De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 1.5, 1.37, vijfde lid, onderdeel a, 2.104, 5.2, zesde lid, 6.55,
vijfde lid, en 6.55a, zevende lid, van het Bouwbesluit 2012;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen deel
1. Inleiding
Met deze wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 is van een aantal in het Bouwbesluit
2012 aangestuurde NEN-normen en NEN-EN-normen een nieuwe versie van toepassing verklaard
of is een correctie van de aansturing doorgevoerd. Hiermee is zeker gesteld dat bij
de toepassing van die normen gebruik kan worden gemaakt van de laatste versie. Ook
is een enkele norm die niet meer in het Bouwbesluit 2012 wordt aangestuurd, vervallen.
Verder is artikel 2.3 over het zelfsluitend zijn van deuren vervallen omdat dit onderwerp
voortaan in artikel 6.26 van het Bouwbesluit 2012 is geregeld [Stb. 2020, 189]. Met deze regeling vindt ook een beperkte aanpassing plaats in de voorschriften
voor certificatieschema’s bij het stelsel voor certificering van werkzaamheden aan
gasverbrandingsinstallaties. Daarnaast wordt een verduidelijking aangebracht in bijlage
VII bij de Regeling bouwbesluit 2012 en wordt het ten onrechte vervallen van een zinsnede
in artikel 3.3a van de Regeling bouwbesluit 2012 hersteld.
2. Procedure en inspraak
2.1 juridisch-Technische Commissie en het Overlegplatform Bouwregelgeving
De ontwerpregeling is voorgelegd aan de Juridisch Technische Commissie (JTC) van het
Overlegplatform bouwregelgeving (OPB). In het OPB zijn op bestuurlijk niveau de organisaties
van ontwerpende, uitvoerende en toeleverende bouw alsmede belangenorganisaties van
beheerders en gebruikers van gebouwen en organisaties van toezichthouders vertegenwoordigd.
Het JTC bestaat uit vertegenwoordigers van de organisaties die deel uitmaken van het
OPB, die zich vooral bezighouden met de meer juridisch/technische vraagstukken. Dit
heeft geleid tot enige aanpassingen.
2.2 Adviescollege toetsing regeldruk
Op 11 november 2020 heeft het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) advies uitgebracht
over deze wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012. Hieronder is puntsgewijs op
de aanbevelingen van de ATR ingegaan.
-
1. Het college adviseert in de toelichting te verduidelijken welke inhoudelijke wijzigingen
optreden als gevolg van de geactualiseerde normdocumenten en daarbij nut en noodzaak
inhoudelijk te onderbouwen. Reactie: In de toelichting is per norm informatie gegeven
over de wijzigingen.
-
2. Het college adviseert aangewezen nationale normdocumenten in het Bouwbesluit 2012
die van belang zijn om een gelijkwaardige oplossing te kunnen aantonen, kosteloos
toegankelijk te maken. Reactie: zie bij aanbeveling 3.1.
-
3. Het college adviseert voor het omgevingsrecht uniforme uitgangspunten en een eenduidige
definitie te hanteren voor het ‘dwingend verwijzen’ naar externe normen en de (kosteloze)
beschikbaarheid van aangewezen normen. Reactie: Het kosteloos toegankelijk maken van
normen is nu niet aan de orde omdat in het Bouwbesluit 2012 gelijkwaardigheid mogelijk
is met gebruikmaking van de functionele eis waarin geen normen worden gebruikt. Deze
systematiek is doorgezet onder de Omgevingswet en meest recent toegelicht in de Omgevingsregeling
Stcrt. 2019, 56288 (Algemeen deel toelichting paragraaf 2.3.3) en het Invoeringsbesluit Stb. 2020, 400 (Algemeen deel toelichting onderdeel 9.3.2).
-
4. Het college adviseert de regeldrukparagraaf compleet te maken, conform de Rijksbrede
methodiek, en daarbij de aandachtspunten te verwerken. Reactie: in de lastenparagraaf
is nu alleen de te verwachte stijging van de nalevingskosten voor het bouwen gegeven.
Bij toekomstige wijzigingen van NEN-normen in de bouwregelgeving, wordt toepassing
van de Rijksbrede methodiek nader bezien.
