Besluit van de Minister voor Medische Zorg van 30 april 2020, kenmerk 1680122-204629-MEVA, houdende het versoepelen van de regels voor het verantwoorden van subsidies bij de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019 in verband met de uitbraak van het Coronavirus (Besluit versoepeling regels verantwoording Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 7.2, derde lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1

Aan ontvangers van subsidies op grond van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019 wordt een vrijstelling verleend van de termijn, bedoeld in artikel 7.2, eerste lid, onderdeel b, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling, tot 1 oktober 2020.

Artikel 2

Een ontvanger van een subsidie op grond van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019 hoeft bij het afleggen van rekening en verantwoording het financieel verslag niet vergezeld te doen gaan van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit versoepeling regels verantwoording Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, namens deze, de directeur Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt, L.M.N. Kroon

TOELICHTING

Op grond van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019 zijn ten behoeve van 2019 subsidies verstrekt aan ziekenhuizen, universitair medische centra en klinieken voor diverse activiteiten voor het opleiden van personeel. Met dit besluit worden de regels voor het verantwoorden van die subsidies op twee punten versoepeld: de termijn voor de aanvraag tot vaststelling en het afzien van het rapport van feitelijke bevindingen (omtrent de naleving van de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger). Dit in verband met de grote gevolgen van de uitzonderlijke uitbraak van het Coronavirus COVID-19.

Het kabinet neemt maatregelen om die uitbraak onder controle te krijgen en de negatieve gevolgen zo veel als mogelijk te beperken. De impact van de uitbraak en de genomen maatregelen is enorm en belasten diverse (subsidie ontvangende) instellingen en organisaties op het terrein van volksgezondheid, welzijn en sport. Dat geldt zeer zeker ook voor de diverse ziekenhuizen, universitair medische centra en klinieken.

Vanwege deze uitzonderlijke situatie zijn met het recente besluit van 6 april 2020 (Stcrt. 2020, 20882) de regels voor het verantwoorden van door het ministerie van VWS verstrekte subsidies reeds op enkele punten versoepeld. Kort gezegd gaat het daarbij om een vrijstelling van de gebruikelijke termijn voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling (maximaal 3 maanden uitstel) en om het bij diverse recente subsidies afzien van het vragen van een rapport van feitelijke bevindingen.

Gelet op dit besluit is het (ook) bij de bovengenoemde Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019 (hierna: de Subsidieregeling) toegestaan om de aanvraag tot vaststelling van de subsidie over 2019 tot drie maanden later in te dienen, wat neerkomt op uiterlijk 2 september 2020.

Met een later besluit van 10 april 2020 (Stcrt. 2020, 21910) is daarnaast aan diverse zorgaanbieders uitstel gegeven voor het indienen van de jaarverantwoording over het verslagjaar 2019 tot 1 oktober 2020, ook vanwege de grote gevolgen van de uitbraak van het Coronavirus.

Ik acht het wenselijk om in geval van de Subsidieregeling bij de verantwoording van de subsidies over 2019, wat betreft de indieningsdatum aan te sluiten bij de datum van 1 oktober 2020.

Met het onderhavige besluit verleen ik derhalve aan de betrokken subsidieontvangers een aanvullende vrijstelling van de termijn voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling over 2019. Daardoor is het toegestaan om de vaststellingsaanvraag later doch voor 1 oktober 2020 in te dienen. De grondslag van deze aanvullende vrijstelling is artikel 7.2, derde lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

Een tweede punt ter versoepeling betreft (het afzien van) het rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger. Op grond van de Subsidieregeling voor 2019 is dat rapport van feitelijke bevindingen een verplicht onderdeel van het financieel verslag, dat wordt gevraagd bij de verantwoording van subsidies van meer dan € 125.000. De Subsidieregeling voor 2019 is met ingang van 1 januari 2020 vervallen, maar blijft van toepassing op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Bij de Subsidieregeling voor 2020 is besloten dat het rapport van feitelijke bevindingen géén verplicht onderdeel meer is van het financieel verslag (Stcrt. 2019, 59932). Dit is in lijn met de wijziging van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: de Kaderregeling) van 18 december 2019 (Stcrt. 2019, 66843), waarbij is geregeld dat bij VWS-subsidies die vanaf 2020 worden verleend het rapport van feitelijke bevindingen niet langer standaard een verplicht onderdeel is bij de verantwoording van subsidies vanaf € 125.000.

Bij het bovengenoemde besluit van 6 april 2020 (Stcrt. 2020, 20882) is recent geregeld dat bij de verantwoording van subsidies als bedoeld in artikel 1.5, onderdeel b en d, van de Kaderregeling over 2019 het rapport van feitelijke bevindingen ook niet meer standaard wordt gevraagd. Dit gelet op de uitzonderlijke situatie als gevolg van de uitbraak van het Coronavirus.

Dit onderdeel van het besluit van 6 april 2020 is echter niet van toepassing op de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019, die een van de Kaderregeling afwijkende definitie van ‘financieel verslag’ bevat.

Omdat ik dit ziekenhuizen, universitair medische centra en klinieken niet wil tegenwerpen en ook onder de huidige, uitzonderlijke omstandigheden consequent wil omgaan met de verantwoordingseisen, acht ik het wenselijk om ook bij de Subsidieregeling over 2019 het rapport van feitelijke bevindingen achterwege te laten. Het is niet meer mogelijk om daartoe de Subsidieregeling te wijzigen, die immers per 1 januari 2020 al is vervallen. Daarom zie ik met het onderhavige besluit af van het vragen van dat rapport, bij het verantwoorden van subsidies in het kader van de Subsidieregeling over 2019.

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM), treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, namens deze, de directeur Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt, L.M.N. Kroon