Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het
wetsvoorstel Voorschriften van tijdelijke aard, waaronder wijziging
van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, in verband
met de vernieuwing van opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs op het
gebied van de natuur (Tijdelijke wet aanwijzing bèta-opleidingen) (26339), en over:
- de motie-De Vries c.s. over
het stimuleren van technische en natuurwetenschappelijke opleidingen (26339, nr. 10).
(Zie vergadering van 10 maart 1999.)
Artikel 1 wordt zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het gewijzigde amendement-Lambrechts c.s. (stuk nr. 9,
I).
De voorzitter:
Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.
Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere
op stuk nr. 9 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden
beschouwd.
Artikel 2, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde
amendement-Lambrechts (stuk nr. 9, I), wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel 3 wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel 4, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde
amendement-Lambrechts (stuk nr. 9, II), wordt zonder stemming aangenomen.
De artikelen 5 en 6 worden zonder stemming aangenomen.
Artikel 7, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde
amendement-Lambrechts (stuk nr. 9, III), wordt zonder stemming aangenomen.
De artikelen 8 t/m 11 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-De Vries c.s. (26339, nr. 10).
De voorzitter:
Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.