2.3 Internetconsultatie
Het concept van de regeling is niet gepubliceerd in het kader van internetconsultatie
omdat het hier vooral om ondergeschikte technische wijzigingen in normen gaat, waarbij
de belanghebbende partijen zijn geconsulteerd in het kader van de JTC. Zie hierboven
ook onderdeel 2.1.
2.4 Code interbestuurlijke verhoudingen
De ontwerpregeling is voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
in het kader van de formele adviesbevoegdheid als bedoeld in de Code interbestuurlijke
verhoudingen. De VNG heeft geen opmerkingen gemaakt.
3. Notificatie
De ontwerpregeling is op 8 september 2020 ingevolge artikel 5, eerste lid, van Richtlijn
(EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende
een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende
diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L241) voorgelegd
aan de Europese Commissie (notificatienummer 2020/555/NL). De bepalingen van deze
regeling bevatten technische voorschriften in de zin van deze richtlijn. Deze bepalingen
zijn verenigbaar met het vrije verkeer van goederen; zij zijn evenredig en waar nodig
voorzien van een gelijkwaardigheidsbepaling met het oog op de wederzijdse erkenning.
Zie voor deze gelijkwaardigheidsbepaling artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012. Van
de Europese Commissie zijn geen opmerkingen ontvangen.
Melding aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie ingevolge artikel 2,
negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake
technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235) heeft niet plaatsgevonden nu in casu geen sprake is van significantie voor de handel.
4. Lasten
De nieuw aangewezen norm NEN 8707 is een zogenoemde tweedelijns norm van NEN 8700.
Een tweedelijns norm is niet direct in het Bouwbesluit 2012 opgenomen, maar de norm
waarin naar deze tweedelijns norm wordt verwezen, in dit geval NEN 8700, is wel in
het Bouwbesluit 2012 opgenomen. Op grond van artikel 1.2, tweede lid, van de Regeling
Bouwbesluit 2012 is een dergelijke tweedelijns norm alleen van toepassing als die
norm in bijlage I of bijlage II is opgenomen. NEN 8707 regelt de beoordeling van geotechnische
constructies van bestaande bouwwerken en bij verbouw daarvan. Voorheen volgde deze
beoordeling uit NEN 8700 met een doorverwijzing naar de nieuwbouwnorm NEN-EN 1997-1.
Met het aanwijzen van NEN 8707 is de doorverwijzing naar de NEN-EN 1997 vervangen
door een beoordelingskader dat specifiek bedoeld is voor bestaande bouw. Deze omzetting
is in principe beleidsneutraal uitgevoerd. Uitzondering daarop is het onderdeel beoordeling
van paalfunderingen bij verbouw. In de NEN 8707 wordt voor verbouw aangesloten op
de in 2017 doorgevoerde gereduceerde puntdraagkracht van funderingspalen met 30% zoals
deze voor nieuwbouw is opgenomen in NEN-EN 1997-1. Dit is gedaan omdat uit onderzoek
was gebleken dat het voorgestane veiligheidsniveau van het Bouwbesluit 2012 niet aantoonbaar
gehaald kan worden met de paaldraagkrachtfactoren die volgen uit de eerdere versie
van de NEN-EN 19971-1. Deze aanpassing is nu ook overgenomen in NEN 8700 als bij verbouw
nieuwe funderingspalen worden aangebracht.
Binnen de funderingsmarkt is het aandeel van de verbouwmarkt geschat op 40 miljoen
euro per jaar. Van deze 40 miljoen euro wordt naar schatting circa € 10.000.000 besteed
aan nieuwe funderingspalen die moeten worden bijgeplaatst. Paalfunderingen zullen
als gevolg van de aanwijzing van NEN 8707 gemiddeld circa 10% duurder worden. Dit
betekent op jaarbasis een kostenstijging van circa € 1.000.000.
De overige wijzigingen in de bijlagen I en II betreffen met een uitzondering de aanwijzing
van de laatste versies van een aantal NEN-normen. Verwezen wordt naar de artikelsgewijze
toelichting bij artikel I, onderdelen F en G. Het gaat bij deze nieuwe versies vergeleken
met de eerdere versies om verduidelijkingen, aanvullingen en relatief ondergeschikte
wijzigingen. Deze aanpassingen brengen in principe geen lastenverzwaring mee.
Artikelsgewijs deel
Artikel I
Onderdeel A
Aan artikel 1.17, onderdeel c, van de Regeling Bouwbesluit 2012 dat voorschrijft dat
een gasverbrandingsinstallatie niet eerder in bedrijf mag worden gesteld dan nadat
de certificaathouder de concentratie koolmonoxide in de verbrandingsgassen van het
toestel heeft gemeten en de concentratie niet hoger is dan een in artikel 1.17, onderdeel
c, genoemde waarde, is toegevoegd dat deze meting moet worden uitgevoerd wanneer de
installatie daar een voorziening voor heeft. Deze toevoeging is opgenomen omdat naar
nu blijkt een meting van de concentratie koolmonoxide in de verbrandingsgassen niet
bij alle gasverbrandingsinstallaties mogelijk is. Lokale gasverwarmingsinstallaties
(haarden en kachels) hebben na installatie geen voorziening of mogelijkheid om deze
metingen uit te voeren. Dat geldt ook voor een aantal andere typen gasverbrandingsinstallaties.
De voorziening of mogelijkheid om metingen in de rookgassen uit te voeren betreft
in de regel de aanwezigheid van een speciaal hiervoor aangebracht meetpunt. Dit meetpunt
is op de meeste gasverbrandingsinstallaties aanwezig. Voor een open, afvoerloos gasverbrandingstoestel
geldt dat de voorziening er altijd is; de meting vindt dan boven het toestel plaats.
Meting van de concentratie koolmonoxide in de verbrandingsgassen is belangrijk omdat
deze concentratie een goede indicator is voor de veilige werking van het toestel.
Deze meting is vaak ook onderdeel van de installatie- en onderhoudsvoorschriften van
de fabrikant of verkoper van het toestel die op grond van artikel 1.17, onderdeel
e, van de Regeling Bouwbesluit 2012 moeten worden gevolgd.
Onderdeel B
Artikel 2.3 van de Regeling Bouwbesluit 2012 vervalt. Dit artikel regelde de zelfsluitendheid
van woningtoegangsdeuren in portiekflats. Met de wijziging van het Bouwbesluit 2012
per 1 juli 2020 (Stb. 2020, 189) is de zelfsluitendheid van woningtoegangsdeuren geregeld in artikel 6.26 van dat
besluit.
Onderdeel C
Met een eerdere wijziging van de Regeling bouwbesluit 2012 (Strct. 2020, 37764) is
de verwijzing voor de ruimtethermostaten gecorrigeerd. Daarbij is per abuis een zinsnede
wegvallen over thermostatische radiatorkranen. Dit is met de onderhavige wijziging
hersteld. Zie voor een toelichting op deze eis voor ruimteverwarmingssystemen de Regeling
van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 maart 2020, houdende
wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 en de Regeling energieprestatie gebouwen
inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie
gebouwen (Stcrt. 2020, 13004).
Onderdeel D
Artikel 5.8c van de Regeling Bouwbesluit 2012 vervalt. Dit artikel regelde voor verbouw
een uitzondering op de toepassing van NEN-EN 1997. Voor verbouw komt de toepassing
van NEN-EN 1997-1 te vervallen en hiervoor in de plaats gaat NEN 8707 gelden.
Onderdeel E
Artikel 5.10a van de Regeling Bouwbesluit 2012 vervalt. Dit artikel regelde voor bestaande
bouw een uitzondering op de toepassing van NEN-EN 1997. Voor verbouw komt de toepassing
van NEN-EN 1997-1 te vervallen en hiervoor in de plaats gaat NEN 8707 gelden.
Onderdeel F
-
1. NEN 1010:2015 Elektrische installaties voor laagspanning. Nederlandse implementatie
van de HD-IEC 60364-reeks, inclusief correctieblad C2:2016 en wijzigingsblad A1:2020
Aan de vorige versie van NEN 1010 is een wijzigingsblad A1:2020 toegevoegd. Met dit
wijzigingsblad zijn de teksten over de brandclassificering van kabels in elektrische
laagspanningsinstallaties geschrapt. Dit is gebeurd naar aanleiding van de eerdere
wijziging van het Bouwbesluit (Staatsblad 2020, 189) waarbij in artikel 2.69a Elektrische leidingen en pijpisolatie eisen zijn opgenomen voor deze brandclassificering bepaalt volgens NEN-EN 13501-6.
Met dit wijzigingsblad A1:2020 wordt verduidelijkt dat uit de NEN 1010 geen eisen
volgen ten aanzien van de brandclassificering van kabels.
-
2. NEN 2654-1+C1:2018 Beheer, controle en onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties,
Deel 1: Brandmeldinstallaties
In de vorige versie van NEN 2654-1 zaten een aantal redactionele fouten in de interne
verwijzing naar normartikelen. Deze fouten zijn gecorrigeerd in de correctie C1:2018.
-
3. NEN 2757-1 2019 Bepalingsmethoden van de geschiktheid van systemen voor de afvoer
van rookgas van gebouwgebonden installaties - Deel 1: Installaties met een belasting
kleiner dan of gelijk aan 130 kW op bovenwaarde.
De nieuwe versie van NEN 2757 is afgestemd op een wijziging die eerder in het Besluit
Bouwwerken Leefomgeving (Bbl, Staatsblad 2018, 291) is opgenomen in het vierde lid van artikel 4.138 (Uitmonding rookgasafvoer). Hierin
is geregeld dat een geveldoorvoer niet is toegestaan bij een rookgasafvoer van een
verbrandingstoestel voor vaste brandstoffen, zoals een houtkachel of een pelletkachel.
Dit ter voorkoming van overlast en gezondheidsrisico’s als gevolg van schadelijk fijnstof.
In de vorige versie van NEN 2757 was dit verbod ook al beoogd, maar was onvoldoende
duidelijk vastgelegd. Dit is nu aangepast in de nieuwe normversie. Daarnaast is de
nieuwe versie van NEN 2757 meer afgestemd op de Europese bepalingsmethoden die gelden
voor de CE-markering van rookgasafvoer producten.
-
4. NEN 2768+A1:2018 Meterruimten en bijbehorende bouwkundige voorzieningen in woningen.
Aan de vorige versie van NEN 2768 is een wijziging A1:2018 toegevoegd. De betreffende
wijzigingen hebben geen betrekking op het deel van NEN 2768 dat bepalingen bevat in
relatie tot het Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit 2012 schrijft geen meterruimte voor
en wijst NEN 2768 (alleen) aan voor de leidingdoorvoeren en mantelbuizen voor gasvoorzieningen.
-
5. NEN 5077:2019 Geluidwering in gebouwen - Bepalingsmethoden voor de grootheden voor
geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie
en geluidniveaus veroorzaak
De nieuwe versie van NEN 5077 is in overeenstemming gebracht met de Europese bepalingsmethoden
die gelden voor CE-markering van bouwproducten. De wijziging wordt in de praktijk
al veel gebruikt en in het algemeen geeft de uitkomst geen verschil. In de gewijzigde
norm is verder een vereenvoudigde meetmethode opgenomen. Dit is gedaan om tegemoet
te komen aan de wens om voor situaties waar goed- of afkeuren in de regel duidelijk
is, minder uitgebreid maar toch voldoende nauwkeurig te meten.
-
6. 6063:2019 Bepaling van het brandgevaarlijk zijn van daken.
Met de wijziging van de NEN 6063:2019 is deze norm redactioneel aangepast op onder
andere de Europese normen voor de CE-markering voor het niet brandgevaarlijk zijn
van daken. Deze Europese normen geven verschillende methoden voor de bepaling van
het niet brandgevaarlijk zijn van daken waaruit elk Europees land een keuze kan maken.
De bepalingsmethode in de NEN 6063:2019 is daarbij gelijk gebleven met de vorige versie
van NEN 6063.
-
7. NEN 6068:2020 Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen
ruimten
De gewijzigde NEN 6068 is afgestemd op de nieuwe NEN 6069+A1+C1:2019 Beproeving en
klassering van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten die eerder al in
de Regeling Bouwbesluit was opgenomen. NEN 6069 wordt in NEN 6068 gebruikt en is daarmee
een zogenaamde tweedelijns norm. Toepassing van de laatste versie van NEN 6069 was
beoogd, maar dit volgde niet duidelijk uit NEN 6068, die daarop is aangepast. NEN
6068 is verder op een aantal technisch inhoudelijke punten verduidelijkt bijvoorbeeld
hoe bij de bepaling moet worden omgegaan met dakopeningen. De nieuwe versie van NEN
6068 is ook afgestemd op een wijziging die eerder in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving
(Bbl, Staatsblad 2018, 291) is opgenomen in het derde lid van artikel 4.54 (weerstand tegen branddoorslag en
brandoverslag: bepalingsmethode). Dit betreft een verduidelijking van de toepassing
van spiegelsymmetrie bij de bepaling van de brandwerendheid tussen gebouwen. In de
praktijk kon men een onbedoelde en onveilige uitleg van deze spiegelsymmetrie gegeven.
Met de nieuwe versie van NEN 6068 wordt deze onbedoelde uitleg voorkomen.
-
8. NEN 6069+A1+C1:2019 Beproeving en klassering van de brandwerendheid van bouwdelen
en bouwproducten
Bij de verwijzing naar NEN 6069+A1+C1:2019 is verduidelijkt dat deze norm niet alleen
een eerstelijns norm is maar ook een tweedelijns norm is, aangewezen vanuit NEN 6068.
Deze verduidelijking was een aanbeveling van de Adviescommissie Toepassing en Gelijkwaardigheid
Bouwvoorschriften (ATGB) in haar rapport1 over de Grenfell Tower brand.
-
9. NEN 6075:2020 Bepaling van de weerstand tegen rookdoorgang tussen ruimten
In het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl, Staatsblad 2018, 291) zijn de eisen voor rookdoorgang afgestemd op de Europese classificatie voor rookdoorgang
Sa en S200, onder andere in artikel 4.61 (subbrandcompartiment: weerstand tegen rookdoorgang).
Dit is toen gedaan conform een voorstel van de NEN-normcommissie en met gebruikmaking
van de bepalingsmethode die in de NEN 6075:2012 was vastgelegd. Vervolgens is gebleken
dat deze bepalingsmethode verduidelijking behoefte. In de nieuwe NEN 6075:2020 zijn
verduidelijkingen doorgevoerd in de bepalingsmethode. De bepalingsmethode van de huidige
eisen voor rookdoorgang in het Bouwbesluit 2012 is hierin niet aangepast.
-
10. NEN 6707:2019 Bevestiging van dakbedekkingen - Eisen en bepalingsmethoden.
In de nieuwe versie van NEN 6707 zijn beperkte aanpassingen doorgevoerd in de bepalingsmethoden.
Er is verder een specifieke bepalingsmethode toegevoegd voor de bevestiging van plaatvormige
dakbedekking.
-
11. NEN 8700 + A1:2020 Beoordeling constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk
bij verbouw en afkeuren - Grondslagen (bestaande bouw en verbouw)
De nieuwe NEN 8700 is aangepast voor wat betreft de beoordeling van bestaande bruggen.
In samenhang met de nieuwe NEN 8701 is geregeld dat bruggen in het onderliggend wegennet
(stadsbruggen) met een meer accurate lagere belasting beoordeeld kunnen worden. Bij
de vorige versie van NEN 8700/NEN 8701 was deze belasting gebaseerd op aslast- en
voertuiggewichtmetingen op het zwaarder belaste hoofdwegennet (snelwegen). Hierdoor
zouden veel bestaande stadsbruggen ten onrechte worden afgekeurd. Verder is in NEN
8700 de nieuwe NEN 8707 aangestuurd als tweedelijns norm, zie hiervoor bij 4. Lasten.
-
12. NEN 8701+A1:2020 Beoordeling van de constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk
bij verbouw en afkeuren - Belastingen.
De nieuwe NEN 8701 is aangepast voor wat betreft de beoordeling van bestaande bruggen.
In samenhang met de nieuwe NEN 8700 is geregeld dat bruggen in het onderliggend wegennet
(stadsbruggen) met een meer accurate lagere belasting beoordeeld kunnen worden. Bij
de vorige versie van NEN 8700/NEN 8701 was deze belasting gebaseerd op aslast- en
voertuig gewichtmetingen op het zwaarder belaste hoofdwegennet (snelwegen). Hierdoor
zouden veel bestaande stadsbruggen ten onrechte worden afgekeurd.
-
13. NEN 8707+C1:2020 Beoordeling van de constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk
bij verbouw en afkeur - Geotechnische constructies.
Voor toelichting hierbij, zie bij 4. Lasten.
-
14. NEN-EN 13501-1:2019 Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 1: Classificatie
op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag.
Deze Europese norm is uitgebreid met de classificatie voor pijpisolatie producten.
Op basis van deze Europese classificatie zijn eerder in het Bouwbesluit (Staatsblad 2020, 189) eisen opgenomen in artikel 2.69a Elektrische leidingen en pijpisolatie. Daarnaast zijn in deze norm redactionele correcties doorgevoerd.
-
15. NEN-EN 13501-6:2019 Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 6: Classificatie
op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag van elektrische kabels.
Deze Europese norm is toegevoegd voor de classificatie voor elektrische leidingen.
Op basis van deze Europese classificatie zijn eerder in het Bouwbesluit (Staatsblad 2020, 189) eisen opgenomen in artikel 2.69a Elektrische leidingen en pijpisolatie.
Onderdeel G
-
1. NEN-EN 1990+A1+A1/C2:2019 Eurocode - Grondslagen van het constructief ontwerp, inclusief
nationale bijlage NB:2019.
Naast redactionele wijzigingen zijn in de nationale bijlage bij de NEN-EN 1990 verduidelijkingen
doorgevoerd. Het gaat hierbij met name om de mogelijkheden voor verlaging van de gevolgklasse
van een bouwwerk of delen daarvan. Ook zijn er meer voorbeelden gegeven van bouwwerken
in een bepaalde gevolgklasse. De gevolgklassen van de NEN-EN 1990 bepalen het te realiseren
veiligheidsniveau van een bouwwerk.
-
2. NEN-EN 1991-1-1+C1+C11:2019 Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 1-1: Algemene
belastingen - Volumieke gewichten, eigengewicht en opgelegde belastingen voor gebouwen,
inclusief nationale bijlage NB:2019.
Naast redactionele wijzigingen zijn in de nationale bijlage bij de NEN-EN 1991-1-1
beperkte wijzigingen doorgevoerd in de aan te houden vloerbelastingen. Verder zijn
belastingen op vloerafscheidingen verduidelijkt.
-
3. NEN-EN 1991-1-2+C3:2019 Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 1-2: Algemene
belastingen - Belasting bij brand, inclusief nationale bijlage NB:2019.
Naast redactionele wijzigingen in correctieblad C3 is in de nationale bijlage bij
de NEN-EN 1991-1-1 de bijlage E Vuurbelastingen verder uitgewerkt. Op basis van deze
bijlage E kan men rekenen met een natuurlijke brand. Dit geeft een meer rationele
benadering van het constructieve gedrag bij brand dan de algemene methode in NEN-EN
1991-1-2 die uit gaat van de standaard brandkromme.
-
4. NEN-EN 1991-1-3+C1 + A1:2019 Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 1-3: Algemene
belastingen - Sneeuwbelasting, inclusief nationale bijlage NB:2019.
Naast redactionele wijzigingen zijn in de nationale bijlage bij de NEN-EN 1991-1-3
verduidelijkingen opgenomen voor de aan te houden sneeuwbelastingen.
-
5. NEN-EN 1991-1-4+A1+C2:2011 Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 1-4: Algemene
belastingen - Windbelasting, inclusief nationale bijlage NB:2019.
Naast redactionele wijzigingen zijn in de nationale bijlage bij de NEN-EN 1991-1-4
verduidelijkingen doorgevoerd in de aan te houden windbelastingen.
-
6. NEN-EN 1991-1-5+C1:2011 Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 1-5: Algemene
belastingen - Thermische belasting, inclusief nationale bijlage NB:2019.
Naast redactionele wijzigingen zijn in de nationale bijlage bij de NEN-EN 1991-1-5
verduidelijkingen doorgevoerd in de aan te houden thermische belastingen bij bruggen.
-
7. NEN-EN 1991-1-7+C1+A1:2015 Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 1-7: Algemene
belastingen - Buitengewone belastingen: stootbelastingen en ontploffingen, inclusief
nationale bijlage NB:2019.
Naast redactionele wijzigingen zijn in de nationale bijlage bij de NEN-EN 1991-1-7
verduidelijkingen doorgevoerd in de aan te houden stootbelastingen. Voor de stootbelastingen
van treinverkeer (ontsporing) zijn beperkte wijzigingen doorgevoerd.
-
8. NEN-EN 1991-2+C1:2015 Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 2: Verkeersbelasting
op bruggen, inclusief nationale bijlage NB:2019.
Naast redactionele wijzigingen zijn in de nationale bijlage bij de NEN-EN 1991-2 verduidelijkingen
doorgevoerd in de aan te houden verkeersbelasting bij bruggen.
-
9. NEN-EN 1992-1-1+C2:2011 Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies -
Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwen, inclusief wijzigingsblad A1:2015
en nationale bijlage NB:2016+A1:2020.
Deze wijziging betreft een beperkte wijziging in de nationale bijlage met betrekking
tot de eigenschappen wapeningstaal dat wordt toegepast in betonconstructies.
-
10. NEN-EN 1992-1-2+C1:2011 Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies -
Deel 1-2: Algemene regels - Ontwerp en berekening van constructies bij brand, inclusief
correctieblad C11:2017, wijzigingsblad A1:2019 en nationale bijlage NB:2011.
Deze wijziging betreft een Europees wijzigingsblad A1 dat nadere informatie geeft
over de beoordeling van betonkolommen bij brand.
-
11. NEN-EN 1997-1 + C1 + A1:2016 Eurocode 7: Geotechnisch ontwerp - Deel 1: Algemene regels,
inclusief nationale bijlage NB:2019.
Deze wijziging betreft een beperkte wijziging in de nationale bijlage met betrekking
tot de berekening van damwanden (grondkerende constructies).
-
12. NEN-EN 1997-1 + C1:2012 Eurocode 7: Geotechnisch ontwerp - Deel 1: Algemene regels,
inclusief nationale bijlage NB:2012.
Deze oude versie van de NEN-EN 1997-1 werd aangestuurd voor verbouw en bestaande bouw.
Met de introductie van NEN 8707 (zie bij 4. Lasten) kan deze norm vervallen.
-
13. NEN-EN 1999-1-1+A1:2011 Eurocode 9: Ontwerp en berekening van aluminiumconstructies
- Deel 1-1: Algemene regels, inclusief wijzigingsblad A2:2014, correctieblad C11:2018
en nationale bijlage NB:2011.
De wijziging betreft een correctie C11 van een redactionele fout in de NEN-EN 1999-1-1.
H
Met dit onderdeel vindt een ondergeschikte wijziging plaats van bijlage VII, die met
Regeling BENG [Stcrt. 2020, 37764] bij de Regeling Bouwbesluit 2012 is opgenomen. Het onderdeel verduidelijkt dat een
forfaitaire berekening als bedoeld in paragraaf 8.2.1 en 8.3.3 van NTA 8800 niet mag
worden gebruikt voor thermische bruggen.
Artikel II
Deze regeling treedt op 1 januari 2021 in werking.
Gezien het grote belang dat gehecht wordt aan een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding
van deze wijzigingsregeling is geen rekening gehouden met de formele voorbereidingstijd
voor het bouwbedrijfsleven van ten minste twee maanden vanaf vaststelling van de regeling.
Er wordt in dat verband op gewezen dat de notificatietermijn van drie maanden voorafgaande
aan de vaststelling van deze regeling in zekere zin ook is te beschouwen als voorbereidingstijd,
omdat deze regeling in het kader van de notificatie openbaar is gemaakt. Zie voor
de notificatie ook onderdeel 3 van het algemeen deel van de toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren