Besluit aanpassing zaaksoort II

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze de Raad voor Rechtsbijstand (verder: de raad),

gelet op:

  • Artikel 48c en 48d van de Wet Justitie-subsidies (Staatsblad 1998, nr. 447);

  • Hoofdstuk 4B van de Wijzigingswet Wet Justitie-subsidies, Staatsblad 2013, 96);

  • Artikel 5 van het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering (Staatsblad 2013, nr. 308);

  • Titel III van de Faillissementswet (Staatsblad 1998, nrs. 445 en 447);

  • Regeling van de Minister van Justitie van 23 juli 2009, nr. 5612426/09 houdende verlening van mandaat aan de Raad voor rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch betreffende het verlenen van subsidies en het vaststellen van beleidsregels dienaangaande (Staatscourant 2009, 11554);

  • Besluit ondermandatering Raad voor Rechtsbijstand Wsnp (Staatscourant 30 december 2011, 23891);

  • Art 1, lid 2 van het Reglement register bewindvoerder Wsnp II.

stelt aanvullende regels vast met betrekking tot het bijstellen van zaaksoorten en bijbehorende bewindvoerdersubsidies in het kader van de Wsnp:

Artikel 1

De raad stelt bij aanvang van elke nieuwe Wsnp-zaak de zaaksoort vast en het bijbehorende looptijdonafhankelijke deel van de vergoeding (artikel 2 Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering). De raad baseert deze vaststelling op de inhoud van de publicaties inzake de schuldsaneringszaken van de arrondissementsrechtbanken. De raad informeert de bewindvoerder over zijn besluit via het rekening-courantoverzicht dat binnen twee maanden na diens benoeming aan de bewindvoerder wordt toegestuurd.

Artikel 2

Indien de bewindvoerder tijdens de looptijd van de schuldsanering constateert dat de werkelijke zaaksoort afwijkt van de aanvankelijk vastgestelde, dient hij de raad daarover direct te informeren.

Artikel 3

De bewindvoerder verzoekt schriftelijk om aanpassing van de zaaksoort en van de vaststelling van de bijbehorende looptijdonafhankelijke vergoeding, uiterlijk op de dag van de beëindiging van de looptijd van de desbetreffende schuldsanering. Indien de raad daarom verzoekt, stuurt de bewindvoerder documentatie, aan de hand waarvan de raad de zaaksoort opnieuw kan vaststellen.

Artikel 4

De raad kan de bewindvoerder ook actief benaderen met het verzoek informatie beschikbaar te stellen waarmee hij de zaaksoort opnieuw kan vaststellen. De bewindvoerder dient hieraan medewerking te verlenen. Verleent hij geen medewerking, dan kan de raad in voorkomende gevallen een lagere bewindvoerdersubsidie vaststellen en uitbetalen.

Artikel 5

In schuldsaneringen die zijn uitgesproken op of na 1 oktober 2013 waarbij sprake is van ontbinding van een huwelijksgoederengemeenschap of van een geregistreerd partnerschap in gemeenschap van goederen binnen de eerste zesendertig maanden na aanvang van een dubbele zaak, brengt de bewindvoerder de raad zo spoedig mogelijk op de hoogte van de gewijzigde situatie. Indien de raad daarom verzoekt, stuurt hij daartoe bewijsstukken na. De datum waarop het verzoek tot ontbinding is ingediend bij de rechtbank of de datum waarop de beide echtelieden de samenwoning feitelijk hebben verbroken is daarbij bepalend. De aangegeven datum van verbreking van de feitelijke samenwoning moet door de rechter-commissaris aantoonbaar zijn geaccordeerd.

Artikel 6

De raad beslist zo spoedig mogelijk over de aanpassing van de zaaksoort. Besluiten in dit kader zijn vatbaar voor bezwaar als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Besluit aanpassing zaaksoort II’ en treedt twee dagen na publicatie in de Staatscourant in werking.

Utrecht, 8 oktober 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, voor deze, de Raad voor Rechtsbijstand, P.J.M. van den Biggelaar, Directeur Stelsel,

J. Wijkstra, Directeur Bedrijfsvoering.

TOELICHTING

Op 1 oktober 2013 treedt het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering in werking. Dit besluit behelst een nieuw vergoedingensysteem voor Wsnp-bewindvoerders.

Waar voorheen de vergoeding voor de Wsnp-bewindvoerders bestond uit een deel salaris uit de boedel en een deel bewindvoerdersubsidie van de raad, wordt vanaf 1 oktober 2013 de gehele vergoeding in de vorm van bewindvoerdersalaris uit de boedel aan de bewindvoerder toegekend. Slechts wanneer de boedel niet toereikend is, kan de bewindvoerder het deel van de vergoeding, dat hij niet ten laste van de boedel kan brengen, in de vorm van subsidie bij de raad declareren.

De rechtbank berekent de totale aan de bewindvoerder toekomende vergoeding en stelt het salaris (dat uit de boedel voldaan moet worden) vast. De berekening wordt uitgevoerd op basis van de systematiek als omschreven in het hiervoor vermelde besluit. Het negatieve verschil tussen de vergoeding en het salaris kan door de raad in de vorm van subsidie aan de bewindvoerder worden uitgekeerd. Om deze subsidie te kunnen verkrijgen moet de bewindvoerder, net als onder de subsidiesystematiek van vóór 1 oktober 2013, aan een aantal voorwaarden voldoen.

Deze voorwaarden staan, verspreid over diverse beleidsdocumenten, vermeld op de website van bureau Wsnp (www.wsnp.rvr.org) en zijn daar ook op te vragen.

De nieuwe systematiek geldt alleen voor schuldsaneringen die op of na 1 oktober 2013 zijn uitgesproken. Voor schuldsaneringen die vóór die datum zijn uitgesproken blijft het oude beleid van toepassing.

Naar boven