Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 6 februari 2021, nr. WJZ/ 21028092, tot wijziging van het Besluit versterking gebouwen Groningen in verband met de actualisatie van de technische beoordelingsmethoden

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 52g, derde lid, van de Mijnbouwwet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit versterking gebouwen Groningen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling opgenomen:

typologische beoordeling:

beoordeling waarbij gebouwen zijn ingedeeld in een groep met dusdanig vergelijkbare constructieve kenmerken dat hun gedrag bij en weerstand tegen aardbevingen zich op een vergelijkbare wijze laat beschrijven;

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

De beoordeling of een gebouw voldoet aan de veiligheidsnorm wordt gedaan volgens:

  • a. een typologische beoordeling van gebouwen conform de methode beschreven in Typologie-gebaseerde beoordeling van de veiligheid bij aardbevingen in Groningen, 3 juni 2020, TNO; of

  • b. de NPR:9998:2020.

C

Na artikel 22 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 22a Overgangsrecht

Artikel 3 van het Besluit versterking gebouwen Groningen, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van artikel I van de Beleidsregel van 9 februari 2021 tot wijziging van het Besluit versterking gebouwen Groningen in verband met de actualisatie van de technische beoordelingsmethoden (Stcrt. 2021, 6663), blijft van toepassing op:

  • a. een normbesluit dat is vastgesteld voor inwerkingtreding van artikel I van de Beleidsregel van 9 februari 2021 tot wijziging van het Besluit versterking gebouwen Groningen in verband met de actualisatie van de technische beoordelingsmethoden (Stcrt. 2021, 6663);

  • b. de beoordeling van huizen die al dusdanig ver in het proces bij ingenieursbureaus zitten dat het implementeren van de nieuwste inzichten zorgt voor disproportionele vertraging.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 februari 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

TOELICHTING

Op 6 november 2020 hebben de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties afspraken gemaakt met de regionale overheden in Groningen om bewoners van Groningen veiligheid, duidelijkheid en een nieuw perspectief bieden. Deze afspraken hebben tot doel de uitvoering daarvan te versnellen en beheersbaar te maken. De kern van deze afspraken is dat er met de nieuwste inzichten wordt gewerkt. Om dit juridisch vast te leggen wordt de beleidsregel op twee onderdelen aangepast. Het gaat om de volgende onderdelen:

  • Er vindt in principe nog één update van de Nationale Praktijkrichtlijn aardbevingsbestendig bouwen (NPR:9998) plaats. Deze update is beoogd voor 1 januari 2021. Beoordelingen worden vanaf die datum in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) met geüpdatete NPR:9998 uitgevoerd.

  • Een belangrijk onderdeel van de afspraken is het werken met een typologische beoordeling. Door deze wijziging van het Besluit versterking gebouwen Groningen, wordt het gebruik van de typologische beoordelingsmethode van gebouwen ook juridisch vastgelegd.

Door middel van deze wijziging krijgt de NCG de mogelijkheid om ofwel de NPR:9998 ofwel de typologische beoordeling te gebruiken.

NPR:9998

De NPR:9998 geeft aan hoe een gebouw aan de veiligheidsnorm kan worden getoetst. Hiervoor worden gebouwen in een computermodel nagebouwd. Het model toetst of het gebouw aardbevingsbestendig is. Als een gebouw niet aan de veiligheidsnorm voldoet, kunnen in het model maatregelen aan een gebouw worden toegevoegd om te beoordelen of het met die maatregelen wel aan de norm voldoet. Dit slaat neer in een normbesluit dat wordt gedeeld met de eigenaar.

De NCG is verantwoordelijk voor de toepassing van de NPR:9998 en de wijze waarop de NPR:9998 wordt toegepast. De NCG bepaalt bijvoorbeeld welk tijdvak wordt gebruikt. Ook is het mogelijk op een meer praktische manier invulling te gegeven aan de NPR:9998, namelijk door aan de hand van actuele beoordelingen op basis van de NPR:9998 die al voor vergelijkbare woningen zijn gedaan, te bepalen of een gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet en welke maatregelen eventueel nodig zijn.

Op dit moment wordt NPR:9998:2018 gebruikt. Ten opzichte van deze versie worden door het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) een aantal verbeteringen doorgevoerd. Deze verbeteringen worden verwerkt in een nieuwe versie, de NPR:9998:2020.

Typologie

De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) heeft in de afgelopen periode een typologische beoordelingsmethode uitgewerkt. Bij toepassing van de typologische beoordelingsmethode wordt de veiligheid per type gelijksoortige gebouwen beoordeeld. Vervolgens wordt per gebouw, door middel van een opname door een expert, bepaald of een gebouw tot een bepaald type behoort. Bij de opname van het gebouw wordt bijvoorbeeld door een expert ook beoordeeld of het gebouw niet zodanig beschadigd of verbouwd is, dat het niet meer binnen een bepaalde typologie valt. Als er versterkingsmaatregelen nodig zijn worden standaard maatregelpakketten voor zover mogelijk toegepast en in overleg tussen bewoner en aannemer ingepast in een woning. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan in de pilot met de bouwimpuls. De aannemer wordt vroeg in het proces betrokken en waar mogelijk worden maatregelen op basis van ervaring bij vergelijkbare woningen bepaald, in plaats van berekeningen. Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) heeft geadviseerd om deze methode toe te passen.

Overgangsrecht

In algemene zin geldt dat het Besluit versterking gebouwen Groningen niet van toepassing is op gebouwen waarvoor al een versterkingsadvies is vastgesteld. Deze wijziging heeft daarom geen gevolgen voor deze gebouwen. In artikel I, onderdeel C, van dit wijzigingsbesluit is geregeld dat artikel 3, zoals het gold voor de inwerkingtreding van deze wijzing, blijft gelden voor gebouwen die al dusdanig ver in het proces bij ingenieursbureaus zitten dat het implementeren van de nieuwste inzichten zorgt voor disproportionele vertraging. Dit is in lijn met de bestuurlijke afspraken. De NCG schrijft alle bewoners van gebouwen die in deze categorie vallen individueel aan.

Verhouding tot wetsvoorstel versterken

In deze wijziging worden geen aanpassingen gedaan aan de procedure voor het vaststellen van de versterking. Deze procedure wordt gewijzigd in het wetsvoorstel tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (Kamerstukken 35 603). Tot die tijd werkt de NCG volgens het proces in het Besluit versterking gebouwen Groningen. Gelet op de voortgang van de lopende zaken is het onwenselijk om dit proces twee keer aan te passen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven