

‒ 13,3

F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket

138,5

37,5

6,0

24,6

18,6

Uitbreiden en versterken MQ-9 capaciteit

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Vervanging strategisch luchttransport en AAR (MRTT)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Apache Remanufacture

1.012,8

193,6

261,9

132,0

‒ 129,9

Chinook Vervanging en Modernisering

1.045,4

848,1

69,4

14,5

‒ 54,9

NH-90

1.233,7

138,0

43,1

40,2

‒ 2,9

Verwerving F-35

6.961,3

4.273,5

631,0

632,1

1,1

Bouw en inrichting F135 motorenonderhoudsfaciliteit (F-35)

50 ‒ 250

Commercieel vertrouwelijk

* Over dit project is voor het laatst in het DPO van 2022 gerapporteerd

Instandhouding

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze uitgaven vooral door het Logistiek Centrum in Woensdrecht (LCW) gedaan.

Door het feit dat leveranciers moeite hebben met het halen van de gewenste levertijd als gevolg van wereldwijde tekorten in grondstoffen en door capaciteitsgebrek als gevolg van ondervulling bij het CLSK, is met de eerste suppletoire begroting het budget voor instandhouding geherfaseerd (€ 65,0 miljoen). Hierdoor blijven de budgetten vanuit het Life Cycle Costing (LCC) gedachtegoed beschikbaar voor de wapensystemen.

In de eindrealisatie bleek deze herfasering echter te hoog ingeschat, waardoor ten opzichte van de Ontwerpbegroting € 35,9 miljoen meer is gerealiseerd. Met name de F-35 heeft meer gerealiseerd ten opzichte van het toegekende budget in de ontwerpbegroting.

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan onvoorziene vertragingen en omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget van de investeringsportfolio en de gehele begroting. Overprogrammering is zodoende een instrument dat bij kan dragen aan een tijdige en doelmatige implementatie van de investeringsbudgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering wordt gedurende het jaar afgeboekt tot nul.

4.5 Artikel 5 Infrastructuur en vastgoed

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle infrastructuur en vastgoed van Defensie. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

0

0

768.301

794.608

828.239

1.218.751

‒ 390.512

         
 

Uitgaven

0

0

766.349

811.620

865.706

1.096.805

‒ 231.099

         

5.11

Verwerving

0

0

342.335

378.147

412.224

821.924

‒ 409.700

 

Opdrachten

0

0

342.335

378.147

412.224

821.924

‒ 409.700

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

0

0

0

328.926

‒ 328.926

 

Verwerving: realisatie

0

0

342.335

378.147

412.224

492.998

‒ 80.774

5.12

Instandhouding

0

0

424.014

433.473

453.482

466.296

‒ 12.814

 

Opdrachten

0

0

424.014

433.473

453.482

466.296

‒ 12.814

 

Instandhouding Infrastructuur

0

0

424.014

433.473

453.482

466.296

‒ 12.814

5.16

Over-/ onderprogrammering

0

0

0

0

0

‒ 191.415

191.415

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 191.415

191.415

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 191.415

191.415

         
 

Ontvangsten

0

0

20.142

21.510

26.917

28.240

‒ 1.323

         
Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

In 2023 is per saldo voor een bedrag van € 390,5 miljoen minder aan verplichtingen aangegaan dan begroot. Het betreft een saldo van zowel verhogingen als verlagingen van de verplichtingen. In de 1e suppletoire begroting, de suppletoire Prinsjesdag begroting en de 2e suppletoire begroting is een uitgebreidere toelichting opgenomen. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting die bijdragen aan deze neerwaartse bijstelling worden hieronder toegelicht.

Het betreft hoofdzakelijk projecten die van de voorbereidingsfase zijn doorgeschoven naar latere jaren. De verplichtingen hiervoor worden pas na 2023 aangegaan. Daarnaast zijn er verplichtingen op vastgoed, die in het juiste ritme zijn gezet, zoals de defensiebrede legering en de instandhouding vastgoed. Per project en per jaar kunnen verplichtingen worden aangepast volgens de actuele prognoses; deze worden bijvoorbeeld naar voren gehaald of naar achter geschoven.

Uitgaven

Verwerving

Voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Hieruit volgt een actueel financieel ritme. Na de besluitvorming worden deze middelen overgeboekt naar de onderzoeks- of realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is in 2023 daarom met € 328,9 miljoen afgeboekt. Budget dat naar latere jaren is geschoven, is in die jaren opgeboekt.

Dit is grotendeels te verklaren door projecten die van de voorbereidingsfase naar de realisatiefase zijn verschoven (€ 101,3 miljoen). Voorbeelden hiervan zijn het aanleggen van infrastructuur voor het project @migo Boras, een camerasysteem waarmee de Koninklijke Marechaussee de grenzen bewaakt, het project Verduurzamen Maatschappelijk Vastgoed, waarmee Defensie uitvoering geeft aan de klimaatdoelstellingen en het project Aanpassen Elektriciteitsnet Eindhoven, waarbij het elektriciteitsnetwerk van Vliegbasis Eindhoven vergroot wordt om aan de rol van Air Mobility Command te voldoen.3Het overige deel betreft voornamelijk budget dat naar latere begrotingsjaren is doorgeschoven als gevolg van langere doorlooptijden voor het afsluiten van contracten en levertijden ten gevolge van de huidige marktomstandigheden.

Realisatiefase

De uitgaven voor de projecten in realisatiefase zijn per saldo € 80,8 miljoen lager dan begroot, dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het doorschuiven van budget naar latere jaren.

Doordat niet uitgegeven budget uit 2022 aan het budget voor 2023 is toegevoegd, door het doorschuiven van projecten van de voorbereidingsfase naar de realisatiefase en als gevolg van herfasering van een aantal projecten naar latere jaren en diverse herschikkingen van projecten, is het budget verhoogd met € 92,9 miljoen. Daartegenover staat dat de realisatie van een aantal projecten en ook de daarmee samenhangende budgetten is verschoven van 2023 naar latere jaren en daarbij is het uitgavenbudget met € 188,5 miljoen verlaagd. Met een aantal andere kleine herschikkingen heeft dit per saldo geleid tot lagere uitgaven van € 80,8 miljoen.

In onderstaand overzicht zijn alle projecten in realisatie met een financiële omvang van meer dan € 100,0 miljoen conform het DMF 2023 opgenomen. Jaarlijks worden het DPO en de DPO-Afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportages geven een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en IT-projecten met een investeringsbedrag van meer dan € 50,0 miljoen in onderzoek en realisatie. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter een aantal project wordt voor deze projecten slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget.

Tabel 12 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget (stand ontwerpbegroting 2023)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2022

Verwachte uitgaven in 2023 (DMF 2023)

Gerealiseerde uitgaven in 2023

Verschil uitgaven 2023

DBFMO Nationaal Militair Museum

118,4

36,5

5,1

5,1

0,0

Verbeteren Legering Defensiebreed (fase 1)

169,2

125,5

28,2

19,6

‒ 8,6

Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid

156,4

144,0

0,0

0,8

0,8

Nieuwbouw Technology Center Land (TCL)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

Aanpassing Vastgoed Defensie

402,3

99,3

61,2

33,2

‒ 28,0

DBFMO Kromhoutkazerne

661,6

234,9

30,9

28,2

‒ 2,7

Herinrichting Kamp Nieuw Milligen (KNM)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Revitalisering Bernhardkazerne

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

Instandhouding

De uitgaven voor instandhouding infrastructuur zijn € 12,8 miljoen lager dan begroot, dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het doorschuiven van budget naar latere jaren.

Vanuit het Coalitieakkoord Rutte IV uit 2022 is budget voor het concentreren, verduurzamen en vernieuwen van het vastgoed van overgeheveld naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds (€ 65,0 miljoen). Daarnaast is budget wat in 2022 niet uitgegeven is overgeheveld naar 2023 (€ 34,3 miljoen) en is prijsbijstelling ontvangen (€ 27,5 miljoen). Het kasritme van de middelen die aan de begroting zijn toegevoegd past echter niet bij het absorptievermogen van onder andere het Rijksvastgoedbedrijf. Een deel van het budget voor de instandhoudingsuitgaven (€ 78,4 miljoen) en het concentreren, verduurzamen en vernieuwen van het vastgoed van (€ 65,0 miljoen) zijn daarom doorgeschoven naar latere jaren. Met een aantal andere kleine herschikkingen heeft dit per saldo geleid tot lagere uitgaven van € 12,8 miljoen.

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan onvoorziene vertragingen en omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget van de investeringsportfolio en de gehele begroting. Overprogrammering is zodoende een instrument dat bij kan dragen aan een tijdige en doelmatige implementatie van de investeringsbudgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering wordt gedurende het jaar afgeboekt tot nul.

4.6 Artikel 6 IT

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle IT van Defensie. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

0

0

906.734

1.105.595

1.019.047

1.387.806

‒ 368.759

         
 

Uitgaven

0

0

593.070

751.622

872.600

883.387

‒ 10.787

         

6.11

Verwerving

0

0

277.402

371.412

424.725

1.091.675

‒ 666.950

 

Opdrachten

0

0

277.402

371.412

424.725

1.091.675

‒ 666.950

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

0

0

0

715.587

‒ 715.587

 

Verwerving: realisatie

0

0

277.402

371.412

424.725

376.088

48.637

6.12

Instandhouding

0

0

315.668

380.210

447.875

365.753

82.122

 

Opdrachten

0

0

315.668

380.210

447.875

365.753

82.122

 

Instandhouding IT

0

0

315.668

380.210

447.875

365.753

82.122

6.16

Over-/ onderprogrammering

0

0

0

0

0

‒ 574.041

574.041

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 574.041

574.041

 

Fonds

0

0

0

0

0

‒ 574.041

574.041

         
 

Ontvangsten

0

0

13.941

22.797

16.572

16.769

‒ 197

         
Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn per saldo voor een bedrag van € 368,8 miljoen minder verplichtingen aangegaan. Het betreft een saldo van zowel verhogingen als verlagingen van de verplichtingen. In de 1e suppletoire begroting, de incidentele Prinsjesdag begroting en de 2e suppletoire begroting is een uitgebreidere toelichting opgenomen. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting die bijdragen aan deze neerwaartse bijstelling worden hieronder toegelicht.

Deze daling is met name het gevolg van het herfasering van IT-projecten, zoals GrIT, ERP M&F SAP4/HANA (Roger), waardoor de verplichtingen over de jaren heen in het juiste ritme zijn gezet.

Uitgaven

Verwerving

Voorbereidingsfase

De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Hieruit volgt een actueel financieel ritme. Na de besluitvorming worden deze middelen overgeboekt naar de onderzoeks- of realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is in 2023 daarom met € 715,6 miljoen afgeboekt. Budget dat naar latere jaren is geschoven, is in die jaren opgeboekt.

Met de eerste suppletoire begroting is het budget voor de projecten in de voorbereidingsfase met € 715,6 miljoen verlaagd. Deze verlaging wordt onder andere veroorzaakt door projecten die van de voorbereidingsfase naar de realisatiefase zijn verschoven. Het betreft onder andere de module Material en Finance (M&F) van het project Roger, Modernisering Tactische Indoor Simulator (TACTIS) en het project Vervanging Grond-Lucht Radio's. Daarnaast vindt bij een aantal projecten een herfasering plaats als gevolg van langere doorlooptijden voor het afsluiten van contracten en levertijden ten gevolge van de huidige marktomstandigheden. Hier gaat het bijvoorbeeld om Grensverleggende IT (GrIT) en Vervanging grondterminals (MILSATCOM).

Realisatiefase

De hogere realisatie ten opzichte van de ontwerpbegroting wordt voornamelijk verklaard doordat de module Material en Finance (M&F) van het project Roger eerder is gerealiseerd dan voorzien (€ 41,1 miljoen).

In onderstaand overzicht zijn alle projecten in realisatie met een financiële omvang van meer dan € 100,0 miljoen conform het DMF 2023 opgenomen. Jaarlijks worden het DPO en de DPO-Afwijkingsrapportage aan de Kamer aangeboden. Deze rapportages geven een overzicht van alle materieel-, vastgoed- en Wapensysteemgebonden IT-projecten met een investeringsbedrag van meer dan € 50,0 miljoen in onderzoek en realisatie. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter een aantal project wordt voor deze projecten slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget.

Tabel 14 Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Programmabudget

Projectbudget (DMF 2023)

Gerealiseerde uitgaven t/m 2022

Verwachte uitgaven in 2023 (DMF 2023)

Gerealiseerde uitgaven in 2023

Verschil uitgaven 2023

GrIT

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

 

Over GrIT wordt de Kamer middels de (vertrouwelijke bijlage van de) voortgangsrapportages GrIT separaat geïnformeerd.

Instandhouding

Voor Instandhouding IT wordt de overrealisatie ten opzichte van de begroting verklaard mede door de extra uitgaven op kleine IT-middelen, zoals mobiele telefoons en tablets en het gestegen dataverbruik in het buitenland.

Over-/onderprogrammering

Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan onvoorziene vertragingen en omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget van de investeringsportfolio en de gehele begroting. Overprogrammering is zodoende een instrument dat bij kan dragen aan een tijdige en doelmatige implementatie van de investeringsbudgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering wordt gedurende het jaar afgeboekt tot nul.

4.7 Artikel 7 Bijdrage andere begrotingshoofdstukken Rijk

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het DMF wordt gefinancierd met een bijdrage uit de defensiebegroting (Hoofdstuk 10). Deze bijdrage is op de Defensiebegroting opgenomen op artikel 13, het voedingsartikel. Op dit begrotingsartikel 7 van het DMF wordt de bijdrage vanuit het voedingsartikel ontvangen. Dit artikel is puur technisch van aard.

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 7 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

         
         
 

Ontvangsten

0

0

5.040.806

4.869.867

5.465.956

6.521.608

‒ 1.055.652

         

De relevante mutaties zijn toegelicht bij de desbetreffende artikelen.

4.8 Artikel 8 Overige uitgaven en ontvangsten

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de overige uitgaven en ontvangsten opgenomen. Het betreft uitgaven en/of ontvangsten die op een later moment toegedeeld moeten worden aan de beleidsartikelen van het DMF. ­Een voorbeeld hiervan is de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling, die nog moet worden verdeeld over de afzonderlijke artikelen; dit budget wordt tussentijds aangehouden op dit artikel.

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 8 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

         

Art.

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

Exclusief het in de verantwoordingsstaat afzonderlijk gepresenteerde Voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar van € 652,5 miljoen.

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van het begrotings hoofdstuk Defensie (X) wordt gerapporteerd over het begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering, overige aspecten van de bedrijfsvoering, over de Rijksbrede bedrijfsvoeringonderwerpen en belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering. Hieronder wordt gerapporteerd over de uitzonderingsrapportage rechtma tigheid en totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie van het DMF.

Rechtmatigheid

Tabel 17 Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten en onzekerheden

(1) Rapporteringstolerantie

(2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis)

(3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in €

(4) Bedrag aan fouten in €

(5) Bedrag aan onzekerheden in €

(6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in €

(7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100%

Totaalniveau artikelen verplichtingen

8.836.919.000

176.738.380

257.350.154

63.907.878

321.258.032

3,6%

Artikel 3 Land Materieel verplichtingen

1.781.164.000

89.058.200

110.873.681

23.424.617

134.298.298

7,5%

Artikel 6 IT verplichtingen

1.019.047.000

50.952.350

51.657.047

17.078.706

68.735.753

6,7%

       

Het totaal aan fouten en onzekerheden voor de rechtmatigheid van aangegane verplichtingen van het DMF bedraagt over 2023 € 321,2 miljoen. De tolerantiegrens voor het verplichtingentotaal van het DMF wordt daarmee met € 144,5 miljoen overschreden. Circa € 300 miljoen zijn (Europese) aanbestedingsfouten veroorzaakt door het niet of niet juist toepassen van de aanbestedingsregels.

Op de afzonderlijke artikelen 3. Land materieel en 6. IT van het DMF hebben zich overschrijdingen van de tolerantiegrens voor de rechtmatigheid van aangegane verplichtingen voorgedaan. Op artikel 3 is de tolerantiegrens voor verplichtingen met € 45,2 miljoen overschreden en voor artikel 6. met € 17,8 miljoen. Dit wordt bij artikel 3. voor een groot deel veroorzaakt doordat een beroep is gedaan op de escalatieprocedure, te weten € 38,7 miljoen. Bij artikel 6. wordt een groot deel van de overschrijding veroorzaakt door een geïmporteerde onrechtmatigheid, te weten € 22,0 miljoen. Bij deze onrechtmatige verplichtingen heeft Defensie in het kader van categoriemanagement, gebruik gemaakt van een raamovereenkomst die in beheer is bij het Ministerie van IenW.

De omslag van krimp naar groei bij Defensie en de commerciële spoedverwervingen voor steunverlening aan Oekraïne vragen veel capaciteit van de verwervingsketen. Dit leidt onvermijdelijk tot meer escalatiedossiers en andere noodverbanden. Enerzijds benadrukt de departementsleiding (tone-at-the-top) steeds meer de behoefte aan versnelling door flexibiliteit en creativiteit. Anderzijds behoudt de financiële functie vanuit de wettelijke taak haar focus op het financieel beheer en vraagt transparantie van de defensieonderdelen over mogelijk onrechtmatig verleende opdrachten.

Er wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande rechtmatige procedures en uitzonderingen in de aanbestedingswetgeving. Indien een uitzonderingsprocedure of escalatiedossier leidt tot onderhandelingen met één partij, wordt de ruimte om gebruik te maken van voorafgaande contractaudit door de ADR maximaal benut om te waarborgen dat de aangeboden prijzen marktconform en eerlijk zijn.

In 8 gevallen is gebruik gemaakt van de escalatieprocedure met een totaalvolume van € 42,4 miljoen. In die procedure wordt expliciet vooraf afgewogen of sprake is van een onontkoombare noodzaak tot aanbesteding van een overheidsopdracht of verlenging van een overeenkomst om op basis daarvan af te wijken van de (Europese) aanbestedingsregelgeving. Het totaal aantal dossiers waarvoor de escalatieprocedure is ingeroepen is over beide begrotingen 32 stuks en is ten opzichte van 2022 (totaal 21 dossiers) toegenomen. Het hiermee gepaard gaande financieel volume is gestegen, maar ten opzichte van de totale verplichtingen is dit gelijk gebleven op circa 1,7%.

Van de € 321 miljoen is Defensie in 2023 op het DMF (K) voor een totaalbedrag van € 23,2 miljoen onrechtmatige verplichtingen aangegaan voor inkopen onder categoriemanagement. Zo is het Ministerie van IenW categoriemanager voor een aantal rijksbrede raamovereenkomsten, waarvan er drie (Interim Management & Organisatieadvies, Inkoopadvies en Auditdiensten) in dit verslagjaar nog steeds waren verlengd middels een overbruggingsovereenkomst. In het verslagjaar gaat het bij het Defensie om circa € 0,2 miljoen. Een meer uitgebreide toelichting is opgenomen in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de defensiebegroting X.

Daarnaast zijn er onrechtmatige overbruggingsovereenkomsten via categoriemanagement tot stand gekomen waarbij Defensie de enige deelnemer bij de overbrugging was. Dit betreft voor DMF (K) de raamovereenkomst inhuur IT-professionals van EZK, waarvoor in 2023 onrechtmatige verplichtingen voor circa € 23,2 miljoen zijn aangegaan. Met ingang van 1 maart 2023 zijn er nieuwe rechtmatige raamovereenkomsten beschikbaar gekomen.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Geen bijzonderheden.

C. JAARREKENING

6. Verantwoordingsstaat Defensiematerieelbegrotingsfonds

Tabel 18 Verantwoordingsstaat 2023 van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) (Bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

1

Defensiebreed Materieel

1.514.058

1.450.849

99.875

1.247.949

853.331

100.023

‒ 266.109

‒ 597.518

148

2

Maritiem Materieel

5.466.977

676.321

9.684

1.646.856

691.009

39.235

‒ 3.820.121

14.688

29.551

3

Land Materieel

1.299.391

1.018.265

2.500

1.781.164

889.777

2.898

481.773

‒ 128.488

398

4

Lucht Materieel

1.425.148

1.553.149

100

2.313.664

1.441.497

5.324

888.516

‒ 111.652

5.224

5

Infrastructuur en Vastgoed

1.218.751

1.096.805

28.240

828.239

865.706

26.917

‒ 390.512

‒ 231.099

‒ 1.323

6

IT

1.387.806

883.387

16.769

1.019.047

872.600

16.572

‒ 368.759

‒ 10.787

‒ 197

7

Bijdrage andere begrotingshoofdstukken Rijk

0

0

6.521.608

0

0

5.465.956

0

0

‒ 1.055.652

8

Overige Uitgaven en Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           
 

Subtotaal

12.312.131

6.678.776

6.678.776

8.836.919

5.613.920

5.656.925

‒ 3.475.212

‒ 1.064.856

‒ 1.021.851

 

Voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar

 

0

0

 

0

652.525

 

0

652.525

 

Subtotaal

12.312.131

6.678.776

6.678.776

8.836.919

5.613.920

6.309.450

‒ 3.475.212

‒ 1.064.856

‒ 369.326

 

Voordelig eindsaldo (cumulatief) huidig jaar

 

0

0

 

695.530

0

 

695.530

0

 

Totaal

12.312.131

6.678.776

6.678.776

8.836.919

6.309.450

6.309.450

‒ 3.475.212

‒ 369.326

‒ 369.326

7. Saldibalans

Tabel 19 Saldibalans per 31 december 2023 van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2023

 

31-12-2022

 

Passiva

31-12-2023

 

31-12-2022

          

Intra-comptabele posten

       

1

Uitgaven ten laste van de begroting

5.613.920

 

4.953.809

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

5.656.925

 

5.028.927

1a

Nadelig Saldo vorig boekjaar

   

2a

Voordelig Saldo vorig boekjaar

652.525

 

577.407

3

Liquide middelen

        

4

Rekening-courant RHB

695.530

 

652.525

4a

Rekening-courant RHB

   

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

   

5a

Begrotingsreserves

   

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

   

7

Schulden buiten begrotingsverband

   

8

Kas-transverschillen

        

Subtotaal intra-compatabel

6.309.450

 

5.606.334

Subtotaal intra-comptabel

6.309.450

 

5.606.334

          

Extra-comptabele posten

       

9

Openstaande rechten

   

9a

Tegenrekening openstaande rechten

   

10

Vorderingen

40.526

 

114.962

10a

Tegenrekening vorderingen

40.526

 

114.962

11a

Tegenrekening schulden

   

11

Schulden

   

12

Voorschotten

2.636.512

 

2.207.567

12a

Tegenrekening voorschotten

2.636.512

 

2.207.567

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

   

13

Garantieverplichtingen

   

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

16.207.677

 

12.984.682

14

Andere verplichtingen

16.207.677

 

12.984.682

15

Deelnemingen

   

15a

Tegenrekening deelnemingen

   

Subtotaal extra-comptabel

18.884.715

 

15.307.211

Subtotaal extra-comptabel

18.884.715

 

15.307.211

          

Totaal

25.194.165

 

20.913.545

Totaal

25.194.165

 

20.913.545

Intra-comptabele posten

ad 1 en 2 Uitgaven ten laste en – ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de posten uitgaven en ontvangsten zijn de per saldo gerealiseerde uitgaven en – ontvangsten opgenomen. De bedragen komen overeen met de bedragen uit de verantwoordingsstaat. Door een andere afrondings-systematiek is er een verschil met de verantwoordingsstaat waar per artikel naar boven wordt afgerond.

ad 3 Liquide middelen

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 4 en 4a Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft per saldo de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2023 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

ad 6 Vorderingen buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 7 Schulden buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans is nihil.

Extra-comptabele posten

ad 9 Openstaande rechten

Het saldo op de saldibalans is nihil. Voor zover aanwezig zijn deze posten opgenomen onder het bedrag van extra-comptabele vorderingen. Er wordt hiervoor geen aparte administratie gevoerd.

ad 10 Vorderingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 40.526

Tabel 20 Verdeling vordering naar aard (bedragen x € 1.000)

Aard van de vordering

Bedrag

Diversen

€ 13.745

Buitenlandse mogendheden

€ 552

Verkoop overtollige goederen

€ 26.230

Saldo vorderingen 31-12-2023

€ 40.526

Als criterium voor de toelichting van vorderingen geldt een grensbedrag van € 10 miljoen.

In verband met gesloten contracten met betrekking tot de verkoop van strategische goederen aan buitenlandse overheden heeft Defensie in de periode 2023 tot en met 2026 via Domeinen Roerende Zaken (directie van het Ministerie van Financiën) nog een bedrag van € 26.230 tegoed.

Verdeling vorderingen naar opeisbaarheid

De verdeling van de vorderingen naar opeisbaarheid is hieronder in een tabel weergegeven.

Tabel 21 Opeisbaarheid van vorderingen (bedragen x € 1.000)

Direct opeisbaar

€ 11.976

Op termijn opeisbaar

€ 28.550

Geconditioneerd

€ -

Totaal

€ 40.526

Vorderingen groter dan € 2 miljoen die in 2023 buiten invordering zijn gesteld.

Er zijn geen vorderingen groter dan € 2 miljoen buiten invordering gesteld.

ad 11 Schulden

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 12 Voorschotten

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 2.636.512.

Alle voorschotten van voor 2008 staan tegen de maandkoers van december 2007 gewaardeerd en de voorschotten vanaf 2008 zijn gewaardeerd tegen de op het moment van verstrekking geldende maandkoers of de CEP-koers van het betreffende jaar van verstrekking. Uitgezonderd zijn de posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

De verdeling van de voorschotten naar ouderdom is vermeld in onder-staande tabel.

Tabel 22 Ouderdom voorschotten (bedragen x € 1.000)

Jaar van ontstaan

Beginstand per 01-01-2023

Nieuwe voorschotten

Afgerekende voorschotten

Eindstand per 31-12-2023

≤2019

€ 562.899

 

€ 88.212

€ 474.687

2020

€ 322.206

 

€ 43.096

€ 279.110

2021

€ 567.141

 

€ 173.126

€ 394.015

2022

€ 755.321

 

€ 236.453

€ 518.868

2023

 

€ 1.019.957

€ 50.125

€ 969.832

Totaal

€ 2.207.567

€ 1.019.957

€ 591.012

€ 2.636.512

Als criterium voor de toelichting van voorschotten geldt een grensbedrag van € 100 miljoen.

Foreign Military Sales

Binnen het Foreign Military Sales (FMS) programma wordt niet voorgefinancierd door de US Government, waardoor het voorschot bij een afgesloten FMS case in eerste instantie oploopt. Op basis van deelleveringen zal een FMS voorschot geleidelijk worden afgebouwd, dit gebeurt eens per kwartaal middels de Quarterly Bill. Een FMS voorschot bestaat uit meerdere voorschotbetalingen aan de Amerikaanse overheid op FMS cases. Deze voorschotbetalingen zijn onderdeel van de Special Billing Arrangement die voor alle Nederlandse FMS contracten geldt en waarvoor maandelijks een betaalverzoek (Special Bill) aan Defensie wordt gericht. Binnen FMS cases blijven voorschotten langer openstaan doordat de administratieve verwerking van de leveringen aan Amerikaanse zijde vaak achterloopt op de fysieke leveringen. Het totale openstaande saldo aan voorschotten gerelateerd aan FMS cases die het grensbedrag passeren per 31-12-2023 is €318,8 miljoen.

Voor het project Evolved Sea Sparrow Missile (ESSM) Block 2 staat een voorschot open van €196,9 miljoen bij NATO Support and Procurement Organisation (NSPO). Dit voorschot is bedoeld voor de aanschaf van missiles en cannisters voor de ESSM Block 2. Een voorschot bij NSPO kan gesloten worden na uitspraak van de Steering Commissie (gemiddeld 7 jaar na betaling). Het openstaande voorschot bij NSPO bestaat uit voorschotten betaald in 2020, 2021, 2022 en 2023. Vanaf 2027 zullen de eerste voorschotten worden verrekend. 

Het openstaande voorschot van €158,4 miljoenvoor het project Midlife Update CV90 heeft voornamelijk betrekking op het hoofdcontract met BAE Systems Hägglunds (OEM) voor het ontwerpen en uitvoeren van de voertuigupdate. De test- en verificatiefase wordt spoedig afgerond, waarna het finale voertuigontwerp wordt vastgesteld. Het daadwerkelijk modificeren van de voertuigen vindt plaats in de periode 2024 t/m 2027. 

Het openstaande voorschot van €113,8 miljoen betreffen voorschotten die worden verstrekt aan het Ministerie van Defensie België voor het project vervanging Mijnenbestrijdings Vaartuigen. Zij betalen daarvan de gerealiseerde milestone’s van leverancier NAVAL. De voorschotten worden een tot twee keer per jaar verrekend.

ad 14 Andere verplichtingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 16.207.677

In 2023 worden de meeste verplichtingen tegen de koers van de laatste werkdag voor jaareinde 2023 verantwoord. Uitgezonder zijn een aantal verplichtingen waarvoor de CEP koers (Centraal Economoisch Plan) van maart 2023 is gebruikt en posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

Bij de nieuw aangegane verplichtingen is uitgegaan van de methode van het opnemen in de rekening van zowel de positieve als negatieve bijstellingen van oude verplichtingen.

Tabel 23 Verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Andere verplichtingen 01/01/2023

€ 12.984.682

Aangegane andere verplichtingen in verslagjaar

€ 8.836.919

Subtotaal

€ 21.821.601

Tot betaling gekomen in verslagjaar

€ 5.613.920

Openstaande andere verplichtingen per 31/12/2023

€ 16.207.677

Foreign Military Sales

Defensie maakt voor zowel de aanschaf als de instandhouding van verschillende wapensystemen gebruik van Foreign Military Sales (FMS). FMS is het programma van de US Government voor de transfer van defensiegoederen, diensten en trainingen aan partnerlanden. Hierbij wordt de verplichting door Defensie direct afgesloten met de US Government. FMS kent administratief een langere doorlooptijd na het aangaan van de verplichting dan een commercieel contract, waardoor verplichtingen langer openstaan. Het totale openstaande saldo aan verplichtingen gerelateerd aan FMS cases die het grensbedrag passeren per 31-12-2023 is 1.054,3 miljoen

De verplichtingen met een totale waarde van € 1.105,4 miljoen bestaan uit twee (hoofd)verplichtingen en een aantal kleine verplichtingen. Deze zijn aangegaan t.b.v. het toekomstige opleveren van twee Anti-Submarine Warfare Frigates (ASWF) als vervangende capaciteit van de huidige M-fregatten van NLD. De grote lopende verplichtingen bestaan uit enerzijds het saldo van de verplichting voor de bouw, testen en leveren van 2 schepen voor NLD bij Damen Naval KM BV te Vlissingen ten bedragen van € 857,2 miljoen en anderzijds voor het leveren van een Above Water Warfare Suite (AWWS) door Thales NL te Hengelo, bestaande uit diverse componenten incl. Intergrated Logistics Support (ILS) ten bedragen van € 209,5 miljoen. Het overige bedrag van € 38.9 miljoen bestaat diverse andere kleinere verplichtingen (contracten) op het gebied van sensoren, wapens en communicatie (SEWACO) systemen bij diverse leveranciers. Alle lopende verplichting zullen de komende jaren leiden tot diverse (deel)leveringen. Dit alles als onderdeel voor het opleveren van twee ASWF voor NLD in 2028 en 2030. De operationele indienstelling van de schepen staat een jaar later gepland in 2029 en 2031

Een verplichting van € 1.058,4 miljoen vloeit voort uit de MoU NLD/BEL voor het vervangen van de huidige M-fregatten (2 NLD/2 BEL) middels het aanschaffen van Anti Submarine Warfare Frigates (Project ASWF)(2 NLD/2 BEL). Het bedrag aan verplichtingen vastgelegd op het derdencontract voor de «ASWF BeN» bestaat uit 2 (hoofd)verplichtingen(contracten) t.b.v. het toekomstige opleveren van twee ASWF’n als vervangende capaciteit van de huidige M-fregatten van België. De grote lopende verplichtingen bestaat uit enerzijds het saldo van de verplichting voor de bouw, testen en leveren van 2 schepen voor België bij Damen Naval KM BV te Vlissingen ten bedragen van € 852,3 miljoen en anderzijds voor het leveren van een Above Water Warfare Suite (AWWS) door Thales NL te Hengelo, bestaande uit diverse componenten incl. Intergrated Logistics Support (ILS) ten bedragen van € 206,1. Alle lopende verplichting zullen de komende jaren leiden tot diverse (deel)leveringen. Dit alles als onderdeel voor het opleveren van twee ASWF’n voor Belgie in 2029 en 2031. De operationele indienstelling van de Belgisch schepen staat een jaar later gepland in respectievelijk 2030 en 2032.

Voor de exploitatie van de systemen uit het project Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) staan verplichtingen open van € 226,8 miljoen Deze verplichtingen vloeien voort uit de afgesloten contracten en zijn aangegaan voor de instandhouding van het voertuig Amarok (Pon Holdings, t/m 2030, € 7,8 miljoen), vrachtwagen Gryphus (Scania Nederland BV, t/m 2034, € 177,3 miljoen) en diverse containersystemen (Marshall of Cambridge Holdings, t/m 2037, € 41,8 miljoen.

Een verplichting betreft een wet- leasecontract voor de levering van luchtverkenningscapaciteit in het Caribisch gebied met vastvleugelig vliegtuigen voor een periode van 10 jaar. Het contract is afgesloten met ISR Support Europe B.V. (joint venture van JetSupport Holding B.V. en PAL Aerospace Ltd). Het betreft de beschikbaarstelling van 2 DASH-8 toestellen, inclusief personeel en onderhoud. De geplande ingangsdatum van het contract is 1 februari 2024 en loopt tot en met 31 januari 2034. Het openstaande verplichtingenbedrag bedraagt € 146 miljoen.

Een verplichting betreft een leasecontract voor de levering van SAR helikoptercapaciteit, inclusief personeel en onderhoud in het Caribisch gebied met Bristow Helicopters LTD en loopt tot september 2033. Het totaal nog openstaande verplichtingenbedrag is € 100,3 miljoen.

De openstaande verplichting van € 637 miljoen betreft een bestelling voor de kosten van de Production, Sustainment and Follow-on Development Memorandum of Understanding (PSFD MoU) Non-Recurring Development kosten welke op basis van het aantal geplande vliegtuigen wordt gedeeld door de services en partners voor de periode 2028-2052. Nederland heeft de PSFD MoU getekend voor o.a. de doorontwikkeling van het F-35 Air System t/m 2052.

De openstaande verplichting van €  214,9 miljoen betreft een bestelling voor de kosten van de PSFD MoU Non-Recurring Production kosten (production test& tooling equipment, production line shut down en Project Overhead & Administration kosten) voor de periode 2028-2052. Hiertoe is door de Luchtmacht een bestelling aangelegd.

Het project Verwerving F-35 omvat, naast de verwerving van nieuwe jachtvliegtuigen, tevens de verwerving van bijbehorende simulatoren, initiële reservedelen, infrastructuur, speciale gereedschappen, meet- en testapparatuur, documentatie, initiële opleidingen en transport, evenals de betaling van btw. In het projectbudget van € 7,26 Miljard (prijspeil 2023) zijn daartoe meerdere verplichtingen vastgelegd. Op dit moment zijn er meerdere individuele verplichtingen die de waarde van € 100 miljoen overschrijden, te weten het contract met Lockheed Martin voor de Block Buy (24 vliegtuigen), LOT 15 (3 vliegtuigen) en LOT 16 (9 vliegtuigen) en de btw verplichtingen met betrekking tot deze contracten. Het totaal van alle openstaande verplichtingen bedraagt € 1.394,8 miljoen. Een nadere specificatie en toelichting op deze verplichtingen wordt separaat door middel van een financiële verantwoording (bijlage bij de Jaarrapportage VF-35 2023) in een aparte brief aan de Kamer gemeld.

Een verplichting van € 204,8 miljoen vertegenwoordigt de totale brutobeschikbaarheidsvergoeding (BBV) voor het Defensie bewaking- en beveiligingssysteem(DBBS). Met het consortium Thales/Unica is hiervoor een contract afgesloten van vijftien jaar, dat afloopt in 2037. Naarmate de transitiefase van het project DBBS vordert, zal de leverancier steeds meer defensielocaties in beheer hebben, en zal de BBV toenemen, totdat de transitiefase afgerond is. Vanaf dat moment zal de volledige BBV per kwartaal worden betaald. De toename ten opzichte van vorig jaar laat zich verklaren door de verwerking van jaarlijkse indexering en opgeleverde nieuwbouwprojecten.

Het project Defensie bewaking- en beveiligingssysteem (DBBS) heeft een openstaande verplichting van € 144,1 miljoen. Het grootste deel hiervan betreft het investeringsdeel van het DBBS-contract met Thales Unica. Hiervoor worden de defensielocaties op het nieuwe DBBS ontsloten. Dit geschiedt in mijlpalen, waarvan de laatste, volgens de huidige planning, in 2027 betaalbaar zal worden gesteld.

Een openstaande verplichting van € 360,8 miljoen betreft het investeringsdeel van de Design Build Finance Maintain en Operate (DBFMO) constructie voor de Kromhout Kazerne (KHK). Als gevolg van de beleidslijn vastgoed is de DBFMO verplichting KHK in 2016 meerjarig vastgelegd op de investeringsbegroting voor de jaren tot en met 2035. De leverancier is Komfort B.V. door tussenkomst van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Het contractmanagement en beheer van het Komfortcontract is belegd bij het RVB. De betaling aan het RVB vindt plaats binnen de jaaropdracht defensievastgoed aan het RVB en vindt in maandelijkse termijnen plaats.

De openstaande verplichting van € 218,4 miljoen betreft orders die zijn geplaatst in het kader van de opdrachten; Aanvullingen Inzetvoorraden (COA 3 en 4), aanvullingen Hoofdtaak 1, Versterken Vuursteun en aanvullingen munitie die uit eigen voorraad is geleverd aan Oekraïne.Daarnaast staan er een aantal BTW dossiers open op middelenbestedingen van de eerder genoemde aanvullingen. De daadwerkelijke levering wordt in 2024 en de jaren daarna verwacht.

De openstaande verplichting van € 408,8 miljoen voor het project Midlife Update CV90 heeft voornamelijk betrekking op het hoofdcontract met BAE Systems Hägglunds (OEM) voor het ontwerpen en uitvoeren van de voertuigupdate. De test- en verificatiefase wordt spoedig afgerond, waarna het finale voertuigontwerp wordt vastgesteld. Het daadwerkelijk modificeren van de voertuigen vindt plaats in de periode 2024 t/m 2027.   

