Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet) (32127).

(Zie wetgevingsoverleg van 16 november 2009.)

De voorzitter:

Op 17 november 2009 heeft de Kamer reeds over de artikelen en de ingediende amendementen gestemd. Vandaag stemmen wij over het wetsvoorstel.

Ik geef eerst het woord aan de heren Van der Staaij, Roemer en Van der Ham voor het afleggen van een stemverklaring.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. De SGP-fractie is het eens met de doelstelling van de Crisis- en herstelwet om bouw- en infrastructuurprojecten versneld tot uitvoering te brengen. Aanpassing van wetgeving is daarbij geen wondermiddel, maar wel een hulpmiddel. Over de manier waarop dit in het wetsvoorstel is vormgegeven, is stevig gedebatteerd. Gisteren hebben wij gezien dat op basis daarvan het wetsvoorstel op een flink aantal punten is geamendeerd.

Niet alle delen van het wetsvoorstel spreken ons aan. Wij hebben, zoals ook uit onze amendementen is gebleken, ernstige bezwaren tegen een structurele aanpassing van de Onteigeningswet. Het gevolg daarvan blijkt een grotere centralisatie en een verminderde rechtsbescherming te zijn. Daar staat tegenover dat uiteindelijk een horizonbepaling is toegevoegd waarmee de pijn enigszins is verzacht. Op andere onderdelen, zoals de inperking van het beroepsrecht voor decentrale overheden, houden wij ook bezwaren. Ten aanzien van de bestuursprocesrechtelijke aanpassingen weegt voor ons echter mee dat het hierbij uitdrukkelijk gaat om tijdelijke wijzigingen. Op basis van praktijkervaringen zal bezien worden hoe hier in de toekomst verder mee wordt gegaan.

Daarnaast zijn er belangrijke verbeteringen in de Crisis- en herstelwet voorzien. Ik noem met name de stappen vooruit op het terrein van de Natuurbeschermingswet en de ontkoppeling van het projectbesluit en het bestemmingsplan. Daarom zal mijn fractie, alles afwegende, voor dit wetsvoorstel stemmen.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Met het argument van crisisbestrijding is dit wetsvoorstel op zeer onzorgvuldige wijze door de Kamer gedrukt. Alleen dat al is reden om zich ernstige zorgen te maken. Daarnaast wil de regering onder het mom van crisisbestrijding proberen vaart achter projecten te zetten om de economie te stimuleren, een op zich goede gedachte, al komt deze wel een jaar te laat.

Deze wet wordt misbruikt om grote, dubieuze projecten waar weinig draagvlak onder de bevolking voor is, erdoor te drukken. Deze wet zal tevens leiden tot een juridisch moeras en het draagvlak bij en betrokkenheid van mensen ondermijnen. Hiermee wordt de democratie geen dienst bewezen. Daarom zal de SP-fractie niet voor deze "doordrukwet" stemmen.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. D66 vindt dat procedures rond projecten en infrastructuur sneller kunnen en moeten. Daarom stemde mijn fractie voor zorgvuldig tot stand gekomen wetgeving, zoals de Spoedwet wegverbreding, de Wet bestuurlijke lus en de Tracéwet. Ook steunde mijn fractie de aanbevelingen van de commissie-Elverding. Deze wet wil hier een schepje bovenop doen.

De weging om voor of tegen dit wetsvoorstel te stemmen, wilden wij afhankelijk maken van de amendementen die gisteren zouden worden aangenomen. Daarom stemden wij niet al op voorhand voor de motie-Ouwehand om het wetsvoorstel terug te trekken.

Het kan niet anders of in een vuistdikke wet zit wel een aantal zaken dat wij steunen. Voorstellen om procedures te stroomlijnen, zoals het overzichtelijk maken van bezwaartermijnen, steunen wij. Het amendement van mevrouw Ouwehand op dat punt hebben wij om die reden dan ook niet gesteund. Een aantal tekortkomingen in de wet is door de aanname van een aantal amendementen hersteld. Zo is de rol van de Kamer bij de algemene maatregelen van bestuur groter geworden.

Toch blijven er vele betwistbare elementen over, zoals de volstrekte willekeur waarmee projecten zijn aangewezen. Zelfs in onze ogen goede wegen-, spoor- en vliegveldprojecten worden er nu doorheen geperst, waardoor het draagvlak en de zorgvuldigheid worden opgeofferd. Daarnaast heeft de regering de vrees niet kunnen wegnemen dat een aantal procedures kan leiden tot juist vertragende jurisprudentie. Ook het overrulen van lokale overheden kan onze steun niet hebben.

Hoewel D66 liever had gezien dat regels voor natuurbescherming uit het wetsvoorstel waren gebleven, waren wij blij met het goede amendement van de heren Samsom en Koopmans hierover. Een belangrijk amendement van D66 om het voorstel zorgvuldig af te hechten, kreeg echter geen meerderheid. Wel steunden CDA en ChristenUnie een amendement van D66 en GroenLinks om de ecologische hoofdstructuur in het wetsvoorstel op te nemen. Dat is zeer belangrijk, omdat met de toelichting ook het realisatiejaar 2018 zou worden vastgelegd. Maar door een principiële tegenstem van een groene partij werd het amendement verworpen. De natuur is daardoor slechter af dan had gehoeven.

Het wetsvoorstel heeft de naam Crisis- en herstelwet en de urgentie zou moeten worden bevestigd door dit wetsvoorstel snel aan te nemen om de economie een boost te geven. Via dit wetsvoorstel wordt echter geen extra euro in de economie geïnvesteerd. Het bevat geen nieuwe projecten en volgens de Raad van State en vele economen doet het vrijwel niets extra's voor de economie.

(commotie)

De voorzitter:

Mijnheer Van der Ham, mijnheer Van der Ham ...

De heer Van der Ham (D66):

Ook de premier heeft dat gezegd.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Ham ...

De heer Van der Ham (D66):

Dit wetsvoorstel bevat zo veel willekeur, zo veel losse eindjes en zo veel juridische onvoorspelbaarheden, dat er wel een heel dwingende noodzaak zou moeten zijn om ons daar voor te laten stemmen. Aangezien dit wetsvoorstel niets doet voor de crisis, noch voor de economie, stemt D66 tegen dit wetsvoorstel.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van:

- het gewijzigde amendement-Wiegman-van Meppelen Scheppink (stuk nr. 118);

- de amendementen-Wiegman-van Meppelen Scheppink/Samsom (stuk nrs. 40, I en II);

- het gewijzigde amendement-Wiegman-van Meppelen Scheppink (stuk nr. 131);

- het amendement-Koopmans/Samsom (stuk nr. 82);

- het gewijzigde amendement-Vendrik c.s. (stuk nr. 81);

- het gewijzigde amendement-De Mos (stuk nr. 112);

- het gewijzigde amendement-Van der Staaij (stuk nr. 128);

- het gewijzigde amendement-Wiegman-van Meppelen Scheppink (stuk nr. 132);

- de gewijzigde amendementen-Wiegman-van Meppelen Scheppink c.s. (stuk nrs. 122, I tot en met IV);

- het gewijzigde amendement-Wiegman-van Meppelen Scheppink/Samsom (stuk nr. 123);

- de amendementen-Wiegman-van Meppelen Scheppink/Samsom (stuk nrs. 51, I en II);

- de gewijzigde amendementen-Samsom/Koopmans (stuk nrs. 135, I tot en met III);

- het gewijzigde amendement-Wiegman-van Meppelen Scheppink (stuk nr. 126);

- het amendement-Wiegman-van Meppelen Scheppink c.s. (stuk nr. 72);

- de amendementen-Wiegman-van Meppelen Scheppink (stuk nrs. 76, I en II);

- het amendement-Koopmans (stuk nr. 104);

- het gewijzigde amendement-Samsom c.s. (stuk nr. 134);

- het amendement-Wiegman-van Meppelen Scheppink c.s. (stuk nr. 27);

- het amendement-Samsom/Wiegman-van Meppelen Scheppink (stuk nr. 32);

- het amendement-Samsom/Wiegman-van Meppelen Scheppink (stuk nr. 31);

- de nader gewijzigde amendementen-Koopmans (stuk nrs. 136, I tot en met IV);

- het amendement-Samsom c.s. (stuk nr. 53).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de PVV en het lid Verdonk voor dit wetvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven