Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de implementatie van richtlijn 2005/89/EG inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen (30934).

(Zie vergadering van 5 september 2007.)

De algemene beraadslaging wordt heropend.

De heer Hessels (CDA):

Voorzitter. Het gaat om een belangrijk onderwerp, maar wat mij betreft kunnen wij deze heropening beperken tot het amendement dat de heer Zijlstra heeft ingediend over het vangnet. De minister heeft de CDA-fractie in de twee termijnen van dit debat ervan overtuigd dat het bij voorbaat opnemen van een vangnetregeling in de wet nuttig zou zijn bij een plotseling opduikende schaarste. Daarom ook hebben wij ons laten overtuigen en heeft mijn fractie het amendement om deze bepaling uit het wetsvoorstel te schrappen ingetrokken. Maar, het is wel mogelijk dat zo'n vangnet invloed heeft op de marktwerking. De CDA-fractie vindt het dan van belang dat deze Kamer nadrukkelijk betrokken wordt bij de beslissing om zo'n vangnetregeling daadwerkelijk van kracht te verklaren. Het amendement dat collega Zijlstra heeft ingediend om een voorhangprocedure aan de invoering van die vangnetregeling te verbinden, kan daarom op steun van de CDA-fractie rekenen en daarom heb ik dat amendement ook mee ondertekend.

Er zijn dan nog twee varianten mogelijk, een zware of een lichte voorhang. De voorkeur van de CDA-fractie ging oorspronkelijk uit naar een zware voorhangprocedure waar de Kamer echt heel nauw bij betrokken is, maar als een vangnetregeling van kracht wordt verklaard, zal ze ook snel van kracht moeten worden. Daarom kan de lichte voorhang waarvoor de heer Zijlstra in zijn amendement heeft gekozen ook op de steun van de CDA-fractie rekenen.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Wij willen inderdaad een lichte voorhangprocedure bij instelling van het vangnet. In het vorige debat hebben wij dat al uitgebreid gewisseld. Onze angst is de invloed op de markt als je de hoeveelheid productievermogen gaat beïnvloeden. Dat heeft vanzelfsprekend, zoals de minister ook heeft aangegeven, invloed op de prijs. Waar vallen dan de effecten? Moet de consument dat betalen? Wie is op dat moment de klos? Wij vinden dat het ook maatschappelijk gezien een duidelijke invloed kan hebben en daarom vinden wij het ook van belang dat het parlement daar met die voorhang een rol in heeft.

Het tweede element is dat de minister in feite het besluit neemt, hetgeen in de vorige opzet niet het geval was. Dat is nu in het amendement meegenomen, zodat de ministeriële verantwoordelijkheid is geregeld. Gezien het grote belang van het besluit, willen wij toch die voorhang en vandaar het voorliggende amendement dat mede is ingediend door de heer Hessels van het CDA, de heer Crone van de PvdA en de heer Jansen van de SP.

Minister Van der Hoeven:

Mevrouw de voorzitter. Het is nu wel belangrijk om spijkers met koppen te slaan om maar even de woorden van de heer Hessels uit het vorige debat te gebruiken, want het voorstel moet 24 februari 2008 geïmplementeerd zijn. Het is dan ook van belang om dit debat af te ronden, want anders komen wij in tijdnood.

Ik heb eerder aangegeven dat ik het vangnet van groot belang vind, omdat je daarmee de beschikking krijgt over een instrument om tijdig te kunnen anticiperen als die leveringszekerheid in gevaar komt. Ook is het nodig dat er duidelijkheid in de wetgeving over het instrument vangnet komt. Dat betekent dat de heer Zijlstra met het eerste onderdeel van het amendement gewoon een punt heeft. Dat is geen enkel probleem, want op deze manier wordt in de wet in het nieuwe lid 13 inderdaad vastgelegd wat de taak van de minister op dat punt is. Ik heb daar dan ook geen bezwaar tegen.

Het tweede deel van het amendement, het nieuwe lid 14, bepaalt dat er een lichte voorhang moet komen. Met andere woorden, dat voordat het vangnet wordt ingesteld, het ontwerpbesluit ter goedkeuring aan beide Kamers moet worden voorgelegd. Ik vind dat overbodig. Ik heb toegezegd dat ik de Kamer zal informeren over de inzet van het vangnet. Ik heb dit later nog een keer bevestigd in mijn brief. Ik vraag mij af waarom deze – er wordt gezegd lichte, maar ik vind het toch nog een heel behoorlijke – procedure nodig is om dit in feite te doen.

Verder kunt u een minister te allen tijde naar de Kamer roepen om verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid. Dat kan op ieder moment en niet alleen op dinsdagmiddag.

Toen wij in september over dit onderwerp spraken, werd tegen mij gezegd dat ik overbodige regelgeving moest schrappen. Ik ben het daarmee eens. Het tweede gedeelte van dit amendement leidt wel tot overbodige regelgeving. Het betekent namelijk dat een eventueel besluit over de inzet van het vangnet wordt voorafgegaan door een voorstel van TenneT voorzien van het advies van DTe dat mijn goedkeuring behoeft. Ik heb dit al toegezegd en nogmaals, het is niet nodig.

Ik heb begrepen dat er straks een VAO over administratieve lasten is. De Kamer zal dan een aantal moties indienen om de administratieve lasten te beperken en de nalevingskosten te beperken. Dit amendement kost geld en tijd. De Kamer wil dat het ambtenarenapparaat met zo'n 20% wordt gereduceerd. Op deze manier lukt dit natuurlijk nooit, want dan heb ik nog meer mensen nodig dan ik nu heb.

Daarom moet ik de aanneming van het tweede deel van dit amendement ontraden.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag over het wetsvoorstel te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 16.02 uur tot 16.15 uur geschorst.

Naar boven