TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 maakt het mogelijk verkiezingen te houden
op basis van de Kieswet en daarbij de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om
verspreiding te voorkomen van het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2), dat de ziekte covid-19
kan veroorzaken. Op een aantal onderdelen maakt de Tijdelijke wet nadere regelgeving
nodig bij ministeriële regeling. Daartoe strekt deze tijdelijke regeling, die overigens
primair is gericht de herindelingsverkiezingen van 18 november 2020. Voor de Tweede
Kamerverkiezing van 17 maart 2021 zal de regeling worden uitgebreid met nadere regels
ter uitwerking van onderdelen van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 die na de
herindelingsverkiezingen van 18 november 2020 in werking zullen treden.
2. Inhoud van de regeling
Allereerst wordt door middel van deze regeling een aantal modellen vastgesteld. Het
gaat om:
-
– Model A. Het model betreffende informatie over de gezondheidscheck die de kiezer voorafgaand
aan de dag van de stemming ontvangt;
-
– Model B. Het model betreffende informatie bij de ingang van het stemlokaal;
-
– Model C. Het model betreffende de gezondheidscheck voor stembureauleden en waarnemers;
-
– Model D. Het model voor het verslag van een waarnemer; en
-
– Model N-10. Het model voor het proces-verbaal.
De modellen A, B en C zijn gebaseerd op adviezen van het RIVM en in de bijgevoegde
vorm aangepast aan de laatste ontwikkelingen met betrekking de gezondheidscheck tot
en met oktober 2020.1 Deze modellen zullen bij de Tweede Kamerverkiezing in maart 2021 zo nodig opnieuw
worden geactualiseerd.
Verder worden in deze regeling de veilige afstand en de hygiënemaatregelen bepaald
die de in het stemlokaal aanwezige personen (kiezers en/of stembureauleden) ingevolge
artikel 9, vierde lid, van de Tijdelijke wet in acht moeten nemen, en wordt bepaald
in welke gevallen personen die in het stemlokaal aanwezig zijn persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten gebruiken. Deze maatregelen zijn gebaseerd op het advies van het RIVM. Ook
worden op grond van artikel 13, zevende lid, van de Tijdelijke wet nadere regels gesteld
over de waarnemers die het college van burgemeester en wethouders aanwijzen voor de
stembureaus met een beperkte toegang. Ten slotte worden op grond van artikel 23 van
de Tijdelijke wet nadere regels gesteld over de overdracht en het vervoer van de stembescheiden
van een stembureau dat, op grond van artikel 6 van de Tijdelijke wet, de stemopneming
op een andere locatie verricht dan die waar de stemming is gehouden.
Voor de achtergronden van de nadere regeling van bovengenoemde onderwerpen, wordt
verwezen naar de memorie van toelichting bij de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19
(Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 3).
3. Verhouding tot andere regelgeving
De Kiesregeling bevat regels ter uitvoering van de Kieswet en het Kiesbesluit. Met
het oog op het voorkomen van besmettingen en verspreiding van het nieuwe coronavirus
(SARS-CoV-2) zijn er in het wetsvoorstel houdende tijdelijke regels omtrent verkiezingen
in verband met covid-19 (Tijdelijke wet verkiezingen covid-19) in aanvulling op en
in afwijking van de Kieswet tijdelijke regels opgenomen om de volksgezondheid bij
de organisatie en de uitvoering van verkiezingen te beschermen en een goed verloop
van het verkiezingsproces te waarborgen. Deze regeling dient ter uitwerking van de
regels in de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Zolang deze tijdelijke wet niet
is vervallen, zijn op verkiezingen de Kieswet, het Kiesbesluit en de Kiesregeling
van toepassing, voor zover daarvan niet wordt afgeweken in respectievelijk de Tijdelijke
wet verkiezingen covid-19, het Tijdelijk besluit verkiezingen covid-19 en de Tijdelijke
regeling verkiezingen covid-19.
4. Administratieve lasten
Uit deze regeling vloeien geen administratieve lasten voort. Voor zover de daarin
voorgestelde maatregelen een verhoging van de administratieve lasten met zich meebrengen,
vloeien deze volledig voort uit de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.
5. Inwerkingtreding
De voorgestelde maatregelen en modellen zullen voor het eerst worden ingezet en gebruikt
bij de herindelingsverkiezingen op 18 november 2020 en de Tweede Kamerverkiezing op
17 maart 2021. Opdat de modellen tijdig daaraan voorafgaand beschikbaar zijn, treedt
deze regeling in afwijking van het systeem van de vaste verandermomenten in werking
op het tijdstip waarop de artikelen 9, 13 en 23 van de Tijdelijke wet verkiezingen
covid-19 in werking treden en vervalt de regeling uiterlijk op het tijdstip waarop
die wet vervalt.
