Besluit intrekking Besluit aanpassing zaaksoort II (Staatscourant 2013, Nr. 29052)

De Raad voor Rechtsbijstand is verantwoordelijk voor de betaling van de bewindvoerdersubsidie als bedoeld in artikel 5 van het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering aan de bewindvoerders Wsnp (verder: het Besluit).

De vergoeding per zaak bestaat uit een looptijdonafhankelijk deel en een looptijdafhankelijk deel. De bijbehorende bedragen staan vermeld in het Besluit. Voor de berekening van het looptijdonafhankelijke deel voor elke afgeronde zaak beoordeelt de rechtbank of er sprake is van één persoon of van twee personen ten aanzien van wie een algehele gemeenschap van goederen geldt en of er sprake is van een particulier of een (voormalig) ondernemer. Deze gegevens ontvangt de rechtbank vanuit het minnelijk traject en na toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling van de benoemde bewindvoerder. Het looptijdafhankelijke deel wordt berekend over iedere maand, een gedeelte van een maand daaronder begrepen, gedurende welke de schuldsaneringsregeling in een zaak van toepassing is.

De Raad verneemt de twee bedragen uit het eindvonnis in een zaak waarin de rechtbank deze vermeldt. Wanneer het aanwezige boedelactief betaling van het salaris niet toelaat, stelt de rechtbank het salaris vast op het hoogste bedrag waarvoor de boedel nog toereikend is. Het negatieve verschil tussen de berekende vergoeding en het salaris is het bedrag waarop een bewindvoerder in de vorm van bewindvoerdersubsidie aanspraak kan maken. Of een bewindvoerder Wsnp in een zaak recht heeft op bewindvoerdersubsidie en zo ja, wat het subsidiebedrag is, wordt derhalve in feite berekend door de rechtbank. De Raad heeft geen invloed op de berekening van de vergoeding.

Vanaf januari 2019 neemt de Raad voor Rechtsbijstand (hierna: de Raad) een nieuw softwaresysteem in gebruik om betalingen te verrichten in het kader van het voorschot en de subsidie zoals bedoeld in het Besluit. De Raad grijpt deze wijziging aan om het Besluit aanpassing zaaksoort II, dat geen toegevoegde waarde meer heeft, in te trekken.

Over de feitelijke gevolgen van het intrekken van het besluit en het nieuwe werkproces informeert de Raad de betrokken partijen separaat.

Gezien het hierboven staande trekt de Raad voor Rechtsbijstand, namens de Minister van Justitie en Veiligheid, gelet op:

het Besluit aanpassing zaaksoort II (Staatscourant 2013, Nr. 29052) gaat met terugwerkende kracht in per 1 januari 2019.

Utrecht, 9 januari 2019

J.H. Gerritsen, Algemeen directeur/bestuurder Raad voor Rechtsbijstand

Naar boven