Aan de orde zijn de stemmingen over moties ingediend tijdens het debat over de evaluatie van de taxiwetgeving, te weten:

- de motie-Van der Steenhoven over verbetering van de positie van de taxi binnen de ketenmobiliteit (25910, nr. 36);

- de motie-Dijsselbloem/Luchtenveld over stappen in een extra beleidsimpuls (25910, nr. 37);

- de motie-Stroeken/Van der Steenhoven over het capaciteitsbeleid (25910, nr. 38).

(Zie vergadering van 10 oktober 2001.)

De voorzitter:

De motie-Van der Steenhoven (25910, nr. 36) is in die zin gewijzigd dat na het derde gedachtestreepje de tekst thans luidt:

"- zich ervoor in te zetten dat binnen afzienbare tijd bij meer NS-stations in grote steden een treintaxistandplaats aanwezig is."

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 39 (25910).

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Steenhoven (25910, nr. 39).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijsselbloem/Luchtenveld (25910, nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Stroeken/Van der Steenhoven (25910, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven