Donderdag 25 januari 2001
10.15 uur
Tegenwoordig zijn 111 leden, te weten:
Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib,
Augusteijn-Esser, Bakker, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek,
Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Van Blerck-Woerdman, Blok, De Boer,
Bolhuis, Van de Camp, De Cloe, Cornielje, Crone, Dankers, Depla, Van Dijke,
Dijksma, Dijkstal, Dijsselbloem, Dittrich, Van den Doel, Duivesteijn, Eurlings,
Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, De Haan, Halsema, Harrewijn,
Hessing, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, Kamp, Karimi, Van
der Knaap, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Leers, Luchtenveld, E. Meijer, Middel,
Van Middelkoop, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den
Uyl, Oplaat, Örgü, Van Oven, Passtoors, Patijn, Rabbae, Ravestein,
Rehwinkel, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp,
Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Schreijer-Pierik,
Schutte, Snijder-Hazelhoff, Spoelman, Van der Staaij, Van der Steenhoven,
Stellingwerf, Stroeken, De Swart, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Udo, Valk,
Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn,
Van der Vlies, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, Waalkens, Weekers,
Weisglas, Wijn, De Wit, Witteveen-Hevinga en Zijlstra,
en de heer Korthals, minister van Justitie, mevrouw Borst-Eilers, vice-minister-president,
minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Kalsbeek, staatssecretaris
van Justitie, en de heer Remkes, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering
van de leden:
Melkert, wegens verblijf buitenslands;
Herrebrugh, wegens ziekte;
Van Wijmen, wegens bezigheden elders;
Santi, wegens bezigheden elders, alleen voor de ochtendvergadering;
Hindriks en Koenders, wegens bezigheden elders, alleen voor de middag-
en de avondvergadering;
Rehwinkel, wegens bezigheden elders, alleen voor de avondvergadering.
De voorzitter:
Omdat het vandaag Landelijke Gedichtendag is, open ik de vergadering met
een gedicht en wel van Gerrit Komrij. Het gedicht heet: Ingekomen stukkenHetzelfde
water. Het is wat je zou kunnen noemen een gelegenheidsgedicht. Het is namelijk
gemaakt voor de Commissie waterbeheer 21ste eeuw en in augustus vorig jaar
voor het eerst gepubliceerd.
Hetzelfde water
Hetzelfde water dat met stormgejoel
En helse vlagen komt en
wordt gevreesd,
Is ook het water dat, sereen en koel,
De mensen
van hun kwellingen geneest.
Ons lage land aan zee is een groot lijf
Met aderen, aorta's,
bloedkanalen
En al wat zich vertakt - een druk bedrijf
Dat
regelt dat we pijnloos ademhalen.
Geen netwerk dat je ongestraft verbouwt.
Het overstroomt bij
elke prop meteen.
Wordt het in één arterie te benauwd,
Dan spatten duizend haarvaten uiteen.
Elk lichaam is een tijdelijke spons.
Bepleister het geval met
poederdons
En kalk, van top tot teen, dan wordt dat lijf
Sneller dan je tot tien telt droog en - stijf.
Verwen de stroom die door je lichaam stuwt.
Laat bloed, bekwaam
getemd, de vrije loop.
Bedenk - wie van de norse buien gruwt -
Dat ook een hart niet wordt geamputeerd
Van al wat weerloos is en wordt bedreigd.
Het water zelf, intussen, daalt en stijgt.