Een openstaande verplichting van € 325,7 miljoen betreft de Midlife Update (MLU) van de Fennek voertuigen. De verplichting is in 2020 aangegaan met Krauss-Maffei Wegmann. Het MLU proces vindt plaats in de jaren 2021 ‒ 2028. Dit betekent dat de huidige verplichtingenstand gedurende genoemde periode geleidelijk afneemt, waarbij de stand naar verwachting eind 2027 op nul uitkomt.

De openstaande verplichting van € 117,2 miljoen voor het project « Vervanging Surface to Surface missile» betreft het hoofdcontract met Kongsberg Defence&Aerospace AS voor het ontwerpen en leveren van een boordlanceersysteem, incl. Initiële behoefte aan missiles. Daarnaast zal het systeem worden gekoppeld aan het CMS van de fregatten. Deze verplichting is in december 2022 aangegaan. Conform contract zal de laatste levering in kwartaal 3 van 2031 plaatsvinden waarbij de verplichtingenstand naar verwachting op nul uitkomt.  

Een openstaande verplichting van € 494,9 miljoen betreft 106 PATRIOT Advanced Capability-2  GEM-T (PAC-2). De verplichting is aangegaan met NATO Support and Procurement Agency (NSPA). De data van levering liggen tussen 2029 en 2033.

Een openstaande verplichting van € 269,1 miljoen betreft Pulse lanceerinrichtingen met bijbehorende munitie. De verplichting is aangegaan met de Israelische Ministerie van Defensie. De data van levering liggen tussen 2029 en 2033.

Project Mine Counter Measure Capability betreft een samenwerkingsproject met België, waarvoor een MoU getekend is, voor de gezamenlijke aankoop van zes Nederlandse en zes Belgische mijnenbestrijdingsschepen, tools en een gezamenlijke simulator. België is hierbij de lead nation en heeft het contract getekend. Leverancier van deze schepen is Fa. NAVAL waarbij de Nederlandse betalingen aan NAVAL via België lopen. Het openstaande bedrag is € 721,4 miljoen. Volgens de huidige planning ontvangt Nederland in 2025 haar eerste schip en in 2030 haar laatste schip.

Voor het project Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) staan verplichtingen open van € 876,5 miljoen. Hieronder valt onder andere een contract met Scania en een contract met Iveco voor de levering van voertuigen en een contract met Defenture voor de levering van Quads. Ten slotte betreft het nog contracten met Marshall en A.M.A. Spa voor de levering van containersystemen. Leveringen vinden plaats van 2023 tot en met 2028.

De nog openstaande verplichting van € 114,8 miljoen betreft de bijdrage van Nederland aan met MRTT programma. De leverancier is Nato Support Procurement Agency. De nog te leveren diensten bestaan uit een X aantal vlieguren met de MRTT. En deze diensten worden het hele jaar door geleverd.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1 Focusonderwerp 2023

Tabel 24 Grootste posten met onderuitputting in 2023

Uitgaven in x € 1.000

Bedrag

Als % van de vastgestelde ontwerpbegroting 2023

Portfolio Defensie groot materieel

‒ 369.727

‒ 5,5

Portfolio Infrastructuur en Vastgoed

‒ 223.695

‒ 3,3

Portfolio IT

‒ 30.653

‒ 0,5

Valuta

‒ 31.455

‒ 0,5

Overig

‒ 40.000

‒ 0,6

Totaal

‒ 695.530

‒ 10,4

Toelichting

De Tweede Kamer verzoekt het kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht.

Hoewel de verdere verruiming van de budgetten een positief effect laat zien op de materiële gereedheid, leidt dit voorlopig slechts tot een beperkte verbetering. Een belemmerende factor is de overspannen arbeids- en defensiemarkt. Daardoor staat de implementatie van de Defensie-investeringen onder druk.

Portfolio Defensie groot materieel

De onderrealisatie bij dit portfolio betreft het in een nieuw ritme plaatsen van de vele investerings- en instandhoudingsprojecten die door Defensie worden uitgevoerd. In vrijwel alle gevallen betreft het vertragingen, waardoor de budgetten zijn overgeheveld van 2023 naar latere jaren. Deze projecten realiseren daarmee weliswaar niet in 2023, maar in latere begrotingsjaren. Hieronder volgt een aantal voorbeelden met de grootste onderuitputting, waarbij wordt ingegaan op de oorzaak van de vertragingen. Het project Defensiebrede Vervanging Wielvoertuigen (DVOW) is vertraagd door logistieke problemen en een tekort aan productiepersoneel bij een leverancier. De uitgaven daarvan schuiven door naar 2024. Het project Vervanging MK46 Lightweight Torpedo en Verbetering MK48 Torpedo heeft een lagere realisatie omdat de betreffende facturen van de leverancier niet meer in 2023 zijn ontvangen. Voor het project GPW Boxer schuift de levering door naar 2024 vanwege een langere doorlooptijd bij het afsluiten van het contract. Voordeel is wel dat de Boxers dan met de laatste technische ontwikkelingen worden geleverd. Bij de projecten Chinook Vervanging en Modernisering en Apache Remanufacture is sprake van een vertraging in de levering en een langere doorlooptijd van het aangaan van contracten. Tot slot is voor het project Aanvulling Inzetvoorraden HT1 PAC II (Patriot-rakketten) in 2023 een bestelling geplaatst. Dit proces is sneller verlopen dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. Daarom is dit project in de Veegbrief aan de Tweede Kamer gemeld.

Portfolio Infrastructuur en Vastgoed

Ook hierbij geldt dat de onderrealisatie wordt veroorzaakt door het in een nieuw ritme plaatsen van de vele investerings- en instandhoudingsprojecten die door Defensie worden uitgevoerd. Voorbeelden zijn de projecten Vastgoed Regelgeving, waarbij vertraging is opgetreden als gevolg van gewijzigde regelgeving, en het Programma Transitie Vastgoed waarbij budget is doorgeschoven als gevolg van het later dan gepland kunnen opstarten van het project.

Portfolio IT

Opnieuw geldt dat de onderrealisatie wordt veroorzaakt door het in een nieuw ritme plaatsen van het budget van de diverse projecten. Voorbeelden zijn de projecten Grensverleggende IT (GrIT) en FOXTROT waarbij de vertraging een gevolg is van langere doorlooptijden voor het afsluiten van de contracten en langere levertijden bij de ICT-industrie.

Valuta

In artikel 1 – Defensiebreed materieel, is een reservering gemaakt voor valutaschommelingen om het valutarisico bij de verwerving en instandhouding van materieel af te dekken. De raming van de valutacompensatie is te hoog gebleken. Er waren minder euro’s nodig om dollars te kunnen kopen bij de verwerving van materieel. Dit heeft geleid tot een vrijval van middelen.

Overig

De onderrealisatie is het doorschuiven van overige budgetten naar latere jaren waar de middelen nodig zijn om de projecten uit te voeren. Dit vindt plaats op artikel 8.

Bijlage 2 Lijst met afkortingen

Tabel 25 Afkortingen

Afkorting

Omschrijving

AcICT

Adviescollege Informatie- en CommunicatieTechnologie

ADR

Auditdienst Rijk

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

AR

Algemene Rekenkamer

AV-Akkoord

Arbeidsvoorwaarden-akkoord

BBP

Bruto Binnenlands Product

BENELUX

België Nederland Luxemburg

BIV

Budget Internationale Veiligheid

BKI

BeleidsKader Inzetvoorraden

BRIK-II

Satelliet

BZ

Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

C-130

Transportvliegtuig

CBRN

Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) middelen

CDS

Commandant der Strijdkrachten

CEP

Centraal Economisch Plan

CIO

Chief information Officer

CLAS

Commando Landstrijdkrachten

CLSK

Commando Luchtstrijdkrachten

CMC

Chairman of the Military Committee

COA

Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers

COID

Centrale Organisatie Integriteit Defensie

COTS/MOTS

Commercial/Military Off The Shelf

CZSK

Commando ZeeStrijdKrachten

DAOG

Directie Aansturen Operationele Gereedstelling

DBBB

Defensie Brand en Bedrijfsstoffen Bedrijf

DCHR

Dienstencentrum Human Resources

DGO

Defensie Geneeskundige Organisatie

DGV

Diensten Geestelijke Verzorging

D&I

Diversiteit & Inclusie

DMF

DefensieMaterieelbegrotingsFonds

DMO

Defensie Materieel Organisatie

DMP

Defensie Materieel Proces

DOSCO

Defensie OndersteuningsCommando

EDF

Europees Defensiefonds

EES

Europees In- en Uitreissysteem

eFP

Enhanced Forward Presence

EI2

European Intervention Initiative

EMASOH

European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz

EODD

Explosieven Opruimingsdienst Defensie

EPF

European Peace Facility (Europese Vredesfaciliteit)

ETIAS

Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem

EU

Europese Unie

EULPC

European Union Liaison and Planning Cell

EUMAM

European Union Military Assistance Mission

EURODAC

Europese databank met vingerafdrukken van asielzoekers

EUTM

European Union Training Mission

EUVIS

Europees Visum Informatiesysteem

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

F-16

Jachtvliegtuig

F-35

Vijfde generatie jachtvliegtuig

FABK

Financiële Administratie en Beheer Kantoor

FBO

Fire Bucket Operations

FNIK

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht

FO

Forensisch- en Opsporingsteam

GPOI

Global Peace Operations Initiative

GrIT

Grensverleggende Informatie Technologie

HNS

Host Nation Support

HR

Human Resources

ICC

International Criminal Court

ICT

Informatie- en CommunicatieTechnologie

IDCC

International Donor Coordination Centre

IFU

International Fund for Ukraine

IenW

Infrastructuur en Waterstaat

IGO

Informatie Gestuurd Optreden

ISB

Incidentele Suppletoire Begroting

IT

Informatietechnologie (incl communicatie)

IVD

Inspectie Veiligheid Defensie

JEF

Joint Expeditionary Force

JenV

Ministerie van Justitie en Veiligheid

JIVC

Joint Informatievoorzieningscommando

KMar

Koninklijke Marechaussee

KPI

Key Performance Indicator

LCF

Luchtverdedigings- en Commando Fregat

LZV

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MatLogCo

Materieellogistiek Commando

MGZ

Militaire Gezondheidszorg

MINUSMA

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission

MIVD

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

MMD

Monitor Munitiedomein

MPZ

Militaire Politiezorg

MSIAC

Munitions Safety Information Analysis Centre

NIGS

Nadere Inventarisatie Gevaarlijkse Stoffen

N.V.

Naamloze Vennootschap

NATO

North Atlantic Treaty Organization

NAVO

Noord Atlantische VerdragsOrganisatie

NH-90

Helikopter

NLDA

Nederlandse Defensie Academie

NLR

Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum

NLVi

Stichting Nederlands Veteraneninstituut

OM

Openbaar Ministerie

OPCO

Operationeel Commando

OPV

Oceangoing Patrol Vessel

OvV

Onderzoeksraad voor Veiligheid

PAWA

Partnership for Actions in Western Africa

PESCO

Permanent Structured Cooperation

QRA

Quick Reaction Alert

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

RGP

Regeling Grote Projecten

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

RVS

Regeling Volledige Schadevergoeding

RWT

Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

SAC

Strategic Airlift Capability

SACEUR

Supreme Allied Commander Europe

SBK

Sociaal Beleidskader

SEA

Strategische Evaluatie Agenda

SIS

Schengen Informatiesysteem

SKD

Stichting Koninklijke Defensiemusea

SNMG1

Standing NATO Maritime Group One

SVi

Stichting Veteraneninstituut

SVP

Strategisch Vastgoedplan

SWOON

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA

SZVK

Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht

TA

Technical Agreement

TAKUBA

Taakgroep van de multinationale Combined Joint Special Operations Task Force (CJSOTF)

TNO

Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

UDCG

Ukraine Defence Contact Group

UNDOF

United Nations Disengagement Observer Force

UNIFIL

United Nations Interim Force in Lebanon

UNTSO

United Nations Truce Supervision Organisation

USSC

United States Security Coordinator

VJTF(A)

Very High Readiness Joint Task Force (Air)

VJTF(M)

Very High Readiness Joint Task Force (Maritime)

VN

Verenigde Naties

VP

Vereniging Veteranen Platform

VPD

Vessel Protection Detachment

vte

Voltijdsequivalent

Wiv

Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Woo

Wet Openbare Overheid

ZBO

Zelfstandige Bestuursorganen

Zr. Ms.

Zijner Majesteits


X Noot
1

Dit is geen DMP-plichtig project, en is daarom niet terug te vinden in het DPO.

X Noot
2

Dit is geen DMP-plichtig project, en is daarom niet terug te vinden in het DPO.

X Noot
3

Dit zijn geen DMP-plichtige projecten, en zijn daarom niet terug te vinden in het DPO.

Naar boven