Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 4 december 2008 over Razeb.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Gezien het debatje dat wij net over de Razeb hebben gevoerd, maar ook gezien de actualiteit van vandaag de dag, met helaas een grotere dreiging van de kant van Iran in verband met de verdere verrijking van uranium, dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat meer druk op Iran nodig is om dat land ertoe te bewegen, volledig te voldoen aan hetgeen de IAEA van dat land vraagt;

overwegende dat daartoe het tweesporenbeleid van de internationale gemeenschap (3 + 3) dat is gericht op dialoog en druk, moet worden voortgezet;

roept de regering op, bij de Europese Veiligheidsraadsleden aan te dringen op aanvullende sanctiemaatregelen met name in de Iranese bancaire en financiële sector;

roept de regering op, wanneer additionele Veiligheidsraadsmaatregelen al te lang op zich laten wachten, binnen de EU en met gelijkgezinde landen tot maatregelen te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Van Baalen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 863(21501-02).

De heer Van Dam (PvdA):

Ik heb misschien een wat gekke vraag, maar deze motie is letterlijk drie weken geleden in stemming geweest.

De voorzitter:

En verworpen.

De heer Van Dam (PvdA):

Zij heeft het niet gehaald en wordt nu weer ingediend.

De voorzitter:

Er staat nergens dat dit niet mag.

De heer Van Dam (PvdA):

Dat mag altijd?

De voorzitter:

Ja. U kunt met een voorstel komen voor de commissie voor de Werkwijze.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Namens de fractie van de PVV spreek ik mijn afschuw uit over de aanslagen in Mumbai. Uit de berichtgeving blijkt dat de terroristen bewust op zoek waren naar westerlingen, waaronder joden, en dat moslims van niet-moslims werden gescheiden. De terroristen hebben gedaan wat hun door de Koran is opgedragen: niet-moslims doden. De wereld heeft opnieuw kunnen zien welke gruwelijkheden kunnen voortvloeien uit de islamitische ideologie. De terroristen, of beter gezegd de jihadisten, zijn Pakistani. De regering wilde tijdens het AO niet toezeggen dat zij de verdere uitbouw van de handelsrelaties tussen de EU en Pakistan wil blokkeren. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

roept de regering op om niet in te stemmen met de verdere ontwikkeling van de handelsrelatie tussen de EU en Pakistan zo lang dat land niet effectief optreedt tegen de islamitische terroristen in dat land,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Roon, Van Baalen en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 864(21501-02).

De heer Van Dam (PvdA):

De heer De Roon heeft net tijdens het algemeen overleg gezegd dat hij tijdens het VAO zou uitleggen waarom zijn fractie drie weken geleden tegen dezelfde motie heeft gestemd die de heer Voordewind zojuist opnieuw heeft ingediend. Ik ben benieuwd.

De heer De Roon (PVV):

Gaat deze vlieger nu nog op, voorzitter? De motie-Voordewind is al voorgedragen en toen heeft de heer Van Dam mij daarover niets gevraagd.

De voorzitter:

U hebt net aangekondigd dat u iets gaat zeggen. U hoeft niets te zeggen, want er is geen recht bij de heer Van Dam, maar hij verzoekt u dat.

De heer De Roon (PVV):

De motie van de heer Voordewind is een tweetrapsraket. De eerste trap houdt in dat de regering wordt opgeroepen om bij een aantal leden van de Veiligheidsraad aan te dringen op aanvullende maatregelen tegen Iran. Daarin heb ik weinig fiducie omdat Iran te veel goede vrienden heeft in de Veiligheidsraad. Daarvan komt dus niet veel terecht. De tweede trap van de motie houdt het verzoek in dat de EU met gelijkgezinde landen iets probeert tegen Iran. Daarover heb ik nagedacht. In dat onderdeel van de motie kunnen wij ons vinden. Dit betekent dat ik dus uiteindelijk mijn fractie zal adviseren om voor de motie van de heer Voordewind te stemmen.

De heer Van Dam (PvdA):

Dat vind ik buitengewoon interessant. Ik vroeg als eerste waarom de heer De Roon daar drie weken geleden tegen gestemd heeft. Daar geeft hij geen antwoord op. Ik vraag mij af wat er nu veranderd is in de afgelopen drie weken, waardoor de heer De Roon nu 180 graden draait.

De heer De Roon (PVV):

Ik heb er nog even over nagedacht. Ik wil toch dat de EU een kans krijgt om iets tegen Iran te ondernemen. Ik hoop dat dit snel gebeurt, want van de Veiligheidsraad verwacht ik zoals gezegd niets.

Staatssecretaris Timmermans:

Voorzitter. Zoals ik al in het AO aangaf, is het gevraagde in de motie van de heren Voordewind en Van Baalen precies hetgeen het kabinet allang doet. Ik heb duidelijk aangegeven dat het kabinet inzet op het Veiligheidsraadstraject om Iran zich te laten houden aan zijn internationale verplichtingen. Wij zijn van plan om, indien dit niet mocht lukken via het Veiligheidsraadstraject, in EU-verband met de gelijkgestemde EU-partners iets te doen. Dat heb ik duidelijk gezegd in het algemeen overleg. Het zal dus geen verbazing wekken dat deze motie door mij wordt beschouwd als ondersteuning van het beleid.

De heer Van Bommel (SP):

Ik vraag mij af of dit wel helemaal juist kan zijn. De motie roept de regering er immers ook toe op om bij de leden van de Europese Veiligheidsraad aan te dringen op aanvullende sanctiemaatregelen, met name in de Iranese bancaire en financiële sector. Op welke aanvullende maatregelen in de Iranese bancaire en financiële sector dringt de Nederlandse regering dan aan?

Staatssecretaris Timmermans:

Ik lees de motie als volgt. Als het traject via de Veiligheidsraad niet oplevert wat wij ervan verwachten, zullen wij aandringen, om te beginnen bij de Europese leden van de Veiligheidsraad, op aanvullende maatregelen. In dat kader zie ik het dictum van de motie. Wij hebben met de Kamer afgesproken – en ik neem aan dat de indieners van de motie dat nog steeds vinden – dat wij volgtijdelijk bepaalde stappen moeten zetten. Eerst zullen wij het traject via de Veiligheidsraad volgen en als dat niet oplevert wat wij willen, zullen wij proberen iets anders te ondernemen met de Europese leden van de Veiligheidsraad. Als ook dat niets oplevert, zullen wij in EU-verband proberen om als EU verdere stappen te zetten. In dit licht beschouw ik het dictum van de motie, die ik als zodanig als ondersteuning van het beleid beschouw. Overigens zie ik dat de indiener van de motie niet echt geïnteresseerd is in mijn antwoord.

De heer Van Bommel (SP):

Ik wil hem wel de gelegenheid geven om nog even na te denken over de woorden van de staatssecretaris. Volgens mij roept de motie de staatssecretaris ertoe op om op korte termijn al iets te doen en niet eerst af te wachten totdat in de Veiligheidsraad wordt nagedacht over de vraag hoe moet worden omgegaan met Iran. Volgens mij roept de motie de staatssecretaris ertoe op om meteen actie te ondernemen.

De voorzitter:

Mijnheer Van Bommel, ik snap uw behoefte aan een derde termijn, maar die heb ik niet.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik wil een korte toelichting geven op de motie. Niets belet het kabinet om nu al te sonderen bij de EU-leden of zij ervoor in zijn om, mocht de VN-route op niets uitlopen, de sancties aan te scherpen.

Staatssecretaris Timmermans:

Die sondering wordt voortdurend gedaan. Over dit onderwerp wordt zeker met de bedoelde collega-lidstaten in de Europese Unie voortdurend overleg gevoerd. Ook op dit punt kan ik de heer Voordewind dus geruststellen. Die sondering met onze EU-collega's vindt voortdurend plaats.

