Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 24 januari 2001 over het huurprijzenbeleid.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter! Gezien het debat van gisteren, lijkt het de fractie van GroenLinks toch gewenst om een tweetal moties in te dienen. Omdat zij voor zichzelf spreken, zal ik deze moties voorlezen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat een inflatievolgend huurbeleid wenselijk is;

overwegende, dat een gemiddeld inflatievolgend huurbeleid huurverhogingen tot 3,8% niet kan voorkomen;

overwegende, dat de "Actualisatie Prognosemodel Sociale Huursector 2000" aantoont dat zelfs bij een huurstijging beneden inflatieniveau (namelijk 2%) tot en met 2009 de sociale huursector een vermogen opbouwt dat zal groeien tot maximaal 53 miljard gulden;

overwegende, dat de sociale huursector in een nationaal investeringsprogramma niet heeft aangetoond op welke wijze de sector haar sociale taakstellingen zal vervullen, en dus de motie-Biesheuvel/Duivesteijn (27400-XI, nr. 13) niet is uitgevoerd;

overwegende, dat bij gebrek aan inzicht in de investeringen van de sector, een verdere financiële impuls via de huurstijging, ongefundeerd en onwenselijk is;

overwegende, dat slechts eenderde van de huurders wordt gecompenseerd via de huursubsidie, en daarmee tweederde van de huurders kan worden geconfronteerd met een ongerichte en onnodige lastenverzwaring;

verzoekt de regering de maximale huurstijging voor het komende tijdvak 2001/2002 vast te stellen op 2,5% (niveau van de inflatie 2000),

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2 (27441).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de verhuurder uit hoofde van de motiveringsplicht huurders bij een huurstijging boven de inflatie (2,5%) inzicht moet geven in de doelstellingen van het huurbeleid en het onderhoudsbeleid;

verzoekt de regering de verhuurders concrete aanwijzingen te geven over de wijze waarop huurders dienen te worden geïnformeerd Van Gentover deze motiveringsplicht en eventuele beroepsmogelijkheden via de huurcommissie;

verzoekt de regering voorts hierover een effectieve voorlichting in de richting van de huurders te organiseren en te ondersteunen;

verzoekt de regering de Kamer op dit punt uiterlijk 1 maart 2001 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent en Van 't Riet. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 3 (27441).

Staatssecretaris Remkes:

Voorzitter! Ik ontraad aanneming van de eerste motie. Ik wil de Kamer wijzen op een paar omstandigheden. In de motie wordt als overweging aangegeven de ontwikkeling van een vermogen in de sociale huursector in de richting van 53 mld., gebaseerd op het prognosemodel. Ik wijs de indienster erop dat dit bedrag is gebaseerd op een aanzienlijke verkoopinspanning van corporaties, 50.000 per jaar. Als ik het mij goed herinner, heeft zij zich bij eerdere gelegenheden daartegen verklaard. Die overweging lijkt mij in de ogen van de indienster inderdaad wat minder consistent.

Het volgende punt is de investeringsinspanning. Gisteren stond op de agenda van het algemeen overleg ook het Nationaal akkoord wonen. Daarin heeft de sector zich verplicht tot een bepaalde inspanning voor de bouw van sociale huurwoningen, verbetering en onderhoud, een aantal Dubo-maatregelen, enz. Dat kan gezien worden als een inspanningsverplichting van de sector. Dus ook die overweging zou ik willen relativeren tot achtergrondmuziek. De andere overwegingen mijnerzijds waarom ik aanvaarding van deze motie ontraad, zijn gisteren voldoende gewisseld in het debat.

Dan kom ik bij de tweede motie van mevrouw Van Gent inzake de motiveringsplicht. Ik ben bereid om in de circulaire die naar de gemeenten gaat, waarin het beleid uit de doeken wordt gedaan, nadrukkelijk melding te maken van de sanctiemogelijkheden en verhuurders erop te wijzen dat men de motiveringsplicht dient na te leven. Tevens zal ik de verhuurders erop wijzen dat, wanneer niet aan die motiveringsverplichting wordt voldaan, de weg naar de huurcommissie openstaat en dat deze commissie de huurprijs ambtshalve zal terugbrengen tot het niveau van inflatie.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter! De staatssecretaris is ingegaan op de overwegingen in mijn eerste motie. Ik heb een aantal overwegingen opgenomen die verband houden met het beleid dat momenteel gevoerd wordt. Dat wil niet zeggen dat ik die overwegingen ook steun, maar ik heb dat met realiteitszin opgeschreven. Alleen trek ik wel een volstrekt andere conclusie dan de staatssecretaris en dat lijkt mij ook terecht. Wat de tweede motie betreft wil ik de toezeggingen die de staatssecretaris heeft gedaan op mij in laten werken en dan kom ik daar dinsdag op terug.

Staatssecretaris Remkes:

Wat de eerste motie betreft heb ik genoteerd dat mevrouw Van Gent zich aangesloten heeft bij de club Duivesteijn, Biesheuvel en Remkes ter stimulering van verkoop, want de opbrengsten zijn bij dezen al ingeboekt.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

U moet wel de waarheid vertellen.

De beraadslaging wordt gesloten.

Sluiting 17.05 uur

Naar boven