6. Consultatie en advies
Een ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de Kiesraad, de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging Voor Burgerzaken (NVVB). De adviezen
zijn zorgvuldig gewogen en hebben op een aantal onderdelen geleid tot aanpassing van
deze regeling en/of de toelichting. Op een groot aantal adviezen van deze instanties
wordt hieronder gereageerd, in het artikelsgewijze deel van de toelichting. In deze
paragraaf reageer ik op de adviezen waarop niet in de artikelsgewijze toelichting
wordt gereageerd.
De VNG en de NVVB herhalen hun advies om het aan gemeenten zelf over te laten om al
dan geen waarnemers te benoemen voor stembureaus met een beperkte toegang. Ook in
hun reactie op het voorstel voor de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 hebben de
VNG en de NVVB aldus geadviseerd. Het advies is niet overgenomen. De Tijdelijke wet
verkiezingen covid-19 verplicht tot het aanwijzen van een of meer waarnemers bij een
stembureau met een beperkte toegang. Voor een toelichting, inclusief een reactie op
het advies van de VNG en de NVVB, zij verwezen naar de memorie van toelichting bij
deze wet.
Zowel de VNG en de NVVB als de Kiesraad hebben diverse aanbevelingen gedaan tot aanpassing
van de modellen A, B en C. Deze aanbevelingen betreffen aanpassingen van technische
aard die om praktische redenen niet integraal zijn overgenomen. Aangezien de gemeenten
waar op 18 november 2020 een herindelingsverkiezing wordt gehouden, tijdig moeten
beschikken over de genoemde modellen (onder meer omdat een van de modellen moet worden
gedrukt om tijdig naar alle kiezers te kunnen verzenden), zijn de specificaties voor
de modellen al ter beschikking gesteld aan deze gemeenten. Wel zal ik de modellen
opnieuw vaststellen ten behoeve van de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021, en
daarbij, waar wenselijk, rekening houden met de adviezen van de VNG, de NVVB en de
Kiesraad.
Model D (verslag waarnemer) en model N 10-1 (proces-verbaal) zijn op enkele onderdelen
aangepast naar aanleiding van de adviezen. Zo zijn in model D in de toelichtende tekst
onder rubriek 2 de laatste twee zinnen geschrapt, en is in dezelfde rubriek een verwijzing
verbeterd. In model N 10-1 is de nieuwe rubriek 1 (een rubriek met nadere informatie
over welk soort stembureau het betreft) verduidelijkt.
Artikelsgewijs
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 (Begripsbepalingen)
In dit artikel zijn begrippen opgenomen die relevant zijn voor de toepassing van de
artikelen 4 en 5 tot en met 9 over de maatregelen met betrekking tot de hygiëne en
de persoonlijke beschermingsmiddelen en de nadere regels over waarnemers. Naast de
beschrijving van de inhoud van de begrippen ‘kuchscherm’ en ‘mondneusmasker’ wordt
ter duiding van het begrip ‘waarnemer’ verwezen naar artikel 13, eerste lid, van de
Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 op grond waarvan een persoon als waarnemer getuige
mag zijn van het verloop van een zitting bij stembureaus met een beperkte toegang.
Naast de genoemde begrippen zijn op deze regeling tevens de begripsbepalingen op grond
van artikel 1 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 van toepassing. Dat artikel
bevat een definitie van de begrippen ‘coronavirus’, ‘gezondheidscheck’, ‘hygiënemaatregelen’
en ‘persoonlijke beschermingsmiddelen’ die ook relevant zijn voor de toepassing van
deze regeling.
Artikel 2 (Modellen voor Tijdelijke wet verkiezingen covid-19)
Deze bepaling is het equivalent van artikel 1 van de Kiesregeling. In het eerste lid
is geregeld dat de modellen die als bijlage bij artikel 2 van deze regeling worden
vastgesteld, de modellen zijn die op grond van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19
worden vastgesteld. Omdat enkele bepalingen uit de wet op een later moment in werking
zullen treden, waaronder de bepalingen die zien op de uitbreiding van het maximumaantal
volmachten die een kiezer per verkiezing als gemachtigde mag aannemen en op het langs
elektronische weg aanvragen en verkrijgen van een volmachtbewijs, is ervoor gekozen
de bij die bepalingen behorende modellen op een later moment vast te stellen. In deze
regeling worden vastgesteld:
-
– Model A. Het model betreffende informatie over de gezondheidscheck die de kiezer voorafgaand
aan de dag van de stemming ontvangt. O.g.v. artikel 9, eerste lid, van de Tijdelijke
wet verkiezingen covid-19.
-
– Model B. Het model betreffende informatie bij de ingang van het stemlokaal. O.g.v.
artikel 9, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.
-
– Model C. Het model betreffende de gezondheidscheck voor stembureauleden en waarnemers.
O.g.v. artikel 9, derde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.
-
– Model D. Het model voor het verslag van een waarnemer. O.g.v. artikel 13, vijfde lid,
van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.
In het tweede lid is geregeld dat de tekst van de modellen redactioneel mag worden
aangepast met het oog op digitale toepassing. Deze mogelijkheid wordt geboden, omdat
bij digitale toepassing het handhaven van de volledige tekst overbodig, verwarrend
en gebruiksonvriendelijk kan zijn. Daarnaast is het, evenals in artikel 1, tweede
lid, van de Kiesregeling, mogelijk gemaakt de tekst van de modellen aan te passen
voor een specifieke doelgroep. Voor een nadere uitleg en voorbeelden daarover wordt
op deze plaats verwezen naar Staatscourant 2013, 31450, p. 123.
Paragraaf 2. Regels over de inrichting van het stemlokaal
Artikel 3 (Veilige afstand)
In deze bepaling wordt de veilige afstand, zoals voorgeschreven in artikel 9, vierde
lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 nader ingekleurd. Deze bedraagt anderhalve
meter, oftewel 150 centimeter.
Artikel 4 (Maatregelen m.b.t. de hygiëne)
Dit artikel bepaalt welke hygiënemaatregelen in het stemlokaal gelden en die gebaseerd
zijn op het advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) van
31 juli 2020 over ‘verkiezingen met inachtneming van covid-19’.2
Ten eerste dienen personen bij het betreden en het verlaten van het stemlokaal hun
handen te reinigen (onderdeel a). Een uitzondering hierop geldt voor personen die
daar naar het oordeel van het stembureau, om bijvoorbeeld medische redenen, niet aan
kunnen voldoen. Als alternatief kunnen die personen dan worden gevraagd om wegwerphandschoenen
te dragen. De VNG heeft gevraagd de bepaling te schrappen dat kiezers ook bij het
verlaten van het stemlokaal hun handen moeten reinigen. Dit advies is niet overgenomen
omdat de bepaling is gebaseerd op het advies van het RIVM en ik zie geen reden daarvan
af te wijken. Wel geldt dat stembureauleden hier niet actief op zullen controleren.
In lijn met het advies van het RIVM dienen stemhokjes minimaal elk half uur te worden
gereinigd (onderdeel b). In gemeenten waar voor blinde en slechtziende kiezers een
mal met audio-ondersteuning wordt gebruikt, geldt dat deze hulpmiddelen na elk gebruik
schoongemaakt moeten worden (onderdeel b). In artikel 4 van het Tijdelijk besluit
verkiezingen covid-19 is geregeld dat een kiezer van een lid van het stembureau rood
schrijfgerei krijgt om het stembiljet mee in te vullen. Het stembureau overhandigt
de kiezer altijd een schoongemaakt potlood (onderdeel c). De gemeente kan er voor
opteren om elke kiezer een eigen potlood te geven dat na gebruik door de betreffende
kiezer niet meer door een andere kiezer wordt gebruikt en dan dus ook niet meer hoeft
te worden schoongemaakt.
Tot slot is op advies van het RIVM voorgeschreven dat bij de wisseling van stembureauleden
gedurende de stemming, de tafel van het stembureau, de leuningen van de stoelen, het
kuchscherm en andere handcontactpunten schoongemaakt moeten worden (onderdeel d).
Artikel 5 (Maatregelen m.b.t. persoonlijke beschermingsmiddelen)
Dit artikel bepaalt welke maatregelen in het stemlokaal gelden met betrekking tot
het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, die gebaseerd zijn op het voorgenoemde
advies van het RIVM.
Allereerst regelt onderdeel a dat voor een stembureaulid dat door een kiezer met een
fysieke beperking wordt gevraagd om hulp te bieden bij het stemmen, aanvullende beschermingsmaatregelen
gelden. Zowel het stembureaulid dat de hulp verleent als de kiezer die hulp krijgt
dienen een mondneusmasker te dragen. Hiervoor stelt het stembureau een mondneusmasker
ter beschikking aan de kiezer. Daarnaast moet het stembureaulid wegwerphandschoenen
dragen.
Daarnaast heeft het RIVM geadviseerd om een kuchscherm op of voor de tafel van het
stembureau te bevestigen. Deze schermen, die waar nodig ook elders in het stemlokaal
geplaatst kunnen worden (onderdeel b), zullen een preventief effect hebben voor druppelinfectie,
mits de schermen goed zijn opgesteld en bezoekers niet boven het scherm uitkomen.
Het is mogelijk dat het plaatsen van kuchschermen niet altijd mogelijk is, bijvoorbeeld
bij de ingang van het stemlokaal. In dat geval moet het betreffende stembureaulid
een mondneusmasker dragen. Immers niet uit te sluiten is dat een kiezer op enig moment
de 1,5 meter afstand niet houdt. In geval het dragen van een mondneusmasker gedurende
de hele verkiezingsdag tot problemen of bezwaren leidt kan volstaan worden met een
gelaatsscherm. Deze uitzondering geldt niet bij het verlenen van hulp bij het stemmen
(zie artikel 5, aanhef en onderdeel a).
Onderdeel c schrijft voor dat de leden van het stembureau die in verband met de uitoefening
van hun taken stembescheiden controleren of innemen, wegwerphandschoenen dragen. Het
advies van de VNG om deze bepaling te schrappen, is niet overgenomen. De bepaling
is gebaseerd op een advies van het RIVM en ik zie geen reden daarvan af te wijken.
Tot slot regelt onderdeel d dat de persoon of personen die schoonmaakwerkzaamheden
verrichten in het stemlokaal wegwerphandschoenen dragen.
Paragraaf 3. Nadere regels over waarnemers
Artikel 6 (Indeling waarnemers)
Bij stembureaus waarvan de toegang is beperkt tot kiezers die wonen of verblijven
op de locatie waar het stembureau zitting houdt, moet altijd een waarnemer aanwezig
zijn. In het eerste lid is geregeld dat burgemeester en wethouders bepalen van welk
stembureau een waarnemer de zitting bijwoont. Op die manier kunnen waarnemers worden
verspreid over de stembureaus. Zoals de VNG en de NVVB in hun advies hebben opgemerkt,
is het niet nodig dat een waarnemer de gehele zitting bijwoont, mits gegarandeerd
is dat er een andere waarnemer aanwezig is. De regeling biedt burgemeester en wethouders
dus ook ruimte om te bepalen dat waarnemers elkaar halverwege de zitting afwisselen.
Wel moet er bij het maken van een planning rekening mee worden houden dat er gedurende
de zitting van het stembureau steeds minimaal één waarnemer aanwezig moet zijn. Dit
roept uiteraard ook de vraag op of er van rechtswege een rechtsgevolg optreedt als
bij de zitting van een stembureau geen waarnemer aanwezig is, terwijl dit wel had
gemoeten. Dit is niet het geval. De afwezigheid van een waarnemer heeft van rechtswege
geen effect op de geldigheid van de stemming.
Artikel 7 (Bewijs van benoeming)
Op grond van artikel 13, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 worden
personen die als waarnemer getuige zijn van de stemming in een stembureau, net als
stembureauleden, door burgemeester en wethouders benoemd. In aanvulling op het benoemingsbesluit
ontvangen officiële waarnemers ook een bewijs van hun benoeming van burgemeester en
wethouders dat zij op of over hun kleding kunnen dragen. Dit kan bijvoorbeeld een
badge zijn, een keycord of een hesje. Tijdens de uitoefening van hun functie dragen
de verkiezingswaarnemers dit bewijs voor iedereen zichtbaar op of over hun kleding,
zodat zij voor stembureauleden en kiezers goed herkenbaar zijn. Voor buitenlandse
verkiezingswaarnemers kent artikel J 40 van het Kiesbesluit een vergelijkbaar voorschrift.
De VNG en de NVVB adviseren om een model op te stellen voor het bewijs van benoeming.
Dit advies neem ik in zoverre over, dat ik geen model vaststel in deze ministeriële
regeling (ook al omdat de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 daarvoor geen grondslag
biedt), maar dat ik in aanloop naar de verkiezingen wel een model ter beschikking
zal stellen aan de gemeenten.
Artikel 8 (Gedrag waarnemer)
Deze bepaling ziet op het gedrag van een verkiezingswaarnemer als bedoeld in artikel
13 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Net als buitenlandse verkiezingswaarnemers
moeten ook personen die op grond van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 tot waarnemer
zijn benoemd bij de uitoefening van hun functie strikte neutraliteit in acht nemen.
Ook mogen zij geen blijk geven van hun politieke gezindheid. Anders dan buitenlandse
verkiezingswaarnemers mogen zij echter wel een bezwaar inbrengen als zij van mening
zijn dat het stembureau de regels niet goed naleeft. De grondslag daarvoor is opgenomen
in artikel 13, vierde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Doet een dergelijke
situatie zich voor, dan zal het stembureau melding maken van het bezwaar van de waarnemer
in zijn proces-verbaal en zal de waarnemer van het voorval gewag doen in zijn verslag.
Artikel 9 (Verslag waarnemer)
Een waarnemer brengt verslag uit van zijn waarnemingen in het stemlokaal. In dit verslag
noteert de waarnemer de bijzonderheden en onregelmatigheden die zich gedurende zijn
aanwezigheid in het stemlokaal hebben voorgedaan. Een waarnemer hoeft in zijn verslag
geen melding te maken van eventuele door kiezers ingebrachte mondelinge bezwaren.
Daarover dient het stembureau immers zelf al een verklaring op te nemen in zijn proces-verbaal.
Kiest de waarnemer ervoor om zelf mondeling een bezwaar te berde te brengen bij het
stembureau, dan ligt het voor de hand dat de waarnemer hier wél gewag van maakt in
zijn eigen verslag. In het tweede lid is verduidelijkt dat het verslag van een waarnemer
telkens slechts betrekking kan hebben op één stembureau. Is een waarnemer bij meerdere
stembureaus getuige van de stemming, dan brengt hij evenzoveel verslagen uit.
De VNG en de NVVB adviseren om de waarnemer alleen ‘incidenten’ te laten noteren,
in plaats van ‘bijzonderheden en onregelmatigheden’. Dit advies is niet overgenomen.
De waarnemer kan alle bijzonderheden die hem of haar zijn opgevallen noteren in het
verslag, en hoeft zich daarbij niet te beperken tot incidenten.
Paragraaf 4. Nadere regels over de stemopneming door het stembureau
Artikel 10 (Toezicht bij vervoer stembus)
Gedurende het vervoer vanuit het stemlokaal naar de locatie waar de stemopneming wordt
gecontinueerd, wordt er steeds door minimaal twee personen op de stembus toegezien.
Het toezicht houdt aan tot het moment waarop het stembureau op de locatie van de stemopneming
zijn werkzaamheden hervat.
De VNG en de NVVB vragen om in de toelichting nader in te gaan op de vraag wat het
toezicht door twee personen moet inhouden als op meerdere locaties stembussen worden
opgehaald. Voorkomen moet worden dat een of meer stembussen onbeheerd achterblijven.
Als de ophaaldienst stembussen ophaalt bij verschillende locaties, kan een persoon
de al ingeladen stembus(sen) in de gaten houden, terwijl de ander de nieuwe stembus
ophaalt.
Artikel 11 (Toezicht op enveloppe en verzegelde pakken)
Op grond van artikel 21, eerste lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 doet
het stembureau de sleutel van de stembus en het deels ingevulde proces-verbaal in
een enveloppe. De enveloppe wordt verzegeld. In deze bepaling is voorgeschreven dat
minimaal twee leden van het stembureau toezicht houden op de enveloppe gedurende het
vervoer.
Paragraaf 5. Wijziging Kiesregeling
Artikel 12 (Model N 10-1)
In Model N 10-1 van de Kiesregeling is het model vastgesteld voor het proces-verbaal
van een stembureau. Als voor een stembureau een stemlokaal is aangewezen dat te klein
is om daarin ook, met inachtneming van de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding
van het nieuwe coronavirus, de stemmen op te nemen, dan wordt voor de stemopneming
een afwijkende procedure gevolgd. Deze is neergelegd in paragraaf 11 van de Tijdelijke
wet verkiezingen covid-19. Met het oog hierop is Model N 10-1 aangepast.
Op het nieuwe model N 10-1 zijn een paar nieuwe rubrieken ingevoegd. In rubriek 1
(Soort stembureau) geeft het stembureau aan of het de stemopneming op een andere locatie
voltooit dan waar de stemming heeft plaatsgevonden. Is hiervan sprake, dan stelt het
stembureau op de locatie waar de stemming heeft plaatsgevonden uitsluitend vast hoeveel
kiezers er tot de stemming zijn toegelaten. Daarna ondertekenen de aanwezige leden
van het stembureau de verklaring van authenticiteit (rubriek 9 en 10) en vervoegen
zich naar de locatie waar de stemopneming zal worden voortgezet. Daar worden de overige
van het proces-verbaal deel uitmakende rubrieken ingevuld.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren