Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over het AVV-beleid, te weten:

- de motie-Douma c.s. over advisering door de Raad van State (29200 XV, nr. 109).

(Zie vergadering van 7 september 2004.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Ik vraag voor, tijdens en na de stemmingen stilte in de zaal en in de wandelgangen. Het zou niet mogelijk moeten zijn dat er nu gepraat wordt in de wandelgangen, want alle leden zitten voor de stemmingen in de zaal. Daarmee zijn gesprekken in de wandelgangen voor anderen niet meer interessant.

De heer Varela (LPF):

Voorzitter. De fractie van de LPF zal voor de motie-Douma c.s. stemmen. Zij is van mening dat een algemeenverbindendverklaring niet selectief gebruikt mag worden. Het handhaven van de nullijn wat betreft de loonontwikkeling is belangrijk om de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven te verbeteren, maar de loonvorming is primair een zaak van de sociale partners. Het selectief gebruiken van het instrument AVV zien wij als een verkapte loonmaatregel. Hoe slecht de economische situatie in Nederland ook is, wij achten het daarvoor nog veel te vroeg. Wij hopen dat het kabinet op niet al te lange termijn voorstellen zal doen om het instrument AVV ter discussie te stellen.

In stemming komt de motie-Douma c.s. (29200-XV, nr. 109).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven