Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Bepalingen inzake de arbeids- en rusttijden (Arbeidstijdenwet) (23646), te weten:

- de motie-Van Middelkoop c.s. over advies van de Raad van State over de negende nota van wijziging (23646, nr. 59).

(Zie vergadering van 18 mei 1995.)

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, het AOV, de Unie 55+, de CD, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! De Kamer heeft helaas de motie-Van Middelkoop c.s. over de negende nota van wijziging verworpen. In die nota van wijziging is een nieuwe medezeggenschapsfiguur geïntroduceerd en gedefinieerd. De motie pleitte ervoor om de nota van wijziging alsnog naar de Raad van State te sturen.

Behalve procedurele bezwaren zijn er inhoudelijke bezwaren tegen de negende nota van wijziging. De argumenten zijn uitgewisseld. De minister heeft mij in de vierde termijn van het debat uitgedaagd om met amendementen te komen ter verbetering van de positie van de personeelsvertegenwoordiging. Dat wil ik graag doen. Helaas moest dat gebeuren nadat de motie van collega Van Middelkoop is verworpen. Ik kon dat dus niet eerder doen.

Ik vraag dan ook om heropening van de beraadslaging over de Arbeidstijdenwet. Dan kan ik een amendement indienen dat de positie van de personeelsvertegenwoordiging wat meer body geeft, opdat die in de kleine ondernemingen een betere tegenspeler is van de werkgever. Als mijn verzoek wordt gehonoreerd, kan de stemming over de Arbeidstijdenwet thans niet doorgaan. Ik maak mij sterk dat een aantal fracties dat amendement zullen ondersteunen.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Voorzitter! De heer Rosenmöller heeft alle recht voor zijn verzoek. Maar kan de beraadslaging wel heden heropend worden?

De heer Van Middelkoop (GPV):

Voorzitter! Collega Rosenmöller heeft geopereerd zoals hij wel moest. Ik steun hem dan ook in zijn verzoek om de beraadslaging te heropenen. Ik heb er evenwel ernstig bezwaar tegen als dat hier en nu gebeurt. Uit een oogpunt van zorgvuldige wetgeving zijn wij dan verkeerd bezig.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter! Ik steun graag het verzoek van collega Van Nieuwenhoven om nog vandaag de beraadslaging te heropenen.

De heer Van Dijke (RPF):

Voorzitter! Zowel de heer Rosenmöller als de heer Van Middelkoop heeft de mening van mijn fractie verwoord. Ik pleit dus voor een degelijke beraadslaging ter zake.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter! Volgens mij kan er weinig bezwaar zijn tegen heropening van de beraadslaging vandaag. De positie waarin wij ons nu bevinden, was namelijk heel goed te voorspellen. Dit geldt ook voor het amendement dat nog eventueel ingediend moet worden. Dat amendement had dus al voorbereid kunnen zijn.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Voorzitter! Na het debat van verleden week zal het duidelijk zijn dat ik het verzoek van de heer Rosenmöller steun. Als de collega's behoefte hebben aan een langere voorbereiding, moet die tijd er zijn.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Ik kon niet anders, zei collega Van Middelkoop. En zo is het. Het amendement om de personeelsvertegenwoordiging een wat sterkere positie te geven is derhalve nog niet ingediend. Daar is wel goed over nagedacht, dat geef ik de heer Bakker toe. Ik kan mij echter voorstellen dat mevrouw Van Nieuwenhoven en ook de andere regeringsfracties zo'n amendement niet ongezien willen steunen maar daar toch eerst goed naar willen kijken. Derhalve zal ik mij beraden en datgene wat ik in gedachten heb opgelepeld zo snel mogelijk op papier zetten. Het amendement kan of vanmiddag of morgen worden ingediend. Ik laat aan u, voorzitter, over wat het goede tijdstip is voor de beraadslaging. Desnoods kan het morgenavond, maar ik weet niet of ik daar alle collega's een plezier mee doe!

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Voorzitter! Ik ben het met iedereen eens die zegt, dat dit wetsvoorstel een zorgvuldige behandeling verdient. Overigens verdient ieder wetsvoorstel dat. Ik geef de heer Rosenmöller dan ook graag toe, dat het misschien enige tijd kan vergen. Hij heeft echter wel vanaf de vorige week donderdag de tijd gehad, omdat het toen heel nadrukkelijk aan de orde was en hij toen ook al gezegd heeft, dat hij een amendement zou indienen als gebeurde wat er nu gebeurd is. Wat dat betreft, vind ik het dus merkwaardig, maar ik leg mij graag neer bij het besluit. Als de heropening niet vanmiddag kan, kan het misschien vanavond.

De voorzitter:

Ik stel allereerst voor, aan het verzoek van de heer Rosenmöller tot heropening te voldoen. Ik neem aan, dat het een zeer korte heropening zal zijn, omdat ik er ook op zal aandringen en toezien dat wij niet in herhaling vervallen, zoals ik de vorige week bij de behandeling van een ander wetsvoorstel heb gedaan. Het is mooi als wij elkaar in deze Kamer kunnen overtuigen, maar als dat niet kan, geldt gewoon de besluitvorming. Daar hebben we heel heldere regels voor.

Tegen deze achtergrond ga ik ervan uit, dat ik het punt morgenmiddag direct na de lunchpauze aan de orde kan stellen. Ik ga er tevens van uit, dat morgen de agenda gewoon kan worden afgewikkeld. Als dat niet kan gebeuren, weet u wat daar het nadeel van is.

Dat betekent, dat morgen over agendapunt 6 wordt gesproken en dat de volgende week hierover zal worden gestemd, evenals over de moties onder agendapunt 7.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven