De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op de artikelen 7b, vierde lid, 9, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 11b,
vierde lid, 11c, zevende lid, 13, vijfde en zevende lid, 16, derde en vierde lid,
17d, vijfde lid, 17f, vierde lid, 17g, tweede lid, 23, 23e, tweede lid, 23j, tweede
lid, 23o, tweede lid, en 28a, tweede lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19,
artikel 41, tweede lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale
stemopneming en de artikelen J 7, J 20, K 4, vierde lid, L 11, tweede lid, M 6, derde
lid, N 10, derde lid, N 11, O 3, P 22 van de Kieswet;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 heeft tot doel het mogelijk te maken dat er
verkiezingen als bedoeld in de Kieswet worden georganiseerd en gehouden met inachtneming
van de maatregelen die noodzakelijk zijn om verspreiding te voorkomen van het nieuwe
coronavirus (SARS-CoV-2), dat de ziekte covid-19 kan veroorzaken. Bij de plenaire
behandeling van die wet heeft de Tweede Kamer onder andere de motie-Terpstra1 en de motie-Sneller c.s.2 aangenomen. Die moties hebben mij aanleiding gegeven om de Tijdelijke wet verkiezingen
covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 aan
te vullen met o.a. een mogelijkheid voor het stemmen per brief en een mogelijkheid
om ook op de twee aan de dag van de stemming voorafgaande dagen al een stem uit te
brengen in het stemlokaal. Deze Wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19
ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke
wet Tweede Kamerverkiezing covid-19) maakt op een aantal onderdelen nadere regelgeving
nodig bij ministeriële regeling. Daartoe strekt deze tijdelijke regeling, die primair
is gericht op de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021.
2. Inhoud van de regeling
Allereerst wordt door middel van deze regeling een groot aantal modellen vastgesteld.
Verder wordt in deze regeling voorgeschreven dat personen van dertien jaar en ouder
een mondkapje dragen in het stemlokaal, dat de stembureauleden een mondneusmasker
dragen en worden de persoonlijke beschermingsmiddelen en hygiënemaatregelen bepaald
die gelden tijdens de zittingen van het hoofdstembureau, het centraal stembureau en
(in gemeenten die op grond van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale
stemopneming meedoen aan het experiment met centrale stemopneming) het gemeentelijk
stembureau. De voorschriften zijn gebaseerd op adviezen van het RIVM van 30 juli 2020
en 14 oktober 2020 aangaande het veilig inrichten van het verkiezingsproces. Voorts
worden regels gesteld over de vooropening en de stemopneming door de briefstembureaus,
en over de ontvangst, het transport, de opslag en de overdracht van de stembescheiden
(zowel voor de briefstemmen als voor de in een stemlokaal uitgebrachte stemmen in
de situatie dat de stemopneming wordt geschorst en de stemmen die zijn uitgebracht
in stemlokalen voor vervroegd stemmen). Daarnaast bevat deze ministeriële regeling
nadere regels over de duur van de digitale openbaarmaking van de processen-verbaal
van de stembureaus, de briefstembureaus, de hoofdstembureaus en het centraal stembureau.
Voor de achtergronden van de regeling van bovengenoemde onderwerpen zij verwezen naar
de memorie van toelichting bij de Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19 (Kamerstukken
II 2020/21, 35 654, nr. 3).
3. Administratieve lasten
Uit deze regeling vloeien geen administratieve lasten voort. Voor zover de daarin
voorgestelde maatregelen een verhoging van de administratieve lasten met zich brengen,
vloeien deze volledig voort uit de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 Tweede Kamerverkiezing
covid-19.
4. Inwerkingtreding
De voorgestelde maatregelen en modellen zullen worden gebruikt bij de Tweede Kamerverkiezing
van 17 maart 2021. Opdat de modellen tijdig daaraan voorafgaand beschikbaar zijn,
treedt deze regeling in afwijking van het systeem van de vaste verandermomenten in
werking op het tijdstip waarop de Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19 in
werking treedt, en vervalt de regeling uiterlijk op het tijdstip waarop die wet vervalt.
5. Consultatie en advies
Op een concept van deze regeling zijn twee adviezen ontvangen: een gezamenlijk advies
van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB), de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) en een advies
van de Kiesraad. De adviezen hebben aanleiding gegeven de regeling op een aantal punten
aan te passen of de bedoeling daarvan in de toelichting te verduidelijken. Zo is de
verplichting om tijdens de openbare zitting van het hoofdstembureau een kuchscherm
tussen de leden in te plaatsen, op advies van de VNG, de NVVB en het NGB geschrapt.
Ook zijn de leden van een gemeentelijk stembureau, en de personen die hen bijstaan,
niet langer verplicht wegwerphandschoenen te dragen. Daarenboven is op advies van
de NVVB, VNG en het NGB opnieuw gekeken naar de eisen die aan de opslag van stembescheiden
worden gesteld. Dit heeft geleid tot een aanpassing: pakken, transportboxen en stembussen
kunnen ook worden opgeslagen in een ruimte die onder permanente fysieke (24-uurs)
bewaking staat.
Er zijn ook onderdelen uit de adviezen van de VNG, de NVVB, het NGB en de Kiesraad
niet overgenomen. Zo is niet overgenomen het advies van de VNG, de NVVB en het NGB
om in artikel 5h mogelijk te maken dat dezelfde transportbox meerdere dagen op een
afgiftepunt kan worden gebruikt. Om de betrouwbaarheid en integriteit van de briefstemmen
te kunnen waarborgen is van groot belang dat de transportbox na afloop van de zitting
van een afgiftepunt wordt afgesloten en verzegeld (t.b.v. het vervoer en de opslag),
en dat de transportbox uitsluitend wordt geopend door het briefstembureau t.b.v. de
vooropening. Zowel de NVVB, de VNG, het NGB als de Kiesraad hebben geadviseerd om
een separaat proces-verbaal vast te stellen voor het geval een briefstembureau alleen
op de dag van de stemming zelf zitting houdt. Ook dit advies is niet overgenomen.
Op grond van artikel N 10 van de Kieswet maakt een briefstembureau aan het eind van
de zitting een proces-verbaal op van de stemming en de stemopneming. Het openen van
de retourenveloppen is het equivalent van de stemming. Gedurende dit deel van de zitting
beslist het briefstembureau over de toelating van een persoon tot de stemming en wordt,
bij een positieve beslissing, diens (enveloppe met daarin een) briefstembiljet in
de stembus gedeponeerd. Voor dit deel van de zitting wordt Model E 1 gebruikt. Bij
de stemopneming, het tellen van de stemmen, wordt Model E 2 gebruikt. Ook als een
briefstembureau alleen op de dag van de stemming zitting houdt, worden dus zowel Model
E 1 als Model E 2 ingevuld (die gezamenlijk het proces-verbaal van de zitting vormen).
Daar is geen afzonderlijk proces-verbaal voor nodig, zoals dit overigens evenmin bestaat
voor een briefstembureau ten behoeve van kiezers buiten Nederland dat alleen op de
dag van de stemming zitting houdt. Ook bij die stembureaus wordt in alle gevallen
ten minste eenmaal Model 10-2a ingevuld en slechts eenmaal Model 10-2b.
Artikelsgewijs
Artikel I
A (Art. 1)
In verband met het nieuwe artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van deze regeling is
in artikel 1 in onderdeel b de definitie van een mondkapje toegevoegd. De definitie
is gelijk aan die in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19.
B (Art. 3)
Op 1 december 2020 is de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 in werking getreden.
Door die wet bevat de Wet publieke gezondheid nu voorschriften betreffende de veilige
afstand die mensen tot elkaar in acht moeten nemen. Wat een veilige afstand is, wordt
bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. Als gevolg hiervan is de in artikel
9, vierde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 opgenomen grondslag om
voor het verkiezingsproces bij ministeriële regeling een veilige afstand te kunnen
vaststellen per die datum vervallen en dient nu ook de bepaling waarin die veilige
afstand was vastgelegd vervallen te worden verklaard.
C (Art. 5)
Artikel 5 van de Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19 (Stcrt. 2020, 57913) bevatte nog geen algemene verplichting tot het dragen van een mondkapje voor kiezers
in het stemlokaal. Sinds 1 december bevat de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
de verplichting voor alle personen van dertien jaar en ouder om in publieke binnenruimten
een mondkapje te dragen (Stcrt. 2020, 62032), maar die bepaling is niet van toepassing op het verkiezingsproces (Stcrt. 2021, 2338). Voor de verplichting om een mondkapje te dragen is in het nieuwe eerste lid, onderdeel
a, aangesloten bij de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19. De handhaving van
deze verplichting geschiedt echter door de leden van het stembureau en niet, zoals
bij de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, door politie en buitengewoon opsporingsambtenaren.
Dit is gedaan omdat zij, tenzij de voorzitter van het stembureau hier bij de burgemeester
om heeft verzocht, in het stemlokaal niet handhavend mogen optreden.3 De reeds bestaande verplichting dat een kiezer een mondneusmasker dient te dragen
als hij bijstand verlangt van een van de stembureauleden, verandert niet.
Stembureauleden en tellers zijn op grond van artikel 5, eerste lid, onderdeel b, verplicht
een mondneusmasker te dragen. Hetzelfde geldt ingevolge artikel 5, tweede lid, voor
het lid van het stembureau dat bij de ingang van het stemlokaal staat. Eerder gold
deze verplichting alleen voor een stembureaulid dat zich niet achter een kuchscherm
bevond. In onderdeel c is geregeld dat de leden van het stembureau in drie gevallen
daarenboven wegwerphandschoenen dragen. Namelijk als zij: beslissen over de toelating
van een kiezer tot de stemming, schoonmaakwerkzaamheden verrichten of op grond van
artikel J 28 van de Kieswet bijstand verlenen aan een kiezer. Voor personen die het
stembureau ten dienste worden gesteld door de burgemeester geldt dat zij een mondkapje
dragen en, als zij schoonmaakwerkzaamheden verrichten, wegwerphandschonen. Dit is
geregeld in onderdeel d.
In navolging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 kent deze regeling ook
enkele uitzonderingen op de verplichting een mondkapje te dragen. Zo zijn personen
die vanwege een beperking of een ziekte geen mondkapje kunnen dragen daar niet toe
verplicht. Ook kan het stembureau een kiezer vragen het mondkapje tijdelijk af te
doen met het oog op diens identificatie als bedoeld in artikel J 24, eerste lid, van
de Kieswet.
D (Art. 5a)
Voor briefstembureaus ten behoeve van kiezers binnen Nederland is artikel 5a wat artikel
M 7 van het Kiesbesluit is voor briefstembureaus ten behoeve van kiezers buiten Nederland.
Het regelt dat de in de nieuwe paragraaf 2a opgenomen bepalingen alleen van toepassing
zijn op de eerstgenoemde groep stembureaus. De in deze paragraaf opgenomen bepalingen
vinden alle hun juridische grondslag in artikel 11b, vierde lid, van de Tijdelijke
wet verkiezingen covid-19.
D (Art. 5b)
Als het college van burgemeester en wethouders van de in artikel 11b, eerste lid,
van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 neergelegde bevoegdheid gebruik wil maken
om een briefstembureau al vóór de dag van de stemming de in de artikelen 11g, 11h
en 11i van die wet bedoelde handelingen te laten verrichten, dan wordt de dag, tijd
en plaats waarop dit zal gebeuren minimaal twee weken voor de dag van de stemming
ter openbare kennis gebracht.
D (Art. 5c)
Het nieuwe artikel 5c is geïnspireerd op artikel M 9 van de Kieswet. Het bevat de
handelingen die door het briefstembureau worden verricht aan het einde van elke zittingsdag
die voorafgaat aan de dag van de stemming. Gelet op het bepaalde in artikel 11i van
de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 is in het tweede lid evenwel bepaald dat het
briefstembureau het aantal kiezers vaststelt dat tijdens een zitting tot de stemming
is toegelaten.
D (Art. 5d)
Het nieuwe artikel 5d is het equivalent van artikel M 10 van het Kiesbesluit. Hierin
wordt geregeld dat het proces-verbaal dat het briefstembureau van een vooropening
opmaakt de tijdens de zitting door kiezers ingebrachte bezwaren bevat en door alle
aanwezige leden van het briefstembureau moet worden ondertekend. Voor dit proces-verbaal
is in de bijlage bij de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 een model vastgesteld:
Model E-1. Op advies van de Kiesraad is in het derde lid zekerheidshalve verduidelijkt
dat de processen-verbaal die het stembureau opmaakt van de stemming – d.w.z. het openen
van de retourenveloppen, het beslissen over de toelating van een persoon tot de stemming
en het, bij een positieve beslissing, in de stembus deponeren van diens stem – deel
uitmaken van het proces-verbaal dat het briefstembureau opmaakt op basis van artikel
N 10 van de Kieswet op de dag van de stemming.
D (Art. 5e)
Net als bij stembureaus die vervroegd zitting houden, mobiele stembureaus en bijzondere
stembureaus, doen ook de briefstembureaus voor kiezers binnen Nederland niet alleen
de sleutel van de stembus, maar ook het ondertekende proces-verbaal van hun zitting,
in een te verzegelen enveloppe. Vergelijk de artikelen 21 en 22 van de Tijdelijke
wet verkiezingen covid-19. Het derde lid komt overeen met artikel M 11, derde lid,
van het Kiesbesluit.
D (Art. 5f)
Deze bepaling is het equivalent van artikel M 12 van het Kiesbesluit.
D (Art. 5g)
De retourenveloppen die per post aan het briefstembureau worden geretourneerd, worden,
totdat de burgemeester de retourenveloppen aan het briefstembureau kan overdragen,
door deze bewaard in een beveiligde en bewaakte omgeving. Een beveiligde omgeving
is een omgeving waarin maatregelen zijn genomen tegen verlies en beschadiging van
retourenveloppen, bijvoorbeeld als gevolg van brand of diefstal. Dit kan bijvoorbeeld
een kluis zijn of een omgeving die permanent onder elektronische bewaking staat. Het
tweede lid bepaalt dat de burgemeester bijhoudt hoeveel retourenveloppen hij ontvangt.
Tot slot regelt het derde lid dat de retourenveloppen ten behoeve van het vervoer
naar het briefstembureau in een afgesloten en verzegelde transportbox worden gedaan.
D (Art. 5h)
Deze bepaling bevat nadere regels voor het afgeven van een retourenveloppe op het
afgiftepunt en het gereedmaken van de ontvangen retourenveloppen voor het transport
naar de omgeving waar zij worden opgeslagen totdat zij aan het briefstembureau kunnen
worden overgedragen. Ook een stembus kan als transportbox worden gebruikt, mits deze
aan de voorgeschreven eigenschappen voldoet. Na elke dag dat het afgiftepunt is opengesteld,
worden de ontvangen retourenveloppen in een transportbox gedaan welke daarna wordt
afgesloten en verzegeld. Totdat de transportbox aan het briefstembureau kan worden
overdragen, worden de transportbox en de enveloppe bewaard in een beveiligde en bewaakte
omgeving (zie de toelichting bij artikel 5g). Het vervoer van de transportbox en de
verzegelde enveloppe vindt steeds gescheiden plaats.
D (Art. 5i)
De retourenveloppen die bij een stembureau worden ingeleverd, worden op grond van
de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 verkiezingen covid-19 na de stemming onmiddellijk
in pakken gedaan. Bij een stembureau dat op de maandag of de dinsdag voor de dag van
de stemming zitting houdt, worden de pakken tijdelijk opgeslagen op een beveiligde
en bewaakte plaats totdat ze aan het briefstembureau kunnen worden overgedragen. Dit
is geregeld in het eerste lid. Het tweede lid kent eenzelfde regeling voor stembureaus
die op de dag van de stemming zitting houden, maar waarbij de vóór 21.00 uur is beëindigd.
Bij stembureaus die op de dag van de stemming tot 21.00 uur zitting houden, worden
de pakken direct overgebracht aan het briefstembureau. Dit is geregeld in het derde
lid.
D (Art. 5j)
Deze bepaling bevat voorschriften omtrent het vervoer van transportboxen en pakken
met stembescheiden. In het eerste lid is voorgeschreven dat tijdens het vervoer ten
minste twee personen de integriteit van de transportbox – als het gaat om de retourenveloppen
die per post zijn binnengekomen of op een afgiftepunt zijn afgegeven – of de pakken
– als het gaat om de retourenveloppen die bij een stembureau zijn afgegeven – waarborgen.
In het tweede lid is voorgeschreven dat de transportboxen en pakken zich tijdens het
vervoer in een afgesloten deel van een transportmiddel bevinden. Met «een afgesloten
deel» wordt bedoeld dat tot de ruimte waar zich de transportboxen of pakken bevinden,
niet zomaar van buiten toegang moet kunnen worden gekregen. Het transportmiddel moet
dus worden afgesloten. Anders dan de VNG, de NVVB en het NGB in hun advies lijken
te veronderstellen, is niet voorgeschreven dat de transportboxen moeten worden vervoerd
in een afzonderlijke ruimte binnen het transportmiddel, die zelf ook weer op slot
moet zijn.
E (Art. 10 en 11)
Deze wijzigingen betreffen technische verbeteringen.
E (Art. 11a)
Deze bepaling bevat nadere regels voor de opslag van de stembus, de enveloppe en de
pakken voor stembureaus waar vervroegd wordt gestemd. Na afloop van de stemming op
maandag en dinsdag worden enerzijds de stembus en anderzijds de enveloppe en de pakken
apart van elkaar opgeslagen op een beveiligde en bewaakte plaats. Deze regels gelden
ook voor bijzondere stembureaus en mobiele stembureaus waarvan, op de dag van stemming,
de stemming voor 21.00 uur eindigt.
F (Art. 11b)
Dit artikel regelt de opslag van de stembus en de verzegelde enveloppe in de situatie
dat de stemopneming door het stembureau wordt geschorst (artikel 17e, eerste lid,
van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19).
F (Art. 11c)
Deze bepaling is van toepassing op stembureaus in de zin van de artikelen 2g, 3a,
4a of 11b van de Tijdelijke wet. In alle gevallen betreft het stembureaus die al vóór
de dag van de stemming zitting hebben gehouden en die, om die reden, op de dag van
de stemming al vanaf 7.30 uur kunnen aanvangen met de stemopneming. Als gevolg daarvan
bestaat de kans dat zij voor 21.00 uur klaar zijn met het tellen van de stemmen en
dus enige tijd moeten wachten voordat de voorzitter de uitkomsten van de stemopneming
bekend mag maken (vgl. art. 22 lid 3 Tijdelijke wet verkiezingen covid-19). In dat
geval kunnen de stembescheiden al wel in pakken worden gedaan, maar worden de pakken
nog niet verzegeld. Het verzegelen van de pakken vindt pas plaats als de uitkomsten
van de stemopneming zijn bekendgemaakt en daartegen geen bezwaren zijn ingebracht
die tot een (gedeeltelijke) nieuwe telling nopen.
In het tweede lid is geregeld dat de pakken, gedurende de schorsing van de zitting,
veilig worden bewaard op de locatie waar is geteld. In de praktijk zal waarschijnlijk
het vaakst gebruik worden gemaakt van de onder c genoemde optie, namelijk permanente
fysieke (24-uurs) bewaking (bijvoorbeeld door ten minste twee stembureauleden). Het
is dus niet mogelijk om op een andere locatie dan de tellocatie na 21.00 uur de uitkomsten
van de stemopneming bekend te maken. Zodra de zitting wordt voorgezet, dient het stembureau
deze pakken weer tot zijn beschikking te hebben om de zitting af te kunnen ronden.
F (Art. 11d, 11g, 11i 11l)
Deze artikelen stellen een minimum vast voor de tijdperiode gedurende welke de gedigitaliseerde
processen-verbaal en, indien van toepassing, de digitale bestanden, op internet voor
geïnteresseerden beschikbaar gesteld moeten worden. Een langere periode is uiteraard
toegestaan. Inhoudelijk wordt in grote lijnen aangesloten bij de regels uit artikel
11a die gelden voor de opslag van een stembus in het geval van vervroegd stemmen.
F (11e)
Deze bepaling ziet uitsluitend op de situatie dat een briefstembureau voor de dag
van de stemming reeds is begonnen met het openen van de retourenveloppen. Een dergelijk
stembureau vangt op de dag van de stemming met de stemopneming aan ten aanzien van
de stembiljetten die zich in de stembus bevinden alvorens het openen van retourenveloppen
voort te zeten.
F (Art. 11f en 11h)
Deze artikelen regelen de hygiënemaatregelen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
bij de openbare zittingen van het hoofdstembureau en het centraal stembureau. De zittingen
van het hoofdstembureau dan wel het centraal stembureau worden op zodanige wijze ingericht
dat de leden voldoende afstand van elkaar en van het eventueel aanwezige publiek houden.
Voor het publiek geldt dat zij een mondkapje dragen wanneer zij fysiek aanwezig zijn
bij de zitting. Op de momenten dat deze personen plaatsnemen en het de veiligeafstandsnorm
in acht houden, is het dragen van een mondkapje voor hen niet verplicht. Op grond
van het derde lid zijn de uitzonderingen voor het dragen van een mondkapje uit artikel
5, derde lid, van overeenkomstige toepassing verklaard. Ook de verplichting om bij
de ingang de handen te reinigen is van overeenkomstige toepassing verklaard.
F (Art. 11j)
Voor de regels die betrekking hebben op het veilig bewaren van de stembussen die op
de eerste en tweede dag voor de dag van de stemming zijn gebruikt, is aansluiting
gezocht bij de regels die gelden voor het bewaren van reisdocumenten. Artikel 91,
tweede lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 bepaalt dat voor zover
een openbaar lichaam niet beschikt over een inbraakalarmeringssysteem dat in verbinding
staat met een door de rijksoverheid toegelaten alarmcentrale, reisdocumenten ook bewaard
mogen worden op plaatsen die onder permanente fysieke (24-uurs) bewaking staan. Voor
verkiezingsbescheiden geldt eenzelfde regime. Daartoe strekt deze bepaling.
F (Art. 11k)
Dit artikel regelt de hygiënemaatregelen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
bij de zitting van het gemeentelijk stembureau. Gedurende de zitting is het dragen
van een mondkapje verplicht voor personen van dertien jaar en ouder. Voor de leden
van het gemeentelijk stembureau en de tellers geldt de verplichting om een mondneusmasker
te dragen. De verplichting tot het dragen van wegwerphandschoenen geldt voor personen
die schoonmaken op de locatie. Op grond van het derde lid zijn de uitzonderingen voor
het dragen van een mondkapje uit artikel 5, derde lid, van overeenkomstige toepassing
verklaard. Ook de verplichting om bij de ingang de handen te reinigen is van overeenkomstige
toepassing verklaard.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren