31 Toelating van 26 verkozen leden in het Europees Parlement

Aan de orde is het verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven over het verloop van de Europese verkiezingen en de toelating van 26 verkozen leden in het Europees Parlement.

De voorzitter:

Voordat jullie weggaan, wil ik jullie aandacht vragen voor het verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven over het verloop van de Europese verkiezingen. Daarvoor geef ik het woord aan mevrouw Pia Dijkstra. Daarna is er gelegenheid tot het feliciteren van mevrouw Regterschot, die zojuist is benoemd. Het woord is nu aan mevrouw Pia Dijkstra.

Mevrouw Pia Dijkstra:

Voorzitter. Ik sta hier opnieuw als vervanger van de voorzitter van onze commissie, mevrouw Leijten.

Er zijn 26 geloofsbrieven in handen van de commissie gesteld. Voorts heeft de commissie het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau op 4 juni 2019 ontvangen.

De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de taken verricht die haar wettelijk zijn opgedragen. Zij heeft onderzocht of de verkozen verklaarde personen naar Nederlands recht als lid tot het Europees Parlement kunnen worden toegelaten.

De commissie heeft zich ervan overtuigd dat de verkiezingen rechtmatig zijn verlopen en dat er geen aanleiding bestaat te twijfelen aan de juistheid van de vastgestelde uitslag en de daarop gebaseerde zeteltoedeling.

De commissie heeft wel een aantal onvolkomenheden geconstateerd en vraagt uw aandacht voor de belangrijkste.

  • -Voor veel kiezers is de afstand tot de stembureaus, de vindbaarheid en de toegankelijkheid ervan nog altijd een probleem. In Caribisch Nederland zijn slechts zeven stembureaus ingericht van de tien die waren toegezegd.

  • -Het moet visueel gehandicapte kiezers en gehandicapte kiezers mogelijk worden gemaakt zelfstandig aan de verkiezingen deel te nemen. Op dit punt is een ontwikkeling ten goede waarneembaar maar het eindresultaat is nog onvoldoende.

  • -Stempassen en kandidatenlijsten zijn in verscheidene gemeenten niet bij de kiezers bezorgd zoals de Kieswet dat voorschrijft.

  • -Een aantal kiezers meldde ook een stemoproepkaart te hebben ontvangen van een andere EU-lidstaat. De mogelijkheid die hierdoor ontstaat om meer dan één stem uit te brengen, zou moeten worden afgesloten.

De 50.000 burgers die gedurende de verkiezingsdag op de stembureaus zitten, verdienen onze hartelijke dank voor hun inzet. Uit de processen-verbaal komt het beeld naar voren dat de instructie, de taakomschrijving en het kennisniveau van de leden van stembureaus voortdurende aandacht behoeven. Daaraan wil het nog weleens ontbreken, zoals uit het volgende moge blijken.

  • -Het onderscheid in stempassen, onderhandse volmachten, schriftelijke volmachten en kiezerspassen is kennelijk niet voor alle stembureauleden goed te maken.

  • -Ook het stemmen door of voor onder curatele gestelden leidt voor menig stembureau tot problemen, omdat de gedragslijn niet helder is.

  • -De aanwezigheid van waarnemers bij het tellen, en in het algemeen media-aandacht voor de gang van zaken op een stembureau, blijkt voor veel stembureauleden nieuw te zijn. Het behoeft verduidelijking hoe daarmee om te gaan.

Het tellen van de stembiljetten en het invullen van het proces-verbaal leidt ook tot problemen. Voor het eerst sinds tientallen jaren heeft de commissie daarom een hertelling uitgevoerd bij een drietal stembureaus. De processen-verbaal daarvan lieten opmerkelijke afwijkingen zien in de resultaten, die niet konden worden verklaard. De hertellingen toonden in alle gevallen dat de verkiezingen in die stembureaus toch geheel juist zijn verlopen. Het is kennelijk misgegaan bij de telling in het stembureau zelf of bij de centrale telling, en bij de weergave in het proces-verbaal. In overleg met onze commissie heeft de Kiesraad kennisgenomen van de resultaten van de hertellingen en op basis daarvan hebben commissie en raad kunnen vaststellen dat de raad terecht geen hertelling op grond van artikel P 21 Kieswet heeft uitgevoerd. Het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau op 4 juni jongstleden blijft dan ook ongewijzigd.

De commissie Geloofsbrieven adviseert op grond van deze bevindingen de Kamer:

  • -voorbereidingen voor een voorziening te treffen voor het geval dat hertelling van een verkiezing waarbij de Kamer de controle moet uitvoeren — en ik zeg even: dat is bij de Tweede Kamerverkiezingen en de Europese Parlementsverkiezingen — nodig is;

  • -de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te vragen maatregelen te nemen ter bevordering van kennis en vaardigheden van voorzitters en andere leden van stembureaus.

Voorzitter. Resumerend: onze commissie is niets gebleken van omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven om te twijfelen aan de juistheid van de stembusuitslag, zoals die door het centraal stembureau is vastgesteld. Het is onze commissie gebleken dat voor allen die door het stembureau tot lid van het Europees Parlement benoemd verklaard zijn, die verklaring terecht is geschied.

Eén benoemde, de heer T.H.P. Baudet, heeft binnen de daartoe gestelde termijn meegedeeld dat hij zijn benoeming niet aanneemt. In deze vacature heeft de Kiesraad door middel van een nieuwe voordracht reeds voorzien. Deze voordracht wordt de Kamer nu ook ter goedkeuring voorgelegd.

De commissie stelt daarom vast dat de volgende personen als lid van het Europees Parlement kunnen worden toegelaten. Ik noem ze in alfabetische volgorde, met woonplaats: M. Azmani te Dalfsen; T.B.W. Berendsen te Breda; M. Chahim te Helmond; P. van Dalen te Houten; B. Eickhout te Utrecht; D.J. Eppink te New York City, Verenigde Staten; A.A.H. Hazekamp te Etterbeek, België; J. Huitema te Makkinga; A.M. Jongerius te Utrecht; E.M.R. de Lange te Driebruggen; J.J.M. Lenaers te Stramproy; A.J.M. Manders te Heusden; C.M.A.W. Nagtegaal-van Doorn te Rotterdam; K.P. Piri te 's-Gravenhage; S. Rafaela te Uitgeest; R.J. Rooken te Muiderberg; R.B.S. Roos te Poortugaal; H.J.A. Ruissen te Krimpen aan den IJssel; J.M.G. Schreijer-Pierik te Hengevelde; E.N.A.J. Schreinemacher te Amsterdam; K. van Sparrentak te Rotterdam; M.H.A. Strik te Dodewaard; P.J.G. Tang te Amsterdam; V.E.R. Tax te Venlo; F.C.G.M. Timmermans te Heerlen; en S.H. in 't Veld te Brussel, België.

Voorzitter. De commissie stelt de Kamer voor dit te berichten aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de benoemden. Zoals gebruikelijk stelt de commissie voor het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau van 4 juni 2019 als bijlage aan dit verslag toe te voegen en een afdruk van dit verslag aan de minister en aan de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken toe te zenden ter kennisname.

Dank u wel, voorzitter.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Ik wil u ontzettend bedanken, mevrouw Pia Dijkstra. Ik ga jullie straks allemaal overhoren.

Ik dank mevrouw Pia Dijkstra en ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor om dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Voor nu schors ik de vergadering om onze collega van de VVD, mevrouw Regterschot, te feliciteren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven