Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend
in het debat over Eindhoven Airport, te weten:
- de motie-Poppe over het vaststellen van een definitieve geluidscontour voor
Eindhoven Airport (26200 X, nr. 26);
- de gewijzigde
motie-Van 't Riet c.s. over het vasthouden aan het maximumaantal vliegbewegingen
(26200 X, nr. 28).
(Zie vergadering van 25 maart 1999.)
De voorzitter:
De gewijzigde motie-Van 't Riet c.s. (26200-X, nr. 28) is in die zin nader
gewijzigd, dat het dictum thans luidt:
"verzoekt de regering zich te houden aan het afgesproken aantal vliegbewegingen
van 18.050, zoals die zijn opgenomen in het structuurschema Militaire terreinen,
waarvan 264 bewegingen met middelgrote vliegtuigen zoals aangegeven in de
nota Relus en de vigerende beschikking van 1993, totdat er een aanwijzingsbesluit
ligt dat niet uitgaat van vliegbewegingen maar van geluidszones, op basis
van gemeten geluidsbelasting,".
Naar mij blijkt, wordt deze nader gewijzigde motie voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 30 (26200-X).
De heer Timmermans (PvdA):
Mevrouw de voorzitter! Mede namens mevrouw Van 't Riet wil ik u vragen
de stemming over de nader gewijzigde motie-Van 't Riet c.s. (26200-X, nr.
30) aan te houden tot volgende week, zodat wij over een aantal cijfers en
juridische kwesties nog opheldering kunnen krijgen.
De voorzitter:
Ik stel voor, de nader gewijzigde motie-Van 't Riet c.s. (26200-X, nr.
30) van de agenda af te voeren.
In stemming komt de motie-Poppe (26200-X, nr. 26).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks
voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat
zij is verworpen.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen achteraf.
Elektriciteitswet
De heer Van den Akker (CDA):
Voorzitter! De CDA-fractie heeft meermalen duidelijk gemaakt op welke
wijze zij met de bakstenenproblematiek wenst om te gaan. Ik verwijs naar het
amendement op stuk nr. 39.
De gewijzigde motie-Van Walsem c.s. (26303, nr. 66) gaat uit van een andere
benadering. Daarom hebben wij deze motie niet gesteund.
De heer Crone (PvdA):
Voorzitter! Ik wil graag verhelderen waarom wij de gewijzigde moties op
de stukken nrs. 66 en 67 in hun samenhang hebben gesteund. In de gewijzigde
motie-Van Walsem c.s. (26303, nr. 66) wordt duidelijk gemaakt dat individuele
bedrijven pas in de productiesfeer kunnen worden geprivatiseerd als zij voluit
de verantwoordelijkheid nemen voor het oplossen van de bakstenenproblematiek.
In de gewijzigde motie-Crone c.s. (26303, nr. 67) is verduidelijkt dat de
netbedrijven en distributiebedrijven niet mogen worden geprivatiseerd voordat
de minister een notitie heeft geschreven waarin de criteria worden verwoord.
De samenhang tussen beide is dat sommige privatiseringen eerst kunnen plaatsvinden
als netbedrijven zijn afgescheiden.
De voorzitter:
Het is niet gebruikelijk dat de leden een stemverklaring afleggen over
een motie die zij dan wel zelf hebben ingediend dan wel hebben medeondertekend.
De heer Crone (PvdA):
Voorzitter! Ik heb deze verklaring afgelegd om de samenhang tussen beide
toe te lichten.
De voorzitter:
Dat is duidelijk, maar dit hoort tijdens het debat over het wetsvoorstel
te gebeuren.