Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 november 2020, houdende tijdelijke regels omtrent verkiezingen in verband met covid-19 (Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 9, eerste, derde en vierde lid, 13, vijfde en zevende lid en 23 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 en artikel N 10, derde lid, van de Kieswet;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 (Begripsbepalingen)

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. kuchscherm:

een scherm dat op of voor de tafel van het stembureau dan wel elders in het stemlokaal tussen een stembureaulid en een kiezer wordt geplaatst teneinde de besmetting met of overdracht van het coronavirus zoveel mogelijk te voorkomen;

b. mondneusmasker:

een chirurgisch mondneusmasker dat voldoet aan NEN-EN 14683, type IIR;

c. waarnemer:

een waarnemer als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

Artikel 2 (Modellen voor Tijdelijke wet verkiezingen covid-19)

  • 1. Als de modellen, bedoeld in de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, worden de modellen vastgesteld die in de bijlage bij artikel 2 bij deze regeling zijn opgenomen.

  • 2. De tekst van de modellen in de bijlage bij artikel 2 bij deze regeling kan redactioneel worden aangepast voor een specifieke doelgroep of voor de digitale toepassing, indien dat de leesbaarheid of doelmatigheid van het model ten goede komt.

Paragraaf 2. Regels over de inrichting van het stemlokaal

Artikel 3 (Veilige afstand)

De veilige afstand, bedoeld in artikel 9, vierde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, bedraagt anderhalve meter.

Artikel 4 (Maatregelen m.b.t. de hygiëne)

In het stemlokaal gelden de volgende hygiënemaatregelen:

  • a. Bij het betreden en bij het verlaten van het stemlokaal reinigen personen hun handen, tenzij een lid van het stembureau van oordeel is dat een persoon daar niet aan kan voldoen.

  • b. De leden van het stembureau dragen er zorg voor dat de stemhokjes ten minste elk half uur en de mal met audio-ondersteuning voor blinde en slechtziende kiezers na elk gebruik worden gereinigd.

  • c. Iedere kiezer ontvangt van het stembureau een schoon rood potlood waarmee het stembiljet wordt ingevuld.

  • d. Bij de wisseling van stembureauleden gedurende de zitting, worden de tafel van het stembureau, de leuningen van de stoelen, het kuchscherm en andere handcontactpunten schoongemaakt.

Artikel 5 (Maatregelen m.b.t. persoonlijke beschermingsmiddelen)

In het stemlokaal gelden de volgende maatregelen voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen:

  • a. De kiezer, bedoeld in artikel 9, zesde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 en het stembureaulid dat die kiezer bijstand verleent, dragen een mondneusmasker. Het stembureaulid draagt daarnaast wegwerphandschoenen.

  • b. Op of voor de tafel van het stembureau en waar nodig elders in het stemlokaal wordt tussen een stembureaulid en een kiezer een kuchscherm geplaatst. Indien het plaatsen van een kuchscherm niet mogelijk is, draagt een stembureaulid een mondneusmasker.

  • c. De leden van het stembureau die in verband met de uitoefening van hun taken stembescheiden controleren of innemen, dragen wegwerphandschoenen.

  • d. De persoon of personen die schoonmaakwerkzaamheden verrichten in het stemlokaal, dragen wegwerphandschoenen.

Paragraaf 3. Nadere regels over waarnemers

Artikel 6 (Indeling waarnemers)

  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen aan elke waarnemer een of meer stembureaus toe om getuige te zijn van het verloop van de stemming of een deel daarvan.

  • 2. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat gedurende de zitting van het stembureau steeds ten minste één waarnemer aanwezig is.

  • 3. De ontstentenis van een waarnemer heeft geen gevolgen voor de geldigheid van de zitting van het stembureau.

Artikel 7 (Bewijs van benoeming)

Burgemeester en wethouders verstrekken de waarnemer een bewijs van diens benoeming. Tijdens de uitoefening van zijn functie draagt de waarnemer dit bewijs voor een ieder zichtbaar op of over zijn kleding.

Artikel 8 (Gedrag waarnemer)

Tijdens de uitoefening van zijn functie neemt de waarnemer strikte neutraliteit in acht en geeft geen blijk van zijn politieke gezindheid.

Artikel 9 (Verslag waarnemer)

  • 1. Een waarnemer maakt een verslag op. In dit verslag maakt de waarnemer melding van de bijzonderheden en onregelmatigheden die zich gedurende zijn aanwezigheid in het stemlokaal hebben voorgedaan.

  • 2. Is een waarnemer getuige van de stemming bij meer dan een stembureau, dan maakt de waarnemer voor elk stembureau separaat verslag op.

Paragraaf 4. Nadere regels over de stemopneming door het stembureau

Artikel 10 (Toezicht bij vervoer stembus)

De burgemeester draagt er zorg voor dat de stembus vanaf de overdracht, bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, tot aan de overdracht, bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, onder toezicht staat van ten minste twee personen.

Artikel 11 (Toezicht op enveloppe en verzegelde pakken)

De leden van het stembureau dragen er zorg voor dat de enveloppe en pakken, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, onder toezicht staan van ten minste twee van hen.

Paragraaf 5. Wijziging Kiesregeling

Artikel 12 (Model N 10-1)

Het Model N 10-1 in Bijlage 1 bij artikel 1 van de Kiesregeling wordt vervangen door het model dat in de bijlage bij artikel 12 bij deze regeling is opgenomen.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 13 (Inwerkingtreding en verval)

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de artikelen 9, 13 en 23 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 in werking treden en vervalt uiterlijk op het tijdstip waarop die wet vervalt.

Artikel 14 (Citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

BIJLAGEN behorende bij artikel 2

BIJLAGE behorende bij artikel 12

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 maakt het mogelijk verkiezingen te houden op basis van de Kieswet en daarbij de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om verspreiding te voorkomen van het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2), dat de ziekte covid-19 kan veroorzaken. Op een aantal onderdelen maakt de Tijdelijke wet nadere regelgeving nodig bij ministeriële regeling. Daartoe strekt deze tijdelijke regeling, die overigens primair is gericht de herindelingsverkiezingen van 18 november 2020. Voor de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021 zal de regeling worden uitgebreid met nadere regels ter uitwerking van onderdelen van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 die na de herindelingsverkiezingen van 18 november 2020 in werking zullen treden.

2. Inhoud van de regeling

Allereerst wordt door middel van deze regeling een aantal modellen vastgesteld. Het gaat om:

  • Model A. Het model betreffende informatie over de gezondheidscheck die de kiezer voorafgaand aan de dag van de stemming ontvangt;

  • Model B. Het model betreffende informatie bij de ingang van het stemlokaal;

  • Model C. Het model betreffende de gezondheidscheck voor stembureauleden en waarnemers;

  • Model D. Het model voor het verslag van een waarnemer; en

  • Model N-10. Het model voor het proces-verbaal.

De modellen A, B en C zijn gebaseerd op adviezen van het RIVM en in de bijgevoegde vorm aangepast aan de laatste ontwikkelingen met betrekking de gezondheidscheck tot en met oktober 2020.1 Deze modellen zullen bij de Tweede Kamerverkiezing in maart 2021 zo nodig opnieuw worden geactualiseerd.

Verder worden in deze regeling de veilige afstand en de hygiënemaatregelen bepaald die de in het stemlokaal aanwezige personen (kiezers en/of stembureauleden) ingevolge artikel 9, vierde lid, van de Tijdelijke wet in acht moeten nemen, en wordt bepaald in welke gevallen personen die in het stemlokaal aanwezig zijn persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruiken. Deze maatregelen zijn gebaseerd op het advies van het RIVM. Ook worden op grond van artikel 13, zevende lid, van de Tijdelijke wet nadere regels gesteld over de waarnemers die het college van burgemeester en wethouders aanwijzen voor de stembureaus met een beperkte toegang. Ten slotte worden op grond van artikel 23 van de Tijdelijke wet nadere regels gesteld over de overdracht en het vervoer van de stembescheiden van een stembureau dat, op grond van artikel 6 van de Tijdelijke wet, de stemopneming op een andere locatie verricht dan die waar de stemming is gehouden.

Voor de achtergronden van de nadere regeling van bovengenoemde onderwerpen, wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 3).

3. Verhouding tot andere regelgeving

De Kiesregeling bevat regels ter uitvoering van de Kieswet en het Kiesbesluit. Met het oog op het voorkomen van besmettingen en verspreiding van het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2) zijn er in het wetsvoorstel houdende tijdelijke regels omtrent verkiezingen in verband met covid-19 (Tijdelijke wet verkiezingen covid-19) in aanvulling op en in afwijking van de Kieswet tijdelijke regels opgenomen om de volksgezondheid bij de organisatie en de uitvoering van verkiezingen te beschermen en een goed verloop van het verkiezingsproces te waarborgen. Deze regeling dient ter uitwerking van de regels in de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Zolang deze tijdelijke wet niet is vervallen, zijn op verkiezingen de Kieswet, het Kiesbesluit en de Kiesregeling van toepassing, voor zover daarvan niet wordt afgeweken in respectievelijk de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, het Tijdelijk besluit verkiezingen covid-19 en de Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19.

4. Administratieve lasten

Uit deze regeling vloeien geen administratieve lasten voort. Voor zover de daarin voorgestelde maatregelen een verhoging van de administratieve lasten met zich meebrengen, vloeien deze volledig voort uit de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

5. Inwerkingtreding

De voorgestelde maatregelen en modellen zullen voor het eerst worden ingezet en gebruikt bij de herindelingsverkiezingen op 18 november 2020 en de Tweede Kamerverkiezing op 17 maart 2021. Opdat de modellen tijdig daaraan voorafgaand beschikbaar zijn, treedt deze regeling in afwijking van het systeem van de vaste verandermomenten in werking op het tijdstip waarop de artikelen 9, 13 en 23 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 in werking treden en vervalt de regeling uiterlijk op het tijdstip waarop die wet vervalt.

6. Consultatie en advies

Een ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de Kiesraad, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging Voor Burgerzaken (NVVB). De adviezen zijn zorgvuldig gewogen en hebben op een aantal onderdelen geleid tot aanpassing van deze regeling en/of de toelichting. Op een groot aantal adviezen van deze instanties wordt hieronder gereageerd, in het artikelsgewijze deel van de toelichting. In deze paragraaf reageer ik op de adviezen waarop niet in de artikelsgewijze toelichting wordt gereageerd.

De VNG en de NVVB herhalen hun advies om het aan gemeenten zelf over te laten om al dan geen waarnemers te benoemen voor stembureaus met een beperkte toegang. Ook in hun reactie op het voorstel voor de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 hebben de VNG en de NVVB aldus geadviseerd. Het advies is niet overgenomen. De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 verplicht tot het aanwijzen van een of meer waarnemers bij een stembureau met een beperkte toegang. Voor een toelichting, inclusief een reactie op het advies van de VNG en de NVVB, zij verwezen naar de memorie van toelichting bij deze wet.

Zowel de VNG en de NVVB als de Kiesraad hebben diverse aanbevelingen gedaan tot aanpassing van de modellen A, B en C. Deze aanbevelingen betreffen aanpassingen van technische aard die om praktische redenen niet integraal zijn overgenomen. Aangezien de gemeenten waar op 18 november 2020 een herindelingsverkiezing wordt gehouden, tijdig moeten beschikken over de genoemde modellen (onder meer omdat een van de modellen moet worden gedrukt om tijdig naar alle kiezers te kunnen verzenden), zijn de specificaties voor de modellen al ter beschikking gesteld aan deze gemeenten. Wel zal ik de modellen opnieuw vaststellen ten behoeve van de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021, en daarbij, waar wenselijk, rekening houden met de adviezen van de VNG, de NVVB en de Kiesraad.

Model D (verslag waarnemer) en model N 10-1 (proces-verbaal) zijn op enkele onderdelen aangepast naar aanleiding van de adviezen. Zo zijn in model D in de toelichtende tekst onder rubriek 2 de laatste twee zinnen geschrapt, en is in dezelfde rubriek een verwijzing verbeterd. In model N 10-1 is de nieuwe rubriek 1 (een rubriek met nadere informatie over welk soort stembureau het betreft) verduidelijkt.

Artikelsgewijs

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 (Begripsbepalingen)

In dit artikel zijn begrippen opgenomen die relevant zijn voor de toepassing van de artikelen 4 en 5 tot en met 9 over de maatregelen met betrekking tot de hygiëne en de persoonlijke beschermingsmiddelen en de nadere regels over waarnemers. Naast de beschrijving van de inhoud van de begrippen ‘kuchscherm’ en ‘mondneusmasker’ wordt ter duiding van het begrip ‘waarnemer’ verwezen naar artikel 13, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 op grond waarvan een persoon als waarnemer getuige mag zijn van het verloop van een zitting bij stembureaus met een beperkte toegang.

Naast de genoemde begrippen zijn op deze regeling tevens de begripsbepalingen op grond van artikel 1 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 van toepassing. Dat artikel bevat een definitie van de begrippen ‘coronavirus’, ‘gezondheidscheck’, ‘hygiënemaatregelen’ en ‘persoonlijke beschermingsmiddelen’ die ook relevant zijn voor de toepassing van deze regeling.

Artikel 2 (Modellen voor Tijdelijke wet verkiezingen covid-19)

Deze bepaling is het equivalent van artikel 1 van de Kiesregeling. In het eerste lid is geregeld dat de modellen die als bijlage bij artikel 2 van deze regeling worden vastgesteld, de modellen zijn die op grond van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 worden vastgesteld. Omdat enkele bepalingen uit de wet op een later moment in werking zullen treden, waaronder de bepalingen die zien op de uitbreiding van het maximumaantal volmachten die een kiezer per verkiezing als gemachtigde mag aannemen en op het langs elektronische weg aanvragen en verkrijgen van een volmachtbewijs, is ervoor gekozen de bij die bepalingen behorende modellen op een later moment vast te stellen. In deze regeling worden vastgesteld:

  • Model A. Het model betreffende informatie over de gezondheidscheck die de kiezer voorafgaand aan de dag van de stemming ontvangt. O.g.v. artikel 9, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

  • Model B. Het model betreffende informatie bij de ingang van het stemlokaal. O.g.v. artikel 9, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

  • Model C. Het model betreffende de gezondheidscheck voor stembureauleden en waarnemers. O.g.v. artikel 9, derde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

  • Model D. Het model voor het verslag van een waarnemer. O.g.v. artikel 13, vijfde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

In het tweede lid is geregeld dat de tekst van de modellen redactioneel mag worden aangepast met het oog op digitale toepassing. Deze mogelijkheid wordt geboden, omdat bij digitale toepassing het handhaven van de volledige tekst overbodig, verwarrend en gebruiksonvriendelijk kan zijn. Daarnaast is het, evenals in artikel 1, tweede lid, van de Kiesregeling, mogelijk gemaakt de tekst van de modellen aan te passen voor een specifieke doelgroep. Voor een nadere uitleg en voorbeelden daarover wordt op deze plaats verwezen naar Staatscourant 2013, 31450, p. 123.

Paragraaf 2. Regels over de inrichting van het stemlokaal

Artikel 3 (Veilige afstand)

In deze bepaling wordt de veilige afstand, zoals voorgeschreven in artikel 9, vierde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 nader ingekleurd. Deze bedraagt anderhalve meter, oftewel 150 centimeter.

Artikel 4 (Maatregelen m.b.t. de hygiëne)

Dit artikel bepaalt welke hygiënemaatregelen in het stemlokaal gelden en die gebaseerd zijn op het advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) van 31 juli 2020 over ‘verkiezingen met inachtneming van covid-19’.2

Ten eerste dienen personen bij het betreden en het verlaten van het stemlokaal hun handen te reinigen (onderdeel a). Een uitzondering hierop geldt voor personen die daar naar het oordeel van het stembureau, om bijvoorbeeld medische redenen, niet aan kunnen voldoen. Als alternatief kunnen die personen dan worden gevraagd om wegwerphandschoenen te dragen. De VNG heeft gevraagd de bepaling te schrappen dat kiezers ook bij het verlaten van het stemlokaal hun handen moeten reinigen. Dit advies is niet overgenomen omdat de bepaling is gebaseerd op het advies van het RIVM en ik zie geen reden daarvan af te wijken. Wel geldt dat stembureauleden hier niet actief op zullen controleren.

In lijn met het advies van het RIVM dienen stemhokjes minimaal elk half uur te worden gereinigd (onderdeel b). In gemeenten waar voor blinde en slechtziende kiezers een mal met audio-ondersteuning wordt gebruikt, geldt dat deze hulpmiddelen na elk gebruik schoongemaakt moeten worden (onderdeel b). In artikel 4 van het Tijdelijk besluit verkiezingen covid-19 is geregeld dat een kiezer van een lid van het stembureau rood schrijfgerei krijgt om het stembiljet mee in te vullen. Het stembureau overhandigt de kiezer altijd een schoongemaakt potlood (onderdeel c). De gemeente kan er voor opteren om elke kiezer een eigen potlood te geven dat na gebruik door de betreffende kiezer niet meer door een andere kiezer wordt gebruikt en dan dus ook niet meer hoeft te worden schoongemaakt.

Tot slot is op advies van het RIVM voorgeschreven dat bij de wisseling van stembureauleden gedurende de stemming, de tafel van het stembureau, de leuningen van de stoelen, het kuchscherm en andere handcontactpunten schoongemaakt moeten worden (onderdeel d).

Artikel 5 (Maatregelen m.b.t. persoonlijke beschermingsmiddelen)

Dit artikel bepaalt welke maatregelen in het stemlokaal gelden met betrekking tot het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, die gebaseerd zijn op het voorgenoemde advies van het RIVM.

Allereerst regelt onderdeel a dat voor een stembureaulid dat door een kiezer met een fysieke beperking wordt gevraagd om hulp te bieden bij het stemmen, aanvullende beschermingsmaatregelen gelden. Zowel het stembureaulid dat de hulp verleent als de kiezer die hulp krijgt dienen een mondneusmasker te dragen. Hiervoor stelt het stembureau een mondneusmasker ter beschikking aan de kiezer. Daarnaast moet het stembureaulid wegwerphandschoenen dragen.

Daarnaast heeft het RIVM geadviseerd om een kuchscherm op of voor de tafel van het stembureau te bevestigen. Deze schermen, die waar nodig ook elders in het stemlokaal geplaatst kunnen worden (onderdeel b), zullen een preventief effect hebben voor druppelinfectie, mits de schermen goed zijn opgesteld en bezoekers niet boven het scherm uitkomen. Het is mogelijk dat het plaatsen van kuchschermen niet altijd mogelijk is, bijvoorbeeld bij de ingang van het stemlokaal. In dat geval moet het betreffende stembureaulid een mondneusmasker dragen. Immers niet uit te sluiten is dat een kiezer op enig moment de 1,5 meter afstand niet houdt. In geval het dragen van een mondneusmasker gedurende de hele verkiezingsdag tot problemen of bezwaren leidt kan volstaan worden met een gelaatsscherm. Deze uitzondering geldt niet bij het verlenen van hulp bij het stemmen (zie artikel 5, aanhef en onderdeel a).

Onderdeel c schrijft voor dat de leden van het stembureau die in verband met de uitoefening van hun taken stembescheiden controleren of innemen, wegwerphandschoenen dragen. Het advies van de VNG om deze bepaling te schrappen, is niet overgenomen. De bepaling is gebaseerd op een advies van het RIVM en ik zie geen reden daarvan af te wijken.

Tot slot regelt onderdeel d dat de persoon of personen die schoonmaakwerkzaamheden verrichten in het stemlokaal wegwerphandschoenen dragen.

Paragraaf 3. Nadere regels over waarnemers

Artikel 6 (Indeling waarnemers)

Bij stembureaus waarvan de toegang is beperkt tot kiezers die wonen of verblijven op de locatie waar het stembureau zitting houdt, moet altijd een waarnemer aanwezig zijn. In het eerste lid is geregeld dat burgemeester en wethouders bepalen van welk stembureau een waarnemer de zitting bijwoont. Op die manier kunnen waarnemers worden verspreid over de stembureaus. Zoals de VNG en de NVVB in hun advies hebben opgemerkt, is het niet nodig dat een waarnemer de gehele zitting bijwoont, mits gegarandeerd is dat er een andere waarnemer aanwezig is. De regeling biedt burgemeester en wethouders dus ook ruimte om te bepalen dat waarnemers elkaar halverwege de zitting afwisselen. Wel moet er bij het maken van een planning rekening mee worden houden dat er gedurende de zitting van het stembureau steeds minimaal één waarnemer aanwezig moet zijn. Dit roept uiteraard ook de vraag op of er van rechtswege een rechtsgevolg optreedt als bij de zitting van een stembureau geen waarnemer aanwezig is, terwijl dit wel had gemoeten. Dit is niet het geval. De afwezigheid van een waarnemer heeft van rechtswege geen effect op de geldigheid van de stemming.

Artikel 7 (Bewijs van benoeming)

Op grond van artikel 13, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 worden personen die als waarnemer getuige zijn van de stemming in een stembureau, net als stembureauleden, door burgemeester en wethouders benoemd. In aanvulling op het benoemingsbesluit ontvangen officiële waarnemers ook een bewijs van hun benoeming van burgemeester en wethouders dat zij op of over hun kleding kunnen dragen. Dit kan bijvoorbeeld een badge zijn, een keycord of een hesje. Tijdens de uitoefening van hun functie dragen de verkiezingswaarnemers dit bewijs voor iedereen zichtbaar op of over hun kleding, zodat zij voor stembureauleden en kiezers goed herkenbaar zijn. Voor buitenlandse verkiezingswaarnemers kent artikel J 40 van het Kiesbesluit een vergelijkbaar voorschrift.

De VNG en de NVVB adviseren om een model op te stellen voor het bewijs van benoeming. Dit advies neem ik in zoverre over, dat ik geen model vaststel in deze ministeriële regeling (ook al omdat de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 daarvoor geen grondslag biedt), maar dat ik in aanloop naar de verkiezingen wel een model ter beschikking zal stellen aan de gemeenten.

Artikel 8 (Gedrag waarnemer)

Deze bepaling ziet op het gedrag van een verkiezingswaarnemer als bedoeld in artikel 13 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Net als buitenlandse verkiezingswaarnemers moeten ook personen die op grond van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 tot waarnemer zijn benoemd bij de uitoefening van hun functie strikte neutraliteit in acht nemen. Ook mogen zij geen blijk geven van hun politieke gezindheid. Anders dan buitenlandse verkiezingswaarnemers mogen zij echter wel een bezwaar inbrengen als zij van mening zijn dat het stembureau de regels niet goed naleeft. De grondslag daarvoor is opgenomen in artikel 13, vierde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Doet een dergelijke situatie zich voor, dan zal het stembureau melding maken van het bezwaar van de waarnemer in zijn proces-verbaal en zal de waarnemer van het voorval gewag doen in zijn verslag.

Artikel 9 (Verslag waarnemer)

Een waarnemer brengt verslag uit van zijn waarnemingen in het stemlokaal. In dit verslag noteert de waarnemer de bijzonderheden en onregelmatigheden die zich gedurende zijn aanwezigheid in het stemlokaal hebben voorgedaan. Een waarnemer hoeft in zijn verslag geen melding te maken van eventuele door kiezers ingebrachte mondelinge bezwaren. Daarover dient het stembureau immers zelf al een verklaring op te nemen in zijn proces-verbaal. Kiest de waarnemer ervoor om zelf mondeling een bezwaar te berde te brengen bij het stembureau, dan ligt het voor de hand dat de waarnemer hier wél gewag van maakt in zijn eigen verslag. In het tweede lid is verduidelijkt dat het verslag van een waarnemer telkens slechts betrekking kan hebben op één stembureau. Is een waarnemer bij meerdere stembureaus getuige van de stemming, dan brengt hij evenzoveel verslagen uit.

De VNG en de NVVB adviseren om de waarnemer alleen ‘incidenten’ te laten noteren, in plaats van ‘bijzonderheden en onregelmatigheden’. Dit advies is niet overgenomen. De waarnemer kan alle bijzonderheden die hem of haar zijn opgevallen noteren in het verslag, en hoeft zich daarbij niet te beperken tot incidenten.

Paragraaf 4. Nadere regels over de stemopneming door het stembureau

Artikel 10 (Toezicht bij vervoer stembus)

Gedurende het vervoer vanuit het stemlokaal naar de locatie waar de stemopneming wordt gecontinueerd, wordt er steeds door minimaal twee personen op de stembus toegezien. Het toezicht houdt aan tot het moment waarop het stembureau op de locatie van de stemopneming zijn werkzaamheden hervat.

De VNG en de NVVB vragen om in de toelichting nader in te gaan op de vraag wat het toezicht door twee personen moet inhouden als op meerdere locaties stembussen worden opgehaald. Voorkomen moet worden dat een of meer stembussen onbeheerd achterblijven. Als de ophaaldienst stembussen ophaalt bij verschillende locaties, kan een persoon de al ingeladen stembus(sen) in de gaten houden, terwijl de ander de nieuwe stembus ophaalt.

Artikel 11 (Toezicht op enveloppe en verzegelde pakken)

Op grond van artikel 21, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 doet het stembureau de sleutel van de stembus en het deels ingevulde proces-verbaal in een enveloppe. De enveloppe wordt verzegeld. In deze bepaling is voorgeschreven dat minimaal twee leden van het stembureau toezicht houden op de enveloppe gedurende het vervoer.

Paragraaf 5. Wijziging Kiesregeling

Artikel 12 (Model N 10-1)

In Model N 10-1 van de Kiesregeling is het model vastgesteld voor het proces-verbaal van een stembureau. Als voor een stembureau een stemlokaal is aangewezen dat te klein is om daarin ook, met inachtneming van de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het nieuwe coronavirus, de stemmen op te nemen, dan wordt voor de stemopneming een afwijkende procedure gevolgd. Deze is neergelegd in paragraaf 11 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Met het oog hierop is Model N 10-1 aangepast.

Op het nieuwe model N 10-1 zijn een paar nieuwe rubrieken ingevoegd. In rubriek 1 (Soort stembureau) geeft het stembureau aan of het de stemopneming op een andere locatie voltooit dan waar de stemming heeft plaatsgevonden. Is hiervan sprake, dan stelt het stembureau op de locatie waar de stemming heeft plaatsgevonden uitsluitend vast hoeveel kiezers er tot de stemming zijn toegelaten. Daarna ondertekenen de aanwezige leden van het stembureau de verklaring van authenticiteit (rubriek 9 en 10) en vervoegen zich naar de locatie waar de stemopneming zal worden voortgezet. Daar worden de overige van het proces-verbaal deel uitmakende rubrieken ingevuld.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven