BIJLAGE 4, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 16 VAN DE REGELING INFORMATIEVOORZIENING WVO
Ordening van de gegevens
In deze bijlage worden gegevens gespecificeerd die bevoegde gezagsorganen, krachtens
de artikelen 41g, 41h, 41p, 41q, 103a en artikel 103a1 van de Wet op het voortgezet
onderwijs, verplicht zijn om aan de Minister te leveren.
Toelichting
Voor het bekostigen van scholen, voor het lerarenregister en het registervoorportaal,
voor toezicht en voor het maken en evalueren van beleid zijn gegevens nodig over scholen
en over het bevoegd gezag van scholen.
De specificatie van de gegevens is verdeeld over de volgende onderdelen.
-
1. gegevens over de onderwijsinstelling en samenwerkingsverband
-
2. gegevens over onderwijspersoneel
-
3. Gegevens van regelingen waarvoor een aanvraag moet worden ingediend.
Voor de aanvraagprocedure geldt dat deze alleen aangeleverd hoeven te worden wanneer
daar aanleiding toe is. In dat geval dient de school de gegevens via het daartoe bestemde
formulier aan te leveren.
1. Organisatiegegevens
Gegevens over het bevoegd gezag, de instellingen en de samenwerkingsverbanden worden
vastgelegd in de Basisregistratie Instellingen (BRIN). De registerhouder DUO geeft
aan elke organisatie, die in het register wordt vastgelegd, een uniek nummer. Verder
legt de registerhouder informatie vast uit beschikkingen en andere voor de werkprocessen
van belang zijnde gegevens. In de registratie wordt precies vastgelegd wat o.a. in
het kader van de planprocedure is goedgekeurd en in de beschikking aan het bevoegd
gezag is opgenomen. Gegevens waarvoor goedkeuring is verleend kunnen niet zonder toetsingsprocedure
gewijzigd worden. Andere gegevens, zoals communicatiegegevens kunnen, op aangeven
van het bevoegd gezag, wel zonder toetsing worden gemuteerd.
In deze bijlage worden de elektronische aanlevering van enkele gegevens van scholen
en het bevoegd gezag beschreven, die men zelf kan wijzigen zonder toetsing door het
departement.
Via de website kunnen ook andere partijen informatie halen uit deze registratie.
Het gaat daarbij om een selectie van gegevens uit BRIN, met name de identificatiegegevens
(BRIN-nummer) en adresgegevens.
1.1. De organisatiegegevens
1.1.1 Bevoegd gezag: vestigingsadres
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/grondslag
|
|
1
|
Organisatienummer bevoegd gezag
|
5 cijfers (N5)
|
Artikel 103a1
|
Het door de Minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag, volgens de BRIN.
|
|
2
|
Adres
|
|
Artikel 103a1
|
De straatnaam, gevolgd door huisnummer en eventueel huisnummertoevoeging.
|
|
3
|
Postcode
|
|
Artikel 103a1
|
De postcode behorende bij het adres.
|
|
4
|
Plaats
|
|
Artikel 103a1
|
Naam van de woonplaats, behorende bij het vestigingsadres.
|
|
5
|
Ingangsdatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a1
|
Datum waarop de mutatie ingaat of zal ingaan.
|
1.1.2 Bevoegd gezag: correspondentieadres
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/grondslag
|
|
1
|
Organisatienummer bevoegd gezag
|
5 cijfers (N5)
|
Artikel 103a1
|
Het door de Minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag.
|
|
2
|
Adres
|
|
Artikel 103a1
|
De straatnaam, gevolgd door huisnummer en eventueel huisnummertoevoeging.
|
|
3
|
Postcode
|
|
Artikel 103a1
|
De postcode behorende bij het adres.
|
|
4
|
Plaats
|
|
Artikel 103a1
|
Naam van de woonplaats, behorende bij het correspondentieadres.
|
|
5
|
Ingangsdatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a1
|
Datum waarop de mutatie ingaat of zal ingaan.
|
1.1.3 Bevoegd gezag: overige communicatiegegevens (niet verplicht)
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/grondslag
|
|
1
|
Organisatienummer bevoegd gezag
|
5 cijfers (N5)
|
Artikel 103a1
|
Het door de Minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag.
|
|
2
|
Telefoonnummer
|
(N10)
|
Artikel 103a1
|
Het telefoonnummer waaronder het bevoegd gezag bereikbaar is.
|
|
3
|
Fax
|
(N10)
|
Artikel 103a1
|
Het faxnummer waaronder het bevoegd gezag bereikbaar is.
|
|
4
|
E-mail adres
|
|
Artikel 103a1
|
Het adres waaronder het bevoegd gezag via het internet per elektronische post bereikbaar
is.
|
|
5
|
Internetadres
|
|
Artikel 103a1
|
URL waar het bevoegd gezag op internet te vinden is.
|
|
6
|
Ingangsdatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a1
|
Datum waarop de mutatie ingaat of zal ingaan.
|
1.1.4 School: correspondentieadres
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/grondslag
|
|
1
|
Organisatienummer school
|
2 cijfers, 2 letters (A4)
|
Artikel 103a1
|
Het door de Minister toegekende nummer van de school.
|
|
2
|
Adres
|
|
Artikel 103a1
|
De straatnaam, gevolgd door huisnummer en eventueel huisnummertoevoeging.
|
|
3
|
Postcode
|
|
Artikel 103a1
|
De postcode behorende bij het adres.
|
|
4
|
Plaats
|
|
Artikel 103a1
|
Naam van de woonplaats, behorende bij de straat en postcode.
|
|
5
|
Ingangsdatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a1
|
Datum waarop de mutatie ingaat of zal ingaan.
|
1.1.5 School: overige communicatiegegevens (niet verplicht)
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/grondslag
|
|
1
|
Organisatienummer school
|
2 cijfers, 2 letters (A4)
|
Artikel 103a1
|
Het door de Minister toegekende nummer van de school.
|
|
2
|
Telefoonnummer
|
(N10)
|
Artikel 103a1
|
Het telefoonnummer waaronder de school bereikbaar is.
|
|
3
|
Fax
|
(N10)
|
Artikel 103a1
|
Het faxnummer waaronder de school bereikbaar is.
|
|
4
|
E-mail adres
|
|
Artikel 103a1
|
Het adres waaronder de school via het internet per elektronische post bereikbaar is.
|
|
5
|
Internetadres
|
|
Artikel 103a1
|
URL waar de school op internet te vinden is.
|
|
6
|
Ingangsdatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a1
|
Datum waarop de mutatie ingaat of zal ingaan.
|
1.1.6 Vestiging: correspondentieadres
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/grondslag
|
|
1
|
Organisatienummer vestiging
|
2 cijfers, 2 letters, 2 cijfers (A6)
|
Artikel 103a1
|
Het door de Minister toegekende nummer van de vestiging.
|
|
2
|
Adres
|
|
Artikel 103a1
|
De straatnaam, gevolgd door huisnummer en eventueel huisnummertoevoeging.
|
|
3
|
Postcode
|
|
Artikel 103a1
|
De postcode behorende bij het adres.
|
|
4
|
Plaats
|
|
Artikel 103a1
|
Naam van de woonplaats, behorende bij de straat en postcode.
|
|
5
|
Ingangsdatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a1
|
Datum waarop de mutatie ingaat of zal ingaan.
|
1.1.7 Vestiging: overige communicatiegegevens (niet verplicht)
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/grondslag
|
|
1
|
Organisatienummer vestiging
|
2 cijfers, 2 letters, 2 cijfers (A6)
|
Artikel 103a1
|
Het door de Minister gehanteerde nummer van de vestiging.
|
|
2
|
Telefoonnummer
|
(N10)
|
Artikel 103a1
|
Het telefoonnummer waaronder de school bereikbaar is.
|
|
3
|
Fax
|
(N10)
|
Artikel 103a1
|
Het faxnummer waaronder de school bereikbaar is.
|
|
4
|
E-mail adres
|
|
Artikel 103a1
|
Het adres waaronder de school via het internet per elektronische post bereikbaar is.
|
|
5
|
Internetadres
|
|
Artikel 103a1
|
URL waar de school op internet te vinden is.
|
|
6
|
Ingangsdatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a1
|
Datum waarop de mutatie ingaat of zal ingaan.
|
1.1.8 Onderdeel samenwerkingsverbanden passend onderwijs vo
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/grondslag
|
|
1
|
Organisatienummer samenwerkingsverband
|
(N5)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het door de Minister toegekende nummer van het samenwerkingsverband.
|
|
2
|
Naam coördinator
|
|
Artikel 103a en 103a1
|
Naam van de coördinator van het samenwerkingsverband.
|
|
3
|
Telefoonnummer coördinator
|
|
Artikel 103a en 103a1
|
Telefoonnummer van de coördinator van het samenwerkingsverband.
|
|
4
|
Organisatienummer participanten
|
2 cijfers, 2 letters
|
Artikel 103a en 103a1
|
De door de Minister toegekende nummers van de scholen die participeren in het samenwerkingsverband.
|
|
5
|
Ongewijzigde samenstelling
|
J/N
|
Artikel 103a en 103a1
|
Aanduiding dat de samenstelling van het samenwerkingsverband in het voorafgaande schooljaar
niet is gewijzigd.
|
|
6
|
Toevoeging scholen
|
J/N
|
Artikel 103a en 103a1
|
Aanduiding dat in het voorafgaande schooljaar participanten aan het samenwerkingsverband
zijn toegevoegd.
|
|
9
|
E-mail adres
|
|
Artikel 103a1
|
Het adres waaronder het samenwerkingsverband via het internet per elektronische post
bereikbaar is.
|
2. Personeelsgegevens
Gegevens over personeel worden door DUO verzameld op het niveau van arbeidsrelaties,
op het niveau van de scholen en op het niveau van de bevoegde gezagsorganen. Gegevens
op het niveau van de arbeidsrelaties worden vastgelegd in de database Onderwijspersoneel
(OWP). Voor het beleid van OCW – en in het bijzonder het arbeidsmarktbeleid voor de
sector Onderwijs – is het van belang dat landelijke ontwikkelingen kunnen worden gevolgd.
De personele gegevens hebben betrekking op:
-
• de persoon
-
• de arbeidsrelatie, de functie en betrekkingsomvang
-
• de hoogte en samenstelling van het salaris en de loonkosten
-
• de perioden van verlof
-
• gegevens met betrekking tot de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA-gegevens)
-
• gegevens voor het lerarenregister en het registervoorportaal
Onderscheid wordt gemaakt tussen:
-
• gegevens te leveren op het niveau van de afzonderlijke arbeidsrelaties van een individueel
persoon
-
• gegevens te leveren op het niveau van de afzonderlijke scholen
-
• gegevens te leveren op het niveau van de bevoegde gezagsorganen
Gegevens te leveren op het niveau van de arbeidsrelaties
Deze gegevens worden opgenomen in OWP. De gegevens betreffen alle arbeidsrelaties
die in de peilmaand bestaan tussen een persoon en een bevoegd gezag en de kenmerken
van de personen die deze arbeidsrelaties hebben. Indien een persoon meer dan één arbeidsrelatie
heeft met hetzelfde bevoegd gezag, dan dienen de gegevens van elke arbeidsrelatie
apart te worden vermeld.
De gegevens worden per onderdeel weergegeven, maar de levering bestaat uit één geïntegreerd
bestand. In overleg met DUO kan hiervan afgeweken worden zolang de gegevens uit de
verschillende onderdelen eenduidig met elkaar te koppelen zijn.
Naast maandgegevens dienen ook over een kalenderjaar per persoon en arbeidsrelatie
de geaggregeerde persoons- en arbeidsrelatiegegevens geleverd te worden. Het betreft
de gegevens per persoon en arbeidsrelatie gesommeerd over een kalenderjaar (peiljaar).
Gegevens te leveren op het niveau van de bevoegde gezagsorganen
Elk bevoegd gezag dient gegevens te leveren over het (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt
raken van personeelsleden en de instroom in de regeling Werkhervatting gedeeltelijk
arbeidsgeschikten (WGA). De WGA is onderdeel van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
(WIA). De WIA bestaat, naast de WGA bij kortdurend verzuim en bij uitzicht op herstel,
uit de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) als er geen uitzicht
(of zeer kleine kans) op herstel is.
2.1. De personeelsgegevens
2.1.1 Onderdeel Persoon
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/toelichting
|
|
1
|
burgerservicenummer
|
nummer van 9 cijfers (N9)
|
Artikel 103a1
|
Burgerservicenummer als bedoeld in de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
Het burgerservicenummer dient om een persoon uniek te identificeren binnen de totale
set van personele gegevens die door de gegevensleverancier wordt aangeleverd.
|
|
2
|
code salarisadministratie
|
1 cijfer (N6)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Een code die aanduidt uit welke salarisadministratie de gegevens afkomstig zijn. De
codes zijn:
1 ADP
2 Raet ECS
3 Centric
4 Merces
5 Raet
6 Unit 4
7 Centric/MAGMA IT
8 Helder Onderwijs
9 Metrium
10 Vizyr
11 AFAS
12 eMerus
99 Overig
|
|
3
|
peilmaand
|
JJJJMM (N6)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Jaar plus de maand in dat jaar waarop de gegevenslevering betrekking heeft.
|
|
4
|
extractiedatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Datum waarop de gegevens uit een database van de leverancier zijn gehaald.
|
|
5
|
geslacht
|
1 letter (A1)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De sekse van het personeelslid, zoals vastgelegd bij de burgerlijke stand: een aanduiding
die aangeeft dat de ingeschrevene een man of een vrouw is, of dat het geslacht (nog)
onbekend is. De codes zijn:
M Man
V Vrouw
O Onbekend
|
|
6
|
geboortedatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De datum waarop het personeelslid is geboren.
|
|
93
|
bevoegdheid
|
Code (N2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Code voor behaalde of verkregen bevoegdheid van een persoon voor het geven van les
in een bepaald vak, incl. opleiding(en) en het jaartal van het behalen van de bevoegdheid.
|
|
94
|
leseenheden per graadsector en per vak
|
1 cijfer, 1 letter, 3 cijfers, 2 cijfers, 2 cijfers (N1, A1 + N3, N2 +N2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het aantal leseenheden per graadsector per vak dat in een nader te bepalen week door
een persoon gegeven is. Opbouw van het formaat is: graadsector (N1), vakcode (A1 +
N3), leseenheden en lesduur (N2 + N2).
|
2.1.2 Onderdeel Arbeidsrelatie
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/toelichting
|
|
7
|
burgerservicenummer
|
nummer van 9 cijfers (N9)
|
Artikel 103a1
|
Burgerservicenummer als bedoeld in de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
Het burgerservicenummer dient om een persoon uniek te identificeren binnen de totale
set van personele gegevens die door de gegevensleverancier wordt aangeleverd.
|
|
8
|
code salarisadministratie
|
1 cijfer (N6)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Een code die aanduidt uit welke salarisadministratie de gegevens afkomstig zijn. De
codes zijn:
1 ADP
2 Raet ECS
3 Centric
4 Merces
5 Raet
6 Unit 4
7 Centric/MAGMA IT
8 Helder Onderwijs
9 Metrium
10 Vizyr
11 AFAS
12 eMerus
99 Overig
|
|
9
|
peilmaand
|
JJJJMM (N6)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Jaar plus de maand in dat jaar waarop de gegevenslevering betrekking heeft.
|
|
10
|
extractiedatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Datum waarop de gegevens uit een database van de leverancier zijn gehaald.
|
|
11
|
bovenschoolse functie
|
J/N (A1)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De aanduiding per arbeidsrelatie of de functie wordt vervuld ten behoeve van meerdere
BRIN-nummers.
|
|
12
|
organisatienummer bevoegd gezag
|
5 cijfers (N5)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het door de Minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag.
|
|
13
|
organisatienummer school
|
2 cijfers, 2 letters (A4)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het door de Minister toegekende nummer van de school, voor koppeling naar de school
van de arbeidsrelatie.
|
|
14
|
volgnummer
|
(N10)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Volgnummer dat samen met het burgerservicenummer, de code salarisadministratie en
school de arbeidsrelatie uniek identificeert.
|
|
15
|
begindatum arbeidsrelatie
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De begindatum van de arbeidsrelatie.
|
|
16
|
mutatiedatum arbeidsrelatie
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Datum waarop de verandering is opgetreden in een bestaande arbeidsrelatie. Moet worden
gebruikt in het jaarbestand als de verandering niet leidt tot een beëindiging van
deze arbeidsrelatie en het begin van een nieuwe.
|
|
17
|
aard arbeidsrelatie
|
1 cijfer (N2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De aanduiding of de aanstelling of benoeming tijdelijk is of van onbepaalde duur.
Waarden:
1 vast
2 tijdelijk
3 vervanging
4 tewerkstelling zonder aanstelling
|
|
18
|
einddatum arbeidsrelatie
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De einddatum van de arbeidsrelatie.
|
|
19
|
betrekkingsomvang
|
getal met 4 decimalen (N8,4)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De omvang van de arbeidsrelatie uitgedrukt in voltijds equivalenten (fte), met een
nauwkeurigheid van vier decimalen, waarbij één fte gelijk is aan een normbetrekking.
|
|
20
|
BAPO-omvang
|
getal met 4 decimalen (N8,4)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het deel van de betrekkingsomvang van de arbeidsrelatie dat bestemd is voor de Bevordering
Arbeidsparticipatie Ouderen, uitgedrukt in voltijdsequivalenten (fte) met een nauwkeurigheid
van vier decimalen.
|
|
21
|
functieschaal
|
code van maximaal 4 posities (A4)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Aanduiding van de schaal genoemd in een van de categorieën waarvoor de betrokkene
feitelijk is benoemd. De waarden zijn vermeld in bijlage 1 bij het Kaderbesluit rechtspositie
VO zoals deze luidde op 30-06-2007 aangevuld met waarden uit de meest recente CAO
VO, resp. CAO bestuurders. Waarden kunnen in ieder geval variëren als volgt:
01 t/m 18,
LA, LB, LC, LD, LE, B1, B2, B3, B4, B5
AA, AB, AC, AD, AE
DA, DB, DC, DD, DE
LIOA, LIOB, LIO
ID1, ID2, ID3
|
|
22
|
brutosalaris bij normbetrekking
|
bedrag in € met 2 decimalen (N12,2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het persoonlijke salarisbedrag dat geldt bij een betrekkingsomvang van 1 fte (de omvang
van een normbetrekking) zoals vermeld in de CAO VO, resp. CAO bestuurders en berekend
op basis van de feitelijke betrekkingsomvang en de aanstellingsperiode in de peilmaand.
|
|
23
|
salarisschaal
|
code van 2 posities (A4)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De persoonlijke salarisschaal (functie- of garantieschaal). Is in combinatie met het
salarisnummer de grondslag voor de vaststelling van het brutosalaris bij normbetrekking.
De waarden zijn vermeld in bijlage 1 bij het Kaderbesluit rechtspositie VO zoals deze
luidde op 30-06-2007 aangevuld met waarden uit de meest recente CAO VO, resp. CAO
bestuurders.
Waarden kunnen in ieder geval variëren als volgt:
01 t/m 18,
LA, LB, LC, LD, LE, B1, B2, B3, B4, B5
AA, AB, AC, AD, AE
DA, DB, DC, DD, DE
LIOA, LIOB, LIO
ID1, ID2, ID3
|
|
24
|
salarisnummer
|
nummer van 2 posities (N2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het salarisnummer behorende bij de persoonlijke salarisschaal, zoals vermeld in het
kaderbesluit rechtspositie VO, recente CAO VO en CAO bestuurders. Is in combinatie
met de salarisschaal de grondslag voor de berekening van het brutoloon. Waarden: 01
t/m 20, 91,92,93, J15 t/m J22 (jeugd), U14 t/m U18 (uitloop), AT1, AT2 (instroom-/doorstroombanen).
|
|
25
|
eindenummer
|
nummer van 2 posities (N2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het nummer van de salarisschaal dat maximaal bereikt kan worden bij de betrokken school.
|
|
26
|
functiecategorie
|
code (N2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De toedeling van de functie in een van de in paragraaf 2.3 onderscheiden categorieën.
|
|
28
|
financieringsbron
|
1 cijfer (N2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De aanduiding ten laste van welke financieringsbron de kosten van de arbeidsrelatie
worden gebracht. Codes zijn:
1. reguliere personele en materiële lumpsumbekostiging en/of andere door OCW verstrekte
middelen, zoals ondersteuningsbekostiging, leerplusarrangement etc.
2. niet van belang in vo
3. Loonkostensubsidie, verstrekt op grond van een regeling om de arbeidsparticipatie
van langdurig werklozen, arbeidsgehandicapten e.d. te bevorderen, bijv. op grond van
de Wet werk en bijstand
4. Overige middelen
5. Vergoedingen door het Risicofonds
|
|
90
|
vervanger
|
J/N (A1)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De aanduiding per arbeidsrelatie of de functie wordt vervuld ter vervanging van een
ander personeelslid bij ziekte of ander verzuim.
|
|
92
|
gesubsidieerde baan
|
J/N (A1)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De aanduiding per arbeidsrelatie of voor de vervulling van de functie een loonkostensubsidie
wordt ontvangen of dat de functie is gecreëerd in het kader van een regeling (of o.b.v.
Wet werk en bijstand) om langdurig werklozen of andere kansarmen op de arbeidsmarkt
aan betaalde arbeid te helpen.
|
2.1.3 Onderdeel Loon, toelagen en kortingen
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/toelichting
|
|
29
|
burgerservicenummer
|
nummer van 9 cijfers (N9)
|
Artikel 103a1
|
Burgerservicenummer als bedoeld in de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
Het burgerservicenummerdient om een persoon uniek te identificeren binnen de totale
set van personele gegevens die door de gegevensleverancier wordt aangeleverd.
|
|
30
|
code salarisadministratie
|
1 cijfer (N6)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Een code die aanduidt uit welke salarisadministratie de gegevens afkomstig zijn. De
codes zijn:
1 ADP
2 Raet ECS
3 Centric
4 Merces
5 Raet
6 Unit 4
7 Centric/MAGMA IT
8 Helder Onderwijs
9 Metrium
10 Vizyr
11 AFAS
12 eMerus
99 Overig
|
|
31
|
organisatienummer bevoegd gezag
|
5 cijfers (N5)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het door de Minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag.
|
|
32
|
organisatienummer school
|
2 cijfers, 2 letters (A4)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het door de Minister toegekende nummer van de school, voor koppeling naar de school
van de arbeidsrelatie.
|
|
33
|
volgnummer
|
(N10)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Volgnummer dat samen met het burgerservicenummer, de code salarisadministratie en
school de arbeidsrelatie uniek identificeert.
|
|
34
|
peilmaand
|
JJJJMM (N6)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Jaar plus de maand in dat jaar waarop de gegevenslevering betrekking heeft.
|
|
35
|
extractiedatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Datum waarop de gegevens uit een database van de leverancier zijn gehaald.
|
|
36
|
loon, toelage of korting
|
bedrag in € met 2 decimalen (N12,2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het bedrag dat als salaris of als toelage bij het salaris is uitgekeerd of als korting
op het salaris in mindering is gebracht.
|
|
37
|
soort loon, toelage of korting
|
getal van 4 cijfers (N5)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De indicatie van het soort loon, toelage of korting zoals in paragraaf 2.3 is gespecificeerd.
|
|
38
|
maand waarop betrekking
|
JJJJMM (N6)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Jaar en de maand waarop het loon, de toelage of korting betrekking heeft (OWP: boekperiode).
|
2.1.4 Onderdeel Verlofgegevens (waaronder ziekteverlof)
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/toelichting
|
|
39
|
burgerservicenummer
|
nummer van 9 cijfers (N9)
|
Artikel 103a1
|
Burgerservicenummer als bedoeld in de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
Het burgerservicenummer dient om een persoon uniek te identificeren binnen de totale
set van personele gegevens die door de gegevensleverancier wordt aangeleverd.
|
|
40
|
code salarisadministratie
|
1 cijfer (N6)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Een code die aanduidt uit welke salarisadministratie de gegevens afkomstig zijn. De
codes zijn:
1 ADP
2 Raet ECS
3 Centric
4 Merces
5 Raet
6 Unit 4
7 Centric/MAGMA IT
8 Helder Onderwijs
9 Metrium
10 Vizyr
11 AFAS
12 eMerus
99 Overig
|
|
41
|
organisatienummer bevoegd gezag
|
5 cijfers (N5)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het door de Minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag.
|
|
42
|
organisatienummer school
|
2 cijfers, 2 letters (A4)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Het door de Minister toegekende nummer van de school, voor koppeling naar de school
van de arbeidsrelatie.
|
|
43
|
volgnummer
|
(N10)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Volgnummer dat samen met het burgerservicenummer, de code salarisadministratie en
school de arbeidsrelatie uniek identificeert.
|
|
44
|
extractiedatum
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
Datum waarop de gegevens uit een database van de leverancier zijn gehaald.
|
|
45
|
begindatum verlof
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De begindatum van de verlofperiode.
|
|
46
|
einddatum verlof
|
JJJJMMDD (N8)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De einddatum van de verlofperiode.
|
|
47
|
omvang verlof
|
getal met 2 decimalen (N6,2)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De omvang van het verlof gedurende de verlofperiode, uitgedrukt in voltijds equivalenten
(fte) met een nauwkeurigheid van 2 decimalen.
|
|
48
|
soort verlof
|
getal van 3 cijfers (N3)
|
Artikel 103a en 103a1
|
De aanduiding van de reden of doel van het verzuim of verlof. Waarden:
01 onbetaald ouderschapsverlof
02 betaald ouderschapsverlof
03 ziekteverlof
04 zwangerschaps- en bevallingsverlof
05 scholingsverlof
06 levensloopverlof
07 overig verlof, niet zijnde vakantie-, feest- of snipperdagen
|
2.1.5 Onderdeel WIA
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Grondslag in WVO
|
Definitie/toelichting
|
|
61
|
organisatienummer bevoegd gezag
|
bevoegd gezagnummer (N5)
|
artikel 103a1
|
het door de Minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag.
|
|
62
|
peiljaar
|
jaar (N4)
|
artikel 103a1
|
kalenderjaar waarop de gegevens over de WIA betrekking hebben.
|
|
63
|
aantal personen 1 tot 35% arbeidsongeschikt
|
getal van 5 posities (N5)
|
artikel 103a1
|
het aantal personen dat in de loop van een kalenderjaar minder dan 35% arbeidsongeschikt
is verklaard.
|
|
64
|
behoud 35min
|
getal van 5 posities (N5)
|
artikel 103a1
|
het aantal personen dat in de loop van een kalenderjaar minder dan 35% arbeidsongeschikt
is verklaard en dat bij het bevoegd gezag in dienst is gebleven in de oude functie
of in een andere functie.
|
|
65
|
uitplaatsing 35min
|
getal van 5 posities (N5)
|
artikel 103a1
|
het aantal personen dat in de loop van een kalenderjaar minder dan 35% arbeidsongeschikt
is verklaard en dat bij een andere werkgever in dienst is getreden.
|
|
66
|
instroom WGA
|
getal van 5 posities (N5)
|
artikel 103a1
|
het aantal personen aan wie in de loop van een kalenderjaar voor het eerst een uitkering
op grond van de WGA is toegekend.
|
|
67
|
behoud WGA
|
getal van 5 posities (N5)
|
artikel 103a1
|
het aantal personen aan wie in de loop van een kalenderjaar voor het eerst een uitkering
op grond van de WGA is toegekend en dat bij het bevoegd gezag in dienst is gebleven
in de oude functie of in een andere functie.
|
2.1.6 Onderdeel Lerarenregister en registervoorportaal
|
nr
|
veld
|
formaat
|
Definitie/toelichting
|
|
68
|
burgerservicenummer
|
nummer van 9 cijfers (N9)
|
Burgerservicenummer als bedoeld in de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
Het burgerservicenummer dient om een persoon uniek te identificeren binnen de totale
set van personele gegevens die door de gegevensleverancier wordt aangeleverd.
|
|
69
|
code administratie
|
nummer van maximaal 6 cijfers (N6)
|
Een code die aanduidt uit welke administratie de gegevens afkomstig zijn.
|
|
70
|
geslacht
|
code van 1 letter (A1)
|
De sekse van het personeelslid, zoals vastgelegd bij de burgerlijke stand: een aanduiding
die aangeeft dat de ingeschrevene een man of een vrouw is, of dat het geslacht (nog)
onbekend is. De codes zijn:
M Man
V Vrouw
O Onbekend
|
|
71
|
geboortedatum
|
getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)
|
De datum waarop het personeelslid is geboren.
|
|
72
|
organisatienummer bevoegd gezag
|
nummer van 5 cijfers (N5)
|
Het door de Minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag.
|
|
73
|
organisatienummer school
|
code van 2 cijfers, 2 letters (A4)
|
Het door de Minister toegekende nummer van de school, voor koppeling naar de school
van de arbeidsrelatie.
|
|
74
|
organisatievolgnummer school
|
nummer van maximaal 10 cijfers (N10)
|
Volgnummer dat samen met het burgerservicenummer, de code salarisadministratie en
school de arbeidsrelatie uniek identificeert.
|
|
75
|
begindatum arbeidsovereenkomst
|
getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)
|
De begindatum van de arbeidsrelatie.
|
|
76
|
Einddatum arbeidsovereenkomst
|
getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)
|
De einddatum van de arbeidsrelatie.
|
|
77
|
Naam
|
|
De achternaam van de leraar en eventueel toevoeging.
|
|
78
|
voornaam
|
|
De voornamen van de leraar.
|
|
80
|
adresregelbuitenland1
|
|
Alleen gebruiken bij een buitenlands adres.
|
|
81
|
adresregelbuitenland2
|
|
Alleen gebruiken bij buitenlands adres.
|
|
82
|
adresregelbuitenland3
|
|
Alleen gebruiken bij buitenlands adres.
|
|
83
|
landcode
|
|
De landcode zoals deze ook door het BRP wordt gebruikt. Alleen nodig bij een buitenlands
adres.
|
|
86
|
benoemingsgrondslag
|
|
Het artikel(lid) van de WVO op grond waarvan de leraar is benoemd.
|
|
87
|
onderwijs waarvoor is benoemd
|
|
In geval de benoemingsgrondslag leidt tot opname in het registervoorportaal: het soort
onderwijs waarvoor de leraar is benoemd maar (nog) niet over het bewijs beschikt dat
is voldaan aan de bekwaamheidseisen.
|
|
88
|
begindatum benoeming
|
getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)
|
De begindatum van de benoeming.
|
|
89
|
einddatum benoeming
|
getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)
|
De einddatum van de benoeming.
|
De categorieën van de benoemingsgrondslag zijn op grond van de Wet op het voortgezet
onderwijs:
| |
Formele basis
|
Aanduiding
|
|
Lerarenregister
(Artikel 41a)
|
Artikel 33, eerste lid, onderdeel b, onder 1
|
WHW-getuigschrift1
|
| |
Artikel 33, eerste lid, onderdeel b, onder 2
|
Erkende EU-kwalificatie
|
| |
Artikel 33, lid 1a
|
Educatieve minor
|
| |
Artikel 33, lid 1b
|
Pabo in het praktijkonderwijs
|
| |
Artikel 33, tweede lid
|
Ministeriële ontheffing
|
| |
Artikel 33, zestiende lid
|
Ministeriële verklaring
|
| |
Artikel 33a
|
Ministeriële bevoegdheid
|
| |
Artikel 33b
|
Geschiktheidsverklaring WEB igv entreeopleiding
|
|
Registervoorportaal
(Artikel 41q)
|
Artikel 33, eerste lid, onderdeel b, onder 3 juncto artikel 118k
|
Geschiktheidsverklaring
|
| |
Artikel 33, derde lid
|
Tijdelijke vervanging/vacatures
|
| |
Artikel 33, vierde lid
|
Overige gronden
|
| |
Artikel 33, vijfde lid, onderdeel c, onder 2
|
Geschikt bevonden leraar
|
| |
Artikel 33, negende lid en twaalfde lid
|
LIO-er
|
| |
Artikel 41t
|
Overgangsrecht LR/RVP
|
| |
Artikel 35a jo. artikel 3.1 Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel
|
Tijdelijk onbevoegd in bovenbouw vho
|
X Noot
1Dit is met inbegrip van het overgangsrecht o.b.v. artikel XI Wet BIO (Stb. 2004, 344; inwtr. Per 1 augustus 2008, Stb. 2005, 672) alsook de Overgangsregeling leraren lom en mlk van 5 oktober 1998.
In het geval dat de benoemingsgrondslag leidt tot opname van de leraar in het registervoorportaal,
levert het bevoegd gezag tevens aan: het onderwijs waarvoor de leraar is benoemd.
Dit onderwijs wordt aangegeven in termen van ten minste een van de vakken of vakgebieden,
genoemd in hoofdstuk III, paragraaf 3, van het Inrichtingsbesluit WVO, daaronder tevens
begrepen het onderwijs dat wordt aangeboden teneinde leerlingen in staat te stellen
te voldoen aan het relevante referentieniveau rekenen.
2.2. Inhoudelijke uitwerking gegevenslevering
Over de sectoren heen dienen begrippen zoveel mogelijk op dezelfde wijze geïnterpreteerd
te worden. Daarom wordt er naar gestreefd de begripsbepalingen m.b.t. de op te vragen
gegevens, binnen de onderscheiden sectoren po, vo en mbo, zo veel als mogelijk op
elkaar af stemmen.
Ten behoeve van de gegevensleveringen moet onderscheid gemaakt worden tussen aanstellingen
of benoemingen enerzijds en arbeidsrelaties anderzijds. In het vervolg worden alleen
de termen benoemen, benoemde en benoeming(en) gebruikt. Voor het openbaar onderwijs
dient hiervoor aanstellen, aangestelde resp. aanstelling(en) gelezen te worden.
In deze regeling is een arbeidsrelatie een unieke combinatie van school, persoon,
functie en aard dienstverband.
In een aantal situaties kan er één akte van benoeming zijn, terwijl er voor de gegevensleveringen
meer dan één arbeidsrelatie tussen een bevoegd gezag en een persoon moet worden onderscheiden.
Dat betreft de onderstaande situaties:
Een bevoegd gezag kan een persoon benoemen om bij één school of bij meer scholen werkzaam
te zijn. Als er sprake is van een benoeming waarbij de benoemde bij meer dan één school
van een bevoegd gezag werkzaam is, dan is er in het kader van dit programma van eisen
sprake van meer dan één arbeidsrelatie. Dit ongeacht of er voor de werkzaamheden aan
de verschillende scholen één dan wel verschillende aktes van benoeming zijn opgemaakt.
Er moeten ten minste evenveel arbeidsrelaties worden onderscheiden als het aantal
scholen waar een persoon werkzaam is. De gegevens die geleverd moeten worden, moeten
voor elke arbeidsrelatie afzonderlijk worden geregistreerd en geleverd.
Ook als een persoon tegelijk werkzaam is in verschillende functies, moeten verschillende
arbeidsrelaties worden onderscheiden. Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand tegelijk
werkzaam is als leerkracht en als adjunct-directeur. De gegevens moeten voor elk van
beide functies apart worden geregistreerd en worden geleverd, ook als de persoon deze
functies bij één school uitoefent.
Een verandering van functie leidt voor de gegevensleveringen altijd tot beëindiging
van de arbeidsrelatie die betrekking heeft op de oude functie en het begin van een
nieuwe arbeidsrelatie voor de nieuwe functie.
Voor de gegevensleveringen leidt een verandering van de betrekkingsomvang er in de
regel niet toe dat een arbeidsrelatie ophoudt te bestaan; er ontstaat bijgevolg ook
geen nieuwe arbeidsrelatie. Deze verandering wordt beschouwd als een verandering binnen
de bestaande arbeidsrelatie. Hierop is één uitzondering: verandering van de betrekkingsomvang
in verband met vervanging. Als de betrekkingsomvang van een bestaande arbeidsrelatie
(tijdelijk) wordt vergroot omdat de persoon een afwezige collega vervangt, dan moet
deze uitbreiding als een nieuwe arbeidsrelatie geregistreerd worden.
Deze nieuwe arbeidsrelatie eindigt op het moment waarop de tijdelijke uitbreiding
van de betrekkingsomvang geheel vervalt. De reden om deze uitbreiding van de betrekkingsomvang
apart te registreren is dat inzicht nodig is de omvang van de vervanging en dubbeltellingen
bij het bepalen van de werkende formatie te voorkomen.
Bij een verandering van het soort verlof wordt een lopende verlofperiode beëindigd
en begint een nieuwe verlofperiode.
Bij een verandering van de omvang van het verlof (bijvoorbeeld bij het gedeeltelijk
hervatten van werkzaamheden bij ziekte) wordt de lopende verlofperiode beëindigd en
begint een nieuwe verlofperiode.
Als begindatum wordt geleverd de eerste kalenderdag waarop de situatie van de regel
van toepassing is.
Als einddatum wordt geleverd de laatste kalenderdag waarop de situatie van de regel
van toepassing is.
Bevoegdheid wordt bepaald op basis van de criteria zoals genoemd in de wet (WPO, WVO,
WEB, Wet BIO). In relatie tot de bevoegdheid tot lesgeven worden in ieder geval de
volgende categorieën onderwijsgevend personeel onderscheiden:
In het streven de administratieve lasten voor de bevoegde gezagsorganen zoveel mogelijk
te beperken, benut OCW bij de Integrale Personeelstelling Onderwijs (kortweg IPTO)
mogelijkheden om gegevens direct uit bestaande (basis)registraties te halen. Zodoende
wordt bijvoorbeeld het Centraal Register Inschrijvingen Hoger onderwijs (CRIHO) benut
voor de bepaling van bevoegdheden.
In het streven de administratieve lasten voor de bevoegde gezagsorganen te beperken
wordt informatie over gegeven vakken zoveel mogelijk verzameld uit elektronische roosterpakketten.
De extractiedatum is de datum waarop de gegevens uit de database of databases zijn
gehaald. Als gegevens uit verschillende databases moeten worden gehaald, bestaat het
risico dat de gegevens uit de verschillende databases niet op elkaar aansluiten (in
elke database zullen voortdurend mutaties worden aangebracht). Om dit risico zo klein
mogelijk te maken, zullen de eerste en de laatste extractiedatum van de gegevens over
de dezelfde peilmaand niet meer dan één week uit elkaar mogen liggen, tenzij de consistentie
aantoonbaar op een andere manier gewaarborgd wordt.
Arbeidsrelaties kunnen vanuit verschillende bronnen worden bekostigd. Belangrijk is
het onderscheid tussen:
-
1. regulier lumpsumbudget (personele en materiële bekostiging) en/of andere door OCW
verstrekte budgetten, zoals ondersteuningsbekostiging, leerplusarrangement etc.
-
2. loonkostensubsidie, verstrekt op grond van een regeling om de arbeidsparticipatie
van langdurig werklozen, arbeidsgehandicapten e.d. te bevorderen, bijv. op grond van
de Wet werk en bijstand.
-
3. door Risicofonds, middelen die een school op grond van een verzekering ontvangt van
een risicofonds in verband met (vervanging bij) ziekte of afwezigheid om andere redenen
-
4. overige middelen.
-
5. niet van belang in vo.
Indien bij een arbeidsrelatie meer dan één financieringsbron aan de orde is, dan wordt
de financieringsbron vermeld, die de grootste bijdrage levert.
In de bestanden die op een peilmaand betrekking hebben, worden de betalingen en inhoudingen
opgegeven die op die peilmaand betrekking hebben. Correcties hierop worden met een
maand terugwerkende kracht hierin verwerkt.
Betalingen die op een peilmaand, langer dan een maand terug betrekking hebben, worden
geleverd in het bestand van de peilmaand waarin deze gedaan zijn met daarbij de vermelding
op welke (eerdere) kalendermaand zij betrekking hebben. Als een dergelijke betaling
niet aan een bepaalde kalendermaand kan worden toegerekend, dan wordt het kalenderjaar
vermeld met twee volgnullen (bijvoorbeeld 200800).
Voor de sociale zekerheid worden opeenvolgende periodes van ziekteverlof als één ziektegeval
gerekend, als de tweede ziekmelding plaatsvindt binnen een periode van 4 weken na
herstel-melding van het voorgaande ziekteverlof. In de levering worden in dat geval
steeds de afzonderlijke perioden geleverd met elk en begin- en einddatum.
De jaarbestanden geven een samengevat overzicht van alle situaties die zich in de
loop van een kalenderjaar hebben voorgedaan. In het jaarbestand moeten alle terugwerkende
mutaties verwerkt worden die betrekking hebben op het peiljaar.
Net als in de maandbestanden worden de gegevens opgenomen op het niveau van de arbeidsrelatie.
Als gedurende een aaneengesloten periode de gegevens van een arbeidsrelatie niet zijn
veranderd, dan worden deze gegevens op één regel geleverd. Omdat niet alle veranderingen
leiden tot het ontstaan of beëindigen van arbeidsrelaties wordt in het jaarbestand
gebruik gemaakt van het veld mutatiedatum. Daarin wordt vastgelegd op welk moment
de wijziging feitelijk optreedt (N.B. dat is uitdrukkelijk niet de datum waarop de
wijziging in de administratie is doorgevoerd). Het veld begindatum arbeidsrelatie
verandert in dat geval niet. Bij een verandering van een doorlopende arbeidsrelatie
worden ook alle niet gewijzigde gegevens geleverd.
Vervangers kunnen een heel grillig patroon van werken – niet werken hebben. Zolang
zij incidenteel en wisselend voor korte perioden worden ingezet, kan volstaan worden
met één regel per maand. Op het moment dat er sprake is van een langere periode van
vervanging, dan dient hiervoor een afzonderlijke regel conform de andere arbeidsrelaties
te worden geleverd.
De in de tabellen 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3 van deze bijlage beschreven gegevens moeten
worden onderscheiden naar tijdvakken van één kalendermaand: de peilmaand.
Voor de arbeidsrelaties die op de 1e kalenderdag van de peilmaand bestaan, worden
de gegevens geleverd naar de stand op de 1e kalenderdag (de peildatum). Voor arbeidsrelaties
die in de loop van de peilmaand ontstaan, worden de gegevens geleverd naar de stand
van de 1e kalenderdag waarop de arbeidsrelatie is ingegaan.
Voor de werktijdfactor en de BAPOfactor wordt steeds de gewogen gemiddelde omvang
over de peilmaand geleverd.
Een deel van de gegevens over een peilmaand wordt in de regel pas enige tijd na het
eind van die peilmaand administratief verwerkt. Gegevens die binnen een kalendermaand
na afloop van de peilmaand worden verwerkt en van invloed zijn op de situatie in de
peilmaand, moeten ook in de gegevenslevering over de peilmaand zijn verwerkt (een
maand terugwerkende kracht mutaties). De over de peilmaand januari te leveren gegevens
moeten dus de situatie van januari weergegeven zoals die op basis van de op 1 april
beschikbare informatie hoort te zijn. Gegevens die later dan een kalendermaand na
het einde van de peilmaand beschikbaar komen, worden niet in deze gegevensleveringen
verwerkt.
De manier van verwerken van terugwerkende kracht mutaties is vooral van belang voor
de levering van de gegevens over loon, toelagen en kortingen. OCW en DUO hanteren
hierbij het loon-over-principe. Alle correcties die na afloop van een peilmaand plaatsvinden
op de financiële gegevens van die peilmaand moeten verwerkt worden in de te leveren
gegevens over de peilmaand.
Deze vormen van verlof worden niet geleverd, ook niet als onderdeel van de categorie
overig verlof.
Als iemand wordt benoemd als tijdelijke vervanging van een personeelslid dat afwezig
is, wordt dit aangegeven door bij de aard arbeidsrelatie de code 3 te vermelden.
Omdat een persoon bij hetzelfde bevoegde gezag meer dan één arbeidsrelatie kan hebben
(gelijktijdig of volgtijdelijk), wordt er een volgnummer geleverd. Dit volgnummer
is nodig om de gegevens uit verschillende leveringen steeds aan de juiste arbeidsrelatie
te kunnen verbinden.
Schoolbesturen geven aan wat de benoemingsgrondslag is voor toedeling van de gegevens
van leraren in het systeem voor respectievelijk het lerarenregister en registervoorportaal.
Het bevoegd gezag geeft voor elke leraar aan op grond van welk artikellid uit de onderwijswet
deze leraar is benoemd.
2.3. Specificatie
Functiecategorie
De typering van de functie vindt plaats aan de hand van toedeling aan één van de volgende
categorieën:
Leidinggevenden die integraal (eind) verantwoordelijk zijn over de (algehele) onderwijsinstelling.
(bv schoolbestuur, directeuren, schoolleiders).
|
Code
|
betekenis
|
|
1
|
Bestuurslid, lid college van bestuur
|
|
2
|
(Bovenschoolse) directeur
|
|
3
|
Adjunct- of waarnemend directeur
|
|
4
|
Overig management in directie en bestuur
|
Personeel dat (al dan niet functioneel) de leiding heeft over onderdelen/afdelingen
binnen een onderwijsinstelling.
|
Code
|
betekenis
|
|
5
|
Staffunctionaris (bv hoofd facilitaire dienstverlening)
|
|
6
|
Onderwijscoördinator (bv teamcoördinator/voorzitter sectie Engels)
|
|
7
|
Overig midden management
|
Benoembaar/bekwaam onderwijspersoneel dat in direct contact met de leerling/deelnemer
onderwijs verzorgt dat systematisch en planmatig die leerling/deelnemer ondersteunt
bij de verwerving van kennis, (inzicht) en vaardigheden.
|
Code
|
betekenis
|
|
8
|
Groepsleerkracht (incl. remedial teacher)
|
|
9
|
Vakleraar
|
|
10
|
Leraar in opleiding
|
|
11
|
Overig onderwijzend personeel
|
Het personeel dat onder verantwoordelijkheid van de leraar bijdraagt aan de verzorging
van het onderwijs door lesondersteunende activiteiten.
|
Code
|
betekenis
|
|
12
|
Assisterende functies (bv (technisch) onderwijsassistent, docentassistent, lokaalassistent,
klassenassistent)
|
|
13
|
Therapeutische en zorgfuncties (bv psychologisch medewerker, logopedist, orthopedagoog,
fysiotherapeut, schoolmaatschappelijk werker)
|
|
14
|
Instructeur
|
|
15
|
Overig onderwijsondersteunend personeel
|
Het ondersteunend personeel exclusief het managementpersoneel dat niet direct betrokken
is bij het primaire proces (het in direct contact met de leerling/deelnemer onderwijs
verzorgen dat systematisch en planmatig die leerling/deelnemer ondersteunt bij de
verwerving van kennis, (inzicht) en vaardigheden).
|
Code
|
betekenis
|
|
16
|
Beheerfuncties (vb. conciërge, schoonmaker, beheerder/ICT)
|
|
17
|
Administratieve functies (vb. personeelszaken, leerlingenadministratie)
|
|
18
|
Overig beheer- en administratief personeel
|
Soort loon, toelage of korting
In het overzicht dat bij dit onderdeel staat vermeld, wordt een groot aantal zaken
opgesomd dat deel uitmaakt van het bruto-netto systeem (werknemerskant) en de werkgeverslasten.
Een aantal specifieke toelagen wordt genoemd, zoals de toelage arbeidsmarkt en de
functioneringstoelage. Naast deze specifieke toelagen bestaan ook andere toelagen,
zoals de toelage onregelmatige dienst en de toelage onkostenvergoeding. Al deze toelagen
kunnen worden ondergebracht bij: toelagen overig.
|
Code
|
betekenis
|
|
100
|
Brutoloon (zie toelichting)
|
|
200
|
Vakantie-uitkering
|
|
410
|
Bindingstoelage
|
|
415
|
Uitlooptoeslag
|
|
417
|
Inkomenstoelage
|
|
418
|
Structurele eindejaarsuitkering
|
|
420
|
Bruto toelagen: eenmalige uitkering
|
|
430
|
Bruto toelagen i.v.m. scholing
|
|
440
|
Bruto functioneringstoelagen
|
|
460
|
Bruto toelagen arbeidsmarkt
|
|
490
|
Bruto toelagen overig
|
|
510
|
Netto toelagen i.v.m. scholing
|
|
540
|
Netto toelagen gratificaties
|
|
600
|
Netto toelagen overig
|
|
900
|
Werkgeversaandeel premie OP/NP
|
|
1000
|
Werkgeversaandeel premie AAOP
|
|
1050
|
Werkgeversaandeel Overgangspremie
|
|
1200
|
Premie WAO/WIA basispremie (Aof)
|
|
1210
|
Premie WAO/WIA gemiddeld (Aok)
|
|
1220
|
Premie Werkhervattingskas (WhK) (voorheen premie WGA, deze premie is m.i.v. 1 januari
2014 vervallen)
|
|
1300
|
Premie participatiefonds
|
|
1400
|
Premie vervangingsverzekering/verzuimverzekering
|
|
1500
|
Pseudopremie WW
|
|
1600
|
Bruto kortingen overig
|
|
1700
|
Overige fiscale (eind)heffingen en kortingen
|
|
1800
|
Loonkosten
|
|
1900
|
Heffingsgrondslag (voorheen Sociaal coördinatieloon SVW)
|
|
2300
|
Spaarloon (periode)
|
|
2310
|
Levensloopregeling (periode) werknemersdeel
|
|
2320
|
Levensloopregeling periode werkgeversbijdrage
|
|
2500
|
Afdracht premie OP/NP
|
|
2600
|
Afdracht premie AAOP
|
|
2700
|
Afdracht premie Overgangspremie
|
|
3100
|
Bruto korting ouderenregeling/BAPO
|
|
3110
|
Bruto korting ouderschapsverlof
|
|
3120
|
Bruto korting wegens arbeidsongeschiktheid
|
|
3200
|
Bruto eindejaarsuitkering OOP
|
|
3600
|
UFO-premie
|
|
3800
|
Werkgeversbijdrage zorgverzekeringswet
|
|
3850
|
Werkgeversheffing zorgverzekeringswet
|
BIJLAGE 5, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 17 VAN DE REGELING INFORMATIEVOORZIENING WVO
Wijze van beschikbaarstelling van gegevens
In deze bijlage worden voorschriften gegeven omtrent de wijze van beschikbaarstelling
van de gegevens die bevoegde gezagsorganen, krachtens de artikelen 103a en artikel
103a1 van de WVO, verplicht zijn om aan de overheid te leveren.
Toelichting
Voor het bekostigen van scholen, voor toezicht en voor het maken en evalueren van
beleid zijn gegevens nodig van scholen en het bevoegd gezag van scholen. Deze gegevens
zijn gespecificeerd in bijlage 4. De gegevens zijn op diverse momenten nodig, sommige
maar enkele malen per jaar, andere vaker.
De benodigde gegevens moeten door het bevoegd gezag worden geleverd. Voor steeds meer
gegevens geldt een verplichte elektronische aanlevering in een bestandsformaat met
een vooraf vastgestelde opbouw. Als gevolg hiervan is het van groot belang dat voor
alle betrokken partijen bekend is welke gegevens in welke vorm, op welke wijze en
op welk tijdstip aangeleverd moeten worden. De overheid maakt bij de gegevensverzameling
zo veel mogelijk gebruik van het principe van éénmaal bevragen, meer keren gebruiken.
Een groot deel van de gegevens (zoals organisatiegegevens) zijn reeds geregistreerd
in systemen. Deze gegevens hoeven alleen aangepast te worden wanneer zich mutaties
voordoen. Daarvoor kan men terecht op de site van DUO.
Andere gegevens worden zoveel mogelijk onttrokken aan registraties bij salarisverwerkers
of onttrokken aan de schooladministratie, zodat scholen hiervan zo gering mogelijke
last ondervinden. Wanneer dat niet mogelijk is, worden scholen met formulieren bevraagd.
De wijze van beschikbaarstelling van gegevens is verdeeld over de aanlevering van
organisatie- en van personeelsgegevens.
1. Aanlevering van organisatiegegevens
BRIN kent een papieren en een elektronische wijzigingsprocedure voor die gegevens
die in BRIN opgenomen organisaties zelf kunnen laten muteren. De papieren wijzigingsprocedure
verloopt via het BRIN-mutatieformulier dat elke organisatie in bezit heeft. Elektronische
wijzigingen zijn mogelijk via de website van DUO, na geautoriseerd inloggen op het
daartoe bestemde deel van de website.
Voor scholen gaat het wijzigen van de naam van de school of vestiging, vastleggen
van de datum opheffing, het vastleggen van fusiepartners via het BRIN-mutatieformulier.
Voor alle andere gegevens zoals denominatie of vestigingsadres geldt een aanvraagprocedure.
De gegevens worden alleen gemuteerd na goedkeuring.
Voor het bevoegd gezag worden de meeste gegevens via de Kamer van Koophandel doorgegeven.
De wijzigingen van het centraal rekeningnummer, het administratiekantoornummer en
fusie met een ander bevoegd gezag, dienen wel met het BRIN-mutatieformulier te worden
doorgegeven. Bij dit soort mutaties wordt de mutatie alleen verwerkt, indien bepaalde
(wettelijke) bescheiden zijn meegeleverd en indien daar op grond van een wettelijk
voorschrift een positief besluit over is genomen.
2. Aanlevering van personeelsgegevens
Achtereenvolgens zal in worden gegaan op de termijn voor aanlevering van de personeelsgegevens,
de wijze van aanlevering en periodieke bijstellingen.
2.1. Termijn voor aanlevering van gegevens
De gegevens genoemd in de tabellen 2.1.1 t/m 2.1.3 van bijlage 4:
dienen vier maal per jaar aan DUO te worden aangeleverd:
-
• uiterlijk 1 juli de gegevens over februari, maart en april
-
• uiterlijk 1 oktober de gegevens over mei, juni en juli
-
• uiterlijk 1 januari de gegevens over augustus, september en oktober
-
• uiterlijk 1 april de gegevens over november, december en januari.
In de te leveren gegevens moeten alle mutaties zijn verwerkt die van toepassing zijn
op de situatie op de peilmaand en die gedurende een kalendermaand na de laatste kalenderdag
van de peilmaand administratief zijn verwerkt. Gegevens die na die kalendermaand administratief
zijn verwerkt, moeten niet in de gegevenslevering worden verwerkt.
Het jaarbestand/de jaarbestanden met per kalenderjaar samengevatte gegevens uit de
tabellen 2.1.1 t/m 2.1.4 van bijlage 4
-
• onderdeel persoon;
-
• onderdeel arbeidsrelatie;
-
• onderdeel loon, toelagen en korting;
-
• onderdeel verlofgegevens;
dienen één keer per jaar geleverd te worden en wel uiterlijk op 1 april van het jaar,
volgend op het peiljaar (het jaar waarop de gegevens betrekking hebben).
De gegevens uit tabel 2.1.5 van bijlage 4 «WIA», dienen één keer per kalenderjaar
te worden geleverd aan DUO. Deze gegevens dienen geleverd te worden uiterlijk op 1 april
van het jaar, volgend op het peiljaar (het jaar waarop de gegevens betrekking hebben).
In de te leveren gegevens moeten alle mutaties zijn verwerkt die van toepassing zijn
op de situatie gedurende het peiljaar en na afloop van het peiljaar, maar voor de
extractiedatum administratief zijn verwerkt.
2.2. Wijze van aanlevering
De aanlevering van personeelsgegevens dient via de beveiligde site van DUO plaats
te vinden. Deze site is bereikbaar via het adres http://www.duo.nl/zakelijk. Om een levering van personeelsgegevens via de beveiligde site te verrichten, zijn
toegangsnaam, wachtwoord en aanvullende beveiligingsmiddelen (token) nodig. De procedure
om deze te verkrijgen staat ook vermeld op www.duo.nl/zakelijk.
De beveiligde site faciliteert bij het selecteren van bestanden, die volgens het naamformaat
in aanmerking komen om geleverd te worden. Na het versturen toont de beveiligde site
de datum plus het tijdstip waarop het bestand is ontvangen. De verdere werking van
de beveiligde site (inloggen, encrypten, etc.) staat vermeld in de gebruikershandleiding
(te vinden via www.duo.nl/zakelijk). Op werkdagen controleert DUO regelmatig of er op de beveiligde site leveringen
met personeelsgegevens zijn aangeboden. Als er een levering met personeelsgegevens
is aangetroffen, wordt deze verwerkt.
Als de verwerking is afgerond ontvangt de contactpersoon via e-mail een bericht dat
er een terugkoppeling gereed staat om opgehaald te worden van de beveiligde site.
In die terugkoppeling staat aangegeven of de levering al dan niet correct verwerkt
is en welke signalen zijn opgetreden.
Voor technische specificaties wordt verwezen naar het Memo ‘Standaardlevering personeelsgegevens
2013’ dat via de website van DUO:
https://www.duo.nl/zakelijk/voortgezet-onderwijs/softwareleveranciers/levering-personeelsgegevens.jsp
De bovenstaande procedure geldt zowel voor de bestanden over een peilmaand als voor
de bestanden over een peiljaar.
Elke levering over een peilmaand respectievelijk peiljaar dient per school de volledige
set van gegevens te omvatten:
-
• de bestanden over een peilmaand bevatten de gegevens genoemd in de tabellen 2.1.1,
2.1.2 en 2.1.3 van bijlage 4. Deze gegevens worden per onderdeel in afzonderlijke
bestanden geleverd of de gegevens in de tabellen 2.1.1 en 2.1.2 van bijlage 4 worden
geïntegreerd in één bestand en daarnaast een apart bestand met de gegevens uit tabel
2.1.3 van bijlage 4 of alle onderdelen worden geïntegreerd in één bestand;
-
• de bestanden over een peiljaar bevatten naast de gegevens genoemd in de tabellen 2.1.1,
2.1.2 en 2.1.3 ook de gegevens genoemd in tabel 2.1.4 uit bijlage 4.
2.3. Periodieke bijstellingen
De bevoegde gezagsorganen dragen zorg voor de aanlevering van de genoemde personeelsgegevens.
In het kader van eenmalig bevragen en meervoudig gebruik van gegevens zal de Minister
zoveel mogelijk gebruik maken van reeds bestaande databestanden. Zodoende worden schoolbesturen
administratief ontlast. Daarnaast hebben de besturen de mogelijkheid om gegevensleveringen
via salarisadministrateurs en/of administratiekantoren plaats te laten vinden. Geautomatiseerde
elektronische aanlevering van gegevens via salarisadministrateurs en/of administratiekantoren
is gebruikelijk en scheelt aanzienlijk in de administratieve lasten voor schoolbesturen.
Wet- en regelgeving is echter geen statisch geheel. Ook de informatiebehoeften en
informatieverzameling zijn niet statisch. Om die reden kunnen wijzigingen voor gaan
komen in de gegevensvraag of de wijze van aanlevering.
Een toename van administratieve lasten zal worden meegenomen in de overweging om gegevensleveringen
aan te passen. Deze regeling zal daarom periodiek, in het overleg met de sector, worden
geëvalueerd en geactualiseerd.
2.4. Lerarenregister en registervoorportaal
Nieuwe gegevens genoemd in tabel 2.1.6 van bijlage 4 worden maandelijks volledig en
correct door het bevoegd gezag aan de Minister aangeleverd.
Gegevens die op grond van artikel 41n, tweede lid, onder a, of artikel 41s, tweede
lid, onder a, van de wet en artikel 4c, tweede lid, van het Besluit informatievoorziening
WVO aan het bevoegd gezag worden verstrekt, betreffen alleen de gegevens die op grond
van artikel 41g, eerste lid, of artikel 41q, eerste lid, van de wet en artikel 4a,
eerste of tweede lid, van het Besluit informatievoorziening WVO door het bevoegd gezag
zijn verstrekt en niet zijn verkregen uit de basisregistratie personen.
Op de wijze van aanlevering van gegevens genoemd in tabel 2.1.6 van bijlage 4 is paragraaf
2.2 van deze bijlage van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat gegevens
niet op cd-rom worden aangeleverd.
Gegevens die een leraar op grond van artikel 41g, derde lid, van de wet verstrekt,
worden door de betreffende leraar aan de Minister verstrekt, waarbij hij het bewijsstuk
als bedoeld in de artikelen 33, eerste lid, onderdeel b, onderdelen 1 en 2, lid 1a,
lid 1b, tweede of zestiende lid, 33a of 33b, van de wet digitaal aanlevert in de vorm
van een gewaarmerkte kopie.
TOELICHTING
ALGEMENE TOELICHTING
De Regeling informatievoorziening WVO (hierna: de regeling) bevat de verplichtingen
voor structurele gegevensleveringen van bevoegde gezagsorganen in het voortgezet onderwijs
(vo) aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De kaders hiervoor zijn onder andere
vastgelegd in het Besluit informatievoorziening WVO. Met deze regeling zijn de verplichtingen
rondom informatie-uitwisseling in het vo integraal in één ministeriële regeling opgenomen,
doordat hierin ook de Regeling gegevenslevering onderwijsnummer VO en de op het voortgezet
onderwijs betrekking hebbende bepalingen uit de Regeling gebruik gegevens bron zijn
geïntegreerd.
Als gevolg van deze samenvoeging zijn, voor zover noodzakelijk, enkele technische
aanpassingen verwerkt en is een aantal aanvraagformulieren voor aanvullende bekostiging
komen te vervallen (eventueel benodigde aanvraagformulieren worden waar nodig in de
betreffende regelingen voor aanvullende bekostiging genoemd). Deze systematiek, het
onderbrengen van de gegevenslevering in een ministeriële regeling, sluit beter aan
bij de informatie-uitwisseling zoals die ook in het primair onderwijs is ingericht.
De regeling is opgebouwd uit een algemeen deel, bepalingen over het gebruik van gegevens
uit het basisregister onderwijs, de levering van inschrijvings- en examengegevens
van vo-leerlingen en de levering van organisatie- en personeelsgegevens en gegevens
voor het lerarenregister en registervoorportaal.
Administratieve lasten
Deze regeling leidt niet tot extra administratieve lasten omdat hier alleen sprake
is van herschikking en bundeling van de gegevensuitwisseling tussen bevoegde gezagsorganen
en DUO. De administratieve lasten voor schoolbesturen en leraren verbonden aan het
lerarenregister en registervoorportaal zijn al in hoofdstuk 6 van de memorie van toelichting
bij de betreffende wetswijziging (Kamerstukken II 2015/16, 34 458, nr. 3) nader onderbouwd en toegelicht.
Vaste verandermomenten en terugwerkende kracht
De regeling bevat een aantal regels voor het leveren van gegevens die tot 1 augustus
2017 waren neergelegd in het Besluit informatievoorziening WVO. Daarnaast bevat zij
regels die voorheen in andere regelingen waren opgenomen. Omdat het besluit per 1 augustus
2017 is gewijzigd,2 is het noodzakelijk om de regeling met terugwerkende kracht in werking te laten treden.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
§ 2. Gebruik gegevens uit het basisregister onderwijs
De artikelen 2 tot en met 5 betreffen de relevante artikelen uit de Regeling gebruik
gegevens bron.
§ 3. Levering inschrijvings- en examengegevens van VO-leerlingen
De artikelen 6 tot en met 14 en bijbehorende bijlagen 1, 2 en 3 hebben betrekking
op de informatieverplichtingen die voorheen in de Regeling gegevenslevering onderwijsnummer
VO waren opgenomen. Deze regeling komt hierdoor te vervallen.
De ‘volledigheidsverklaring’ zoals die was opgenomen in de Regeling gegevenslevering
onderwijsnummer VO heeft in de praktijk waarde verloren. Om de administratieve lasten
te verminderen is daarom besloten de invulling van de verklaring te schrappen. Deze
is in de huidige regeling niet meer opgenomen.
Daarnaast is artikel 11, tweede lid, inhoudelijk gewijzigd ten opzichte van de bepaling
uit artikel 6 van de Regeling gegevenslevering onderwijsnummer VO. Dat heeft met het
volgende te maken. Artikel 38, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO bepaalt dat
drie dagen voor aanvang van de centrale examens in het eerste of tweede tijdvak de
directeur van de betreffende leerlingen de cijfers van de schoolexamens verstrekt
aan DUO. De inspectie en DUO constateerden al enkele malen dat scholen deze cijfers
tijdens de centrale examens of erna muteren (het gaat om circa 25.000 mutaties per
examenjaar). Wet- en regelgeving verschaffen de inspectie tot nu toe geen harde mogelijkheid
om in te grijpen. Er was niets geregeld over het kunnen muteren van deze gegevens.
In artikel 11 van de Regeling informatievoorziening WVO is nu een basis gelegd zodat
de inspectie kan ingrijpen als zonder toestemming na de termijn toch is of wordt gemuteerd.
Geregeld wordt nu dat het bevoegd gezag jaarlijks ten minste tien in plaats van drie
dagen voor de aanvang van het centraal examen de cijfers opstuurt (tweede lid, onderdeel
a). Het bevoegd gezag kan tot uiterlijk drie dagen voor de aanvang van het centraal
examen de noodzakelijk gebleken wijzigingen in de gegevens aanbrengen (derde lid).
Ook is geregeld dat latere wijzigingen uitsluitend mogelijk zijn als ze verband houden
met bijzondere omstandigheden, en dat deze wijzigingen de goedkeuring behoeven van
de inspecteur.
§ 4.Levering organisatie- en personeelsgegevens, lerarenregister en registervoorportaal
en gegevens voor een regeling waarvoor een aanvraag moet worden ingediend
De artikelen 15 tot en met 17 en bijbehorende bijlagen 4 en 5 bestaan uit de informatieverplichtingen
die voorheen in de bijlagen bij het Besluit informatievoorziening WVO, zoals dat luidde
op 31 juli 2017, waren opgenomen. Nieuw zijn de informatieverplichtingen voor het
lerarenregister en registervoorportaal.3
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob