Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 16 september 2021, nr.  WJZ/ 21194988, tot wijziging van het Besluit versterking gebouwen Groningen in verband met de actualisatie van de typologie-aanpak

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 52g, derde lid, van de Mijnbouwwet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3, onderdeel a, van het Besluit versterking gebouwen Groningen wordt ‘Typologie-gebaseerde beoordeling van de veiligheid bij aardbevingen in Groningen, 3 juni 2020, TNO’ vervangen door ‘Typologiegebaseerde beoordeling van de veiligheid bij aardbevingen in Groningen – Achtergrond bij de methode, kenmerk R10628B.’.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 september 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

TOELICHTING

Gebouwen in Groningen worden getoetst aan de veiligheidsnorm waarbij het maximaal risico op overlijden van een individu door het bezwijken van een gebouw, als gevolg van bodembeweging veroorzaakt door de winning van gas uit het Groningenveld, 1 op de 100.000 per jaar is. Om te beoordelen of een gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet, wordt een beoordelingsmethode gebruikt. Het Rijk en de regionale overheden hebben in de bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 afgesproken om de typologieaanpak te gaan toepassen (Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 870). Naar aanleiding van die afspraak is de typologieaanpak in het Besluit versterking gebouwen Groningen opgenomen. Inmiddels heeft TNO een geactualiseerde versie van de typologierapporten vastgesteld. Met deze wijziging wordt de verwijzing naar de typologierapporten geactualiseerd. De Tweede Kamer is per brief van 24 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 871) geïnformeerd over deze actualisatie.

De typologieaanpak is een gestandaardiseerde beoordelingsmethode. Het Adviescollege Veiligheid Groningen heeft op 17 november 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 841) geadviseerd om in te zetten op de typologieaanpak als beoordelingsmethode. Het adviescollege gaf aan dat er nog enkele aanvullende controles en verbeteringen moesten worden uitgevoerd. Het adviescollege heeft op 27 mei 2021 (bijlage bij Kamerstukken II 2020/21, 33 529, nr. 871) beoordeeld dat de controles en verbeteringen voor enkele van de meest voorkomende typologieën zijn voltooid. Het gaat om de typologieën metselwerk 1, 2, 5, 6, 7 en beton 1b en 1c. In potentie dekken deze typologieën circa 60 procent van de gebouwen in de werkvoorraad van de NCG. TNO heeft op basis van dit advies de rapportages aangepast. Met deze wijziging van het Besluit versterking gebouwen Groningen wordt de verwijzing aangepast naar de aangepaste rapporten van TNO. De TNO-rapporten zijn raadpleegbaar op https://www.nationaalcoordinatorgroningen.nl/versterken/typologieaanpak

Vooruitlopend op de wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen, wordt de versterking uitgevoerd op basis van het Besluit versterking gebouwen Groningen. De behandeling van de wijziging van de Tijdelijke wet Groningen is uitgesteld tot na het zomerreces van 2021. De typologieaanpak betekent een belangrijke versnelling van het proces van opname en beoordeling. Daarom wordt vooruitlopend op de wijziging van de Tijdelijke wet Groningen, het Besluit versterking gebouwen Groningen nog aangepast.

De Nationaal Coördinator Groningen heeft in de uitvoering geanticipeerd op de wijziging van de TNO-rapporten. De geactualiseerde rapporten kunnen direct worden toegepast, er is daarom geen overgangsrecht noodzakelijk voor deze wijziging.

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant. Hierdoor wordt afgeweken van de vaste verandermomenten, bedoeld in aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Ook wordt afgeweken van de regel, opgenomen in aanwijzing 4.17, vierde lid, dat tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding een termijn van minimaal twee maanden in acht wordt genomen.

Deze afwijkingen worden gerechtvaardigd doordat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding, waarvoor afwijking volgens aanwijzing 4.17 wegens de eerste uitzonderingsgrond van het vijfde lid in dit geval is toegestaan.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

Naar boven