Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002 (28000 VI),

- over:

- de motie-Van de Camp over start met inburgering in het land van herkomst (28000 VI, nr. 22);

- de motie-Van de Camp over een algemene identificatieplicht met draagplicht en toonplicht (28000 VI, nr. 24);

- de motie-Rietkerk/Van Heemst over coaching voor jeugdigen (28000 VI, nr. 25);

- de motie-Rietkerk/Nicolaï over resocialisatie en heropvoeding bij recidive (28000 VI, nr. 26);

- de motie-Van Oven c.s. over opsporingsactiviteiten nadat het Statuut van het Internationaal Strafhof in werking is getreden (28000 VI, nr. 27);

- de motie-Van Heemst c.s. over een offensief tegen geweld en agressie (28000 VI, nr. 28);

- de motie-Halsema over Afghaanse asielzoekers (28000 VI, nr. 29);

- de motie-Nicolaï over een algemene identificatieplicht gekoppeld aan dwangmiddelen van de politie (28000 VI, nr. 30);

- de motie-De Wit over een zorgvuldige motivering van straf of maatregel (28000 VI, nr. 31);

- de motie-Dittrich c.s. over ondertoezichtstelling van detentierecidivisten (28000 VI, nr. 32);

- de motie-Dittrich c.s. over meer en betere informatie van het slachtoffer (28000 VI, nr. 33);

- de motie-Dittrich c.s. over allochtone homoseksuelen en de vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting en het non-discriminatiebeginsel (28000 VI, nr. 34).

(Zie vergadering van 8 november 2001.)

De voorzitter:

De heer Van Oven trekt het amendement op stuk nr. 17 in. De heer Van de Camp heeft gevraagd om een stemverklaring vooraf te mogen afleggen.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter. Ik stel vast dat de motie-Nicolaï/Van de Camp is aangenomen, maar vervolgens gaat het natuurlijk om de financiële vertaling van die motie in concrete amendementen. Daarom wil ik een stemverklaring afleggen over de amendementen 14 en 20.

Amendement 14 is ingediend door de collega's Nicolaï en Kamp en gaat over extra maatregelen ten behoeve van de veiligheid in ons land. Veiligheid is ook voor de CDA-fractie een aangelegen punt, maar de dekking van dit amendement stuit bij ons op problemen. De CDA-fractie is niet principieel tegen het bezuinigen op uitgaven voor asielbeleid. Wij vinden echter dat eerst beleid moet worden gevoerd en dat daarna de financiële winst daarop moet worden ingeboekt voor andere doeleinden. De indieners kiezen echter eenzijdig voor een streep van 5% door de uitgaven voor het asielbeleid. Dat is voor de CDA-fractie zonder beleid vooraf niet acceptabel. De dekking is wel stoer maar niet deugdelijk.

Amendement nr. 20 is ingediend door de collega's Van Heemst, Van Oven en Dittrich. Ook dit amendement kan met het oog op de financiële degelijkheid die onze fractie voorstaat niet op onze instemming rekenen. De heer Van Heemst en de zijnen willen meer boeteopbrengsten, terwijl er juist een beweging in deze Kamer is om die opbrengsten ietwat te verlagen. Verder lopen de collega's in hun dekking vooruit op de eindejaarsmarge en ook dat kan de steun van onze fractie niet krijgen.

Voorzitter. Als de coalitiegenoten de handen ineen hadden geslagen, hadden wij veel geld voor veiligheid kunnen wegzetten. Het doet mij derhalve zeer te moeten mededelen dat mijn fractie beide amendementen niet aan een meerderheid zal kunnen helpen. Wij zullen tegenstemmen.

De artikelen 1 t/m 9 worden zonder stemming aangenomen.

De artikelen 1.1 t/m 3.2 van de begrotingsstaat worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Nicolaï/Kamp (stuk nr. 14, I)

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement ook de andere op stuk nr. 14 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Heemst c.s. (stuk nr. 20, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA en D66 voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement ook de andere op stuk nr. 20 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

De artikelen 3.3, 3.4 en 4.1 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Halsema (stuk nr. 12, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement ook het andere op stuk nr. 12 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Dittrich c.s. (stuk nr. 23, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 23 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-De Wit/Halsema (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 19 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 4.2, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dittrich c.s. (stuk nr. 23, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 4.3 en 4.4 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Halsema (stuk nr. 10, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement ook het andere op stuk nr. 10 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van der Staaij c.s. (stuk nr. 11, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 11 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Rietkerk c.s. (stuk nr. 18, II).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 18 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 5.1, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Staaij c.s. (stuk nr. 11, I) en het amendement-Rietkerk c.s. (stuk nr. 18, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 5.2 en 6.1 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 6.2, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dittrich c.s. (stuk nr. 23, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 6.3 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 7.1, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Staaij c.s. (stuk nr. 11, II) en het amendement-Rietkerk c.s. (stuk nr. 18, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 7.2 en 7.3, de begrotingsstaten en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Op verzoek van de heer Van de Camp stel ik voor, zijn motie (28000-VI, nr. 22) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Van de Camp (28000-VI, nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik heb begrepen dat de heer Van de Camp nu graag een stemverklaring aflegt, voordat wij stemmen over de overige moties. Ik stel hem daartoe in de gelegenheid.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter. Nu mijn motie op stuk nr. 24 eenduidig is verworpen, heb ik er behoefte aan een stemverklaring af te leggen bij de motie-Nicolaï op stuk nr. 30. Onze fractie blijft van mening dat de identificatieplicht in Nederland dient te worden aangescherpt, zeker ten opzicht van de brief en de notitie van de minister van 29 oktober jongstleden. De motie-Nicolaï vraagt om een aanscherping van de identificatieplicht. Wij zullen derhalve die motie steunen.

In stemming komt de motie-Rietkerk/Van Heemst (28000-VI, nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rietkerk/Nicolaï (28000-VI, nr. 26).

De voorzitter:

Gelet op de stemverhouding bij een vorige stemming, constateer ik dat deze motie met 70 tegen 69 stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Oven c.s. (28000-VI, nr. 27).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Heemst c.s. (28000-VI, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Halsema (28000-VI, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Nicolaï (28000-VI, nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Wit (28000-VI, nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de VVD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dittrich c.s. (28000-VI, nr. 32).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dittrich c.s. (28000-VI, nr. 33).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dittrich c.s. (28000-VI, nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, D66, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven