Besluit van 7 juni 2017 tot wijziging van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, het Besluit informatievoorziening WVO en het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met de gegevenslevering voor en de gegevensverstrekking uit het lerarenregister en het registervoorportaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 16 februari 2017, nr. WJZ/1146429 (6657), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 38g, tweede lid, 38h, vierde lid, 38q, tweede lid, 38r, tweede lid, en 38t, derde lid, van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 38g, tweede lid, 38h, vierde lid, 38q, tweede lid, 38r, tweede lid, 38t, derde lid, van de Wet op de expertisecentra, de artikelen 41f, tweede lid, 41g, vierde lid, 41p, tweede lid, 41q, derde lid, en 41s, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en de artikelen 4.4.6, tweede lid, 4.4.7, vierde lid, 4.4.16, tweede lid, en 4.4.17, tweede lid, 4.4.19, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 maart 2017, nr. W05.17.0046/1);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juni 2017, nr. WJZ/1174229 (6657), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING BESLUIT INFORMATIEVOORZIENING WPO/WEC

Het Besluit informatievoorziening WPO/WEC wordt als volgt gewijzigd:

A

Voor artikel 1 wordt een opschrift voor een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk I. Algemeen

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1 door een puntkomma worden de volgende begripsbepalingen toegevoegd:

lerarenregister:

lerarenregister als bedoeld in artikel 38b van de Wet op het primair onderwijs en artikel 38b van de Wet op de expertisecentra;

registervoorportaal:

registervoorportaal als bedoeld in artikel 38p van de Wet op het primair onderwijs en artikel 38p van de Wet op de expertisecentra.

C

Voor artikel 2 wordt een opschrift voor een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk II. Jaarverslag, bekostiging en beleidsinformatie

D

In artikel 3 wordt «de bijlage» vervangen door: bijlage 1.

E

Onder vernummering van de artikelen 5 en 6 tot artikelen 11 en 12, wordt na artikel 4 ingevoegd:

Hoofdstuk III. Lerarenregister en registervoorportaal

Artikel 5. Nadere specificatie gegevens lerarenregister en registervoorportaal
  • 1. De gegevens in het lerarenregister of het registervoorportaal betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming als bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder c, of artikel 38q, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 38g, eerste lid, onder c, of artikel 38q, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra bestaan naast de ingangsdatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming uit:

    • a. indien van toepassing: de einddatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;

    • b. de begindatum en, indien van toepassing: einddatum van de arbeidsovereenkomst;

    • c. de betreffende benoemingsgrondslag in de wet; en

    • d. voor het registervoorportaal, wat betreft het gegeven betreffende het onderwijs:

      • 1°. voor het primair onderwijs: de aanduiding leraar primair onderwijs en indien van toepassing de op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1, van de Wet op het primair onderwijs aangewezen onderwijsactiviteit;

      • 2°. voor het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs: de aanduiding leraar speciaal onderwijs of leraar voortgezet speciaal onderwijs en indien van toepassing de op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1, van de Wet op de expertisecentra aangewezen onderdelen of vakken.

  • 2. De gegevens, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder d, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 38g, eerste lid, onder d, van de Wet op de expertisecentra, betreffende de school waaraan een leraar die in het lerarenregister of het registervoorportaal is opgenomen, worden onderscheiden in de registratienummers van de school, of de registratienummers van de vestigingen van de school, en bestaan per registratienummer uit:

    • a. de naam van de school of de vestiging van de school;

    • b. het adres, de postcode en plaats;

    • c. het telefoonnummer en e-mailadres.

  • 3. De gegevens betreffende het onderwijs waarvoor de leraar kan opgaan voor herregistratie als bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder e, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 38g, eerste lid, onder e, van de Wet op de expertisecentra bestaan uit:

    • a. voor het primair onderwijs: de aanduiding leraar primair onderwijs en indien van toepassing de op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1, van de Wet op het primair onderwijs aangewezen onderwijsactiviteit;

    • b. voor het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs: de aanduiding leraar speciaal onderwijs of leraar voortgezet speciaal onderwijs, en indien van toepassing de op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1, van de Wet op de expertisecentra aangewezen onderdelen of vakken.

  • 4. De gegevens betreffende de herregistratie als bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder h, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 38g, eerste lid, onder h, van de Wet op de expertisecentra bestaan naast de aantekening, bedoeld in artikel 38l, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 38l, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra uit:

    • a. de datum waarop de eerstvolgende herregistratie zal plaatsvinden; en

    • b. een overzicht waaruit blijkt in hoeverre de betreffende leraar voldoet aan de herregistratiecriteria.

Artikel 6. Aanvullende gegevensverstrekking lerarenregister en registervoorportaal
  • 1. In aanvulling op de artikelen 38o, eerste lid, en 38t, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en 38o, eerste lid, en 38t, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra wordt aan een ieder tevens de volgende gegevens betreffende de school verstrekt:

    • a. het registratienummer van de school of vestiging van de school; en

    • b. de naam van de school of vestiging van de school.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de betreffende leraar aangeeft dat de gegevens, genoemd in het eerste lid, niet openbaar worden gemaakt.

Artikel 7. Nadere specificatie gegevensverstrekking lerarenregister en registervoorportaal
  • 1. De gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming die op grond van artikel 38o, tweede lid, onder b, of artikel 38t, tweede lid, onder b, van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk artikel 38o, tweede lid, onder b, of artikel 38t, tweede lid, onder b, van de Wet op de expertisecentra worden verstrekt, bestaan naast de ingangsdatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming uit:

    • a. indien van toepassing: de einddatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;

    • b. de begindatum en, indien van toepassing: einddatum van de arbeidsovereenkomst;

    • c. de betreffende benoemingsgrondslag in de wet; en

    • d. voor het registervoorportaal, wat betreft het gegeven betreffende het onderwijs:

      • 1°. voor het primair onderwijs: de aanduiding leraar primair onderwijs en indien van toepassing de op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1, van de Wet op het primair onderwijs aangewezen onderwijsactiviteit;

      • 2°. voor het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs: de aanduiding leraar speciaal onderwijs of leraar voortgezet speciaal onderwijs en indien van toepassing de op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1, van de Wet op de expertisecentra aangewezen onderdelen of vakken.

  • 2. De gegevens betreffende de school die op grond van artikel 38o, tweede lid, onder c, of artikel 38t, tweede lid, onder c, van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk artikel 38o, tweede lid, onder c, of artikel 38t, tweede lid, onder c, van de Wet op de expertisecentra worden verstrekt op verzoek van het bevoegd gezag van een school worden onderscheiden in de registratienummers van de betreffende school of de vestigingen van de school, en bestaan per registratienummer uit de naam, het adres, de postcode en plaats, het telefoonnummer en e-mailadres.

  • 3. De overige gegevens betreffende de herregistratie die op grond van artikel 38o, tweede lid, onder e, van de Wet op het primair onderwijs of artikel 38o, tweede lid, onder e, van de Wet op de expertisecentra op verzoek van het bevoegd gezag worden verstrekt, bestaan uit:

    • a. indien van toepassing: de aantekening, als bedoeld in artikel 38l, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 38l, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra;

    • b. de datum waarop de eerstvolgende herregistratie zal plaatsvinden;

    • c. een overzicht waaruit blijkt in hoeverre de betreffende leraar voldoet aan de herregistratiecriteria.

Artikel 8. Beschrijving gegevens lerarenregister en registervoorportaal

De gegevens die worden geleverd en verwerkt voor het lerarenregister en het registervoorportaal worden gedefinieerd en geordend volgens de voorschriften vermeld in bijlage 2 bij dit besluit.

Artikel 9. Nadere invulling

Bij ministeriële regeling kan een nadere invulling worden gegeven aan de definiëring en ordening als bedoeld in artikel 8, en aan:

  • a. de wijze waarop de gegevens worden gedefinieerd, geordend, gecorrigeerd en verstrekt.

  • b. de tijdstippen waarop de gegevens worden geleverd.

  • c. de wijze waarop een leraar die niet is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming ten behoeve van opname in het lerarenregister kan aantonen aan de bekwaamheidseisen te voldoen.

Hoofdstuk V. Overige bepalingen

Artikel 10. Gewijzigde grondslag

Dit besluit berust op de artikelen 38h, tweede lid, 38g, tweede lid, 38q, tweede lid, 38r, tweede lid, 171, eerste en derde lid, 172, tweede lid, en 173, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 38h, tweede lid, 38g, tweede lid, 38q, tweede lid, 38r, tweede lid, 157, eerste en derde lid, 158, tweede lid, en 159, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra.

F

In het opschrift van de bijlage wordt «Bijlage» vervangen door: Bijlage 1.

G

Er wordt een bijlage toegevoegd:

Bijlage 2 als bedoeld in artikel 8 van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC

Deze bijlage bevat een uitputtend overzicht van de gegevens die het bevoegd gezag dient te leveren voor het lerarenregister en het registervoorportaal.

Per rubriek is aangegeven op welk niveau de gevraagde informatie geleverd dient te worden.

A. Instellingsgegevens

(lerarenregister en registervoorportaal)

A1. Bevoegd gezag

Registratienummer

Naam en adresgegevens

Telefoonnummer en e-mailadres

A2. School, instelling, vestiging

Registratienummer

Naam en adresgegevens

Telefoonnummer en e-mailadres

B. Personeelsgegevens

(lerarenregister en registervoorportaal)

B1. Persoonsgegevens

Burgerservicenummer

Geslachtsnaam

Voornamen

Adresgegevens

Postcode

Geboortedatum

Geslachtsaanduiding

B2. Arbeidsrelatiegegevens

Datum begin en einde arbeidsovereenkomst

Datum begin en einde van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming

Benoemingsgrondslag

Onderwijs van benoeming of tewerkstelling zonder benoeming (alleen registervoorportaal)

ARTIKEL II. WIJZIGING BESLUIT INFORMATIEVOORZIENING WVO

Het Besluit informatievoorziening WVO wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

f. lerarenregister:

lerarenregister als bedoeld in artikel 41a van de wet;

g. registervoorportaal:

registervoorportaal als bedoeld in artikel 41o van de wet.

B

Onder vernummering van hoofdstuk III tot hoofdstuk IV en artikel 4a tot artikel 4f, wordt na artikel 4 een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk III. Lerarenregister en registervoorportaal

Artikel 4a. Nadere specificatie gegevens lerarenregister en registervoorportaal
  • 1. De gegevens in het lerarenregister of het registervoorportaal betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming als bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onder c, of artikel 41p, eerste lid, van de wet bestaan naast de ingangsdatum, van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming uit:

    • a. indien van toepassing: de einddatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;

    • b. de begindatum, en indien van toepassing: en einddatum van de arbeidsovereenkomst;

    • c. de betreffende benoemingsgrondslag in de wet; en

    • d. voor het registervoorportaal, wat betreft het gegeven betreffende het onderwijs: de aanduiding leraar voortgezet onderwijs en de onderdelen of de vakken waarvoor hij in registervoorportaal wordt opgenomen.

  • 2. De gegevens, bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onder d, van de wet betreffende de school waaraan een leraar die in het lerarenregister of het registervoorportaal zijn opgenomen, worden onderscheiden in de registratienummers van de school, en indien van toepassing de registratienummers van de vestigingen van de school, en bestaan per registratienummer uit:

    • a. de naam van de school of de vestiging van de school;

    • b. het adres, de postcode en plaats;

    • c. het telefoonnummer en e-mailadres.

  • 3. De gegevens betreffende het onderwijs waarvoor de leraar kan opgaan voor herregistratie als bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onder e, van de wet bestaan uit de aanduiding leraar voortgezet onderwijs en de onderdelen of de vakken waarvoor hij opgaat voor herregistratie.

  • 4. De gegevens betreffende de herregistratie als bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onder h, van de wet bestaan naast de aantekening, als bedoeld in artikel 41k, tweede lid, van de wet uit:

    • a. de datum waarop de eerstvolgende herregistratie zal plaatsvinden; en

    • b. een overzicht waaruit blijkt in hoeverre de betreffende leraar voldoet aan de herregistratiecriteria.

Artikel 4b. Aanvullende gegevensverstrekking lerarenregister en registervoorportaal
  • 1. In aanvulling op de artikelen 41n, eerste lid, en 41s, eerste lid, van de wet wordt aan een ieder tevens de volgende gegevens betreffende de school verstrekt:

    • a. het registratienummer van de school of vestiging van de school; en

    • b. de naam van de school of vestiging van de school.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de betreffende leraar aangeeft dat de gegevens, genoemd in het eerste lid, niet openbaar worden gemaakt.

Artikel 4c. Nadere specificatie gegevensverstrekking lerarenregister en registervoorportaal
  • 1. De gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming die op grond van artikel 41n, tweede lid, onder b, of artikel 41s, tweede lid, onder b, van de wet worden verstrekt, bestaan naast de ingangsdatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming uit:

    • a. indien van toepassing: de einddatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;

    • b. de begindatum en, indien van toepassing: de einddatum van de arbeidsovereenkomst;

    • c. de betreffende benoemingsgrondslag in de wet; en

    • d. voor het registervoorportaal, wat betreft het gegeven betreffende het onderwijs: de aanduiding leraar voortgezet onderwijs en de onderdelen of de vakken waarvoor hij in registervoorportaal wordt opgenomen.

  • 2. De gegevens betreffende de school die op grond van artikel 41n, tweede lid, onder b, of artikel 41s, tweede lid, onder c, worden verstrekt op verzoek van het bevoegd gezag van een school worden onderscheiden in de registratienummers van de betreffende school of de vestigingen van de school, en bestaan per registratienummer uit de naam, het adres, de postcode en plaats, het telefoonnummer en e-mailadres.

  • 3. De overige gegevens betreffende de herregistratie die op grond van artikel 41n, tweede lid, onder e, van de wet op verzoek van het bevoegd gezag worden verstrekt, bestaan uit:

    • a. indien van toepassing: de aantekening, als bedoeld in artikel 41k, tweede lid, van de wet;

    • b. de datum waarop de eerstvolgende herregistratie zal plaatsvinden;

    • c. een overzicht waaruit blijkt in hoeverre de betreffende docent voldoet aan de herregistratiecriteria.

Artikel 4d. Beschrijving gegevens lerarenregister en registervoorportaal

De gegevens die worden geleverd en verwerkt voor het lerarenregister en het registervoorportaal worden gedefinieerd en geordend volgens de voorschriften vermeld in bijlage 1 bij dit besluit.

Artikel 4e. Wijze van levering gegevens lerarenregister en registervoorportaal

De levering van gegevens voor het lerarenregister en het registervoorportaal en de wijze waarop een leraar die niet is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming ten behoeve van opname in het lerarenregister kan aantonen aan de bekwaamheidseisen te voldoen geschiedt overeenkomstig bijlage 2 bij dit besluit.

C

In artikel 4f (nieuw) wordt «artikel 103a en 103a1 van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door: de artikelen 41g, 41h, 41p, 41q, 103a en 103a1 van de wet.

D

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift van bijlage 1 wordt «artikel 2» vervangen door: de artikelen 2 en 4e.

2. De toelichting wordt als volgt gewijzigd:

a. Na «het bekostigen van scholen» wordt ingevoegd: het lerarenregister en het registervoorportaal,

b. Aan het onderdeel «gegevens over onderwijspersoneel» wordt toegevoegd:

  • gegevens voor het lerarenregister en het registervoorportaal

3. In paragraaf 2.1 wordt na onderdeel 2.1.5 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

2.1.6 Lerarenregister en registervoorportaal

nr

veld

formaat

definitie/toelichting

68

Burgerservicenummer

nummer van 9 cijfers (N9)

Burgerservicenummer als bedoeld in de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. Het burgerservicenummer dient om een persoon uniek te identificeren binnen de totale set van personele gegevens die door de gegevensleverancier wordt aangeleverd.

69

code administratie

nummer van maximaal 6 cijfers (N6)

Een code die aanduidt uit welke administratie de gegevens afkomstig zijn.

70

geslacht

code van 1 letter (A1)

De sekse van het personeelslid, zoals vastgelegd bij de burgerlijke stand: een aanduiding die aangeeft dat de ingeschrevene een man of een vrouw is, of dat het geslacht (nog) onbekend is. De codes zijn:

M Man

V Vrouw

O Onbekend

71

geboortedatum

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De datum waarop het personeelslid is geboren

72

organisatienummer bevoegd gezag

nummer van 5 cijfers (N5)

Het door de minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag

73

organisatienummer school

code van 2 cijfers, 2 letters (A4)

Het door de minister toegekende nummer van de school, voor koppeling naar de school van de arbeidsrelatie

74

organisatievolgnummer school

nummer van maximaal 10 cijfers (N10)

Volgnummer dat samen met het burgerservicenummer, de code salarisadministratie en school de arbeidsrelatie uniek identificeert

75

begindatum arbeidsovereenkomst

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De begindatum van de arbeidsrelatie

76

einddatum

arbeidsovereenkomst

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De einddatum van de arbeidsrelatie

77

Naam

 

De achternaam van de leraar en eventueel toevoeging

78

voornaam

 

De voornamen van de leraar

79

Adres

 

De straatnaam, gevolgd door huisnummer en eventueel huisnummertoevoeging

80

adresregelbuitenland1

 

Alleen gebruiken bij een buitenlands adres

81

adresregelbuitenland2

 

Alleen gebruiken bij buitenlands adres

82

adresregelbuitenland3

 

Alleen gebruiken bij buitenlands adres

83

landcode

 

De landcode zoals deze ook door het BRP wordt gebruikt. Alleen nodig bij een buitenlands adres

84

postcode

 

De postcode behorende bij het adres van de leraar

85

plaats

 

Naam van de woonplaats van de leraar

86

grondslag van de benoeming

 

Het artikel(lid) van de WVO op grond waarvan de leraar is benoemd

87

onderwijs waarvoor is benoemd

 

In geval de benoemingsgrondslag leidt tot opname in het registervoorportaal: het soort onderwijs waarvoor de leraar is benoemd maar (nog) niet over het bewijs beschikt dat is voldaan aan de bekwaamheidseisen

88

begindatum benoeming

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De begindatum van de benoeming

89

einddatum benoeming

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De einddatum van de benoeming

De categorieën van de benoemingsgrondslag zijn op grond van de Wet op het voortgezet onderwijs:

 

Basis

Aanduiding

Lerarenregister

(Artikel 41a)

Artikel 33, eerste lid, onder b, subonderdeel 1

WHW getuigschrift1

 

Artikel 33, eerste lid, onder b, subonderdeel 2

Erkende EU kwalificatie

 

Artikel 33, lid 1a

Educatieve minor

 

Artikel 33, lid 1b

Pabo in het praktijkonderwijs

 

Artikel 33, tweede lid

M verleent ontheffing

 

Artikel 33, zestiende lid

Ministeriële verklaring

 

Artikel 33a

M verleent bevoegdheid

 

Artikel 33b

Geschiktheidsverklaring WEB igv entreeopleiding

Registervoorportaal

(Artikel 41q)

Artikel 33, eerste lid, onder b, subonderdeel 3 juncto artikel 118k

Geschiktheidsverklaring

 

Artikel 33, derde lid

Tijdelijke vervanging/ vacatures

 

Artikel 33, vierde lid

Overige gronden

 

Artikel 33, vijfde lid, onder c, subonderdeel 2

Geschikt bevonden leraar

 

Artikel 33, negende lid en twaalfde lid

LIO-er

 

Artikel 41t

Overgangsrecht LR / RVP

 

Artikel 35a jo. artikel 3.1 Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel

Tijdelijk onbevoegd in bovenbouw vho

X Noot
1

Dit is met inbegrip van het overgangsrecht o.b.v. artikel XI Wet BIO (Stb. 2004, 344; inwtr. Per 1 augustus 2008, Stb. 2005, 672) alsook de Overgangsregeling leraren lom en mlk van 5 oktober 1998.

• Onderwijs waarvoor benoemd (registervoorportaal)

In het geval dat de benoemingsgrondslag leidt tot opname van de leraar in het registervoorportaal, levert het bevoegd gezag tevens aan: het onderwijs waarvoor de leraar is benoemd.

Dit onderwijs wordt aangegeven in termen van ten minste een van de vakken of vakgebieden, genoemd in hoofdstuk III, paragraaf 3, van het Inrichtingsbesluit WVO, daaronder tevens begrepen het onderwijs dat wordt aangeboden teneinde leerlingen in staat te stellen te voldoen aan het relevante referentieniveau rekenen.

4. Aan paragraaf 2.2 wordt toegevoegd:

• Grondslag van de benoeming

Schoolbesturen geven aan wat de benoemingsgrondslag is voor toedeling van de gegevens van leraren in het systeem voor respectievelijk het lerarenregister en registervoorportaal. Het bevoegd gezag geeft voor elke leraar aan op grond van welk artikellid uit de onderwijswet deze leraar is benoemd.

E

Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste alinea wordt «krachtens artikel 103a en artikel 103a1 van de WVO vervangen door: krachtens de artikelen 103a en 103a1 van de WVO.

2. Na paragraaf 2.3 wordt een paragraaf ingevoegd:

2.4 Lerarenregister en registervoorportaal

Nieuwe gegevens genoemd in tabel 2.1.6 van bijlage 1 worden maandelijks volledig en correct door het bevoegd gezag aan de Minister aangeleverd.

Gegevens die op grond van artikel 41n, tweede lid, onder a, of artikel 41s, tweede lid, onder a, van de wet en artikel 4c, tweede lid, aan het bevoegd gezag worden verstrekt, betreffen alleen de gegevens die op grond van artikel 41g, eerste lid, of artikel 41q, eerste lid, van de wet en artikel 4a, eerste of tweede lid, door het bevoegd gezag zijn verstrekt en niet zijn verkregen uit de basisregistratie personen.

Op de wijze van aanlevering van gegevens genoemd in tabel 2.1.6 van bijlage 1 is paragraaf 2.2 van deze bijlage van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat gegevens niet op cd-rom worden aangeleverd.

Gegevens die een leraar op grond van artikel 41g, derde lid, van de WVO verstrekt, worden door de betreffende leraar aan de Minister verstrekt, waarbij hij het bewijsstuk als bedoeld in de artikelen 33, eerste lid, onderdeel b, onderdelen 1 en 2, lid 1a, lid 1b, tweede of zestiende lid, 33a of 33b, digitaal aanlevert in de vorm van een gewaarmerkte kopie.

ARTIKEL III. WIJZIGING UITVOERINGSBESLUIT WEB

Het Uitvoeringsbesluit WEB wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 5.1.2 door een puntkomma worden de volgende begripsbepalingen toegevoegd:

lerarenregister:

lerarenregister als bedoeld in artikel 4.4.1 van de wet;

registervoorportaal:

registervoorportaal als bedoeld in artikel 4.4.14 van de wet.

B

Na artikel 5.2.5 wordt een paragraaf ingevoegd:

Paragraaf 4. Lerarenregister en registervoorportaal

Artikel 5.2.6. Nadere specificatie gegevens lerarenregister en registervoorportaal
  • 1. De gegevens in het lerarenregister of het registervoorportaal betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming als bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onder c, en artikel 4.4.16, eerste lid, van de wet bestaan naast de ingangsdatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming uit:

    • a. indien van toepassing: de einddatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;

    • b. de begindatum en, indien van toepassing: de einddatum van de arbeidsovereenkomst;

    • c. de betreffende benoemingsgrondslag in de wet; en

    • d. voor het registervoorportaal, wat betreft het gegeven betreffende het onderwijs: of de docent educatie verzorgt en voor welk onderwijs de betreffende docent niet voldoet aan de bekwaamheidseisen, bedoeld in de artikelen 4.2.1, tweede lid, onder b, en 4.2.3, eerste lid, van de wet.

  • 2. De gegevens, bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onder d, van de wet, betreffende de instelling waaraan een docent die in het lerarenregister of het registervoorportaal zijn opgenomen, worden onderscheiden in de registratienummers van de instelling en indien van toepassing de registratienummers van de vestigingen van de instelling, en bestaan per registratienummer uit:

    • a. de naam van de instelling of de vestiging van de instelling;

    • b. het adres, de postcode en plaats;

    • c. het telefoonnummer en e-mailadres.

  • 3. De gegevens betreffende het onderwijs waarvoor de docent kan opgaan voor herregistratie als bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onder e, van de wet bestaan uit het onderwijs waarvoor de betreffende docent voldoet aan de bekwaamheidseisen, bedoeld in de artikelen 4.2.1, tweede lid, onder b, en 4.2.3, eerste lid, van de wet.

  • 4. De gegevens betreffende de herregistratie als bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onder h, van de wet bestaan naast de aantekening, bedoeld in artikel 4.4.11, tweede lid, van de wet uit:

    • a. de datum waarop de eerstvolgende herregistratie zal plaatsvinden; en

    • b. een overzicht waaruit blijkt in hoeverre de betreffende leraar voldoet aan de herregistratiecriteria.

Artikel 5.2.7. Aanvullende gegevensverstrekking lerarenregister en registervoorportaal
  • 1. In aanvulling op de artikelen 4.4.14, eerste lid, en 4.4.19, eerste lid, van de wet wordt aan een ieder tevens de volgende gegevens betreffende de instelling verstrekt:

    • a. het registratienummer van de instelling of vestiging van de instelling; en

    • b. de naam van de instelling of vestiging van de instelling.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de betreffende docent aangeeft dat de gegevens, genoemd in het eerste lid, niet openbaar worden gemaakt.

Artikel 5.2.8. Nadere specificatie gegevensverstrekking lerarenregister en registervoorportaal
  • 1. De gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming die op grond van artikel 4.4.14, tweede lid, onder b, of artikel 4.4.19, tweede lid, onder b, van de wet worden verstrekt, bestaan naast de ingangsdatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming uit:

    • a. indien van toepassing: de einddatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;

    • b. de begindatum en, indien van toepassing: de einddatum van de arbeidsovereenkomst;

    • c. de betreffende benoemingsgrondslag in de wet; en

    • d. voor het registervoorportaal, wat betreft het gegeven betreffende het onderwijs: of de docent educatie verzorgt en voor welk onderwijs de betreffende docent niet voldoet aan de bekwaamheidseisen, bedoeld in de artikelen 4.2.1, tweede lid, onder b, en 4.2.3, eerste lid, van de wet.

  • 2. De gegevens betreffende de instelling die op grond van artikel 4.4.14, tweede lid, onder b, of artikel 4.4.19, tweede lid, onder c, van de wet worden verstrekt op verzoek van het bevoegd gezag van een instelling worden onderscheiden in de registratienummers van de betreffende instelling of de vestigingen van de instelling, en bestaan per registratienummer uit de naam, het adres, de postcode en plaats, het telefoonnummer en e-mailadres.

  • 3. De overige gegevens betreffende de herregistratie die op grond van artikel 4.4.14, tweede lid, onder e, van de wet op verzoek van het bevoegd gezag worden verstrekt, bestaan uit:

    • a. indien van toepassing: de aantekening, als bedoeld in artikel 4.4.11, tweede lid, van de wet;

    • b. de datum waarop de eerstvolgende herregistratie zal plaatsvinden;

    • c. een overzicht waaruit blijkt in hoeverre de betreffende docent voldoet aan de herregistratiecriteria.

Artikel 5.2.9. Beschrijving gegevens lerarenregister en registervoorportaal

De gegevens die worden geleverd en verwerkt voor het lerarenregister en het registervoorportaal worden gedefinieerd en geordend volgens de voorschriften vermeld in bijlage 1 bij dit besluit.

Artikel 5.2.10. Wijze van levering gegevens lerarenregister en registervoorportaal

De levering van gegevens voor het lerarenregister en het registervoorportaal en de wijze waarop een docent die niet is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming ten behoeve van opname in het lerarenregister kan aantonen aan de bekwaamheidseisen te voldoen geschiedt overeenkomstig bijlage 4 dit besluit.

C

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de Inleiding wordt na «beleidsontwikkeling en -evaluatie» ingevoegd: en het lerarenregister en het registervoorportaal.

2. Na paragraaf 2.4 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

2.4a. Lerarenregister en registervoorportaal

Nr

veld

formaat

definitie/toelichting

48

Burgerservicenummer

nummer van 9 cijfers (N9)

Burgerservicenummer als bedoeld in de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. Het burgerservicenummer dient om een persoon uniek te identificeren binnen de totale set van personele gegevens die door de gegevensleverancier wordt aangeleverd.

49

code salarisadministratie

nummer van maximaal 6 cijfers (N6)

Een code die aanduidt uit welke administratie de gegevens afkomstig zijn.

50

geslacht

code van 1 letter (A1)

De sekse van het personeelslid, zoals vastgelegd bij de burgerlijke stand: een aanduiding die aangeeft dat de ingeschrevene een man of een vrouw is, of dat het geslacht (nog) onbekend is. De codes zijn:

M Man

V Vrouw

O Onbekend

51

geboortedatum

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De datum waarop het personeelslid is geboren

52

organisatienummer bevoegd gezag

nummer van 5 cijfers (N5)

Het door de minister gehanteerde nummer van het bevoegd gezag

53

organisatienummer school

code van 2 cijfers, 2 letters (A4)

Het door de minister toegekende nummer van de school, voor koppeling naar de school van de arbeidsrelatie

54

Organisatievolgnummer school

nummer van maximaal 10 cijfers (N10)

Volgnummer dat samen met het burgerservicenummer, de code salarisadministratie en school de arbeidsrelatie uniek identificeert

55

begindatum arbeidsovereenkomst

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De begindatum van de arbeidsrelatie

56

einddatum

arbeidsovereenkomst

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De einddatum van de arbeidsrelatie

57

naam

 

De achternaam van de docent en eventueel toevoeging

58

voornaam

 

De voornamen van de docent

59

adres

De straatnaam, gevolgd door huisnummer en eventueel huisnummertoevoeging

60

adresregelbuitenland1

Alleen gebruiken bij een buitenlands adres

61

adresregelbuitenland2

Alleen gebruiken bij buitenlands adres

62

adresregelbuitenland3

Alleen gebruiken bij buitenlands adres

63

landcode

 

De landcode zoals deze ook door het BRP wordt gebruikt. Alleen nodig bij een buitenlands adres

64

postcode

De postcode behorende bij het adres van de docent

65

plaats

Naam van de woonplaats van de docent

66

grondslag van de benoeming

 

Het artikel(lid) van de WEB op grond waarvan de leraar is benoemd

67

onderwijs waarvoor is benoemd

 

In geval de benoemingsgrondslag leidt tot opname in het registervoorportaal: het soort onderwijs waarvoor de leraar is benoemd maar (nog) niet over het bewijs beschikt dat is voldaan aan de bekwaamheidseisen

68

begindatum benoeming

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De begindatum van de benoeming

69

einddatum benoeming

getal van 8 cijfers JJJJMMDD (N8)

De einddatum van de benoeming

3. Aan paragraaf 2.5 wordt toegevoegd:

• Grondslag van de benoeming

Instellingen geven aan wat de benoemingsgrondslag is voor toedeling van de gegevens van leraren in het systeem voor respectievelijk het lerarenregister Het bevoegd gezag geeft voor elke docent aan op grond van welk artikellid uit de onderwijswet deze docent is benoemd.

De categorieën van de benoemingsgrondslag zijn op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs:

 

Basis

Aanduiding

Lerarenregister

(Artikel 4.4.1)

Art 4.2.1, tweede lid, onder b

Voldoet aan bekwaamheidseisen1

 

Art 4.2.1, tweede lid, onder c

Geschiktheidsverklaring plus PDG

Registervoorportaal

(Artikel 4.4.17)

Art 4.2.1, tweede lid onder c juncto art. 4.2.1, derde lid, en 4.2.4, eerste lid, onder c

Geschiktheidsverklaring en in opleiding voor PDG

 

Art 4.2.1, tweede lid, onder c, juncto art. 4.2.1 derde lid en art. 4.2.4, eerste lid, onder c

Geschiktheidsverklaring en in opleiding voor diploma lerarenopleiding

 

Art 4.2.1, vijfde lid

Overige

 

Art 4.4.20

Overgangsrecht LR / RVP

X Noot
1

Dit is met inbegrip van het overgangsrecht o.b.v. artikel XI Wet BIO (Stb.  2004, 344; inwtr. Per 1 augustus 2008, Stb. 2005, 672) en het overgangsrecht o.b.v. artikel 12.2.7 WEB (Garantieregeling onderwijsbevoegdheden).

• Onderwijs waarvoor benoemd (registervoorportaal)

In het geval dat de benoemingsgrondslag leidt tot opname van de leraar in het registervoorportaal, levert het bevoegd gezag tevens over het onderwijs waarvoor de leraar is benoemd. Daarbij worden de volgende categorieën onderscheiden:

  • 1. Middelbaar beroepsonderwijs

  • 2. Educatie

4. Paragraaf 3 komt te luiden:

3. Specificatie functiecategorieën

De typering van de functie vindt plaats aan de hand van de volgende toedeling:

Code

betekenis

1

Management

6

Management met onderwijskundige taak

9

Leraar

10

Leraar in opleiding

12

Onderwijsassisterende functies

13

Deelnemers begeleidende functies

14

Instructeur

16

Beheerfuncties (Indirect onderwijsondersteunend personeel)

17

Administratieve functies (Direct onderwijsondersteunend personeel)

Algemene opmerking

Een functionaris met meerdere taken dient te worden ondergebracht onder de functiecategorie waar hij/zij het grootste aandeel heeft qua werkzaamheden.

Management

Onder 1) management wordt verstaan:

  • Het college van bestuur, inclusief de voorzitter van het college van bestuur en de directeuren die verantwoordelijk zijn voor een domein, sector, regio, unit of locatie. Deze medewerkers sturen zowel de onderwijskant als de ondersteunende kant van de organisatie aan;

  • de medewerkers die activiteiten uitvoeren als het beheren van de agenda van het college van bestuur en de leden, het voorbereiden van vergaderingen, notuleren en inhoudelijk verzorgen van verslaglegging van vergaderingen en bijeenkomsten, het onderhouden van interne en externe contacten en het bieden van overige secretariële ondersteuning. Het betreft hier alleen secretariële ondersteuning ten behoeve van de leden van het college van bestuur en managementleden zoals hierboven gedefinieerd.

Voorbeelden:

voorzitter CvB, Lid CvB, directeur, officemanager, bestuurssecretaris, domeindirecteur, sectormanagers, regiodirecteur, locatiemanagers, managers van clusters van opleidingen, directiesecretaresse.

De volgende functionarissen vallen niet onder deze functiecategorie: managers die verantwoordelijk zijn voor ondersteunende dienst(en), zoals hoofd facilitaire dienst, hoofd ICT en ook operationeel management in het primair proces (teammanager, opleidingsmanager), secretariële ondersteuning voor operationeel primair proces en ondersteunende diensten.

Management met onderwijskundige taak

Onder 6) Management met een onderwijskundige taak wordt verstaan: medewerkers die een leidinggevende functie uitvoeren in het primaire proces.

Voorbeelden:

teamleider, onderwijsmanager, opleidingsmanager, onderwijscoördinator.

De volgende functionarissen vallen niet onder deze functiecategorie:

directeur, docenten die regisserende taken hebben in een team en zijn benoemd in LB, LC, LD of LE, sectormanagers, clustermanagers, locatiemanagers, domeinmanagers.

Leraar

Onder 9) Leraar wordt verstaan: medewerkers die zijn aangesteld in één van de docentfuncties: LB, LC, LD of LE en waarvoor de benoembaarheidseisen van de WEB van toepassing zijn.

Voorbeelden:

leraar, docent, regisseur binnen een onderwijsteam.

Leraar in opleiding

Onder 10) Leraar in opleiding wordt verstaan: de laatstejaarsstudenten van de lerarenopleiding bedoeld in artikel 4.2.2., eerste lid onder a, van de WEB, die aan een instelling voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie worden benoemd op de leerarbeidsplaats.

Voorbeelden:

Leraar in opleiding.

De volgende functionarissen vallen niet onder deze functiecategorie:

Leraar.

Onderwijs assisterende functie

Onder 12) Onderwijsassisterende functie wordt verstaan: medewerkers die veelal zonder bevoegdheid en altijd onder verantwoordelijkheid van de docent assisterende werkzaamheden verrichten voor, tijdens en na de lessen. De activiteiten van deze medewerkers zijn bijvoorbeeld opstellen van benodigde apparatuur, klaarleggen van materialen, het instrueren van leerlingen over het gebruik van gereedschap, het controleren van gereedschap en het uitvoeren van administratieve handelingen behorende bij het primaire proces. Ook de ICT-medewerkers die ondersteuning bieden bij de lessen behoren tot deze categorie indien de meerderheid van hun taken het bieden van ondersteuning bij de lessen is.

Voorbeelden:

(technisch) onderwijsassistent, docentassistent.

De volgende functionarissen vallen niet onder deze functiecategorie:

Leraar.

Deelnemers begeleidende functies

Onder 13) Deelnemers begeleidende functie wordt verstaan: medewerkers die een directe relatie hebben met de deelnemer, maar nog niet in de eerder genoemde categorieën zijn op te nemen zoals loopbaanadviseurs voor leerlingen, zorggerelateerde medewerkers en BPV-begeleiders.

Deze medewerkers voeren werkzaamheden uit zoals het begeleiden en adviseren van deelnemers middels doorverwijzing naar studie- en beroepskeuze met behulp van beroepskeuzetesten, assessments, testen en intakegesprekken. Daarnaast adviseren zij bij heroriëntatie van deelnemers betreffende andere opleidingsmogelijkheden zowel intern als extern. Tevens begeleiden ze deelnemers bij de doorverwijzing naar een vervolgstudie, beroepskeuze en werk. Of zij begeleiden de deelnemers op de praktijkplaats, assisteren deelnemers bij het vinden van een stageplaats, leggen contacten en voeren gesprekken met organisaties over de inhoud van de stages en zorgen voor het afsluiten van de bijbehorende contracten.

Voorbeelden:

loopbaanadviseurs, psychologen, psychologische medewerker, maatschappelijk werkers, BPV-begeleiders.

De volgende functionarissen vallen niet onder deze functiecategorie: leraar, functies die ondersteuning leveren aan het primaire proces zoals teamleiders en secretaresses, docenten die zijn aangesteld in één van de docentenfuncties LB, LC, LD of LE en die tevens een deel BPV-begeleiding uitvoeren worden niet tot deze categorie gerekend.

Instructeur

Onder 14) Instructeur wordt verstaan: medewerkers zonder bevoegdheid die onder verantwoordelijkheid van de docent instructie geeft. Onder instructie geven wordt verstaan het begeleiden van individuele en groepen leerlingen bij het praktijkgedeelte van het onderwijs. Daarnaast beoordelen deze medewerkers onder andere einduitkomsten en onderzoeksresultaten van de door de leerlingen uitgevoerde praktijkopdrachten.

Voorbeelden:

Instructeur

De volgende functionarissen vallen niet onder deze functiecategorie:

docenten, (technisch) onderwijsassistent, docentassistent, BPV-begeleiders.

Beheerfuncties (Indirect onderwijsondersteunend personeel)

Onder 16) Beheerfuncties wordt verstaan: medewerkers die activiteiten uitvoeren die indirect ondersteunend zijn aan het primaire onderwijsproces. Dit betreft onder meer medewerkers van centrale afdelingen / diensten Personeel en Organisatie, Financiën, Organisatie, Automatisering, Huisvesting.

Voorbeelden:

medewerker financiën, personeelsadviseur, adviseur huisvesting, applicatiebeheerder, ICT-beheerder, directeur financiën, directeur ICT, directeur HRM, medewerker kantine, medewerker schoonmaak, medewerker beveiliging, concierge, medewerker bedrijfsbureau, medewerker marketing, communicatie.

De volgende functionarissen vallen niet onder deze functiecategorie:

roostermaker, medewerker deelnemersadministratie, personeel Innovatie en Onderwijsontwikkeling, personeel Kwaliteitszorg.

Administratieve functies (Direct onderwijsondersteunend personeel)

Onder 17) Administratieve functies wordt verstaan: medewerkers die activiteiten uitvoeren die direct ondersteunend zijn aan het primaire onderwijsproces.

Voorbeelden:

roostermakers, secretariële ondersteuning, medewerker deelnemeradministratie, personeel innovatie / onderwijsontwikkeling, personeel kwaliteitszorg.

De volgende functionarissen vallen niet onder deze functiecategorie:

teamleiders, opleidingsmanagers.

D

Aan bijlage 4 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

3. Lerarenregister en registervoorportaal

Nieuwe gegevens genoemd in tabel 2.4a van bijlage 1 worden maandelijks volledig en correct door het bevoegd gezag aan de Minister aangeleverd.

Gegevens die op grond van artikel 4.4.14, tweede lid, onder b, of artikel 4.4.19, tweede lid, onder c, van de wet en artikel 5.2.8, tweede lid, aan het bevoegd gezag worden verstrekt, betreffen alleen de gegevens die op grond van artikel 4.4.6, eerste lid, onder c, of artikel 4.4.16, eerste lid, van de wet en artikel 5.2.6, eerste of tweede lid, door het bevoegd gezag zijn verstrekt en niet zijn verkregen uit de basisregistratie personen.

Op de wijze van aanlevering van gegevens genoemd in tabel 2.4a van bijlage 1 is paragraaf 2 van deze bijlage van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat gegevens niet op cd-rom worden aangeleverd.

Gegevens die een docent op grond van artikel 4.4.7, derde lid, van de wet verstrekt, worden door de betreffende docent aan de Minister verstrekt, waarbij hij het bewijsstuk als bedoeld in artikel 4.2.1, tweede lid, onder b, of voor zover hij in bezit is van een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, onder c, digitaal aanlevert in de vorm van een gewaarmerkte kopie.

ARTIKEL IV. GEGEVENSLEVERING INVOERING LERARENREGISTER EN REGISTERVOORPORTAAL

  • 1. Indien bij inwerkingtreding van artikel 5, eerste lid, onderdeel, b van artikel I, onderdeel E, artikel 4a eerste lid, onderdeel b, van artikel II, onderdeel B, of artikel 4c, eerste lid, onderdeel b, van artikel III, onderdeel B, van dit besluit blijkt dat de begindatum van de arbeidsovereenkomst of benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van een leraar of docent bij het bevoegd gezag van de school of instelling waar deze leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming, onbekend is, wordt als begindatum van de arbeidsovereenkomst of benoeming of tewerkstelling zonder benoeming de registratiedatum in het lerarenregister of het registervoorportaal gebruikt.

  • 2. In het eerste jaar na het moment van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel E, en artikel III, onderdeel D, worden de gegevens, genoemd in de tabel van paragraaf 2.1.6 van bijlage 1 van het Besluit informatievoorziening WVO respectievelijk paragraaf 2.4a van het Uitvoeringsbesluit WEB, in afwijking van paragraaf 2.4 van bijlage 2 van het Besluit informatievoorziening WVO of paragraaf 3 van bijlage 4 van het Uitvoeringsbesluit WEB op verzoek van de Minister door het bevoegd gezag geleverd aan de Minister.

ARTIKEL V. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 7 juni 2017

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Uitgegeven de eenentwintigste juni 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Deze toelichting is opgesteld in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken.

1. Inleiding

In 2017 treedt de wetgeving met betrekking tot het lerarenregister en registervoorportaal in werking (hierna te noemen: de wet). Deze houdt in dat de omschrijving van het beroep van leraar en diens professionele ruimte in de school in de sectorale onderwijswetten voor het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs worden opgenomen. Daarbij is voorts bepaald dat de bekwaamheid van de leraar dient te blijken uit het lerarenregister en registervoorportaal.

Het lerarenregister biedt leraren een instrument om gericht te werken aan het onderhoud van hun bekwaamheid. Het maakt voor onder meer ouders en leerlingen duidelijk dat leraren bekwaam zijn en blijven. Het registervoorportaal maakt inzichtelijk dat er ook leraren zijn die nog werken aan het halen van hun initiële bevoegdheid; zodra zij dat diploma hebben gehaald, worden zij opgenomen in het lerarenregister.

In paragraaf 3.4 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is op hoofdlijnen de functionaliteit van het lerarenregister en registervoorportaal beschreven. Daarbij is aangegeven dat het registreren start bij het beschikbaar stellen van de zogeheten basisgegevens van leraren door schoolbesturen. Daarmee wordt onder meer gerealiseerd dat leraren die basisgegevens zelf niet meer hoeven in te voeren, maar dat deze al klaar staan in het systeem. Leraren checken die basisgegevens vervolgens en vullen deze in geval van het lerarenregister aan met informatie over onder meer hun bevoegdheid.

Voor het lerarenregister en registervoorportaal zijn derhalve gegevens nodig. Ten eerste de basisgegevens van de leraar, waaronder worden verstaan:

  • burgerservicenummer;

  • naam, geslacht, adres en geboortedatum;

  • gegevens betreffende de benoeming;

  • gegevens betreffende de school.

Deze basisgegevens worden op grond van de wet door schoolbesturen verstrekt aan de Minister. Ten tweede verstrekt de leraar ten behoeve van het lerarenregister aanvullend aan de basisgegevens informatie aan de Minister over zijn bevoegdheid, zijn keuze voor herregistratie en over de activiteiten die hij onderneemt in het kader van het onderhoud van zijn bekwaamheid.

Doel van dit besluit

In de wet is bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur de basisgegevens nader kunnen worden gespecificeerd, en dat regels kunnen worden gesteld over de tijdstippen en wijze van levering. Ook is bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur de wijze wordt bepaald waarop gegevens van een leraar worden verstrekt aan een ieder respectievelijk aan het schoolbestuur.

Met het oog op de beoogde gegevenslevering voor en gegevensverstrekking uit het lerarenregister en registervoorportaal wijzigt onderhavig besluit, het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, het Besluit informatievoorziening WVO en het Uitvoeringsbesluit WEB.

Erkend, niet-bekostigd primair en voortgezet onderwijs

Opname in het lerarenregister en registervoorportaal is verplicht voor al die leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld in het bekostigd primair en voortgezet onderwijs en bekostigd mbo. Het is uit hoofde van de verantwoordelijkheid van de overheid voor de kwaliteit van het funderend onderwijs tevens verplicht voor leraren die werkzaam zijn in het erkend, niet door de overheid bekostigd primair en voortgezet onderwijs. De inhoud van het onderhavige besluit is derhalve tevens van toepassing op de bevoegde gezagsorganen van deze scholen.

Vrijwillige registratie in het lerarenregister

Leraren die niet zijn benoemd of tewerkgesteld in het primair of voortgezet onderwijs of in het middelbaar beroepsonderwijs, maar wel over een daarvoor relevant getuigschrift beschikken, kunnen zich vrijwillig registreren in het lerarenregister. In de wet is bepaald dat zij daartoe de nodige persoonsgegevens beschikbaar dienen te stellen. In aanvulling daarop stelt onderhavig besluit dat zij ten behoeve van hun registratie tevens gewaarmerkte kopie van het betreffende getuigschrift digitaal dienen aan te leveren.

Leraren die verplicht in het register worden opgenomen hoeven dat niet te doen, aangezien zij bij benoeming of tewerkstelling het betreffende getuigschrift al aan het betreffende bevoegd gezag hebben geleverd.

2. Uitwerking naar onderwijssector

Op basis van de onderwijswetten is er reeds voorzien in regelgeving die ziet op informatieverstrekking van bevoegde gezagsorganen aan de minister. Met dit besluit wordt op die regelgeving aangesloten.

Het primair onderwijs wordt in belangrijke mate gereguleerd door de Wet op het primair onderwijs (WPO) en de Wet op de expertisecentra (WEC), en de op deze sectorale wetten gebaseerde regelgeving. Voor het primair onderwijs is gekozen voor opname van de voor het lerarenregister en registervoorportaal benodigde bepalingen in het Besluit informatievoorziening WPO/WEC en de Regeling structurele gegevenslevering WPO/WEC.

Het besluit wijzigt voorts het Besluit informatievoorziening WVO, dat is gebaseerd op de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO).

De nadere bepalingen met betrekking tot het middelbaar beroepsonderwijs worden opgenomen in het Uitvoeringsbesluit WEB, dat gebaseerd is op de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB).

Aan het onderhavige wijzigingsbesluit is in geval van het mbo toegevoegd, een verandering in de aanduiding van functiecategorieën in de aanlevering van informatie voor bekostigings- en beleidsdoeleinden. Dit is opgenomen in de voorgenomen wijziging van paragraaf 3 van het Uitvoeringsbesluit WEB. Deze wijziging staat derhalve los van de invoering van het lerarenregister en registervoorportaal.

3. Administratieve lasten

In het kader van het wetsvoorstel lerarenregister en registervoorportaal, waar onderhavig wijzigingsbesluit uit voortvloeit, is in kaart gebracht wat naar verwachting de gevolgen voor de administratieve lasten van scholen en leraren zullen zijn. Daarbij is geraamd dat de structurele administratieve lasten voor schoolbesturen en leraren na implementatie van het wetsvoorstel en onderhavig ontwerpbesluit worden geraamd op per saldo € 1,7 miljoen. Dit is nader onderbouwd en toegelicht in hoofdstuk 6 van de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2015/16, 34 458, nr. 3).

Door met onder meer onderhavig ontwerpbesluit aan te sluiten bij reeds bestaande werkwijzen rond de levering van personele gegevens, wordt de administratieve last voor leraren, scholen en instellingen zoveel mogelijk beperkt.

4. Financiële gevolgen

Het onderhavig ontwerpbesluit heeft geen gevolgen voor de Rijksbegroting en is te situeren binnen het financieel kader zoals vermeld in de toelichting bij het wetsvoorstel lerarenregister en registerportaal.1

5. Uitvoeringstoets

Een ontwerp van dit besluit is in juli 2016 voor een uitvoeringstoets voorgelegd aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en CIBG.

CIBG heeft op 26 augustus 2016 advies uitgebracht. CIBG concludeert dat het voorgestelde Besluit uitvoerbaar is. Wel heeft CIBG op een aantal punten verduidelijkingen voorgesteld zodat het geheel eenduidiger en beter beheersbaar wordt. Deze punten zijn waar mogelijk verwerkt in onderhavig besluit.

DUO heeft op 7 oktober 2016 advies uitgebracht. DUO concludeert dat de realisatie van het Besluit haalbaar is, mits er geen grote wijzigingen in worden aangebracht. In het advies wijst DUO op een aantal technisch-juridische punten, die in onderhavige versie zijn verwerkt. Voorts wijst DUO in het advies op een aantal overwegingen met betrekking tot de uitvoering van het – bredere – implementatieprogramma. Deze overwegingen zijn derhalve meegenomen in de opzet en verdere uitwerking van dat programma.

6. Overleg en internetconsultatie

Over het ontwerpbesluit is overleg gevoerd met de Onderwijscoöperatie, zijnde representant van de beroepsgroep leraren. Over de inhoud van het ontwerpbesluit is met de Onderwijscoöperatie overeenstemming bereikt.

Tevens zijn de sectorraden (PO-Raad, VO-Raad en MBO Raad) uitgenodigd voor dit overleg. De MBO Raad is op dit verzoek in gegaan, waarbij is aangegeven dat dit overleg heeft plaatsgevonden teneinde de administratieve lasten van het besluit voor mbo-instellingen zo veel mogelijk te beperken. De opmerkingen van de MBO Raad zijn waar mogelijk in onderhavige versie van het besluit verwerkt.

De PO-Raad en VO-Raad zijn steeds op de hoogte gehouden van de voortgang van het overleg alsook van de mogelijkheid om desgewenst via de internetconsultatie alsnog te reageren op het ontwerpbesluit.

Het ontwerpbesluit is voorts op 14 juli 2016 opengesteld voor internetconsultatie. Er was gelegenheid tot reageren tot en met 24 augustus 2016.

Er zijn zeven reacties op de internetconsultatie binnengekomen. In het algemeen valt uit de reacties op te maken dat het besluit helder regelt welke gegevens geleverd moeten worden en welke gegevens verstrekt worden. In twee reacties wordt getwijfeld aan de waarde van registratie van nascholingsactiviteiten; het belang van bescherming van persoonsgegevens wordt in deze reacties benadrukt.

Voorts worden twee opmerkingen gemaakt over mogelijk onduidelijkheden in het besluit. Het eerste betreft de inschrijving van ZZP’ers en uitzendkrachten in het lerarenregister en registervoorportaal. Daarnaast wordt opgemerkt dat uit het besluit duidelijker kan blijken wie verantwoordelijk is voor de levering en verstrekking van herregistratiegegevens. Beide punten zijn verwerkt in onderhavige versie van het besluit.

7. Bescherming persoonsgegevens

Vanwege de verwerking en opname van persoonsgegevens van leraren en docenten in het lerarenregister en het registervoorportaal, is het van belang dat de Wet bescherming persoonsgegevens in acht wordt genomen. Daarnaast is in verband met privacybescherming een aantal andere bepalingen relevant. De Grondwet bepaalt in artikel 10, eerste lid, dat een ieder recht heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen. Ook artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gaat over het recht op bescherming van zijn persoonsgegevens dat een ieder heeft. De Europese richtlijn voor bescherming van natuurlijke personen ziet in het bijzonder op de verwerking van persoonsgegevens. Deze richtlijn is uitgewerkt in de Wet bescherming persoonsgegevens. Volgens artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is tot slot geen inmenging in het privéleven van een persoon toegestaan van enig openbaar gezag, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, openbare veiligheid, of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Het wetsvoorstel lerarenregister voorziet in een grondslag voor de levering van een aantal gegevens en een grondslag voor de specificatie van een aantal gegevens. Het gaat dan om het gebruik van het burgerservicenummer, de voornaam, geslachtsnaam, geslacht, geboortedatum en adres, gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, gegevens betreffende de school waaraan hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, het onderwijs waarvoor de leraar kan opgaan voor herregistratie en voor welk onderwijs als de leraar opgaat voor herregistratie en gegevens betreffende de activiteiten voor herregistratie. In paragraaf 5 van de memorie van toelichting bij deze wet is in gegaan op de privacyaspecten bij deze gegevenslevering.2 Zoals in de inleiding van deze nota van toelichting uiteen gezet is, biedt de wet tevens grondslagen om bij deze algemene maatregel van bestuur gegevenslevering en gegevensverstrekking nader te specificeren.

Over de rechtvaardiging van de inperking van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer is in de memorie van toelichting bij de wet gesteld dat het doel in relatie staat tot het recht op kwalitatief goed onderwijs. Het onderwijs is een voorwerp van aanhoudende zorg van de regering op grond van artikel 23, eerste lid, van de Grondwet, en de kwaliteit ervan is middels verschillende minimumnormen geborgd in de sectorwetten. Een van deze minimumnormen betreft de bekwaamheidseisen die aan leraren worden gesteld. Door de inzet van het lerarenregister kan deze minimumnorm worden gehandhaafd, nu voor het opstellen van de herregistratiecriteria (die gericht zijn op bekwaamheidsonderhoud) de bekwaamheidseisen in acht worden genomen.

Om het aantal onbevoegde leraren voor de klas terug te dringen en om er voor te zorgen dat leraren en docenten hun bekwaamheid in voldoende mate bijhouden – anders gezegd: het borgen van een ordentelijk systeem en van goede zeden – wordt het lerarenregister ingevoerd. Hiermee is de maatregel noodzakelijk in een democratische samenleving en rechtvaardigt het genoemde doel de inperking van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.

Het registervoorportaal ziet niet op bekwaamheidsonderhoud, maar het is wel een instrument waarmee inzichtelijk wordt welke leraren en docenten die (nog) niet aan de bekwaamheidseisen voldoen en of de in de wet gestelde termijnen van benoeming van deze leraren en docenten in acht worden genomen. Een leraar of docent die (nog) niet aan de bekwaamheidseisen voldoet die verbonden zijn aan een schoolsoort en/of vakgebied kan daarvoor gelet op de benoemingsvoorwaarden maar voor een beperkte periode worden ingezet. Ook dit instrument ziet dus op de borging van een ordentelijk systeem en van goede zeden.

Uit artikel 8 van het EVRM volgt tevens dat indien de bescherming van persoonsgegevens wordt ingeperkt er een belangenafweging tussen belangen van betrokkenen en de doeleinden van gegevensverwerking dient plaats te vinden. De Wet bescherming persoonsgegevens werkt deze verplichting verder uit en regelt dat betrokkenen in staat worden gesteld een zekere controle over het lot van hun persoonsgegevens uit te oefenen. Ten slotte geeft de motie van het lid Franken c.s. van 17 mei 2011 (Kamerstukken I 2010/2011, 31 051, nr. D) aan, aan welke criteria een wetsvoorstel moet voldoen om een beperking van de persoonlijke levenssfeer te kunnen rechtvaardigen. In paragraaf 5 van de memorie van toelichting (kamerstuknummer PM) is nader ingegaan op deze criteria om de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal te kunnen rechtvaardigen in verband met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Samengevat is invoering van het lerarenregister in combinatie met de herregistratiecriteria noodzakelijk om ervoor te zorgen dat alle leraren en docenten zullen voldoen aan de bekwaamheidseisen en deze bekwaamheidseisen ook zullen onderhouden. Voor leraren in het registervoorportaal is er geen sprake van bekwaamheidsonderhoud. Het registervoorportaal is van belang bij de effectieve toepassing van het lerarenregister. Zonder het registervoorportaal is het niet inzichtelijk of de gevolgen van niet geregistreerd staan op een leraar van toepassing zijn. Als deze leraar wordt opgenomen in het registervoorportaal is inzichtelijk geworden dat deze leraar (nog) niet aan de bekwaamheidseisen voldoet, maar wel tijdelijk inzetbaar is.

Tevens is er geen minder vergaand alternatief instrument om dezelfde doelen te bereiken dan het voorgestelde lerarenregister in combinatie met het registervoorportaal. In de memorie van toelichting bij de Wet op de beroepen in het onderwijs (Kamerstukken II 2001/02, 28 088, nr. 3) wordt gesproken over een vrijwillig lerarenregister dat uiteindelijk in 2012 van start is gegaan; de deelname blijft echter achter bij de verwachtingen. Ook is met de Wet op de beroepen in het onderwijs aan bevoegde gezagsorganen de verplichting opgelegd om een bekwaamheidsdossier ten aanzien van elke leraar of docent bij te houden. Hoewel de combinatie van een vrijwillig lerarenregister met het verplicht bijhouden van een bekwaamheidsdossier in het kader van privacybescherming een minder vergaand instrument is, is gebleken dat het gewenste doel van bekwaamheidsonderhoud ermee niet voldoende bereikt wordt.

Een criterium dat een belangrijke rol heeft bij het ontwerp van dit besluit is het proportionaliteitsvereiste. Met de inzet van het lerarenregister en het registervoorportaal mag de inperking van de privacy niet verder gaan dan strikt noodzakelijk. De proportionaliteitsafweging vereist onder andere dat verwerking van elk opgevraagd gegeven gerechtvaardigd moet kunnen worden. Vanwege de specificatie van gegevens in dit besluit, gaat het om de volgende gegevens:

– de einddatum van de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming

De einddatum van de benoeming is nodig om te bepalen wanneer een leraar voor die benoeming uit het lerarenregister of uit het registervoorportaal dient te worden verwijderd. Het concretiseert hiermee de in de wet opgenomen verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag om het lerarenregister en het registervoorportaal correct bij te houden. Indien de benoeming van een leraar wijzigt dan geeft het bevoegd gezag aan wanneer de oude benoeming afloopt.

– de begin- en einddatum van de arbeidsovereenkomst

De informatie over begin- en einddatum van de arbeidsovereenkomst is nodig voor beleidsdoeleinden: met informatie over zowel het begin en het einde van de benoeming en van de arbeidsovereenkomst kan in beeld worden gebracht hoe deze zich tot elkaar verhouden. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag of de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt, indien de benoeming ten einde loopt.

– de betreffende benoemingsgrondslag in de wet

Dit gegeven is nodig om te kunnen bepalen of een leraar in het lerarenregister komt of in het registervoorportaal. Daarbij geldt voor het registervoorportaal dat de termijn waarvoor een leraar benoemd kan worden per benoemingsgrondslag verschilt. Hoe lang die termijn is, blijkt uit de betreffende benoemingsgrondslag.

– het onderwijs waarvoor een leraar in het registervoorportaal wordt opgenomen

Dit gegeven is nodig om inzichtelijk te krijgen voor welk onderwijs een leraar in het registervoorportaal wordt opgenomen, zodat er geen verwarring ontstaat over het onderwijs waarvoor een leraar in het lerarenregister staat en het onderwijs waarvoor een leraar in het registervoorportaal staat.

– de naam van de school of instelling of van de vestiging van de school of instelling, het adres, de postcode en plaats, het telefoonnummer en e-mailadres

Zoals in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is aangegeven is het BRIN(vestigings)-nummer nodig om te bepalen op welke school de leraar werkzaam is, zodat over het al dan niet geregistreerd zijn van de leraar correspondentie en indien nodig overleg kan plaatsvinden met het juiste schoolbestuur. Het BRIN(vestigings)-nummer, is om deze reden in dit besluit uitgesplitst in het adres, de postcode en de plaats, en het telefoonnummer en het e-mailadres. De naam van de school of van de vestiging van de school is noodzakelijk omdat uit het lerarenregister of het registervoorportaal moet blijken aan welke school of vestiging de betreffende leraar benoemd is.

– de datum waarop de eerstvolgende herregistratie zal plaatsvinden en het overzicht waaruit blijkt in hoeverre een de desbetreffende leraar voldoet aan de herregistratiecriteria

Deze gegevens betreffende de herregistratie worden niet geleverd door het bevoegd gezag of de leraar, maar worden gegenereerd aan de hand van de registratiedatum van een leraar in het lerarenregister. In het lerarenregister moet voor een leraar en voor het bevoegd gezag duidelijk zijn wanneer het moment van herregistratie zal plaatsvinden, zodat kan worden bepaald of de betreffende leraar op schema ligt. Om dit in het lerarenregister inzichtelijk te maken wordt in het lerarenregister een overzicht opgenomen waaruit blijkt in hoeverre de desbetreffende leraar voldoet aan de herregistratiecriteria, zonder dat er inzicht hoeft te worden verkregen in de activiteiten voor herregistratie. Op basis van dit overzicht kan ook een signaal worden afgegeven aan de leraar of het betreffende bevoegd gezag indien de leraar niet aan de herregistratiecriteria dreigt te gaan voldoen.

– gegevens betreffende het onderwijs waarvoor de leraar kan opgaan voor herregistratie

De specificatie van gegevens betreffende het onderwijs is nodig om aan te geven voor welk onderdeel binnen het onderwijs een leraar opgaat herregistratie. Binnen het primair onderwijs kan dat leerkracht primair onderwijs in het algemeen zijn, maar ook meer specifiek zijn gericht op een onderwijsactiviteit zoals in artikel 9 van de Wet op het primair onderwijs is geregeld. Voor het voortgezet onderwijs zal het gaan om vakken of onderdelen. In het middelbaar beroepsonderwijs is meer algemeen geregeld dat de docent moet voldoen aan de bekwaamheidseisen van artikel 4.2.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs van het onderwijs dat hij opgeeft voor herregistratie. Dat kan blijken uit diverse getuigschriften (of erkenning) die zijn omschreven in artikel 4.2.1, tweede lid, onder b, van die wet. Deze algemene formulering sluit aan bij de grote diversiteit aan docenten en opleidingen binnen het middelbaar beroepsonderwijs. De onderwijsspecificatie die in het lerarenregister zal verschijnen zal aansluiten bij de genoemde getuigschriften (of erkenning).

Ad. 3 en 4

Net als voor het wetsvoorstel, is er bij deze AMvB een Privacy Impact Assessment (PIA) uitgevoerd. Bij het opstellen van de PIA zijn DUO en het CIBG als uitvoeringsinstanties van het lerarenregister en het registervoorportaal betrokken geweest. Met behulp hiervan is de noodzaak van gegevensverwerking bekeken en zijn op gestructureerde wijze de implicaties van het ontwerpbesluit daar waar het gegevensbescherming betreft in kaart gebracht. Hierbij is in het bijzonder aandacht besteed aan de beginselen van gegevensminimalisering en doelbinding, het vereiste van een goede beveiliging en de rechten van de betrokkenen.

Mede op grond van de PIA is het uitgangspunt dat de verwerking van persoonsgegevens in het registersysteem op behoorlijke en zorgvuldige wijze zal plaatsvinden. Artikel 13 van de Wet bescherming persoonsgegevens schrijft voor dat de verantwoordelijke passende technische en organisatorische maatregelen ten uitvoer moet leggen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Deze maatregelen moeten een passend beveiligingsniveau garanderen gelet op de risico’s die de verwerking en aard van de te beschermen gegevens met zich meebrengen. Het gaat om het risico dat persoonsgevoelige informatie tot op de persoon herleidbaar te traceren is, zowel door een functionaris die daar geen recht toe heeft, als een buitenstaander.

Bij het opstellen van de PIA is geconstateerd dat OCW (DUO/CIBG) de overheidsrichtlijnen met betrekking tot gegevensbeveiliging volgt, zoals vastgelegd in het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst. DUO en CIBG, die een rol zullen spelen in het verzamelen en beheren van de gegevens, zijn tevens gehouden aan de beveiligingsrichtlijnen van de overheid. Het toezicht op het naleven van de in dit verband relevante wet- en regelgeving gebeurt door de Functionaris Gegevensbescherming (FG). Deze functionaris heeft binnen OCW, DUO en CIBG een onafhankelijke positie en werkt volgens de richtlijnen die de Autoriteit Persoonsgegevens stelt aan deze functie. Een FG kan zelf ook getoetst worden door de Autoriteit. Bij de voorbereiding van dit wetstraject en dit besluit is de FG betrokken geweest.

Advies Autoriteit Persoonsgegevens

Op 11 oktober 2016 is over de inhoud van onderhavig Besluit advies aangevraagd bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Het advies is op 10 november 2016 ontvangen.

De AP merkt in de beoordeling op dat eerder is geadviseerd over het wetsvoorstel en dat onderhavig wijzigingsbesluit een nadere uitwerking is van dat voorstel. Voorts wordt opgemerkt dat in de nota van toelichting door de minister voldoende aandacht is besteed aan de noodzaak van gegevensverwerkingen, de beginselen van gegevensminimalisering en doelbinding, de vereisten van beveiliging en de rechten van betrokkenen; tevens is een privacy impact assessment uitgevoerd. Het voorstel geeft de AP geen aanleiding tot het maken van nadere op- of aanmerkingen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdelen A en C

Het Besluit informatievoorziening WPO/WEC wordt ingedeeld in hoofdstukken omdat de bepalingen omtrent het lerarenregister en het registervoorportaal geen verband houden met de informatieverstrekking voor het jaarverslag, bekostiging en beleidsinformatie.

Artikel I, onderdeel D,

Omdat er voor de gegevenslevering voor het lerarenregister en het registervoorportaal een extra bijlage wordt toegevoegd, is het nodig de bijlagen te nummeren.

Artikel I, onderdeel E, artikel II, onderdeel B, en artikel III, onderdeel B

Nadere specificatie van gegevens

De bepaling in artikel 5 van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC (nieuw), artikel 4a van het Besluit informatievoorziening WVO (nieuw) en artikel 5.2.6 van het Uitvoeringsbesluit WEB is een uitwerking van de gegevens als bedoeld in de artikelen 38g, tweede lid, en artikel 38q, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs (hierna: WPO), de artikelen 38g, tweede lid, en artikel 38q, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra (hierna: WEC), de artikelen 41f, tweede lid, en 41p, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs (hierna: WVO), respectievelijk artikel 4.4.6, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB). De gegevens die in deze bepalingen zijn gespecificeerd zijn uiteengezet en toegelicht in paragraaf 7 van het algemene deel van deze toelichting.

Voor het registervoorportaal dient het bevoegd gezag als uitwerking van de gegevens betreffende de benoeming ook het gegeven betreffende het onderwijs van de benoeming aan te geven. Dit gegeven is apart geregeld ten opzichte van het gegeven betreffende het onderwijs voor het lerarenregister, omdat het gegeven betreffende het onderwijs voor het registervoorportaal door het bevoegd gezag wordt aangeleverd en voor het lerarenregister door de leraar.

Aanvullende gegevensverstrekking

Artikel 6 van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, artikel 4b van het Besluit informatievoorziening WVO en artikel 5.2.7 van het Uitvoeringsbesluit WEB: Op grond van de artikelen 38o, derde lid, onder b, en 38t, derde lid, onder b, van de WPO, de artikelen 38o, derde lid, onder b, en 38t, derde lid, onder b, van de WEC, de artikelen 41n, derde lid, onder b, en 41s, derde lid, onder b, van de WVO en de artikelen 4.4.14, derde lid, onder b, en 4.4.19, derde lid, onder b van de WEB kunnen de (eventueel nader gespecificeerde) gegevens uit het lerarenregister die worden verstrekt aan een ieder worden aangevuld. Het betreft hier de gegevens betreffende de school of instelling die nader zijn gespecificeerd in artikel 5, tweede lid, van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, artikel 4a, tweede lid, van het Besluit informatievoorziening WVO en artikel 5.2.6, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB. Deze bepaling regelt dat naast de geslachtsnaam de voornamen en het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming tevens naam van de (vestiging van de) school of instelling waaraan de leraar benoemd is kan worden verstrekt. Indien de leraar aangeeft bezwaar te hebben tegen de openbaarmaking van de naam van de (vestiging van de) school of instelling, dan wordt dit gegeven niet verstrekt.

Nadere specificatie gegevensverstrekking

Artikel 7 van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, artikel 4c van het Besluit informatievoorziening WVO en artikel 5.2.8 van het Uitvoeringsbesluit WEB: Op grond van de artikelen 38o, derde lid, onder c, en 38t, derde lid, onder c, van de WPO, de artikelen 38o, derde lid, onder c, en 38t, derde lid, onder c, van de WEC, de artikelen 41n, derde lid, onder c, en 41s, derde lid, onder c, van de WVO en de artikelen 4.4.14, derde lid, onder c, en 4.4.19, derde lid, onder c, van de WEB kunnen de gegevens die worden verstrekt aan een ieder en aan het bevoegd gezag van een school nader worden gespecificeerd. Deze bepaling regelt de nadere specificatie van de aan het bevoegd gezag van een school te verstrekken gegevens betreffende de benoeming en de gegevens betreffende de school. Tot slot regelt het derde lid de verstrekking van gegevens betreffende de herregistratie van de leraar. Door deze gegevensverstrekking wordt het voor het bevoegd gezag inzichtelijk hoe het ervoor staat met de herregistratie van de leraar, zonder inzicht te hebben in de activiteiten voor herregistratie van de betreffende leraar.

Administratieve uitwerking gegevenslevering

Artikel 9 van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, de artikelen 4d en 4e van het Besluit informatievoorziening WVO en artikel 5.2.10 van het Uitvoeringsbesluit WEB: Deze bepaling betreft een administratieve uitwerking van de gegevenslevering. Deze uitwerking wordt voor het Besluit informatievoorziening WPO/WEC uitgewerkt in een ministeriële regeling en is voor het Besluit informatievoorziening WVO en het Uitvoeringsbesluit WEB te vinden in de bijlagen. De toevoeging aan bijlage 2 van het Besluit informatievoorziening WVO en bijlage 4 van het Uitvoeringsbesluit WEB regelt dat in lijn met de wet dat er maandelijks gegevenslevering van het bevoegd gezag aan DUO zal plaatsvinden van gegevens die zijn genoemd in bijlage 1 van de betreffende besluiten. Gegevenslevering aan DUO geschiedt overeenkomstig de wijze van levering van gegevens voor de bekostiging van instellingen. Ook wordt in deze bijlagen aangegeven hoe een leraar die voor bepaald onderwijs vrijwillig opgenomen wil worden in het lerarenregister, middels bijvoorbeeld een getuigschrift kan aantonen dat hij aan de betreffende bekwaamheidseisen van dat onderwijs voldoet.

In de ministeriële regeling zal voor de po/(v)so-sectoren een vergelijkbare passage of bepaling opgenomen worden waaruit blijkt op welke wijze (dus op welke manier en op welk moment) de gegevens moeten worden aangeleverd aan DUO.

Met artikel 10 wordt de grondslag van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC uitgebreid met de bepalingen uit de wet over de gegevens voor het lerarenregister en het registervoorportaal.

Artikel I, onderdeel G

Overeenkomstig bijlage 1 van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC is er voor het lerarenregister en het registervoorportaal een tweede bijlage toegevoegd waarin een overzicht is opgenomen voor de gegevens die het bevoegd gezag dient aan te leveren.

Artikel II, onderdeel C

In het nieuwe artikel 4f wordt de grondslag van het Besluit informatievoorziening WVO uitgebreid met de bepalingen uit de wet over de gegevens voor het lerarenregister en het registervoorportaal.

Artikel II, onderdeel D, artikel III, onderdeel C

In bijlage 1 van het Besluit informatievoorziening WVO en in bijlage 1 van het Uitvoeringsbesluit WEB worden gegevens nader gespecificeerd voor de gegevenslevering die bevoegde gezagsorganen moeten verrichten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs.

Artikel II, onderdeel E, artikel III, onderdeel D

Uit de artikelen 38i en 38j van de WPO, 38i en 38j van de WEC, 41h en 41i van de WVO en 4.4.8 en 4.4.9 van de WEB blijkt dat de persoonsgegevens van de leraar voor het lerarenregister en het registervoorportaal in beginsel uit de basisregistratie personen gehaald worden. Pas als deze daarin niet vermeld staan, worden deze uit de gegevenslevering gehaald. De gegevensverstrekking van de door het bevoegd gezag aangeleverde gegevens betreffen niet de gegevens die uit de basisregistratie personen gehaald zijn. Doel van de gegevensverstrekking als adres en postcode van de leraar aan het bevoegde gezag is de controle van die gegevens door het bevoegd gezag. Niet is beoogd de salarisadministratie van de instelling op orde te houden met gegevens uit de basisregistratie personen.

Artikel IV

Het is het mogelijk dat de begindatum van de benoeming van een leraar bij een school niet meer terug te vinden is. Voor deze gevallen wordt de registratiedatum in het lerarenregister of het registervoorportaal als gebruikt als begindatum van de benoeming.

In het tweede lid is een invoeringsbepaling opgenomen waarbij wordt afgeweken van het moment waarop het bevoegd gezag de gegevens voor het lerarenregister en het registervoorportaal dient te leveren aan de Minister. Deze bepaling regelt dat op het moment dat het bevoegd gezag een verzoek van de Minister krijgt, het bevoegd gezag de gegevens van de leraren zal leveren. Hiermee wordt voorkomen dat na inwerkingtreding de gegevens van alle leraren in een periode van vier weken worden aangeleverd voor het lerarenregister en het registervoorportaal. Door de gegevens op verschillende momenten aan te laten leveren, wordt een betere implementatie van het systeem mogelijk gemaakt. Mogelijke fouten in het systeem kunnen dan makkelijker worden verholpen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Kamerstukken II 2015/16, 34 458, nr. 3.

X Noot
2

Kamerstukken II 2015/16, 34 458, nr. 3.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven