Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 december 2025, kenmerk 4319647-1090601-J, houdende wijziging van de Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg in verband met de overdracht van de taken van de Jeugdautoriteit naar de Nederlandse Zorgautoriteit en aanpassing van het subsidieplafond voor het jaar 2026 [KetenID WGK028480]

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling Jeugdautoriteit vervalt.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van de laatste begripsbepaling door een puntkomma wordt een begripsbepaling toegevoegd, luidende:

zorgautoriteit:

Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg.

B

In artikel 3, vijfde lid, wordt ‘Jeugdautoriteit’ vervangen door ‘zorgautoriteit’.

C

In artikel 4, zesde lid, wordt ‘€ 20.000.000’ vervangen door ‘€ 14.600.000’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen

TOELICHTING

Algemeen

Op 1 januari 2026 treedt de Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg in werking.1 Met deze wet gaan de taken die thans worden uitgevoerd door de Jeugdautoriteit (hierna: JA) over op de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa). Voorliggende wijzigingsregeling past de Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg daarop aan. Daarnaast wordt een verduidelijking aangebracht met betrekking tot het subsidieplafond voor het jaar 2026.

Rol NZa in het kader van de subsidieregeling

In 2019 is de JA opgericht als onderdeel van het Ministerie van VWS om bij te dragen aan het borgen van de continuïteit van jeugdzorg. De taken en positie van de JA zijn uitgewerkt en vastgelegd in een instellingsbesluit dat van kracht was tot 1 januari 2026.2 Nadere concretisering van de taken van de JA kreeg vorm in het in 2021 door partijen in de jeugdhulp opgestelde convenant ‘Bevorderen continuïteit jeugdhulp’ (verder: het Convenant)3 en het daarvan onderdeel uitmakende (geactualiseerde) draaiboek ‘Continuïteit Jeugdzorg’4. Als gevolg van de op 1 januari 2026 in werking getreden Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg, dat onder meer een nieuw hoofdstuk 9a (Stelselonderzoek, vroegsignalering en toezicht door de zorgautoriteit) aan de Jeugdwet toevoegt, zijn de taken van de JA overgedragen aan de NZa.5 Met het oog op de overdracht van de taken heeft de NZa zich bij de verlenging van de loopduur van het Convenant tot en met 31 december 2027 aan het Convenant verbonden.6

In het kader van een subsidieaanvraag op grond van deze regeling geldt dat de minister de NZa om een advies op de aanvraag kan vragen. Ook kan de NZa worden gevraagd om stukken te verstrekken die de minister nodig acht voor de beoordeling van de subsidieaanvraag. De NZa is alleen gehouden die stukken te verstrekken, voor zover het daarover beschikt. Deze taken volgen uit het nieuwe hoofdstuk 9a van de Jeugdwet, waaronder de informatieplicht van de NZa aan de minister (artikel 9a.3, vierde lid, Jeugdwet).

Subsidieplafond

Ten behoeve van de rechtszekerheid wordt elk jaar aan het begin van het jaar het subsidieplafond gepubliceerd. Op 1 januari 2025 is het subsidieplafond in de Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg verhoogd naar jaarlijks € 20 miljoen.7 Voor 2026 is het subsidieplafond € 14.600.000. Vanwege het revolverende karakter van deze subsidieregeling8 worden uitstaande middelen door eerdere subsidieverstrekking in mindering gebracht op het subsidieplafond van het volgende jaar c.q. de volgende jaren. Na afloop van de subsidieperiode vloeien de verstrekte middelen binnen een in het besluit tot subsidieverlening te bepalen termijn terug.

Dat betekent dat de op basis van deze regeling reeds verstrekte middelen pas ná terugbetaling aan en ontvangst door VWS opnieuw kunnen worden ingezet ten behoeve van het borgen van de continuïteit van cruciale jeugdhulp gedurende het jaar of in het volgende jaar c.q de volgende jaren. Daarbij geldt dat er jaarlijks maximaal € 20 miljoen beschikbaar kan zijn. Uitputting van het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst gedurende het jaar wordt gepubliceerd op de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I). Een verhoging van het subsidieplafond door terugbetaling van een subsidie wordt gedurende het jaar gepubliceerd in de Staatscourant.

Gevolgen voor de regeldruk

Er zijn geen gevolgen voor de regeldruk.

ARTIKELSGEWIJS

ARTIKEL 1

A en B

In artikel 1 en 2 is de begripsbepaling Jeugdautoriteit vervangen door de Nederlandse Zorgautoriteit. De taken van de Jeugdautoriteit zullen per 1 januari 2026 worden overgedragen aan de Nederlandse Zorgautoriteit, zoals is opgenomen in gewijzigde Jeugdwet die per 1 januari 2026 in werking treedt.

C

In artikel 4, zesde lid, is een wijziging van het subsidieplafond voor 2026 opgenomen. Zoals in het voorgaande is toegelicht is de hoogte van jaarlijks subsidieplafond afhankelijk van welke subsidiemiddelen eerder verstrekt zijn en welke subsidiemiddelen terug zijn betaald aangezien het een revolverend fonds betreft.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen


X Noot
1

Stb. 2025, 274, inwerkingtredingsbesluit: Stb. 2025, 283.

X Noot
2

Zie voor het instellingsbesluit Stcrt. 2020, 47248, verlengd bij Stcrt. 2024, 38375.

X Noot
4

Zie https://open.overheid.nl/documenten/ronl-0c4483ee-23ac-4bc7-94fd-01c42e89c144/pdf voor het draaiboek ‘Continuïteit jeugdhulp’ en voor de meeste actuele versie, onder de naam ‘(Geactualiseerd) draaiboek ‘Continuïteit jeugdzorg’: https://www.jeugdautoriteit.nl/documenten/2024/12/31/geactualiseerd-draaiboek-continuiteit-jeugdzorg.

X Noot
5

Ten aanzien van het kunnen inzetten van de Jeugdautoriteit als scheidsrechter is expliciet in het draaiboek aangegeven dat de NZa deze taak niet zal overnemen.

X Noot
6

Stcrt. 2025, nr. 13805. Daarbij is de term ‘jeugdhulp’ in de titel van het convenant abusievelijk vervangen door de term ‘jeugdzorg’.

X Noot
8

Stcrt. 2019, 68084, NvT, p. 4 en 8.

Naar boven