27 830 Materieelprojecten

Nr. 395 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2023

Inleiding

De internationale veiligheidssituatie verslechtert. Het is daarom noodzakelijk voor Nederland en onze NAVO- en EU-bondgenoten en partners om de krijgsmachten substantieel te versterken. De oorlog in Oekraïne benadrukt dat de krijgsmacht altijd gereed moet zijn voor alle hoofdtaken. Eenheden moeten op sterkte zijn en voorzien van de juiste ondersteuning met voldoende voorraden.1 Met deze brief informeer ik uw Kamer over het voornemen extra opdrachten ter waarde van anderhalf miljard euro te plaatsen om de inzetvoorraad munitie verder aan te vullen.2

Sinds 2016 brengt Defensie de inzetvoorraad munitie op norm voor de tweede hoofdtaak, het bevorderen van de (internationale) rechtsorde.3 Voor de eerste hoofdtaak, de eigen en bondgenootschappelijke verdediging, is ook een verdere aanvulling van de munitievoorraden nodig. Het op peil brengen van alle inzetvoorraden, waaronder munitie, is noodzakelijk voor een verhoging van de inzetbaarheid van de krijgsmacht en draagt daarmee bij aan de Nederlandse en Europese veiligheid.

Het kabinet zet – zoals aangekondigd in de Defensienota 2022 – in op een verdere aanvulling van inzetvoorraden en investeert daarmee in een grotere bijdrage van Nederland aan de gezamenlijke afschrikking en gevechtskracht. Tegelijkertijd hebben leveringen uit (operationele) voorraden ter ondersteuning van Oekraïne consequenties voor de snelheid waarmee de inzetvoorraad aangevuld kan worden, met name voor de categorieën klein kaliber munitie, luchtverdedigings- en artilleriemunitie.

Wendbaarheid

De aanvulling van de munitievoorraad draagt bij aan het voortzettingsvermogen van onze operationele eenheden. In lijn met de motie van het lid Valstar c.s.4 heeft Defensie daarom in 2022 gebruik gemaakt van een versneld proces en een incidentele suppletoire begroting, om bestellingen voor munitie ter waarde van circa een half miljard euro te plaatsen.5 Bovenop deze lopende bestellingen is Defensie voornemens voor een bedrag van anderhalf miljard euro aan opdrachten te plaatsen. Hierdoor groeit de inzetvoorraad stapsgewijs naar het niveau van een strategische voorraad op basis van de geldende NAVO-normen.

Aanvulling munitievoorraden

Deze aanvulling betreft een uitbreiding op de al lopende bestellingen en omvat zowel NAVO-genormeerde Battle Decisive Munitions (veelal kapitale munitie) als non-Battle Decisive Munitions (veelal conventionele munitie). Het betreft munitieartikelen waarvan de benodigde voorraad voor inzet hoger is dan de huidige inzetvoorraad. De munitiesoorten worden al binnen Defensie gebruikt of maken deel uit van vervangingsprojecten.

De nieuwe bestellingen van Battle Decisive Munitions omvatten onder andere luchtverdedigingsmunitie voor de fregatten en amfibische en ondersteuningsschepen, anti-tank raketten voor de gevechtseenheden van de Landmacht en het Korps Mariniers, vuursteunmunitie (artillerie- en mortiergranaten), raketten voor het Patriot lucht- en raketverdedigingssysteem en de nieuwe grondgebonden short- en medium range luchtverdedigings-capaciteiten6, kanonmunitie en geleide raketten voor Apache gevechtshelikopters, evenals precision guided munitions en lucht-lucht raketten voor de F-35.

De bestellingen van conventionele munitie omvatten onder meer klein kaliber munitie voor geweren en mitrailleurs, handgranaten, explosieven en contra-mobiliteitsmunitie voor genieoptreden, granaten voor scheepsgeschut en pyrotechnische middelen voor zelfbeschermingssystemen.

De vertrouwelijke bijlage bij deze brief geeft meer inzicht in de specifieke munitieartikelen en de financiële omvang per categorie7.

Kenmerken

NAVO-normering

In de vierjaarlijkse cyclus van het NATO Defence Planning Process (NDPP) stelt de NAVO de voorraadnormen voor Battle Decisive Munitions vast. De behoefte voor de inzetvoorraad munitie voor de eerste hoofdtaak is op deze NAVO-norm gebaseerd. Maar ook met de extra middelen moet Defensie nog altijd keuzes maken. Hoewel de inzetvoorraad munitie aanzienlijk toeneemt, kan met de beschikbare financiële middelen onder Defensienota 2022 de inzetvoorraad nog niet volledig aangevuld worden tot een eerste hoofdtaak niveau.

Samenwerking

Om snelle verwerving te realiseren, maakt Defensie gebruik van bestaande leveranciers, de ruimte in de eigen raamcontracten en de contracten die het NATO Supply and Procurement Agency (NSPA) aan bondgenoten biedt. Daar waar geen ruimte binnen lopende (raam)contracten is, kan single source verwerving bijdragen aan snellere beschikbaarheid van de munitie.

Daarnaast faciliteert de Verenigde Staten de verwerving van kapitale munitie-artikelen via het Foreign Military Sales (FMS)-proces. Hiermee minimaliseert Defensie het risico op vertragingen door typeclassificatie van munitieartikelen die nog niet binnen Defensie gebruikt worden. Bovendien wil Nederland, in lijn met de motie-Dassen c.s.8, gebruik maken van het Duitse initiatief tot vraagbundeling van de gezamenlijke Europese behoefte aan Patriot-luchtverdedigingsraketten. Als onderdeel van het European Sky Shield Initiative (ESSI) zet Duitsland stappen om samen met de betrokken defensie-industrie de Europese productielijn voor Patriot-raketten te heropenen.

Personele en infrastructurele aspecten

Om deze aanvulling van de munitievoorraden duurzaam te kunnen realiseren moet de personele capaciteit van Defensie Materieelorganisatie (DMO) worden uitgebreid. Daarom voorziet Defensie ook in een structurele personele uitbreiding enkele tientallen vte’n binnen de DMO. Het extra personeel wordt ingezet bij beheer en opslag van voorraden, configuratiemanagement, inkoop, veiligheid en typeclassificatie.

Een fysiek grotere inzetvoorraad vraagt ook om meer bunkers om de munitie veilig en geconditioneerd op te kunnen slaan. Defensie onderzoekt om munitiecomplexen die eerder voor afstoting zijn aangemerkt weer in gebruik te nemen.9 Deze locaties beschikken over voldoende fysieke ruimte en over de benodigde vergunningen en worden binnen het defensiebrede programma «Veiligheid munitiegebouwen» op norm gebracht.10 Defensie gaat met de regio’s van die locaties in gesprek.

Risico’s

Omdat deze behoefte een ophoging betreft van reeds lopende verwervings-trajecten zijn de programmarisico’s laag. Een specifiek risico betreft de toenemende krapte op de munitiemarkt en stijgende munitieprijzen. Defensie mitigeert dit risico zoveel mogelijk door meerjarige munitieorders te plaatsen.

Gerelateerde munitieprojecten

Bovenop deze uitbreiding «aanvulling munitievoorraden» wordt ook munitie verworven als onderdeel van andere (vervangings)projecten. Voor nieuwe capaciteiten voortvloeiend uit de Defensienota 2022 is het op peil brengen van de bijbehorende munitievoorraad onderdeel van deze projecten. Dit betreft onder andere de projecten Raketartillerie, Deep Strike Air en Verwerving Maritime Strike.11 Daarnaast voorzien lopende projecten als Vervangen surface-to-surface missile, Vervangen MK46 lightweight torpedo, Ground based Area Access Denial (GAAD), Licht Indirect Vurend Systeem (LIVS) en 155mm Precision Guided Munition (PGM) voor de PzH2000 in de introductie en voorraadvorming van nieuwe munitiesoorten.12

Munitiedomein

Deze brief bevat de investeringsmaatregelen waarmee de inzetvoorraad munitie wordt aangevuld, evenals de afgeleide effecten zoals personele capaciteit en opslagcapaciteit. De Kamer is in 2018 en in 2021 met een «stand van zakenbrief» over voorraden en het bredere munitiedomein geïnformeerd.13 Ik ben voornemens de Kamer voor het zomerreces opnieuw te informeren met een stand van zakenbrief over de actuele ontwikkelingen in het munitiedomein.

Financiële aspecten

Voor deze aanvulling van de inzetvoorraad munitie is een investeringsbudget gereserveerd van € 1.509 miljoen, inclusief risicoreservering. Deze investering komt in de jaren 2025 tot en met 2031 ten laste van het investeringsbudget van Defensie. Het effect op de materiële en personele exploitatiekosten van Defensie bedraagt de komende 15 jaar naar verwachting € 343 miljoen. Commercieel vertrouwelijke financiële informatie is in de vertrouwelijke bijlage opgenomen.

Vooruitblik

De uitbreiding van de inzetvoorraad vindt plaats in de periode 2025 tot en met 2031 en is een uitbreiding op de «versnelde aanvulling munitievoorraden» uit 2022.14 Het merendeel van de lopende munitieprojecten is eerder met instemming van de Kamer gemandateerd aan de Defensie Materieel Organisatie. Omdat het een ophoging betreft en er sprake is van een beperkt risico, ben ik voornemens deze mandatering voort te zetten. De Kamer zal over de voortgang worden geïnformeerd via de begroting, het jaarverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds, de geïntegreerde rapportage en het Defensie Projectenoverzicht.

De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat


X Noot
1

Kamerstuk 34 919, nr. 94.

X Noot
2

Volgens de afspraken van het Defensie Materieelproces (DMP) worden wijzigingen op lopende projecten in het Defensie Projectenoverzicht (DPO) gemeld. Defensie kiest voor een separate brief om recht te doen aan het belang van munitie en de omvang van het budget.

X Noot
3

Kamerstuk 34 300 X, nr. 2.

X Noot
4

Kamerstuk 35 925 X, nr. 70.

X Noot
5

Kamerstuk 35 925 X, nr. 74.

X Noot
6

Kamerstukken 27 830, nr. 312 van 8 en Kamerstuk 27 830, nr. 375.

X Noot
7

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
8

Kamerstuk 36 124, nr. 19.

X Noot
9

Om besparingen in vastgoedexploitatie te realiseren is in 2013 het aantal locaties met een munitieopslag functie teruggebracht (Kamerstuk 32 733, nr. 128).

X Noot
10

Kamerstuk 36 124, nr. 6.

X Noot
11

Kamerstuk 27 830, nrs. 391 en 392.

X Noot
12

Kamerstuk 27 830, nrs. 216, 176, 326, 144 en 146.

X Noot
13

Kamerstuk 27 830, nr. 268 en Kamerstuk 27 830, nr. 337.

X Noot
14

Kamerstuk 35 925 X, nr. 74.

Naar boven