5 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht (33498).

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Quik-Schuijt (SP):

Voorzitter. De SP-fractie betreurt het dat het commune strafrecht voor adolescenten de hoofdregel is gebleven en dat de uitbreiding van de mogelijkheden om jeugdstrafrecht toe te passen op adolescenten beperkt is gebleven tot 21- en 22-jarigen. We hebben echter vooral ernstige bezwaren tegen de zes verzwaringen van de jeugdsancties en het jeugdstrafprocesrecht voor minderjarigen. Maar echt onacceptabel, want in strijd met artikel 37c van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, is de mogelijkheid om een pij-maatregel om te zetten in tbs voor een feit dat is gepleegd is op 12-, 13-, 14- of 15-jarige leeftijd. De datum waarop het feit is gepleegd is immers bepalend. Nederland heeft op dit artikel een voorbehoud gemaakt voor 16- en 17-jarigen. Op hen mag ingevolge dat voorbehoud strafrecht voor volwassenen worden toegepast, niet op kinderen jonger dan 16 jaar. Ook zonder die schending van het IVRK vindt de SP-fractie omzetting van de pij-maatregel na zeven jaar naar volwassen tbs niet noodzakelijk, omdat de Wet BOPZ voldoende mogelijkheden biedt om de samenleving te beschermen en de hoofdregel van ons strafrecht, dat straf in proportie moet staan tot het gepleegde feit, daarmee wordt verlaten.

Omdat de winst van de toepassingsmogelijkheid van jeugdstrafrecht op 22- en 23-jarigen in onze visie niet opweegt tegen de verzwaring van het strafrecht voor minderjarigen, zullen wij tegen het wetsvoorstel stemmen.

De heer Reynaers (PVV):

Voorzitter. Mijn fractie was ooit voorstander van het adolescentenstrafrecht. Helaas moet zij constateren dat van het oorspronkelijke plan onvoldoende is overgebleven. Volgens het onderhavige wetsvoorstel kunnen daders naar het jeugdstrafrecht worden berecht tot een leeftijd van 23 jaar; een aanzienlijke verruiming ten opzichte van de huidige situatie. Omgekeerd is de maximale duur van de jeugddetentie twee jaar gebleven en niet verruimd naar vier jaar, zoals aanvankelijk de bedoeling was. Het wetsvoorstel is wat ons betreft daarmee uit balans en biedt slechts flexibiliteit naar één kant, wat ons betreft de verkeerde kant. Het regime wordt daarmee vooral milder. De PVV-fractie zal dan ook tegenstemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, D66 en 50PLUS voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de OSF, de PvdD, de SP, GroenLinks en de PVV ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven