14 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994

Aan de orde is de behandeling van: 

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met aanvullende implementatie van richtlijn 2006/126/EG en enkele aanpassingen van redactionele aard ( 34574 ).

De voorzitter:

Ik heet de minister van Infrastructuur en Milieu van harte welkom. Ik geef mevrouw Visser als eerste spreker het woord namens de VVD. 

De algemene beraadslaging wordt geopend. 

Mevrouw Visser (VVD):

Voorzitter. Het is misschien een beetje gek dat wij hier staan, omdat dit meer een hamerstuk zou zijn, wij hier al heel lang over hebben gesproken en Nederland ook in gebreke is gesteld door de Europese Commissie omdat het deze richtlijn niet tijdig heeft geïmplementeerd. In de schriftelijke inbreng is ook door het CDA gevraagd hoe het kan dat Nederland in 2015 in gebreke is gesteld en dat wij nu pas dit wetsvoorstel behandelen. Misschien kan de minister daarop ingaan, want de reactie was dat het lang heeft geduurd omdat het complex was. De vraag is dan wat er complex is aan het verlengen van de termijn en waar het dan precies in zat. 

Ik heb in de vorige Kamer in een procedurevergadering gezegd dat ik dit wetsvoorstel graag wilde "onthameren" om een amendement in te dienen. De heer Van Helvert en ik hebben dat nu voor de derde keer ingediend. Ik hoop dat driemaal scheepsrecht is. De eerste keer is het niet goed gegaan omdat het amendement niet in stemming is gebracht. De tweede keer is het wel aangenomen in deze Kamer, maar is het wetsvoorstel zelf niet aangenomen. Daarmee verviel dus het amendement. Ik ga nu een derde poging wagen. Ik wil dat toch wel benadrukken, want het is een grote irritatie geweest de afgelopen periode. Ik denk dat het CDA en de VVD de afgelopen vijf jaar bij elkaar misschien tien sets aan schriftelijke vragen hebben ingediend over verkeersovertreders met een buitenlands kenteken. Hoe kan het dat wij niet in staat zijn om ervoor te zorgen dat wij de gegevens tijdig uitwisselen, waardoor wij iemand met een Italiaans of Roemeens kenteken die met 180 km/u over de A2 scheurt of door rood licht rijdt midden in een stad, niet kunnen beboeten? 

Er zijn een aantal stappen gezet in de informatie-uitwisseling. Een aantal landen hebben inmiddels ook hun kentekenregister opengesteld. De tweede stap die gezet moet worden, is het op elkaar aansluiten van de ICT-systemen. Dat gebeurt nu stapsgewijs. Daartoe hebben CDA en VVD, ook gezamenlijk, meerdere malen het initiatief genomen. Het gaat ons er alleen om dat er nu een groep is waarvoor het nog steeds technisch niet is geregeld, maar waarvoor wel de afspraken zijn gemaakt. Die mensen begaan wel verkeersovertredingen. Het gaat om onze verkeersveiligheid, maar ook om het rechtvaardigheidsgevoel. Ik word wel aangehouden — gelukkig ook maar — als ik een verkeersovertreding bega, maar iemand met een buitenlands kenteken dat niet gekoppeld is aan onze ICT-systemen, die te hard rijdt dus niet. 

Het amendement is bedoeld om ervoor te zorgen dat wij dit vangnet voor buitenlandse verkeersovertreders in de wet opnemen. Zodra het geregeld is, is het prima. Dan is het amendement helemaal niet meer nodig. Ik heb eerder schriftelijke vragen gesteld, ook aan de minister van V en J, over de mogelijkheid om de termijn te verlengen. Daarop heeft de minister geantwoord dat er op grond van de Wet Mulder mogelijkheden zijn. Hij was bereid ernaar te kijken. Dit amendement is in ieder geval een zetje in de rug om er nog eens extra naar te kijken. Het doel is echt om de buitenlandskentekenhouders te kunnen aanpakken. 

De heer Van Helvert (CDA):

Voorzitter. Allereerst de complimenten aan mevrouw Visser voor de inbreng van de VVD. Ik kan mij daar helemaal bij aansluiten. Ik zeg er nog één zin bij en daar laat ik het bij, want wij gaan niets dubbelop doen. Er zijn twee dingen. Dat is allereerst de internationale afspraken. Die zijn lastig en kosten veel tijd. Dat is één ding, maar vervolgens moeten wij ook echt naar onszelf kijken en niet alleen wijzen naar internationale afspraken. Datgene wat wij echt zelf in Nederland kunnen regelen, moeten wij ook zo snel mogelijk doen. Nederlandse autosnelwegen moeten geen gratis racebanen zijn voor Oost-Europeanen. Daarom dit amendement. 

De voorzitter:

Volgens mij kan de minister direct reageren. Het woord is aan de minister. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Hoewel ik altijd graag mijn best doe om mevrouw Visser tevreden te stellen, denk ik toch dat drie keer is scheepsrecht in dit geval wederom niet zal gaan gelden. Dit amendement is, zoals zij al heeft aangegeven, in zijn kern al bij de behandeling van twee eerdere wetsvoorstellen aan de orde geweest. Hoewel ik de inhoud van het amendement, namelijk de verlenging van de termijn voor het opleggen van de sancties, op zich sympathiek vind, zal het in de praktijk niet veel extra bekeuringen opleveren en kleven er vooral juridische en praktische bezwaren aan. Het uitgangspunt bij het verwerken van flitsovertredingen is vanwege de efficiency dat het geautomatiseerd verloopt. Dat uitgangspunt geldt ook voor flitsovertredingen die met buitenlandse kentekens zijn gepleegd. Zodra de flitsgegevens van kentekens uit een EU-lidstaat geautomatiseerd verwerkt kunnen worden, is de huidige termijn zoals we die kennen in beginsel voldoende. 

Het amendement is eigenlijk gericht op een wetsvoorstel van V en J, maar wordt hier als wezensvreemd ingebracht. Ik kan u zeggen dat mijn ambtsgenoot van V en J ernaar streeft om, naast de elf huidige lidstaten waarmee hij al overeenstemming heeft om gegevens uit te wisselen, ook een groot deel van de andere lidstaten nog in 2017 aan te sluiten op de geautomatiseerde verwerking. Daarmee zullen mijns inziens verreweg de meeste zaken binnen de huidige termijn kunnen worden verwerkt. 

Wat zijn de juridische vraagstukken bij dit amendement? De maximale termijn van vijf jaar is erg lang voor de lichte verkeersovertredingen waarop het voorstel ziet. Het is ook de vraag of rechters dat redelijk vinden. Praktische gevolgen zijn in ieder geval dat de systemen van het CJIB en het OM moeten worden aangepast. Dat kost veel tijd, capaciteit en geld, maar heeft in de handhaving weinig toegevoegde waarde, aangezien het weinig extra boetes zal opleveren. Het kan namelijk al in de afspraken die we hebben gemaakt met de elf lidstaten en de lidstaten die straks nog zullen worden toegevoegd. 

Verder speelt het volgende. Het nu indienen van het amendement bij dit wetsvoorstel, dat een reparatie is van een ingebrekestelling door de EU, betekent dat de voortgang van dit wetsvoorstel afhankelijk wordt gemaakt van het wetsvoorstel Bewaren kentekengegevens door de politie. Van dat wetsvoorstel heeft de Eerste Kamer inmiddels gezegd de nadere procedure tot nader order te willen aanhouden om deskundigen te horen en omdat men zich afvraagt of het wel zinvol is. Door het voorliggende wetsvoorstel met het amendement te belasten, zal die procedure in de Eerste Kamer voor dit wetsvoorstel gaan gelden. Ik heb er echter ontzettende behoefte aan om het voor 1 juli gerepareerd te hebben, omdat we anders voor het Hof worden gedaagd. 

Mevrouw Visser vroeg waarom het zo lang heeft geduurd en merkte op dat ik het al eerder had kunnen repareren, terwijl het twee jaar heeft geduurd. Dat komt doordat het hier gaat om een ingebrekestelling vanwege onjuiste implementatie. Als de Commissie vindt dat een lidstaat onjuist heeft geïmplementeerd, kan ze een pilot starten en zal ze een lidstaat om nadere uitleg vragen van de punten waarvan ze het vermoeden heeft dat ze niet juist zijn geïmplementeerd. Een lidstaat heeft dan tien weken de tijd om te reageren. Dat hebben we ook gedaan. Op 22 oktober 2015 heeft de Commissie ons in gebreke gesteld. Nederland heeft vervolgens op 21 december 2015 gereageerd op alle punten die de Commissie heeft ingebracht. We hebben aanpassingen toegezegd en een planning van de aanpassing gegeven. 

Een volgende stap is dat de Commissie dan weer reageert met een met redenen omkleed advies. Zij bepaalt dan of en, zo ja, wanneer ze dat uitbrengt. De Commissie heeft dat op een latere termijn gedaan. Op 16 juni 2016 hebben wij het met redenen omklede advies ontvangen. Op 12 augustus 2016 hebben wij daar weer op gereageerd door weer een geactualiseerde planning toe te zenden van de benodigde aanpassingen, uitkomend op de streefdatum van 1 juli 2017 als inwerkingtredingsdatum. De Commissie heeft vervolgens op 15 februari 2017 besloten om Nederland voor het Hof te dagen wegens onjuiste implementatie van de Derde Europese Rijbewijsrichtlijn. Zo werkt die procedure. Wij moeten er dus voor zorgen dat we het voor 1 juli hebben gerepareerd, want anders wordt het serious business. 

Met andere woorden: de inhoud van het amendement is sympathiek. De uitvoering ervan wordt mijns inziens — ook de minister van Justitie geeft dat aan — al geregeld doordat we inmiddels met elf lidstaten afspraken hebben en er nog een aantal bij zal komen. Als we dit doen, komt er een hele systeemwijziging omdat de termijn van vijf jaar veel langer is dan de huidige termijnen. Het levert het risico op dat er ingebrekestelling plaatsvindt, met boetes voor ons land. Ik ben dus bang dat er een grote vertraging gaat plaatsvinden, zowel in de Eerste Kamer als op andere plekken. Ik ontraad het amendement daarom met kracht. 

Mevrouw Visser (VVD):

Dan is het goed dat ik de reactie van de minister van V en J heb op het eerste amendement dat wij toen hebben ingediend, namelijk op het ANPR-wetsvoorstel. Daarin zegt hij: ik laat het oordeel over het amendement over aan de Kamer. Ik hoor deze minister nu een aantal argumenten geven, waarvan ik denk: als dit zo was, dan zou het ook in de brief met de reactie op onze amendementen hebben gestaan. De minister geeft precies het probleem aan: Wij hebben de gegevens van elf lidstaten. Er zijn naar mijn mening nog steeds 28 lidstaten. Misschien is er over twee jaar één lidstaat minder, maar van de andere 17 lidstaten hebben wij de gegevens dus niet. Aan inwoners van die lidstaten kunnen wij dus geen boetes uitdelen. Dit amendement is bedoeld om ervoor te zorgen dat je dat vangnet hebt. De uitvoeringsproblemen en alles wat de minister zegt, hadden in deze brief met de beantwoording moeten staan. Ik ben benieuwd hoe het komt dat er nu ineens allerlei uitvoeringsproblemen worden benoemd, terwijl die in de formele reactie van vorig jaar niet zijn benoemd. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik denk dat de minister van Justitie toen nog niet kon bevroeden dat u het amendement op dit wetsvoorstel zou gaan indienen. Mijn bezwaar is, dat daarmee de ingebrekestelling met betrekking tot deze wet een probleem gaat worden. Als wij niet voor 1 juli 2017 de aanpassing hebben doorgevoerd, zal Europa voor het Hof dagen. Waarom de minister van Justitie toen het oordeel aan de Kamer heeft overgelaten, kan ik natuurlijk niet helemaal achterhalen. De minister van Justitie heeft mij huiswerk meegegeven nu ik dit hier voor hem moet verdedigen. Bij Justitie zegt men: "Wij hebben inmiddels met elf lidstaten een overeenkomst. Dat is niet genoeg, maar wij verwachten dat er in 2017 nog een fors aantal bij zal komen." Justitie blijft werken aan de uitwisseling. Het is niet zomaar een lijstje van elf lidstaten; het zijn echt wel lidstaten bij wie de zorg ligt. U noemde Italië al als voorbeeld, maar er is een hele reeks opgenoemd. 

De verwachting is eigenlijk dat het probleem zichzelf oplost. De minister van Justitie heeft meerdere brieven gestuurd. In de eerste brief heeft hij geschreven "oordeel Kamer". In latere brieven heeft hij geschreven dat beter onderzocht moet worden wat de consequenties zijn. Ik blijf bij mijn oordeel. Ik zou het amendement met klem willen ontraden. Ik begrijp waar u naartoe wilt, maar u grijpt nu iets aan waarmee u een ander probleem veroorzaakt, dat ons land veel geld kan kosten. 

Mevrouw Visser (VVD):

Ik wil hier toch op reageren. Volgens mij lopen inhoud en proces in de beantwoording door de minister nu door elkaar. De minister zegt: ik wil dit niet, omdat ik dan een ingebrekestelling krijg en omdat Europa dan naar het Hof gaat. Dat is haar goed recht en dat heeft zij goed toegelicht. De heer Van Helvert gaat hierop misschien nog doorvragen, en anders doe ik dat zo meteen nog wel. Het punt is dat de minister inhoudelijke argumenten gaf waarom dit amendement niet zou kunnen. Daarvan zeg ik: dat waren inhoudelijke argumenten met betrekking tot uitwerkingsproblemen, namelijk dat allerlei systemen moeten worden aangepast. Die moeten sowieso aangepast, want anders kun je de gegevens niet uitwisselen met al die lidstaten. Mijn stelling is: Als dit zo is, dan had dat ook in eerdere brieven moeten staan. Ik ben dan heel verbaasd dat eerst "oordeel Kamer" is gezegd en dat nu op basis van de inhoud, die niet eerder met de Kamer is gedeeld, wordt gezegd: het kan eigenlijk niet. Dat zijn echt twee verschillende dingen. Als de minister zegt "ik wil het gewoon niet omdat ik daarmee de wet niet voor 1 juli voor elkaar heb", is dat haar goed recht. Dan snap ik die lijn. Maar dat het amendement inhoudelijk niet kan en dat het daarom wordt ontraden, vind ik heel vreemd. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik heb niet gezegd dat het inhoudelijk niet kan, maar dat er juridische en praktische bezwaren zijn. Een juridisch bezwaar is dat het gaat om een maximale termijn van vijf jaar. Het is de vraag of de rechter dat redelijk vindt. Het praktische gevolg is dat de systemen van CJIB en OM moeten worden aangepast, terwijl mijn collega zegt: het kan binnen de huidige termijnen, mits wij maar met alle landen goede afspraken daarover maken. Er zijn nu met elf landen afspraken en er komen er meer bij. Daarmee lost het probleem zich in de praktijk op. Ik snap uw inzet. U zegt "ik wil het zeker weten, dus laten wij het gewoon vastleggen", maar mijn opmerkingen zijn eigenlijk tweeërlei. Als u het aan dit wetsvoorstel koppelt, levert dat elders weer een probleem op. Als u dit doorzet, betekent het in ieder geval een duurdere en zwaardere procedure dan de weg die de minister van Justitie nu wenst te kiezen. 

De heer Van Helvert (CDA):

De reactie die de minister nu geeft, is exact de reden waarom heel veel mensen balen van de politiek. Buitenlanders rijden te hard hier in Nederland en krijgen een boete, maar die hoeven zij niet te betalen. Of zij zouden een boete moeten krijgen, maar krijgen die niet. Als wij in Nederland te hard rijden, krijgen we een boete en moeten we die betalen. Wij geven iets aan de regering waarmee zij het kan regelen, maar de regering zegt: moeilijk, moeilijk, moeilijk en lastig en dit en dat. Als het makkelijk was dan lag dit punt nu niet in de Kamer voor, want dan was het al geregeld. Als de minister van Veiligheid en Justitie zegt dat het goed komt als wij goede afspraken maken, dan had hij die al moeten maken. We hebben al te lang gewacht. Het moet nu gebeuren. We hebben het al een aantal keren aangegeven. De minister van Veiligheid en Justitie heeft gezegd: prima idee, ik laat het oordeel aan de Kamer. Dat het lastig is voor deze minister geloof ik best, maar als het makkelijk was geweest had dit punt hier nu niet gelegen. Ik verwacht graag een positief advies omdat dit is wat wij willen in Nederland. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik begrijp dat de heer Van Helvert graag een positief advies heeft, maar ik moet alle belangen in overweging nemen. Wij hebben hier een wetsvoorstel liggen waarbij wij door Europa in gebreke zijn gesteld. Voor 1 juli 2017 moeten wij aanpassingen doorvoeren. Als wij daar niet aan voldoen, kan Nederland voor het hof worden gedaagd. Ik vind het heel zwaar om dit amendement aan dit wetsvoorstel te hangen en tegelijkertijd allerlei negatieve consequenties te realiseren. 

Dan is er nog het debat over de vraag of je het wilt regelen zoals het amendement aangeeft of zoals de minister van Justitie het voorstelt. Volgens mij is het de moeite waard om hier langer over door te spreken, maar niet bij dit wetsvoorstel. Daarom ontraad ik het amendement met klem. 

De voorzitter:

Ik heb de indruk dat dit niet echt het advies is waar om gevraagd werd. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik had zo graag mijn eerste debat met de nieuwe Kamer …. 

De voorzitter:

Mevrouw Visser tot slot. 

Mevrouw Visser (VVD):

Ja, tot slot. De irritatie van de heer Van Helvert en van mij is erin gelegen dat wij hier al zo lang mee bezig zijn. Keer op keer is beloofd dat dit geregeld zou worden. Ik hoor de minister zeggen dat het geregeld wordt, maar dat is nadat wij hier al vijf jaar schriftelijke vragen over hebben gesteld met het verzoek om het te regelen, linksom of rechtsom. Wat je er ook voor moet doen, zorg dat het geregeld wordt voor de verkeersveiligheid maar ook voor het rechtvaardigheidsgevoel. Ik krijg nu weer een beetje het gevoel van "wacht u maar, we regelen het wel". Het punt is dat het niet geregeld is en dat deze boetes niet geïnd kunnen worden. Je brengt ook de verkeersveiligheid in gevaar. Ik wijs ook op het rechtvaardigheidsgevoel. Ik wil graag iets meer dan de toezegging dat het op een andere manier geregeld wordt. Ik hoor nu alleen: het komt wel goed. Dat is precies waarom wij hier de afgelopen vijf jaar zo op hebben gedrukt. Zorg nu gewoon dat het geregeld wordt. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Volgens mij heeft de minister van Justitie een wetsvoorstel over het bewaren van kentekengegevens door de politie bij de Eerste Kamer liggen. De Eerste Kamer heeft aangegeven er wat langer over te willen doorpraten. Het is dus niet zo dat de minister van Justitie niet acteert op dit vlak. Hij is er juist heel erg actief op. Ik begrijp dat er bij het wetsvoorstel over een kenteken voor tractoren ook een wezensvreemd amendement is ingediend, terwijl dat wetsvoorstel helemaal niet is doorgegaan en dat daarom het amendement aan een ander wetvoorstel wordt gehangen. Dat heeft grote consequenties. Nogmaals, het is het beste als het debat inhoudelijk wordt gevoerd op de plek waar het geregeld zou moeten worden en niet een amendement ergens aanhangen waarmee een ander probleem wordt veroorzaakt. 

De voorzitter:

Volgens mij is er geen behoefte aan een tweede termijn en zijn wij aan het eind van dit debat gekomen. 

De algemene beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over het amendement en het wetsvoorstel zullen wij volgende week dinsdag stemmen. Ik dank de minister en de Kamerleden. 

Naar boven