Advies Raad van State inzake verweesd geraakte adviezen van (de Afdeling advisering van) de Raad van State

Nader Rapport

1 december 2021

Nr. 3638061

Directie Wetgeving en Juridische Zaken

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Aan de Koning

Nader rapport inzake verweesd geraakte adviezen van (de Afdeling advisering van) de Raad van State

Zoals de Minister voor Rechtsbescherming bij brief van 21 juni 2021 reeds aan de Kamers heeft toegelicht, streeft het kabinet ernaar om verweesd geraakte adviezen van (de Afdeling advisering van) de Raad van State1 alsnog zo spoedig mogelijk van een reactie te voorzien en op de voorgeschreven wijze in de Staatscourant te publiceren. In dit nader rapport wordt ingegaan op een aantal adviezen over ontwerpbesluiten op het terrein van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Blijkens de hierna te noemen mededelingen van de Directeur van Uw kabinet machtigde Uwe Majesteit (de Afdeling advisering van) de Raad van State om het advies inzake de hierna te noemen ontwerpbesluiten rechtstreeks aan ons te doen toekomen:

  • 1. mededeling van 19 september 1994, nr. 94.007343, inzake het ontwerpbesluit houdende wijziging van de Regelen betreffende verzoeken tot naamswijziging en tot naamsvaststelling;

  • 2. mededeling van 18 november 1998, nr. 98.005437, inzake het ontwerpbesluit houdende vaststelling van het formulier als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de lijkbezorging betreffende het overlijden ten gevolge van levensbeëindiging bij enkele bijzondere categorieën patiënten;

  • 3. mededeling van 26 oktober 2007, nr. 07.003502, inzake het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit politieregisters met het oog op de verstrekking van gegevens aan personen of instanties met een publieke taak belast;

  • 4. mededeling van 22 mei 2008, nr. 08.001498, inzake het ontwerp-Aanpassingsbesluit Titel 7.13 Burgerlijk Wetboek;

  • 5. mededeling van 2 januari 2017, nr. 2016002312, inzake het ontwerpbesluit houdende aanpassing van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap en het Besluit optie en naturalisatiegelden in verband met de wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap en enige andere wijzigingen.

Deze adviezen, gedateerd 11 oktober 1994 (W03.94.0566/II), 27 april 1998 (W03.98.0525/II), 9 november 2007 (W03.07.0390/II), 10 juli 2008 (W03.08.0179/II) en 22 februari 2017 (W03.16.0433/II), bied ik u hierbij aan.

1. Advies van 11 oktober 1994, nr. W03.94.0566/II, inzake het ontwerpbesluit houdende wijziging van de Regelen betreffende verzoeken tot naamswijziging en tot naamsvaststelling

De tekst van dit ontwerpbesluit is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2022, 1020-b1.

De tekst van dit advies is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2022, 1020-b2.

2. Advies van 27 april 1998, nr. W03.98.0525/II, inzake het ontwerpbesluit houdende vaststelling van het formulier als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de lijkbezorging betreffende het overlijden ten gevolge van levensbeëindiging bij enkele bijzondere categorieën patiënten

Het eerste advies heeft betrekking op een ontwerpbesluit dat ertoe strekte de mogelijkheid te schrappen om vrijstelling te verlenen van het recht dat verschuldigd is bij achternaamwijziging. Het tweede advies betreft een ontwerpbesluit tot vaststelling van een modelformulier voor gemeentelijk lijkschouwers om overlijden door een niet-natuurlijke doodsoorzaak bij enkele bijzondere categorieën patiënten aan de officier van justitie te melden.

Een kabinetsreactie op deze adviezen is door verschillende omstandigheden nooit uitgebracht, terwijl het kabinet daartoe wel verplicht is. Met het alsnog uitbrengen van dit nader rapport is beoogd deze omissie te herstellen. Vanwege de tijd die inmiddels is verstreken, is het voornemen zoals neergelegd in deze ontwerpbesluiten niet meer actueel. Ook de adviezen van de Raad van State zijn inmiddels zodanig oud dat ze niet noodzakelijkerwijs de huidige opvattingen van de Afdeling advisering van de Raad van State weergeven. Onder deze omstandigheden wordt een inhoudelijke reactie van het kabinet op deze adviezen niet meer opportuun geacht.

De tekst van dit ontwerpbesluit is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2022, 1020-b3.pdf.

De tekst van dit advies is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2022, 1020-b4.pdf.

3. Advies van 9 november 2007, nr. W03.07.0390/II, inzake het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit politieregisters met het oog op de verstrekking van gegevens aan personen of instanties met een publieke taak belast

Dit ontwerpbesluit strekte tot wijziging van het toenmalige Besluit politieregisters in verband met het verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie (Verdrag van Prüm, Trb. 2005, 197). Dat verdrag voorziet in de mogelijkheid van rechtstreekse bevraging over en weer van vingerafdrukken en DNA-profielen op basis van een systeem van hit/no hit. Van die bevragingen moesten bepaalde gegevens worden vastgelegd (protocolplicht). Dit betrof persoonsgegevens. Het Verdrag van Prüm is voor Nederland in werking getreden op 20 mei 2008.

De Raad van State maakt in het advies (dictum III) twee opmerkingen over de protocolplicht, te weten dat niet alleen de datum van verstrekking maar ook het tijdstip van verstrekking moest worden vastgelegd, en dat die mededeling ook bij een no hit moet worden vastgelegd. De Wet politieregisters en het Besluit politieregisters zijn met ingang van 1 januari 2008 vervangen door de Wet politiegegevens en het Besluit politiegegevens. In het Besluit politiegegevens is gevolg gegeven aan de opmerkingen van de Raad van State. Dit is geregeld in het toenmalige artikel 6:4, vijfde lid, onderdelen c en d, van het Besluit politiegegevens (Staatsblad 2007, 550), dat inmiddels is vernummerd tot artikel 6:4, derde lid, onderdelen c en d Bpg (Staatsblad 2021, 446). In de nota van toelichting op het toenmalige artikel 6:4, vijfde lid, Bpg, is aangegeven dat ook de mededeling van het niet voorhanden zijn van een hit, indien bij vergelijking van gegevens niet blijkt dat die gegevens overeenkomen, als een verwerking geldt in de zin van het Verdrag. Hieruit vloeit voort dat ook de mededeling van het niet bestaan van een hit dient te worden geprotocolleerd. Dit betreft dan de datum en het precieze tijdstip van die mededeling en de aanduiding of het kenmerk van de bevragende instantie en de instantie die het bestand beheert.

De tekst van dit ontwerpbesluit is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2022, 1020-b5.pdf.

De tekst van dit advies is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2022, 1020-b6.pdf.

4. Advies van 10 juli 2008, nr. W03.08.0179/11 inzake het ontwerpbesluit tot aanpassing van lagere regelgeving aan titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Aanpassingsbesluit Titel 7.13 Burgerlijk Wetboek)

Dit ontwerpbesluit strekte tot aanpassing van lagere regelgeving die noodzakelijk werd geacht in verband met de Wet tot vaststelling van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Kamerstukken 28 746) en de Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk Wetboek (Kamerstukken 31 065). De Minister van Veiligheid en Justitie heeft bij brief van 15 december 2011 aan de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot vaststelling van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek en het wetsvoorstel Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk Wetboek ingetrokken.2 Daarmee is tevens de noodzaak tot het ontwerpbesluit vervallen.

De tekst van dit ontwerpbesluit is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2022, 1020-b7.pdf.

De tekst van dit advies is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2021, 2022, 1020-b8.pdf

5. Advies van 22 februari 2017, nr. W03.16.0433/II, inzake het ontwerpbesluit houdende aanpassing van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap en het Besluit optie en naturalisatiegelden in verband met de wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap en enige andere wijzigingen

Dit ontwerpbesluit strekte tot technische aanpassing van een tweetal algemene maatregelen van rijksbestuur in verband met het voorstel van rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap en enige andere wijzigingen (Kamerstukken 33 852-(R2023)). De Eerste Kamer heeft het desbetreffende wetsvoorstel op 3 oktober 2017 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. Het ontwerpbesluit, waarover de Afdeling advisering overigens geen inhoudelijke opmerkingen heeft gemaakt, hoeft daarom niet meer tot stand te komen.

De tekst van dit ontwerpbesluit is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2022, 1020-b9.pdf.

De tekst van dit advies is te raadplegen op www.officielebekendmakingen.nl in bijlage Staatscourant 2022, 1020-b10.pdf.

Daartoe gemachtigd door de ministerraad geef ik U in overweging de hierbij gevoegde ontwerpbesluiten niet te bekrachtigen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker.


X Noot
1

Bij de adviezen gedateerd voor 1 september 2010 (herstructurering Raad van State) gaat het niet om de Afdeling advisering maar om de Raad van State.

X Noot
2

Kamerstukken I, 2011/12, 31 065, D.

Naar boven