24 (2001) Nr. 8

A. TITEL

Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds;

(met Protocollen en Bijlagen)

Luxemburg, 25 juni 2001

B. TEKST

De Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met Protocollen en Bijlagen, is geplaatst in Trb. 2001, 118.

Zie voor een correctie Trb. 2005, 31.

De Nederlandse tekst van het op 20 december 2004 te Brussel totstandgekomen Protocol is geplaatst in Trb. 2005, 31.

Zie voor de tekst van het besluit van 17 februari 2006 tot wijziging van Protocol nr. 4 Trb. 2007, 157.

De Nederlandse tekst van het op 26 november 2007 te Brussel totstandgekomen Protocol is geplaatst in Trb. 2008, 18.


Op 28 oktober 2009 is te Brussel in de vorm van een briefwisseling een Overeenkomst tot stand gekomen inzake de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 en de bijlagen daarbij en houdende wijziging van de onderhavige Overeenkomst. De Nederlandse1) tekst van de in brieven vervatte Overeenkomst, met Bijlagen, luidt als volgt:


Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten, inzake de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 en de bijlagen daarbij en houdende wijziging van de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds


A. Brief van de Europese Gemeenschap

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die zijn gevoerd overeenkomstig de Europees-mediterrane routekaart voor de landbouw (Routekaart van Rabat) die op 28 november 2005 door de Europees-mediterrane ministers van Buitenlandse Zaken is vastgesteld om te komen tot een versnelde liberalisering van de handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten, en op grond van de artikelen 13 en 15 van de op 1 juni 2004 in werking getreden Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds1) („de associatieovereenkomst”) waarvan de bepalingen in verband met de handel en aanverwante zaken op 1 januari 2004 in werking zijn getreden en waarin is bepaald dat de Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte geleidelijk hun handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten verder moeten liberaliseren.

Bij deze onderhandelingen zijn de partijen de volgende wijzigingen aan de associatieovereenkomst overeengekomen:

  • 1) De titel van hoofdstuk 2 wordt vervangen door:

    „Landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten”.

  • 2) Artikel 14, lid 1, wordt vervangen door:

    • „1. Voor de invoer in de Gemeenschap van de landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit Egypte en genoemd in Protocol nr. 1 gelden de regelingen van dat protocol.”.

  • 3) Artikel 14, lid 2, wordt vervangen door:

    • „2. Voor de invoer in Egypte van de landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap genoemd in Protocol nr. 2 gelden de regelingen van dat protocol.”.

  • 4) Artikel 14, lid 3, wordt geschrapt.

  • 5) Aan artikel 15 wordt het volgende lid toegevoegd:

    • „3. De overeenkomstsluitende partijen komen twee jaar na de inwerkingtreding van de op 28 oktober 2009 te Brussel ondertekende overeenkomst in de vorm van een briefwisseling bijeen om na te gaan of het mogelijk is elkaar verdere concessies op het gebied van de handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten te verlenen overeenkomstig artikel 13 van deze overeenkomst. Een dergelijke bijeenkomst zal daarna regelmatig, namelijk om de twee jaar, plaatsvinden.”.

  • 6) De Protocollen nrs. 1 en 2 en de bijlagen daarbij worden vervangen door de protocollen in bijlagen I en II bij deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling.

  • 7) Protocol nr. 3 wordt geschrapt.

  • 8) Een gezamenlijke verklaring inzake sanitaire, fytosanitaire en technische handelsbelemmeringen die als bijlage III bij deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling is gevoegd, wordt aan de associatieovereenkomst gehecht.

Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring is neergelegd.

Ik verzoek u te willen bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt.

GEDAAN te Brussel, de achtentwintigste oktober 2009.


Bijlage I
Protocol Nr. 11) betreffende de regeling van toepassing bij de invoer in de Europese Gemeenschap van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Egypte

  • 1. Voor de invoer in de Europese Gemeenschap van de in de bijlage bij dit protocol genoemde producten van oorsprong uit Egypte gelden de onderstaande voorwaarden.

  • 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van de op Brussel te 28 oktober 2009 ondertekende overeenkomst in de vorm van een briefwisseling (hierna „de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling”) worden de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer in de Europese Gemeenschap van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit Egypte afgeschaft, behalve wanneer in tabel 1 van de bijlage anders is bepaald.

  • 3. De douanerechten die gelden voor de in tabel 2 van de bijlage bedoelde landbouwproducten van oorsprong uit Egypte, worden afgeschaft of verlaagd binnen de grenzen van de tariefcontingenten die in kolom „b” worden vermeld.

    Voor hoeveelheden die de contingenten overschrijden, worden de douanerechten verlaagd met het percentage dat in kolom „c” wordt vermeld.

    Voor het eerste jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling wordt de omvang van de tariefcontingenten berekend in verhouding tot het basisvolume, rekening houdend met het gedeelte van de periode dat op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst reeds is verstreken.

  • 4. Voor producten van de GN-codes 07032000 en 07070005 wordt de omvang van het tariefcontingent van kolom „b” jaarlijks met 3 % van de omvang van het vorige jaar verhoogd, waarbij de eerste verhoging één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling plaatsvindt.

  • 5. Voor producten van de GN-codes 08101000, 100620, 100630 en 100640 wordt de omvang van het tariefcontingent van kolom „b” gedurende een periode van vijf jaar jaarlijks met 3 % van de omvang van het vorige jaar verhoogd, waarbij de eerste verhoging één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling plaatsvindt.

  • 6. Voor producten van de GN-codes 18061030, 18061090, 18062095, 21012098 en 21069059 wordt de omvang van het tariefcontingent van kolom „b” gedurende een periode van vijf jaar jaarlijks met 5 % van de omvang van het vorige jaar verhoogd, waarbij de eerste verhoging één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling plaatsvindt.

  • 7. Voor producten van de GN-codes 17049099, 19019099, 21011298, 21069098 en 33021029 wordt de omvang van het tariefcontingent van kolom „b” gedurende een periode van vijf jaar jaarlijks met 10 % van de omvang van het vorige jaar verhoogd, waarbij de eerste verhoging één jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst plaatsvindt.

  • 8.

    • a) Onverminderd de in punt 2 van dit protocol vastgestelde voorwaarden, geldt met betrekking tot de producten waarop, enerzijds, invoerprijzen overeenkomstig artikel 140 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad2) en, anderzijds, ad-valoremdouanerechten en specifieke douanerechten overeenkomstig het gemeenschappelijk douanetarief van toepassing zijn, dat de afschaffing alleen van toepassing is op het ad-valoremgedeelte van het recht.

    • b) De door de Europese Gemeenschap en Egypte overeengekomen invoerprijs, vanaf welke het specifieke recht als vermeld in de lijst van concessies die door de Gemeenschap bij de WTO is aangemeld, tot nul wordt verlaagd, bedraagt van 1 december tot en met 31 mei voor verse sinaasappelen, andere dan pomeransen (bittere oranjeappelen), van GN-code 080510203) binnen het tariefcontingent van 36300 ton dat op de concessie betreffende ad-valoremdouanerechten van toepassing is, 264 EUR per ton.

      Als de invoerprijs voor een zending 2, 4, 6, of 8 % lager is dan de overeengekomen invoerprijs, dan is het specifieke douanerecht gelijk aan respectievelijk 2, 4, 6, of 8 % van deze overeengekomen invoerprijs. Indien de invoerprijs voor een zending lager is dan 92 % van de overeengekomen invoerprijs, is het bij de WTO geconsolideerde specifieke douanerecht van toepassing.


Bijlage II
Protocol Nr. 21) betreffende de regeling van toepassing bij de invoer in de Arabische Republiek Egypte van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit de Europese Gemeenschap

  • 1. Voor de invoer in de Arabische Republiek Egypte van de in de bijlage bij dit protocol genoemde producten van oorsprong uit de Europese Gemeenschap gelden de onderstaande voorwaarden.

  • 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van de op Brussel te 28 oktober 2009 ondertekende overeenkomst in de vorm van een briefwisseling (hierna „de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling”) worden de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer in de Arabische Republiek Egypte van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit de Europese Gemeenschap afgeschaft, behalve voor de in tabel 1 genoemde producten.

  • 3. De douanerechten die gelden voor de in tabel 2 van de bijlage bedoelde landbouwproducten van oorsprong uit de Europese Gemeenschap, worden afgeschaft of verlaagd binnen de grenzen van de tariefcontingenten die in kolom „b” worden vermeld.

Voor het eerste jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling wordt de omvang van de tariefcontingenten berekend in verhouding tot het basisvolume, rekening houdend met het gedeelte van de periode dat op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst reeds is verstreken.


Bijlage III
Gezamenlijke verklaring inzake sanitaire, fytosanitaire en technische handelsbelemmeringen

Eventuele problemen, met name sanitaire, fytosanitaire of technische handelsbelemmeringen die de uitvoering van de onderhavige overeenkomst beletten, lossen de partijen op door middel van de bestaande administratieve regelingen. De resultaten worden vervolgens gerapporteerd aan het Subcomité landbouw en visserij, alsmede aan het Subcomité industrie, handel en diensten en aan het Associatiecomité. De partijen verbinden zich ertoe dergelijke zaken zo spoedig mogelijk te onderzoeken en vriendschappelijk op te lossen, in overeenstemming met de betrokken toepasselijke wetgeving.



B. Brief van de Arabische Republiek Egypte

Excellentie,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt:

(Zoals in Brief A)

De Arabische Republiek Egypte heeft de eer te bevestigen dat zij met de inhoud van deze brief instemt.

GEDAAN te Brussel, de achtentwintigste oktober 2009.


Op 3 augustus 2010 is te Brussel Besluit Nr. 1/2010 tot stand gekomen tot wijziging van artikel 15, zevende lid, van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst. De Nederlandse1) tekst van het Besluit2) luidt als volgt:


Besluit nr. 1/2010 van de Associatieraad EU-Egypte van 3 augustus 2010 tot wijziging van artikel 15, lid 7, van Protocol nr. 4 bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

(2010/568/EU)

De Associatieraad,

Gezien de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, en met name artikel 39 van protocol nr. 4 bij die overeenkomst,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) Krachtens artikel 15, lid 7, van protocol nr. 43) bij de Europees-mediterrane overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds4) (hierna „de overeenkomst” genoemd), kan onder bepaalde voorwaarden tot 31 december 2009 teruggave of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking worden verleend.

  • (2) Teneinde het bedrijfsleven duidelijkheid, economische voorspelbaarheid op de lange termijn en rechtszekerheid te garanderen, zijn de partijen tot de overeenkomst overeengekomen om de toepassing van artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 bij de overeenkomst met drie jaar te verlengen met ingang van 1 januari 2010.

  • (3) Voorts dienen de thans in Egypte toepasselijke douanerechten te worden aangepast om ze in overeenstemming te brengen met de in de Europese Unie geldende rechten.

  • (4) Protocol nr. 4 bij de overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

  • (5) Aangezien artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 bij de overeenkomst ophoudt van toepassing te zijn op 31 december 2009, dient dit besluit van toepassing te zijn met ingang van 1 januari 2010,

Heeft het volgende besluit vastgesteld:

Artikel 1

Artikel 15, lid 7, van Protocol nr. 4 bij de Europees-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, wordt vervangen door:

  • „7. Niettegenstaande lid 1 mag Egypte, behalve voor producten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 1 tot en met 24 van het geharmoniseerd systeem, regelingen toepassen voor de teruggave of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die van toepassing zijn op niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong, op voorwaarde dat:

    • a) een douanerecht van 4 %, of een lager recht indien dit in Egypte van toepassing is, wordt geheven op producten die onder de hoofdstukken 25 tot en met 49 en 64 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld;

    • b) een douanerecht van 8 %, of een lager recht indien dit in Egypte van toepassing is, wordt geheven op producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld.

      Dit lid is tot en met 31 december 2012 van toepassing en kan in onderling overleg worden herzien.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

GEDAAN te Brussel, 3 augustus 2010.


