5 (2005) Nr. 17

A. TITEL

Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen);

(met Protocol)

’s-Gravenhage, 25 februari 2005

B. TEKST

De Nederlandse en de Franse tekst van het Verdrag, met Protocol, zijn geplaatst in Trb. 2005, 96.

De Nederlandse en de Franse tekst van de Beschikking van 1 december 2006 tot wijziging van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2007, 1.

De Nederlandse en de Franse tekst van het Protocol van 22 juli 2010 tot wijziging van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2010, 236.

De Nederlandse en de Franse tekst van het Uitvoeringsreglement van 1 juni 2006 zijn geplaatst in Trb. 2006, 177.

De Nederlandse en de Franse tekst van het Protocol van 25 mei 2007 tot aanpassing van het Uitvoeringsreglement zijn geplaatst in Trb. 2009, 60.

De Nederlandse en de Franse tekst van het Protocol van 4 augustus 2009 tot aanpassing van het Uitvoeringsreglement zijn geplaatst in Trb. 2009, 122.

De Nederlandse en de Franse tekst van het Protocol van 25 juni 2010 tot aanpassing van het Uitvoeringsreglement zijn geplaatst in Trb. 2011, 212.

De Nederlandse en de Franse tekst van de Protocollen van 8 december 2011 tot aanpassing van het Uitvoeringsreglement zijn geplaatst in Trb. 2012, 17.

De Nederlandse en de Franse tekst van het Protocol van 22 juni 2012 houdende intrekking van het Protocol II van 8 december 2011 en aanpassing van het Uitvoeringsreglement, en de Nederlandse en de Franse tekst van het Protocol van 22 maart 2013 tot aanpassing van het Uitvoeringsreglement, zijn geplaatst in Trb. 2013, 77.


Op 21 mei 2014 is te Brussel een Protocol houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) totstandgekomen. De Nederlandse en de Franse tekst van het Protocol luiden als volgt:


Protocol houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)

Het Koninkrijk België,

Het Groothertogdom Luxemburg,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

Verwijzend naar de Beschikking M(2011)9 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 8 december 2011 tot opstelling van een Protocol tot wijziging van het Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof;

Verwijzend naar punt 4 van Aanbeveling 733/2 van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad van 18 juni 2005 tot herziening van het Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, waarin wordt voorgesteld het Benelux-Gerechtshof de bevoegdheid te verlenen als beroeps- en cassatierechter voor beslissingen van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom op te treden;

Verwijzend naar het Antwoord op deze Aanbeveling van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 20 november 2008, waarin steun voor punt 4 van de Aanbeveling wordt uitgesproken;

Overwegende dat het wenselijk is het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) van 25 februari 2005 op een aantal punten te wijzigen, zodat de beroepszaken tegen beslissingen van het Benelux-Bureau inzake de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) voortaan worden behandeld door het Benelux-Gerechtshof;

Na advies te hebben ingewonnen van het Benelux-Gerechtshof;

Komen overeen ten dien einde een Protocol te sluiten, dat luidt als volgt:

Artikel I

Het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) wordt als volgt gewijzigd:

A.

Na artikel 1.15 wordt een nieuw artikel 1.15bis toegevoegd, luidende als volgt:

„Artikel 1.15bis Beroep
  • 1. Eenieder die partij is in een procedure die heeft geleid tot een eindbeslissing van het Bureau in de uitvoering van zijn officiële taken ter toepassing van de titels II, III en IV van dit verdrag, kan daartegen beroep instellen bij het Benelux-Gerechtshof teneinde een vernietiging of herziening van deze beslissing te verkrijgen. De termijn voor het instellen van beroep bedraagt twee maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van de eindbeslissing.

  • 2. De Organisatie kan in procedures voor het Benelux-Gerechtshof die beslissingen van het Bureau betreffen, worden vertegenwoordigd door een daartoe aangewezen personeelslid.”

B.

In artikel 2.8, lid 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De woorden „artikelen 2.11, 2.12, 2.14, 2.16 en 2.17” worden vervangen door de woorden „artikelen 2.11, 2.14 en 2.16”.

2. De woorden „en de merkhouder in beroep kan verzoeken om handhaving van de inschrijving” komen te vervallen.

C.

In artikel 2.10, lid 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De woorden „artikelen 2.11, 2.12, 2.14, 2.16 en 2.17” worden vervangen door de woorden „artikelen 2.11, 2.14 en 2.16”.

2. De woorden „en de merkhouder in beroep kan verzoeken om handhaving van de inschrijving” komen te vervallen.

D.

In artikel 2.11 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In lid 4 worden de woorden „in artikel 2.12” vervangen door de woorden „in artikel 1.15bis”.

2. In lid 5 worden de woorden „beroep, dan wel in voorkomend geval nadat de beslissing van de appèlrechter niet langer vatbaar is voor voorziening in cassatie” vervangen door de woorden „enig rechtsmiddel”.

E.

Artikel 2.12 wordt opgeheven.

F.

In artikel 2.13 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In lid 2 worden de woorden „Artikel 2.11, lid 4” vervangen door de woorden „Artikel 2.11, lid 4 en 5”.

2. Lid 3 en 4 worden opgeheven.

G.

In artikel 2.16, lid 4 wordt de laatste zin vervangen door de volgende zinnen: „Van de beslissing geeft het Bureau onverwijld schriftelijk kennis aan de partijen, onder vermelding van het in artikel 1.15bis genoemde rechtsmiddel tegen die beslissing. De beslissing van het Bureau wordt eerst definitief nadat ze niet meer vatbaar is voor enig rechtsmiddel. Het Bureau is geen partij bij een beroep tegen zijn beslissing.”

H.

Artikel 2.17 wordt opgeheven.

I.

In artikel 2.18 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In lid 2 worden de cijfers „2.17” vervangen door „2.16”.

2. Lid 3 wordt opgeheven.

J.

In artikel 3.13 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Lid 3 komt als volgt te luiden: „Indien de belanghebbende na het verstrijken van deze termijn zijn depot niet heeft ingetrokken, weigert het Bureau de publicatie. Van de weigering tot publicatie geeft het Bureau onder opgave van redenen onverwijld schriftelijk kennis aan de deposant, onder vermelding van het in artikel 1.15bis genoemde rechtsmiddel tegen die beslissing.”.

2. Lid 4 komt als volgt te luiden: „De weigering tot publicatie wordt eerst definitief nadat de beslissing van het Bureau niet meer vatbaar is voor enig rechtsmiddel. Dit heeft de nietigheid van het depot tot gevolg.”

Artikel II

Ter uitvoering van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof worden de bepalingen van dit Protocol als gemeenschappelijke rechtsregels aangewezen voor de toepassing van genoemd verdrag.

Artikel III

Overeenkomstig artikel 1.7, lid 2, van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) worden de in artikel I opgenomen wijzigingen ter instemming of goedkeuring aan de Hoge Verdragsluitende Partijen aangeboden. Dit Protocol zal bekrachtigd worden en de akten van bekrachtiging zullen worden neergelegd bij de Regering van het Koninkrijk België.

Artikel IV

Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgende op de neerlegging van de derde akte van bekrachtiging en ten vroegste op de datum waarop het Protocol tot wijziging van het Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, opgesteld bij Beschikking M(2011)9 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 8 december 2011, in werking is getreden.

Artikel V

Op gerechtelijke procedures die zijn gericht tegen een beslissing van het Bureau die werd genomen voor de inwerkingtreding van het onderhavige Protocol, blijven de bepalingen van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) van toepassing zoals deze luidden op het moment dat de beslissing werd genomen.

TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, op 21 mei 2014, in drievoud, in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk België: D. ACHTEN

Voor het Groothertogdom Luxemburg: J.J. WELFRING

Voor het Koninkrijk der Nederlanden: H.J.J. SCHUWER



Protocole portant modification de la convention Benelux en matière de propriété intellectuelle (marques et dessins ou modèles)

Le Royaume de Belgique,

Le Grand-Duché de Luxembourg,

Le Royaume des Pays-Bas,

Se référant à la Décision M(2011)9 du Comité de Ministres de l’Union économique Benelux du 8 décembre 2011 établissant un Protocole modifiant le Traité du 31 mars 1965 relatif à l’institution et au statut d’une Cour de Justice Benelux;

Se référant au point 4 de la Recommandation 733/2 du Conseil Interparlementaire Consultatif de Benelux du 18 juin 2005 relative à la révision du Traité du 31 mars 1965 relatif à l’institution et au statut d’une Cour de Justice Benelux, qui propose d’attribuer à la Cour de Justice Benelux la compétence d’agir comme juge en appel et en cassation pour les décisions de l’Office Benelux de la Propriété intellectuelle;

Se référant à la Réponse à cette Recommandation du Comité de Ministres de l’Union économique Benelux du 20 novembre 2008, qui exprime son soutien au point 4 de la Recommandation;

Considérant qu’il est utile de modifier la Convention Benelux en matière de propriété intellectuelle (marques et dessins ou modèles) du 25 février 2005 sur quelques points en sorte que les recours contre les décisions de l’Office Benelux de la Propriété intellectuelle (marques et dessins ou modèles) soient désormais traités par la Cour de Justice Benelux;

Après avoir recueilli l’avis de la Cour de Justice Benelux;

Conviennent à cet effet de conclure un Protocole, qui est libellé comme suit :

Article I

La Convention Benelux en matière de propriété intellectuelle (marques et dessins ou modèles) est modifiée comme suit :

A.

Après l’article 1.15, il est inséré un nouvel article 1.15bis, libellé comme suit :

« Article 1.15bis Recours
  • 1. Toute personne qui est partie à une procédure ayant conduit à une décision finale prise par l’Office dans l’exécution de ses tâches officielles en application des titres II, III et IV de la présente convention, peut introduire un recours contre cette décision auprès de la Cour de Justice Benelux, afin d’obtenir l’annulation ou la révision de cette décision. Le délai pour l’introduction d’un recours est de deux mois à compter de la notification de la décision finale.

  • 2. L’Organisation peut être représentée par un membre du personnel désigné à cette fin dans les procédures devant la Cour de Justice Benelux qui concernent les décisions de l’Office. »

B.

A l’article 2.8, alinéa 2, sont apportées les modifications suivantes :

1. Les mots « articles 2.11, 2.12, 2.14, 2.16 et 2.17 » sont remplacés par les mots « articles 2.11, 2.14 et 2.16 ».

2. Les mots « et que le titulaire de la marque peut demander en appel le maintien de l’enregistrement » sont abrogés.

C.

A l’article 2.10, alinéa 3, sont apportées les modifications suivantes :

1. Les mots « articles 2.11, 2.12, 2.14, 2.16 et 2.17 » sont remplacés par les mots « articles 2.11, 2.14 et 2.16 ».

2. Les mots « et que le titulaire de la marque peut demander en appel le maintien de l’enregistrement » sont abrogés.

D.

A l’article 2.11 sont apportées les modifications suivantes :

1. A l’alinéa 4, les mots « à l’article 2.12 » sont remplacés par les mots « à l’article 1.15bis ».

2. A l’alinéa 5, les mots « d’appel ou que, le cas échéant, la décision de la juridiction d’appel n’est plus susceptible d’un pourvoi en cassation » sont remplacés par les mots « de recours ».

E.

L’article 2.12 est abrogé.

F.

A l’article 2.13 sont apportées les modifications suivantes :

1. A l’alinéa 2, les mots « L’article 2.11, alinéa 4 » sont remplacés par les mots « L’article 2.11, alinéas 4 et 5 ».

2. Les alinéas 3 et 4 sont abrogés.

G.

A l’article 2.16, alinéa 4, la dernière phrase est remplacée par les phrases suivantes : « L’Office informe les parties sans délai et par écrit, en mentionnant la voie de recours contre cette décision, visée à l’article 1.15bis. La décision de l’Office ne devient définitive que lorsqu’elle n’est plus susceptible de recours. L’Office n’est pas partie à un recours contre sa décision. »

H.

L’article 2.17 est abrogé.

I.

A l‘article 2.18 sont apportées les modifications suivantes :

1. A l’alinéa 2, les chiffres « 2.17 » sont remplacés par « 2.16 ».

2. L’alinéa 3, est abrogé.

J.

A l’article 3.13 sont apportées les modifications suivantes :

1. L’alinéa 3 est remplacé par ce qui suit : « Lorsque, à l’expiration de ce délai, l’intéressé n’a pas retiré son dépôt, l’Office refuse la publication. L’Office informe le déposant sans délai et par écrit en indiquant les motifs du refus de publication et en mentionnant la voie de recours contre cette décision, visée à l’article 1.15bis. ».

2. L’alinéa 4 est remplacé par ce qui suit : « Le refus de publication ne devient définitif que lorsque la décision de l’Office n’est plus susceptible de recours. Ceci entraîne la nullité du dépôt. »

Article II

En exécution du Traité relatif à l’institution et au statut d’une Cour de Justice Benelux, les dispositions du présent Protocole sont désignées comme règles juridiques communes pour l’application dudit Traité.

Article III

Conformément à l’article 1.7, alinéa 2, de la Convention Benelux en matière de propriété intellectuelle (marques et dessins ou modèles), les modifications reprises à l’article I seront présentées pour assentiment ou approbation aux Hautes Parties Contractantes. Le présent Protocole sera ratifié et les instruments de ratification seront déposés auprès du Gouvernement du Royaume de Belgique.

Article IV

Le présent Protocole entre en vigueur le premier jour du troisième mois suivant le dépôt du troisième instrument de ratification, et au plus tôt à la date à laquelle le Protocole modifiant le Traité du 31 mars 1965 relatif à l’institution et au statut d’une Cour de Justice Benelux, établi par la Décision M(2011)9 du Comité de Ministres de l’Union économique Benelux du 8 décembre 2011, entre en vigueur.

Article V

Les procédures judiciaires dirigées contre une décision de l’Office prise avant l’entrée en vigueur du présent Protocole, restent régies par les dispositions de la Convention Benelux en matière de propriété intellectuelle (marques et dessins ou modèles) qui étaient applicables au moment où ladite décision a été prise.

EN FAIT DE QUOI, les soussignés, dûment autorisés à cet effet, ont signé le présent Protocole.

FAIT à Bruxelles, le 21 mai 2014, en trois exemplaires, en langues française et néerlandaise, les deux textes faisant également foi.

Pour le Royaume de Belgique: D. ACHTEN

Pour le Grand-Duché de Luxembourg: J.J. WELFRING

Pour le Royaume des Pays-Bas: H.J.J. SCHUWER


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2006, 177 en Trb. 2013, 135.


Het Protocol van 21 mei 2014 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.

E. PARTIJGEGEVENS

Verdrag

Zie Trb. 2005, 96 en, laatstelijk, Trb. 2006, 177.

Protocol van 22 juli 2010

Zie Trb. 2010, 236 en, laatstelijk, Trb. 2013, 135.

Protocol van 21 mei 2014

Goedkeuring is voorzien in artikel III van het Protocol.

Partij

Ondertekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

België

21-05-14

         

Luxemburg

21-05-14

         

Nederlanden, het Koninkrijk der

21-05-14

         

– Nederland:

           

 – in Europa

           

 – Bonaire

           

 – Sint Eustatius

           

 – Saba

           

– Aruba

           

– Curaçao

           

– Sint Maarten

           

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R=Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2005, 96.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2006, 177, Trb. 2007, 26, Trb. 2009, 60, Trb. 2009, 75, Trb. 2009, 198, Trb. 2011, 268, Trb. 2012, 130, Trb. 2013, 135 en Trb. 2013, 194.


De bepalingen van het Protocol van 21 mei 2014 zullen ingevolge artikel IV van het Protocol in werking treden op de eerste dag van de derde maand volgende op de neerlegging van de derde akte van bekrachtiging en ten vroegste op de datum waarop het in rubriek J hieronder genoemde Protocol tot wijziging van het Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, in werking is getreden.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2005, 96, Trb. 2006, 177, Trb. 2007, 1, Trb. 2009, 60, Trb. 2010, 236, Trb. 2011, 212, Trb. 2012, 130, Trb. 2013, 77 en Trb. 2013, 135.

Titel

:

Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie;

’s-Gravenhage, 3 februari 1958

Laatste Trb.

:

Trb. 2014, 72

     

Titel

:

Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof;

Brussel, 31 maart 1965

Laatste Trb.

:

Trb. 2014, 110

     

Titel

:

Verdrag tot instelling van de Benelux Unie1);

’s-Gravenhage, 17 juni 2008

Laatste Trb.

:

Trb. 2014, 73

     

Titel

:

Protocol tot wijziging van het Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof;

Luxemburg, 15 oktober 2012

Tekst

:

Trb. 2013, 12 (Nederlands en Frans)

Uitgegeven de negentiende juni 2014.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. TIMMERMANS


X Noot
1)

De titel van het Verdrag luidde voor 1 januari 2012: Verdrag tot herziening van het op 3 februari 1958 gesloten verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie

Naar boven