Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken:

  • - de voorstellen van wet van het lid Kant tot wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning (31347, 31353 en 31375);

  • - het wetsvoorstel Tijdelijke verruiming van de mogelijkheid in artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek om arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan in verband met het bevorderen van de arbeidsparticipatie van jongeren (32058);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen (31549);

  • - het wetsvoorstel Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met regels over elektronisch verkeer met de bestuursrechter (Wet elektronisch verkeer met de bestuursrechter) (31867);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen in verband met het vervallen van de verklaring van geen bezwaar en het verbeteren en uitbreiden van de controle op rechtspersonen met het oog op de voorkoming en bestrijding van misbruik van rechtspersonen (31948);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid (31989).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat de Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Jan Jacob van Dijk en tot haar ondervoorzitter het lid Gesthuizen.

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik heb al in maart jongstleden schriftelijke vragen gesteld over een rapport waarin staat dat moskeeën de samenleving geld opleveren. Vanwege het uitblijven van de antwoorden heb ik vorige maand gerappelleerd. Aangezien de antwoorden er nog steeds niet zijn, doe ik bij dezen een herhaald rappel. Ik wil de antwoorden graag deze week ontvangen, omdat volgende week de integratiebegroting wordt behandeld.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer De Mos.

De heer De Mos (PVV):

Voorzitter. Naar aanleiding van het bericht dat Barendrecht tegen de wens van de bewoners in toch een opslagplaats krijgt voor CO2, vraagt de PVV om een spoeddebat met de ministers van VROM en van EZ hierover.

Mevrouw Spies (CDA):

Ik heb goed nieuws voor de heer De Mos, want dat debat staat al voor morgen geagendeerd. De brief die we vandaag hebben ontvangen, is juist gevraagd met het oog op het feit dat dit onderwerp voor morgen geagendeerd staat. Wij hebben geen behoefte aan een tweede debat over deze kwestie.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voor het gemak ben ik het helemaal eens met mevrouw Spies.

De heer Jansen (SP):

Het is fijn dat de PVV-fractie na twee jaar wakker is geworden, maar het moet niet veel gekker worden. Morgen zal dit onderwerp ordentelijk besproken worden.

De heer Van der Staaij (SGP):

Inderdaad, zo'n algemeen overleg is pas echt een spoeddebat, zou ik zeggen.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik sluit me geheel bij de vorige sprekers aan.

De voorzitter:

Meneer De Mos, ik constateer dat er geen steun is voor een spoeddebat.

De heer De Mos (PVV):

Ja, ik merk het, maar het is wel jammer dat het algemeen overleg over energie in het algemeen gaat en alleen met de minister van Economische Zaken wordt gevoerd en niet met de minister van VROM erbij.

De voorzitter:

Het is niet anders.

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Hedenochtend heeft de Kamer met de ministers van V en W en van VROM gesproken over de RAAM-brief. Ik verzoek u het verslag van dit overleg toe te voegen aan de agenda.

De heer Aptroot (VVD):

Ik weet hoe druk de agenda is en ik zou het de heer Vendrik niet willen onthouden, maar er mag dan toch alleen maar een motie voorgelezen worden. Kunnen wij dit niet betrekken bij de begrotingsbehandeling die komende week plaatsvindt?

De voorzitter:

Dat vind ik wel een briljante gedachte en de heer Vendrik ook, zo te zien.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Met een kanttekening en daarom persisteer ik toch in mijn verzoek. Ik weet welke moties ikzelf zal indienen en daarover hoor ik ook graag de mening van de minister van VROM. Zij is echter niet aanwezig bij het debat over de begroting van Verkeer en Waterstaat. Mijn fractie hecht eraan, anders dan wat de heer Koopmans lijkt te suggereren, dat de minister van VROM haar mening geeft. Oh, de heer Koopmans geeft mij gelijk.

De heer Koopmans (CDA):

Juist.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De heer Koopmans en ik willen graag dit VAO houden.

De voorzitter:

Tel uw zegeningen!

De heer Aptroot (VVD):

Zelfs ik geef nu de heer Vendrik gelijk.

De voorzitter:

En het gaat nu niet van zijn spreektijd voor de begroting af, dat scheelt ook weer. Maar misschien speelt dat helemaal geen rol. Aldus besloten.

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden.

Naar boven