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2004, 177, voor het Protocol van 20 december 2004 Trb. 2005, 31 en voor het Protocol van 26 november 2007 Trb. 2008, 18.

E. PARTIJGEGEVENS

Overeenkomst

Zie Trb. 2004, 177.

Protocol van 20 december 2004

Zie Trb. 2005, 31 en, laatstelijk, Trb. 2005, 301.

Protocol van 26 november 2007

Zie Trb. 2008, 18 en, laatstelijk, Trb. 2009, 106.

F. VOORLOPIGE TOEPASSING

Zie Trb. 2005, 31 en Trb. 2008, 18.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2004, 177, voor het Protocol van 20 december 2004 Trb. 2005, 301, voor het gewijzigde Protocol nr. 4 Trb. 2007, 157 en Trb. 2008, 18 en voor het Protocol van 26 november 2007 Trb. 2008, 18 en Trb. 2009, 106.


De in de brieven vervatte Overeenkomst van 28 oktober 2009 is ingevolge de op één na laatste alinea van Brief A en Brief B op 1 juni 2010 in werking getreden.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt de in de brieven vervatte Overeenkomst van 28 oktober 2009 voor Nederland (het Europese deel), als lidstaat van de Europese Unie.


De wijziging van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst is ingevolge artikel 2 van Besluit Nr. 1/2010 op 3 augustus 2010 in werking getreden en wordt ingevolge hetzelfde artikel vanaf 1 januari 2010 toegepast.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt de wijziging van Protocol nr. 4 voor Nederland (het Europese deel), als lidstaat van de Europese Unie.

J. VERWIJZINGEN

Zie voor verwijzingen en andere verdragsgevens Trb. 2001, 118, Trb. 2004, 177, Trb. 2005, 31, Trb. 2005, 301, Trb. 2007, 157, Trb. 2008, 18 en Trb. 2009, 106.

Titel

:

Verdrag betreffende de Europese Unie;

Maastricht, 7 februari 1992

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 248

     

Titel

:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie1);

Rome, 25 maart 1957

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 246

     

Titel

:

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM);

Rome, 25 maart 1957

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 247

     

Titel

:

Verdrag van Nice houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten;

Nice, 26 februari 2001

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 42

     

Titel

:

Handvest van de Verenigde Naties;

San Francisco, 26 juni 1945

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 163

     

Titel

:

Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds;

Washington, 27 december 1945

Laatste Trb.

:

Trb. 2009, 190

     

Titel

:

Verdrag tot samenwerking inzake octrooien;

Washington, 19 juni 1970

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 95


In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de in de brieven vervatte Overeenkomst van 28 oktober 2009 en de wijziging van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst zullen zijn bekendgemaakt in Nederland op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de eerste december 2010.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. ROSENTHAL


XNoot
1)

De Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische tekst zijn niet opgenomen.

De tekst van de in brieven vervatte Overeenkomst, met Bijlagen, is tevens gepubliceerd in Pb. EU L 106 van 28 april 2010, blz. 41–55.

XNoot
1)

Pb. EU L 304 van 30 september 2004, blz. 39.

XNoot
1)

De bijlage bij Protocol Nr. 1 is niet opgenomen. Deze ligt ter inzage bij de Afdeling Verdragen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

XNoot
2)

Pb. EU L 299 van 16 november 2007, blz. 1.

XNoot
3)

GN-code overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1214/2007 (Pb. EU L 286 van 31 oktober 2007, blz. 1).

XNoot
1)

De bijlage bij Protocol Nr. 2 is niet opgenomen. Deze ligt ter inzage bij de Afdeling Verdragen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

XNoot
1)

De Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische tekst zijn niet opgenomen.

XNoot
2)

De tekst van het Besluit is tevens gepubliceerd in Pb. EU L 249 van 23 september 2010, blz. 5.

XNoot
3)

Pb. EU L 73 van 13 maart 2006, blz. 3.

XNoot
4)

Pb. EU L 304 van 30 september 2004, blz. 39.

XNoot
1)

De titel van het Verdrag luidde vóór 1 december 2009: Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Naar boven