Beleidsregel van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, nr. WJZ/ 21315027, van 20 maart 2022 tot wijziging van het Besluit versterking gebouwen Groningen in verband met de actualisatie van de typologieaanpak

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 52g, derde lid, van de Mijnbouwwet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3, onderdeel a, van het Besluit versterking gebouwen Groningen wordt ‘Typologiegebaseerde beoordeling van de veiligheid bij aardbevingen in Groningen – Achtergrond bij de methode, kenmerk R10628B' vervangen door ‘R10628C’.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 maart 2022

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

TOELICHTING

Gebouwen in Groningen worden getoetst aan de veiligheidsnorm, waarbij het maximaal risico op overlijden van een individu door het bezwijken van een gebouw – als gevolg van bodembeweging veroorzaakt door de winning van gas uit het Groningenveld – 1 op de 100.000 per jaar is. Om te beoordelen of een gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet, wordt in voorliggend besluit een beoordelingsmethode aangewezen.

De typologieaanpak is een gestandaardiseerde beoordelingsmethode voor het beoordelen van gebouwen. Het Rijk en de regionale overheden hebben in de bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 afgesproken om deze typologieaanpak te gaan toepassen (Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 830). Het Adviescollege Veiligheid Groningen (hierna: ACVG) heeft vervolgens op 17 november 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 841) eveneens geadviseerd om in te zetten op de typologieaanpak als beoordelingsmethode. Naar aanleiding hiervan is de typologieaanpak in het Besluit versterking gebouwen Groningen opgenomen (Stct. 2021, 6663, van 6 februari 2021).

In mei 2021 heeft het ACVG aangegeven dat een deel van de typologieën, die betrekking hebben op een groot deel van de rijtjeswoningen, twee-onder-een kapwoningen en vrijstaande woningen in het Groningse aardbevingsgebied (metselwerk 1, 2, 5, 6, 7 en beton 1b en 1c), geschikt zijn voor gebruik. Naar aanleiding hiervan is op 16 september 2021 de verwijzing in het Besluit naar de typologierapporten van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (hierna: TNO) geactualiseerd (Stct. 2021, 41797). In het najaar 2021 heeft de Nationaal Coördinator Groningen (hierna: NCG) de eerste adressen typologisch beoordeeld en zijn de uitkomsten gedeeld met de eigenaren.

Op 19 januari 2022 heeft het ACVG ook de typologieën metselwerk-D gevalideerd. Metselwerk-D zijn appartementencomplexen die bestaan uit 3 tot 5 bouwlagen. Het ACVG geeft aan dat in het desbetreffende TNO-rapport overtuigend wordt onderbouwd dat de gebouwen met de typologie metselwerk-D adequaat kunnen worden beoordeeld met de typologieaanpak. Het ACVG is van mening dat hierbij geen aanvullende marge nodig is. De Tweede Kamer is per brief van 16 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 33 529, nr. 988) geïnformeerd over deze validatie. Met onderhavige wijziging wordt de verwijzing aangepast naar de aangepaste rapporten van TNO. De TNO-rapporten zijn online raadpleegbaar1.

Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen wordt de versterking uitgevoerd op basis van het Besluit versterking gebouwen Groningen. De typologieaanpak betekent een belangrijke versnelling van het proces van opname en beoordeling. Daarom wordt vooruitlopend op de inwerkingtreding van die wet het Besluit versterking gebouwen Groningen aangepast.

De NCG heeft in de uitvoering geanticipeerd op de wijziging van de TNO-rapporten. De geactualiseerde rapporten kunnen direct worden toegepast. Er is daarom geen overgangsrecht noodzakelijk voor deze wijziging.

Onderhavige wijziging treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant. Hierdoor wordt afgeweken van de vaste verandermomenten, bedoeld in aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Ook wordt afgeweken van de regel, opgenomen in aanwijzing 4.17, vierde lid, dat tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding een termijn van minimaal twee maanden in acht wordt genomen. Deze afwijkingen worden gerechtvaardigd doordat de doelgroep gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding, waarvoor afwijking volgens aanwijzing 4.17 wegens de eerste uitzonderingsgrond van het vijfde lid in dit geval is toegestaan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven