Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2024, 41097 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2024, 41097 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris voor Rechtsbescherming,
Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
De Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2 wordt na ‘5.4,’ ingevoegd ‘5.5,’.
B
Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt ‘en 2024’ vervangen door ‘, 2024, 2025, 2026, 2027, 2028 en 2029’.
2. In onderdeel b wordt ‘één jaar’ vervangen door ‘twee jaar’.
C
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het vijfde lid tot het tiende lid worden vijf leden ingevoegd, luidende:
5. Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 2025 € 20.000.000.
6. Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 2026 € 20.000.000.
7. Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 2027 € 20.000.000.
8. Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 2028 € 20.000.000.
9. Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 2029 € 20.000.000.
2. In het tiende lid (nieuw) wordt ‘in volgorde’ vervangen door ‘op volgorde’.
D
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt ‘1 jaar’ vervangen door ‘twee jaar’.
2. In het vierde lid, wordt ‘één jaar’ vervangen door ‘twee jaar’.
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘2024’ vervangen door ‘van het betreffende jaar’.
2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel e komt te luiden:
e. de begroting van het huidige kalenderjaar, een begroting van het komende kalenderjaar en een begroting van het daarop volgende kalenderjaar;
b. In onderdeel f wordt ‘achttien maanden’ vervangen door ‘dertig maanden’.
3. In het vierde lid, onderdeel h, wordt ‘één jaar’ vervangen door ‘twee jaar’.
F
In artikel 10, tweede lid, wordt ‘1 oktober 2025’ vervangen door ‘31 december 2029’.
G
In artikel 10a wordt ‘2024’ vervangen door ‘2025’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans
Met deze wijzigingsregeling wordt de periode voor het aanvragen van een subsidie op grond van de subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg (hierna: de subsidieregeling) voor de vijfde keer verlengd, ditmaal voor de duur van vijf jaar. Daarnaast wordt de termijn voor terugbetaling van de subsidie verlengd naar twee jaar en zal het subsidieplafond worden verhoogd.
In het Bestuurlijk Overleg Rijk-VNG van 11 juli 2019 is besloten om een bedrag ter beschikking te stellen om – in geval van acute liquiditeitsproblemen – de continuïteit van cruciale jeugdzorg te waarborgen. Aan dat besluit is met de Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg uitvoering gegeven. Deze regeling had oorspronkelijk een looptijd voor het doen van aanvragen tot en met 31 december 2021 en werd nadien al verlengd tot en met 31 december 2022 en 31 december 2023 en laatstelijk tot 31 december 2024.
De redenen die aanleiding gaven om de subsidieregeling in te stellen, zijn nog steeds van toepassing. Zo blijkt uit de evaluatie van de subsidieregeling dat de financiële positie van jeugdhulpaanbieders nog steeds onder druk staat, waardoor het risico op de continuïteit van cruciale jeugdzorg door een aantoonbaar liquiditeitstekort niet kan worden geborgd.1 Dit is terug te zien in:
– de constatering van de Jeugdautoriteit (hierna: JA) dat de financiële positie van middelgrote en grote aanbieders onder druk staat;2
– Het feit dat het aantal aanbieders dat de JA in casuïstiek heeft is gegroeid naar gemiddeld 18 tot 20 casussen per jaar;
– Het feit dat in 2024 nog twee subsidieaanvragen zijn ingediend en toegewezen; en
– de barometer Nederlandse Gezondheidszorg 2023, waaruit blijkt dat 40% van de jeugdzorgaanbieders in 2022 een verlies heeft gerealiseerd.
Daarnaast is het jeugdveld volop in ontwikkeling. Zo worden onder meer de maatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd en aanpalende wetgeving die strekken tot het financieel gezond maken van jeugdzorgaanbieders de komende jaren geïmplementeerd.3 Aangezien het tijd zal kosten dat de financiële positie van jeugdhulpaanbieders verbetert en de maatregelen uit de Hervormingsagenda tijd nodig hebben om effect te resulteren voor de beschikbaarheid van specialistische jeugdzorg, wordt verlenging van de subsidieregeling voor een periode van 5 jaar wenselijk geacht.
De subsidieregeling kent de verplichting om de ontvangen subsidie uiterlijk binnen een jaar na het besluit tot subsidieverlening terug te betalen.4 Uit de evaluatie van de subsidieregeling komt naar voren dat die termijn als niet passend wordt ervaring. Zo is de doorlooptijd van het doorvoeren van de maatregelen uit het continuïteitsplan vaak langer dan een jaar, waardoor het bezit van (verkoopbaar) vastgoed randvoorwaardelijk is om in aanmerking te komen voor een subsidie op grond van deze regeling. Door de terugbetalingstermijn te verruimen ontstaan er meer mogelijkheden om de regeling toe te passen op aanbieders van cruciale jeugdzorg met een aantoonbaar liquiditeitstekort zonder vastgoed. Ook zal hierdoor naar verwachting ook meer ruimte komen voor jeugdzorgaanbieders om met gemeenten afspraken te maken over het borgen van de continuïteit van cruciale jeugdzorg. Recht doend aan deze zorgen wordt aanpassing van de terugbetalingstermijn van een jaar naar twee jaren passend geacht.
Vanwege de verlenging van de subsidieregeling en de verlenging van de terugbetalingstermijn doen mogelijk meer aanbieders langer beslag op de beschikbare middelen uit deze subsidieregeling. Bij een gelijkblijvend budget betekent dit dat die middelen onvoldoende zullen zijn om op enige moment de continuïteitsproblemen van de cruciale jeugdzorg het hoofd te bieden. Om die reden zal het subsidieplafond worden verhoogd, in die zin dat jaarlijks een bedrag van € 20 miljoen beschikbaar is uit het Gemeentefonds.
Er zijn geen gevolgen voor de regeldruk.
Met de wijziging onder A wordt de mogelijkheid uit de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS toegevoegd om tussentijdse rapportages te verstrekken aan de minister. De mogelijkheid om een tussentijdse rapportage te verstrekken wordt als subsidieverplichting opgenomen in de verleningsbeschikking. Dit in verband met het feit dat de terugbetalingstermijn is verlengd van één naar twee jaar. Hierdoor zou anders pas na twee jaar, bij de vaststelling informatie worden aangeleverd door de ontvangers.
De wijzigingen B, E en F dienen tot de verlenging in tijd van de regeling.
Met de wijziging onder B wordt specifiek het subsidieplafond voor 2025 tot en met 2029 in de regeling opgenomen. Daarnaast wordt in wijziging E voorzien in verlenging van de relevante termijnen voor aan te leveren informatie in verband met de verlenging van de terugbetalingstermijn. Nu de terugbetalingstermijn is verlengd van één naar twee jaar moet de aanvrager in plaats van twee, drie begrotingen aanleveren, één van het huidig, één van het komend en één van het daarop volgend kalenderjaar.
Met de wijziging onder C wordt het subsidieplafond voor 2025 tot en met 2029 in de regeling opgenomen. Dit is opgehoogd in verband met de langere terugbetalingstermijn zoals opgenomen onder D.
Met de wijziging onder D wordt de terugbetalingstermijn verlengd naar aanleiding van de uitgevoerde evaluatie, zie ook de algemene toelichting.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-41097.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.