Vervolgens een opmerking over de door de heer De Roon ingediende motie. In het algemeen overleg heb ik duidelijk gezegd dat wij vinden dat Pakistan meer moet doen aan terrorismebestrijding. Daarom ook wordt door de Europese Unie de coördinator terrorismebestrijding naar Pakistan gestuurd, om daar te overleggen over wat er allemaal moet gebeuren. Tegelijkertijd echter vinden wij dat de Pakistaanse regering, die in een buitengewoon ingewikkeld economisch klimaat moet proberen maatregelen te nemen ter bevordering van de stabiliteit in het land, niet extra gestraft moet worden door de belemmering van de ontwikkeling van de handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Pakistan. Wij doen beide. Enerzijds zetten wij in op verbetering van de terrorismebestrijding door Pakistan. Daar zetten wij ook EU-middelen voor in. Anderzijds vinden wij ook dat de mogelijkheden voor betere handelsbetrekkingen ingezet moeten worden, omdat dit de stabiliteit in Pakistan dient. Daarom moet ik de aanneming van de door de heer De Roon ingediende motie ontraden.

De heer De Roon (PVV):

Ik zou graag van de staatssecretaris willen horen of hij echt gelooft dat het zenden naar Pakistan van die pennenschuiver, die hij "de Europese terrorismecoördinator" noemt, echt nodig is om Pakistan tot actie te bewegen en duidelijk te maken wat er moet gebeuren om de terroristen aan te pakken. Volgens mij weet men dat in Pakistan allang, maar is men gewoon onwillig. Is de staatssecretaris het met mij eens dat het veel beter is om, zolang dat zo is en men geen actiebereidheid toont, Pakistan niet nog meer tegemoet te komen op het gebied van de handel?

Staatssecretaris Timmermans:

Je moet het ene doen en het andere niet laten. Je moet de middelen die je hebt, inzetten om het terrorisme zo effectief mogelijk te bestrijden. Wij zijn ook ontevreden over het niveau waarop dit nu in Pakistan gebeurt en willen dat dit verbetert. Daarvoor stellen wij de capaciteit van de Europese Unie op dit vlak ter beschikking door de EU-coördinator daarheen te zenden. Daarnaast vinden wij dat de nieuwe regering van Pakistan een kans verdient om een succes te maken van het beleid. Daarbij past dat zij op economisch gebied meer kansen krijgt. In dat kader is verruiming van de handelsmogelijkheden een goed instrument. Wat de heer De Roon voorstelt, het beperken van de handelscontacten, werkt juist radicalisme en terrorisme in de hand. Daar zijn wij tegen.

De voorzitter:

Mag het rustiger in de zaal? Dat is wel zo correct tegenover de sprekers.

De heer De Roon (PVV):

De staatssecretaris slaat met zijn laatste opmerking de plank volledig mis. De motie strekt er niet toe dat de handelsbetrekkingen met Pakistan worden beperkt of verminderd. Het enige wat in de motie staat is, dat de handelsbetrekkingen niet moeten worden uitgebreid zolang Pakistan geen positieve actie tegen het terrorisme laat zien.

Staatssecretaris Timmermans:

Wij stimuleren het ondernemen van meer positieve actie bij het bestrijden van terrorisme, maar wij willen ook bezien op welke manieren wij de Pakistaanse regering kunnen helpen om de grote economische problemen waar zij voor staat, te bestrijden omdat een toename van deze problemen een ideale voedingsbodem creëert voor radicalisering en fundamentalisme, en dus ook voor terrorisme. De heer De Roon legt een bepaalde link in zijn motie. Door deze toe te passen, bestrijd je echter niet het terrorisme, maar wakker je het alleen maar aan. Daarom ontraad ik namens het kabinet aanneming van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven