Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2000 (26800 XIII).

(Zie vergadering van 27 oktober 1999.)

De artikelen 1 t/m 6 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Hindriks/Van Walsem (stuk nr. 27, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 27 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

De begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, zoals deze is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Hindriks/Van Walsem (stuk nr. 27, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De begrotingsstaat, onderdeel ontvangsten, zoals deze is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Hindriks/Van Walsem (stuk nr. 27, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De begrotingsstaat agentschap Senter en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven